• No results found

3 Duurzaam denken

3.4 Van duurzaamheid en denken naar duurzaam denken

3.4.1 Inleiding

In de voorgaande paragrafen is er uitgebreid ingegaan op de begrippen duurzaamheid en het denken. In deze paragraaf worden die twee onderwerpen samengevoegd tot één handelbaar begrip. Op basis van dat begrip zal het verdere onderzoek gedaan worden. Hierna zullen allereerst de begrippen duurzaamheid en denken samengevoegd worden tot duurzaam denken.

Daarna zal bekeken worden wat het begrip duurzaam denken inhoud voor het waterschap Hunze en Aa’s.

3.4.2 Duurzaam denken

‘Thinking is easy, acting difficult, and to put one’s thought into action, the most difficult thing in the world’ (Goethe). Zoals Goethe zegt, is het uitermate lastig om het gedachtegoed in actie om te zetten. Vooral op een juiste manier handelen is moeilijk. Door ‘bounded rationality’ is het onmogelijk alle alternatieven te kennen. Er wordt vanuit gegaan dat wanneer een alternatief aan de eisen voldoet, dit een alternatief is, dat van voldoende kwaliteit is. Het kan echter zo zijn dat er nog betere alternatieven zijn, maar daar wordt niet naar gezocht (Simon, 1979). ‘Bounded rationality’ is dus een beperking voor het in actie omzetten van gedachten.

Zoals in de vorige paragraaf gezegd is, is de ‘peripheral knowledge structure’ de ondersteuning van de ‘core knowledge set’ (Lyles en Schwenk, 1992). Hiermee wordt bedoeld dat de missie en filosofie, zoals die vastliggen in de ‘core knowledge set’, worden ondersteund door de kennis in de ‘peripheral knowledge structure’. Door het behalen van de subdoelen door het gedrag van de leden van de organisatie wordt er gewerkt aan het behalen van de missie en filosofie.

Concreet op het gebied van duurzaamheid betekent dit dat er in de missie wordt aangegeven dat de ‘tripple bottom line’ wordt nagestreefd en dat die drie pijlers (Economic, Environmental, Social) tot doel worden gesteld om de huidige behoeftes te vervullen, zonder de behoeftes van de toekomstige generaties te schaden. In de ‘peripheral knowledge structure’

worden de subdoelen zo gesteld, dat ze de missie kunnen ondersteunen om het hoofddoel te bereiken. Door de eerder genoemde ‘bounded rationality’ kan men echter niet alle alternatieven van die subdoelen kennen en zal de missie niet in zijn volledige hoedanigheid behaald kunnen worden. Er komen altijd situaties voor waarbij het subdoel niet helemaal voldoet aan het vereiste in de missie. Zoals Marsden en Andriof (1998) bepleitten, moet er gestreefd worden naar het minimaliseren van negatieve effecten en het maximaliseren van de positieve effecten op het begrip duurzaamheid.

Wat in de inleiding al werd genoemd, kan hier als conclusie nog eens worden herhaald: ‘to see how successfully a company is meeting the challenge of sustainable development we need to look at how choices are made en whether the positive and negative factors are being weighed op responsibly’ (Kaptein en Wempe, 1999; 13). Er moet dus gekeken worden of er

een goede afweging plaatsvindt met betrekking tot de keuze op het gebied van duurzame ontwikkeling. Anders gezegd, er moet gekeken worden of er in de denkprocessen bij de leden van de organisatie een afweging van de positieve en de negatieve factoren plaatsvindt.

Duurzaam denken is dus het denkproces van de afweging van de positieve en de negatieve factoren op het gebied van duurzaamheid voor een bepaalde oplossing of handeling.

3.4.3 Het waterschap en duurzaam denken

In subparagraaf 3.3.5 werd al gesproken over de ‘core knowledge set’ en de ‘peripheral knowledge set’. Hier worden deze concepten toegepast voor het waterschap Hunze en Aa's, zodat er invulling wordt gegeven aan de term ‘duurzaam’.

De filosofie van het waterschap Hunze en Aa's bestaat uit de waarden duurzaamheid, natuurlijk evenwicht, de omgeving centraal en transparantie ( Waterschap Hunze en Aa's, 2003). De missie van het waterschap is als volgt: ‘Als waterschap Hunze en Aa’s staan wij voor een goed, integraal en duurzaam beheer van de watersystemen, voor toegankelijke vaarwegen en voor veilige waterkeringen in ons beheersgebied. Wij zijn pro-actief, ambitieus en gaan gebiedsgericht te werk. Wij staan met beide benen in de samenleving wij zijn trots op de inzet van onze mensen en wij willen afgerekend worden op de effectiviteit, de efficiency, de openheid en de klantgerichtheid van ons handelen’ (Waterschap Hunze en Aa's, 2003).

Samen met de missie vormt de filosofie de visie van het waterschap (zie figuur 5). Er is dus duidelijk een ‘core knowledge set’ aanwezig bij het waterschap en aan de hand daarvan kunnen subdoelen worden vastgesteld. Deze worden in het beheersplan duidelijk gemaakt aan de hand van de koers die het waterschap Hunze en Aa’s wil varen. Per thema wordt uitgelegd

Figuur 3: Van Filosofie en Missie tot Visie Bron: Beheersplan 2003-2007, Waterschap Hunze en Aa's, 2003

3 DUURZAAM DENKEN

op welke manier zij de visie wil nastreven. Op het eerste gezicht lijken de subdoelen dus ook duidelijk te zijn.

Voor een succesvolle organisatie is het ook van belang dat er een gezamenlijk beeld bestaat van de visie. Kennis en denken zijn daarbij belangrijke bronnen en competenties (Johnson en Scholes, 2002) Als er dus een gezamenlijk beeld bestaat van duurzaamheid in de organisatie, kan dat leiden tot een competentie, of zelfs een kerncompetentie. Dit laatste zal zich voordoen als het waterschap duurzamer werkt dan andere waterschappen. Voor het waterschap is het dus van belang te weten in hoeverre het beeld dat de organisatie heeft van duurzaamheid overeenkomt met het beeld dat de leden daarvan hebben.

Nu rijst de vraag of de verschillende beelden in overeenstemming met elkaar zijn. Om die vraag te kunnen beantwoorden moeten de denkprocessen in de organisatie zichtbaar worden gemaakt. Er moet een beeld van duurzaam denken per hiërarchisch niveau en per sector van de organisatie worden gemaakt, zodat er dan gekeken kan worden hoe en waar het beeld verschilt en overeenkomt. Een methode om dat te doen is ‘cognitive mapping’, waarop in het volgende hoofdstuk verder wordt ingegaan.