• No results found

Provinciale wegen

In document Ontwerp-omgevingsverordening NH2022 (pagina 37-40)

Artikel 4.88 toepassingsbereik 1

Deze afdeling gaat over beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot wegen in beheer bij de provincie.

2

Deze afdeling geldt niet voor activiteiten door of namens de wegbeheerder in het kader van de aanleg, de wijziging of het beheer van een weg of de regeling van het verkeer over die weg.

Artikel 4.89 Oogmerk

a. het veilig en doelmatig gebruik van de provinciale infrastructuur overeenkomstig de functie daarvan voor het openbaar verkeer; en

b. het beschermen van de provinciale infrastructuur, met inbegrip van het belang van het wegbeheer, onderhoud of de wijziging daarvan.

Artikel 4.90 Normadressaat

Aan deze afdeling wordt voldaan door degene die de activiteit verricht. Diegene draagt zorg voor de naleving van de regels over de activiteit.

Artikel 4.91 Specifieke zorgplicht 1

Degene die een beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een weg in beheer bij de provincie verricht en weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat die activiteit de infrastructuur verontreinigt, verandert of beschadigt, of andere nadelige gevolgen kan hebben voor de belangen, bedoeld in Artikel 4.89, is verplicht:

a. alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van diegene kunnen worden gevraagd om die gevolgen te voorkomen;

b. voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, die gevolgen zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken; en

c. als die gevolgen onvoldoende kunnen worden beperkt, die activiteit achterwege te laten voor zover dat redelijkerwijs van diegene kan worden gevraagd.

2

Deze plicht houdt in ieder geval in dat:

a. het veilig en doelmatig gebruik van de provinciale infrastructuur wordt verzekerd;

b. alle passende maatregelen worden genomen om ongewone voorvallen en de nadelige gevolgen daarvan te voorkomen als bedoeld in artikel 19.1 van de Omgevingswet; en

c. houtgewas, bomen of takken van bomen zodanig worden geplaatst of onderhouden dat deze geen hinder voor het verkeer kunnen veroorzaken.

Artikel 4.92 Omgevingsvergunningplichtige activiteiten 1

Het is verboden om in het werkingsgebied Beperkingengebied provinciale wegen zonder omgevingsvergunning een beperkingenactiviteit te verrichten door:

a. een weg aan te leggen of verandering te brengen in de wijze van aanleg van een weg, waaronder het aansluiten van een weg op een provinciale weg;

b. een uitweg op een provinciale weg te maken, te hebben, te wijzigen of te verwijderen of het gebruik van een uitweg op een provinciale weg in betekenende mate te intensiveren;

c. aanduidingen, handelsreclame of licht- of geluidgevende voorzieningen in welke vorm dan ook te hebben, plaatsen of te wijzigen, anders dan in het kader van een veilig gebruik van de weg;

d. werken te maken, te behouden, te veranderen of te verwijderen; of

e. stoffen of voorwerpen te storten, te plaatsen, neer te leggen of te laten staan.

2

Artikel 4.93 Beoordelingsregels omgevingsvergunning 1

De omgevingsvergunning wordt in ieder geval geweigerd als:

a. verlening van de omgevingsvergunning in strijd is met het veilig en doelmatig gebruik van provinciale infrastructuur overeenkomstig de functie daarvan voor het openbaar verkeer;

b. verlening van de omgevingsvergunning in strijd is met de belangen die gepaard gaan met de bescherming van de provinciale infrastructuur, met inbegrip van het belang wegbeheer, wegonderhoud of de wijziging daarvan; of c. de aanvraag betrekking heeft op een nieuwe uitweg op een provinciale weg, anders dan een erftoegangsweg.

2

In afwijking van het eerste lid, onder c, kan de omgevingsvergunning worden verleend, als: a. de uitweg ontsluit op een gebiedsontsluitingsweg;

b. er geen andere uitwegmogelijkheid beschikbaar is dan wel er sprake is van een groot openbaar belang waarbij er geen reële alternatieven beschikbaar zijn en de uitweg aantoonbaar zo verkeersveilig mogelijk is;

c. verlening van de omgevingsvergunning niet in strijd is met de belangen, bedoeld in Artikel 4.89; en

d. de aanvraag betrekking heeft op de eerste uitweg van het perceel of een tweede uitweg, als deze bijdraagt aan een verbetering van de verkeersveiligheid.

Artikel 4.94 Voorschriften aan omgevingsvergunning

Aan de omgevingsvergunning wordt in elk geval het voorschrift verbonden dat de vergunninghouder: a. verplicht is de vergunde activiteiten te onderhouden; en

b. bij het onderhoud de aanwijzingen van Gedeputeerde Staten opvolgt.

Artikel 4.95 Melding gedenktekens

Het is verboden in het werkingsgebied Beperkingengebied provinciale wegen een gedenkteken te plaatsen zonder dit ten minste vier weken voor het begin ervan te melden.

Artikel 4.96 Algemene regels gedenktekens 1

Met het oog op het veilige gebruik van de provinciale weg wordt een gedenkteken niet aan wegmeubilair vastgemaakt.

2

Een gedenkteken neemt niet meer dan 1 m2 grond in beslag.

3

Een gedenkteken wordt uiterlijk 10 jaar na de datum van de melding verwijderd.

Artikel 4.97 Maatwerkvoorschriften 1

Een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld, of een vergunningvoorschrift als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet kan aan een omgevingsvergunning als bedoeld in deze paragraaf worden verbonden over Artikel 4.91

en Artikel 4.96

2

Met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van Artikel 4.96.

3

Een maatwerkvoorschrift wordt niet gesteld als over dat onderwerp een voorschrift aan een omgevingsvergunning als bedoeld in deze paragraaf kan worden verbonden.

4

Op het stellen van een maatwerkvoorschrift is de beoordelingsregel in Artikel 4.93 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4.98 Informatieplicht ongewoon voorval

Gedeputeerde Staten wordt onverwijld geïnformeerd over een ongewoon voorval.

In document Ontwerp-omgevingsverordening NH2022 (pagina 37-40)