• No results found

Varend ontgassen

In document Ontwerp-omgevingsverordening NH2022 (pagina 33-37)

Deze afdeling gaat over het ontgassen van benzeen en van bepaalde benzeenhoudende koolwaterstoffen vanuit een ladingtank van binnenschepen tijdens de vaart op vaarwegen in het werkingsgebied Varend ontgassen.

Artikel 4.72 Oogmerk

Deze afdeling bevat regels met het oog op de bescherming van het milieu en de volksgezondheid.

Artikel 4.73 Normadressaat

Aan deze afdeling wordt voldaan door de vervoerder en de schipper. Deze dragen zorg voor de naleving van de regels over de milieubelastende activiteit.

Artikel 4.74 Omgevingsvergunningsplichtige activiteit 1

Als milieubelastende activiteit wordt aangewezen het ontgassen van benzeen en van bepaalde benzeenhoudende koolwaterstoffen vanuit een ladingtank van binnenschepen tijdens de vaart op vaarwegen binnen de provincie.

2

Het is ter plaatse van het werkingsgebied Varend ontgassen verboden een milieubelastende activiteit als bedoeld in het eerste lid te verrichten voorzover het restladingdampen betreft van:

a. benzeen (UN-nummer 1114);

b. ruwe aardolie (UN-nummer 1267) voor zover met meer dan 10% benzeen;

c. aardoliedestillaten N.E.G. met meer dan 10% benzeen of aardolieproducten N.E.G. met meer dan 10% benzeen (UN-nummer 1268);

d. brandstof voor straalvliegtuigen met meer dan 10% benzeen (UN-nummer 1863); e. brandbare vloeistoffen, N.E.G. met meer dan 10% benzeen (UN-nummer 1993); of

f. koolwaterstoffen, vloeibaar met meer dan 10% benzeen (UN-nummer 3295).

3

Van een restladingsdamp als bedoeld in het tweede lid, is sprake bij een concentratie van die damp groter dan of gelijk aan 10% van de onderste explosiegrens van de desbetreffende stof.

4

In het Delegatiebesluit Omgevingsverordening NH2022 is bepaald dat Gedeputeerde Staten andere stoffen dan

genoemd in het tweede lid aan dit lid kunnen toevoegen, indien dit in het belang van de bescherming van het milieu is of indien deze stoffen gezondheidsschadelijke eigenschappen bevatten.

5

In het Delegatiebesluit Omgevingsverordening NH2022 is bepaald dat Gedeputeerde Staten het percentage,

genoemd in het derde lid, kunnen verlagen.

Artikel 4.75 Aanwijzing vergunningsvrije gevallen 1

Het verbod, bedoeld in Artikel 4.74 Omgevingsvergunningsplichtige activiteit - Lid 2, is niet van toepassing indien kan worden aangetoond dat:

a. de drie voorafgaande ladingen in de desbetreffende ladingtank niet bestonden uit stoffen als genoemd in Artikel 4.74 Omgevingsvergunningsplichtige activiteit - Lid 2;

b. de desbetreffende ladingtank bij de voorafgaande belading voor meer dan 95% gevuld was met een andere stof dan genoemd in Artikel 4.74 Omgevingsvergunningsplichtige activiteit - Lid 2;

c. het ontgassen noodzakelijk is om redenen van drukverevening die om veiligheidsredenen moet plaatsvinden; of d. het ontgassen noodzakelijk is om redenen van veiligheid tijdens of na een calamiteit met het binnenschip.

2

In het Delegatiebesluit Omgevingsverordening NH2022 is bepaald dat Gedeputeerde Staten in aanvulling op het

eerste lid gevallen kunnen aanwijzen waarop het verbod, bedoeld in Artikel 4.74 Omgevingsvergunningsplichtige activiteit - Lid 2 niet van toepassing is.

Afdeling 4.8 Vaarwegen

Artikel 4.76 Toepassingsbereik 1

Deze afdeling gaat over activiteiten in het beperkingengebied met betrekking tot vaarwegen in beheer bij de provincie.

2

Deze afdeling is niet van toepassing op activiteiten door of in opdracht van Gedeputeerde Staten.

Artikel 4.77 Oogmerk 1

De regels in deze afdeling zijn gesteld met het oog op de instandhouding, de bruikbaarheid en bescherming van de vaarwegen.

2

Taken en bevoegdheden op grond van deze afdeling kunnen ook worden uitgeoefend met het oog op de volgende belangen in het gebied waar de vaarweg is gelegen:

a. het beschermen van landschappelijke en aardkundige waarden; en b. de natuurbescherming.

Artikel 4.78 Normadressaat

Aan de regels in deze afdeling wordt voldaan door degene die de activiteit verricht, tenzij anders bepaald. Diegene draagt zorg voor de naleving van de regels over die activiteit.

Artikel 4.79 Specifieke zorgplicht 1

Degene die een beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een vaarweg verricht en redelijkerwijs kan vermoeden dat die activiteit nadelige gevolgen kan hebben voor de belangen, bedoeld in Artikel 4.77, is verplicht:

a. alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van diegene kunnen worden gevraagd om die gevolgen te voorkomen;

te maken; en

c. als die gevolgen onvoldoende kunnen worden beperkt, die activiteit achterwege te laten voor zover dat redelijkerwijs van diegene kan worden gevraagd.

2

De zorgplicht houdt in ieder geval in dat:

a. geen stoffen of voorwerpen in het beperkingengebied wordt gebracht die schade toebrengen aan de vaarweg of het veilig en doelmatig gebruik van de vaarweg;

b. alle passende maatregelen worden genomen om hinder voor het scheepvaartverkeer te voorkomen; en c. houtgewas, bomen of takken van bomen worden geplaatst of onderhouden zodat deze geen hinder voor het

scheepvaartverkeer kunnen veroorzaken.

Artikel 4.80 Omgevingsvergunningplichtige activiteiten 1

Het is verboden zonder omgevingsvergunning voor een beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een vaarweg de volgende activiteiten te verrichten in het beperkingengebied met betrekking tot die vaarweg:

a. een andere vaarweg op deze vaarwegen aan te sluiten;

b. een vaarweg te verleggen, te versmallen, de diepte te wijzigen of op andere wijze te veranderen dan wel buiten gebruik te stellen; of

c. een werk boven, op, in, over, onder of langs een vaarweg te maken, te behouden, te veranderen of te verwijderen.

2

Het is verboden zonder omgevingsvergunning een beperkingengebiedactiviteit te verrichten met betrekking tot een vaarweg door op, in, over, onder of langs een vaarweg vaste stoffen of voorwerpen te storten, te plaatsen of neer te leggen of deze te laten staan of liggen.

Artikel 4.81 Specifieke gegevens en bescheiden aanvraag omgevingsvergunning

Bij de aanvraag omgevingsvergunning worden de algemene en specifieke gegevens en bescheiden verstrekt, zoals opgenomen in Bijlage 9.

Artikel 4.82 Intrekken omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning voor een beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een provinciale vaarweg intrekken als de omstandigheden aanmerkelijk zijn gewijzigd.

Artikel 4.83 Beoordelingsregels omgevingsvergunning 1

De omgevingsvergunning wordt in ieder geval geweigerd als verlening van de omgevingsvergunning in strijd is met de belangen, bedoeld in Artikel 4.77 Oogmerk - Lid 1.

2

De omgevingsvergunning kan worden geweigerd als verlening van de omgevingsvergunning in strijd is met de belangen, bedoeld in Artikel 4.77 Oogmerk - Lid 2.

Artikel 4.84 Voorschriften aan omgevingsvergunning

Aan de omgevingsvergunning wordt in elk geval het voorschrift verbonden dat de vergunninghouder: a. verplicht is de vergunde activiteiten te onderhouden; en

b. bij het onderhoud de aanwijzingen van Gedeputeerde Staten opvolgt.

Artikel 4.85 Maatwerkvoorschriften 1

Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld, of een vergunningvoorschrift als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet kan aan een omgevingsvergunning als bedoeld in deze afdeling worden verbonden.

2

Een maatwerkvoorschrift wordt niet gesteld als over dat onderwerp een voorschrift aan een omgevingsvergunning als bedoeld in dit hoofdstuk kan worden verbonden.

3

Op het stellen van een maatwerkvoorschrift is de beoordelingsregel in Artikel 4.83 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4.86 Informatieplicht ongewoon voorval 1

Gedeputeerde Staten wordt onverwijld geïnformeerd over een ongewoon voorval.

2

Zodra de gegevens en bescheiden, bedoeld in Bijlage 9, bekend zijn, worden ze verstrekt aan Gedeputeerde Staten.

Artikel 4.87 Onderhoudsplicht

Een onderhoudsplichtige van een oever langs een vaarweg houdt deze stevig en passend in de omgeving zodat deze in goede staat is.

In document Ontwerp-omgevingsverordening NH2022 (pagina 33-37)