• No results found

Onderstaande uitwerking is de samenvoeging van de informatie uit de twee focusgroepen. In het zwart staat alle informatie uit focusgroep 1 beschreven, in het groen staat de extra informatie uit focusgroep 2. Het is niet zo dat de zwarte informatie niet bij focusgroep 2 nogmaals is benoemd. Voor de leesbaarheid is de dubbele informatie weggefilterd. Ouder 1:

 3 meiden PGB (sinds 2e kind) → via Marktplaats geregeld

 via officiële PGB-site zouden er heel hoge tarieven gevraagd worden.

 via Marktplaats: 3 studerende meiden, allemaal zorgachtergrond en ervaring  zoekterm PGB gebruikt en niet oppas, de meiden wisten dus al wat PGB inhield. →

goedkoper dan een ‘echte’ professionele PGB-hulp.

 meiden zijn in dienst bij SVB (sociale verzekeringsbank), 0-uren contract op oproepbasis

 → dit is goedkoper dan een professional die ook nog eens volgens alle protocollen werkt.

Ouder 2:

 vaak opa’s en oma’s of nichtje past op. nichtje kan niet voor alle 3 de kinderen tegelijk zorgen, als zij oppast moet de oudste al in bed liggen.

 geen PGB, maar ambulante thuisbegeleiding 3 avonden in de week.

** heeft vaak een probleem met oppas → moeten altijd opa’s en oma’s gevraag worden.  noemde overweging wel of geen oppas: inbreuk op privacy, bemoeienis van anderen,

onervarenheid van anderen. De drempel voor een oppas is hoog! pittig!

* een ander zei daarop: PGB→ het tarief is hoger dan een oppas, dus je mag ook meer verwachten dan een oppas uit eigen zak.

PGB/andere hulpen in huis: je gaat je zelf er ook anders naar gedragen, je houdt er rekening mee. Een oppas moet wel in het huishouden passen, ook tegenover de andere kinderen.

Ouder 3:

 zoon in woning, deeltijd thuis.

 eerst altijd PGB → studenten pedagogiek, zoon met vooral gedragsproblemen. studenten zorgden zelf voor vervanging en inwerken van nieuwe studenten als ze zelf stopten.

 studenten ingezet op zaterdag en avonden.

 2 studenten waren in eerste instantie via een bemiddelingsbureau gevonden. zowel ouders als studenten ‘stopten’ bij bemiddelingsbureau en zijn zelf met elkaar verder gegaan.

Ouder 4:

 dochter in woning.

 had geen oppas, als wel oppas nodig was zorgde ze dat dochter al in bed lag: familie vragen.

 eerst: 1 nachtje per week in logeerhuis zodat moeder iets voor zichzelf kon doen. Ouder 5:

 Tijdens focusgroep zit er een oppas

 Rustige dochter kan gewoon naar bed gebracht worden door oppas en dan is het klaar

 9/10 keer is het zo dat dochter al in bed ligt te slapen, dan kan er een ‘normale oppas’ tussen 19:00 en 19:30 uur (3 meisjes van 16/17) komen

 Andere momenten durft ze het niet aan die meiden over te laten, dan professionele hulp (in bad, verschonen) omdat het toch al een meisje van 14 is.

Ouder 6:

 overdag en ‘s avonds moeilijk, (inmiddels grote) zoon van 14, snel overprikkeld, gaat soms slaan en schoppen als het ‘even iets anders moet’

33

 ook nog twee andere oudere kinderen, die passen overdag wel eens op aangezien dat vertrouwd is. Verschonen vinden ze wel lastig en naar bed brengen door iemand anders dan moeder of oma werkt vaak niet.

 om de beurt blijven de ouders thuis Ouder 7:

 zoon 14, autisme, ontwikkelingsachterstand (verstand van kind van 3 ongeveer)

 oppassen eigenlijk altijd zelf gedaan, opa en oma en broers en zussen. Nu zoon ouder wordt gaat dit minder makkelijk

 Nu één keer in de maand naar logeerhuis Twister/Ursula wat heel goed gaat, positieve ervaringen mee

 Eerste stap om zorg uit handen te geven is lastig.

 Ouder 4 valt in: ze worden zwaarder sterker en krijgen een eigen wil als puber, dus wordt moeizamer. Ouder 7 beaamt dat.

Ouder 8:

 Zoon van 10

 Kan eigenlijk ook niet weg, als zoon weet dat moeder weg moet of gaat is het oké, als zij thuis is móet zij alles doen. Nu neemt echtgenoot het over.

 Geen oppas, niemand anders kan hem naar bed brengen, nooit geprobeerd ook, durft ze niet. Omdat zoon erg onberekenbaar is. Moeder vindt het eng met

bijvoorbeeld traplopen en douchen. Heeft ze zelf al moeite mee, omdat zoon groot en sterk is.

 Speciaal hoog bed omdat zoon er anders uit gaat.

Michiel vat samen: als de kinderen op leeftijd komen, worden groter, sterker en hoe moeilijker dit dan wordt. ouders beamen dat. De kinderen worden nu echt een man/vrouw met alles er op en er aan, dan wordt het een heel ander verhaal.

Jessica vraagt: Hebben jullie wel eens overwogen om iets van een oppas of andere thuisbegeleiding te nemen?

Ouder 5:

 heeft 2 professionele dames vanuit OTT die dochter vanuit school begeleiden, heeft geen PGB maar heeft via ciz-indicatie deze twee dames van ma t/m do 4 tot 6. Heel belangrijk wie je treft, deze doen wat extra’s en leuke activiteiten met dochter. Ouder 6:

 ook thuisondersteuning gehad, beviel helemaal niet. Deed weinig extra’s.

 Nu gewoon met het gezin en oma en tante passen af en toe op. Ouder 7

 Nee verder geen andere thuishulp, wel OTT vorig jaar september gevraagd, die moesten eerst zoeken. ⅘ maanden later teruggebeld, nu al bij logeeradres 1x in de maand.

 OTT moest daar iemand vrij voor maken en iemand die past bij de vrij grote en sterke zoon.

Ouder 8

 Helaas, niet zoveel ervaring er mee, zou ze graag willen, maar valt haar tegen hoeveel hulp ze krijgen. Ze wil ook kijken naar een logeerhuis want trekt het niet meer.

 Hoe leuk het kind vaak ook is, de zorg is erg zwaar 24/7 en beheerst je leven.

 Is ook niet veel familie/vrienden meer om op terug te vallen.

 Ouder 5 valt in: het is ook dat wij als ouders het moeilijk vinden om te vragen, als we het vragen gebeurt het wel en scheelt dat echt, maar de drempel om het te vragen is hoog.

 Ouder 8 geeft aan dat ze niet veel vrienden/familie meer over heeft en nooit meer wordt uitgenodigd samen met haar zoon omdat het ‘veel te lastig’ zou zijn. Ouder 7 herkent dat wel, bij een aantal vrienden mag hij alles doen en die vinden dat prima, maar sommige vrienden nemen ze hun zoon al niet meer mee omdat ze dat niet fijn vinden.

34 Ouder vraagt: bedoelen jullie oppas voor zorg of echt voor een avondje weg?

Iris: oppas echt voor een avondje weg!

Vraag: wat zijn wensen en eisen van ouders t.o.v. een oppas?

 Vertrouwen

 Theoretische kennis is een pré, maar de praktijk is wel nog anders vaak (sommige gewoon zorg nodig, maar andere kinderen ook echt gedragsproblemen). Bijvoorbeeld ervaring met oppassen op andere kinderen kan al meer vertrouwen geven. Of stages.

 Ervaring met kinderen

 Iemand die overwicht heeft, beetje pit/power hebben

 Iemand die kan dealen met de zwaarder wordende zorg naarmate hun kind ouder/sterker wordt.

 voor alle kinderen, niet alleen kind met beperking  stukje kennis van zorg, omgang

 niet iedere keer iemand anders, voor langere tijd beschikbaar (minimaal een jaar of meerdere studenten eventueel)

 vooraf een kennismakend gesprek, moet echt een klik zijn

 Samen met de oppas iets doen, elkaar leren kennen, zodat je denkt jij mag wel bij ons thuis komen.

 eis: ze moeten tegen poep en kwijl kunnen

 omgang/kennis van epilepsie → of in ieder geval bereid zijn dat te leren en durven ermee om te gaan. openstaan om te leren! Volgens protocol kunnen werken.

 optie van ouder: misschien dat je bij het ene kind een verpleegkundige student inzet en bij het andere kind een pedagogiekstudent

Michiel samenvattend: bereidheid, kennis, vooraf een gesprek.  EHBO diploma: pluspunt maar geen harde eis.

 vooraf kennismaking is heel belangrijk: een keer meelopen/inwerken.

ouder met ‘oppaservaring’: “In het begin was ik altijd wel in de buurt aanwezig, pas veel later ging ik ook wel eens echt weg.”

 zorgvuldigheid = vereiste. t.o.v. medicatie, weten wat je doet

 eigen initiatief t.o.v. dingen doen/activiteiten ondernemen met het kind. meteen een klik is belangrijk: zie je meteen bij de kennismaking

Vraag: zien jullie het überhaupt zitten als er een oppas zou komen? Met een zorgachtergrond

 ouder zegt: pluspunt dat het een zorgstudent is! → heeft al door keuze studie laten zien van blijk in interesse in doelgroep.

 Ouders zeggen: “Top, nu meteen starten.”

 Zorgachtergrond is een pluspunt, weet hoe je met kinderen moet omgaan, kan dat vertrouwen geven.

 Soms staat een studentenleven ook in het teken van feesten, prima als ze het verder dan wel maar serieus nemen.

 Wel een aandachtspunt is dat het niet gaat over een gezond babytje/kindje maar een kind met een beperking van soms wel 14, en dat is een stuk lastiger.

Wat zijn de voor- en nadelen van een student als oppasser?  goedkoper

 nieuwe inzichten → jonger

o ouder: “In ons huis is het best een huishouden van Jan Steen. een ouder iemand gaat daar dingen van zeggen. jonge studenten moeten kunnen mee dollen met de rest van het gezin”

 jonge student pakt dingen anders op, maar een oma heeft meer gezond verstand! → jonge studenten hebben minder kennis en inzicht in hygiëne. ze ruimen hun zooi niet achter zich op, werken minder ‘schoon’. Geneeskunde student stuurde een selfie met gekke bekken, vond ouder erg grappig, zie je opa en opa niet snel doen

 Kinderen reageren heel enthousiast op studenten, mensen van jongere leeftijdscategorie.

35

 Nadeel: Opa en oma zijn bekender en kennen de kinderen al beter.

 Nadeel misschien dat student in tijd beperkt is, je wil dat de student langdurig beschikbaar is, ook i.v.m. met wennen van kinderen.

 Voordeel dat studenten sneller kunnen schakelen, bij OTT moest vrij lang gewacht worden, en ouders vragen vaak al (te) laat om hulp, snel schakelen is dan belangrijk.

 wijsheden en levenservaring die studenten ‘nog’ niet hebben. studenten hebben een andere leefwereld, denken niet aan een extra laag kleding voor een kind naar buiten gaat of even droge handschoenen aan doen.

 moeder wil zeker weten dat er goed voor haar kind gezorgd wordt → lastig bij een oppas. kind kan niet zelf aangeven was wel of niet fijn met de oppas.

 inwerken = lastig omdat je niet alles kunt vertellen. veel dingen gaan voor ouders als automatisme. studenten doen sommige dingen niet automatisch: jas aan of uit, nieuwe handschoentjes aan, etc. → het is een proces om je daaraan over te geven.  voordeel: een student durf je eerder te corrigeren, bij jonge mensen is dat

makkelijker. je kunt ze nog een beetje vormen. → ze nemen ook meer van je aan, ze willen graag leren. oudere ‘verzorgers’ doen het altijd zo, moeilijk om ze andere manier aan te praten.

 Hoe de financiering te doen, de oppas is vaak wel noodzaak. Valt het onder thuisondersteuning of dergelijken? WLZ? PGB?

Wat voor student zou er moeten komen oppassen?  pre: iemand die het leuk vindt om op te passen  stage of P maakt niet veel uit.

Iris vraagt: “zouden jullie gebruik maken van zo’n dienst?”

 ‘ik denk het wel’ ‘niet nodig want woning’ ‘ik zou eerder een student nemen dan het buurmeisje’

 Ouders denken dat het enorm goed gaat lopen

Erik vraagt: “is het een aanvulling voor jullie?”

 ‘ja, bij ambulante zorg is niet altijd iemand beschikbaar.’ etc. ouders zouden eerder iemand nemen van oppascentrale dan het ‘buurmeisje’, want dat is dan iemand die al vaker is geweest en kennis komt maken via kennismakingsgesprek.

 ouder: oppas niet van toegevoegde waarde want heeft al PGB’ers. maar als je via deze weg iemand kan inhuren via PGB is het wel van toegevoegde waarde. komt bij PGB diensten soms iemand te kort, als dat aangevuld zou kunnen worden via zo’n dienst. maar dan moet diegene wel ook in dienst genomen worden bij SVB. in eerste instantie zou diegene dan als oppas aangenomen kunnen worden, en misschien later als PGB-hulp. daarna uit het netwerk halen, want vastigheid en continuiteit.

 is een aanvulling als de andere kinderen ook dingen moeten doen, bijvoorbeeld zwemles. als er in die uurtjes een oppas zou kunnen komen.

 welke momenten: ‘s middags en ‘s avonds. Weekenden en avonduren

 is niet alleen voor de behoeften van gehandicapte kind, maar vooral ook lastig omdat broertjes en zusjes behoeften hebben en dat lastig plannen is → sporten enzo. Tarieven:

 normale oppas is 4 a 5 euro per uur, maar eigenlijk vraagt dit meer van een oppas. suggestie van moeder: vraag wat ouders bereid zouden zijn om te geven, en vraag wat de student zou willen krijgen. → als dat heel erg ongelijk is loopt het sowieso mis.

 ouder: zou wel bereid zijn om iets meer te betalen, maar daar is het budget niet altijd naar. → als je particulier moet betalen is het wel snel heel duur.

 ligt ook aan het moment van de dag: slapen of overdag. ← ander tarief?

 en ook oppassen op de rest van de kinderen, dat komt erbij voor hetzelfde tarief.

36

GERELATEERDE DOCUMENTEN