• No results found

Uitvoeringsconsequenties en vervolgstappen per scenario

In document VU Research Portal (pagina 72-75)

Ad 2) Verleggen van de aansprakelijkheid van de budgethouder naar de budgetbeheerder

5.5 Uitvoeringsconsequenties en vervolgstappen per scenario

Om de (uitvoerings-)consequenties van de toekomstscenario’s en vervolgstappen te identificeren, zijn zowel de knelpunten en oplossingen als de scenario’s besproken met betrokkenen. Hiervoor zijn twee expertgroepen georganiseerd:

1. een expertgroep met uitvoerders waaronder verstrekkers van het pgb en uitvoeringsorganisaties zoals de SVB en de Nza en;

2. een expertgroep met juristen waaronder juristen van het ministerie van VWS en het ministerie van VenJ.

In bijlage VI is een overzicht opgenomen van de betrokkenen bij (o.a.) de expertsessies. Naast de expertgroepen zijn de scenario’s besproken met de klankbordgroep en begeleidingsgroep. Tot slot zijn de scenario’s besproken met de bij het onderzoek betrokken juridisch experts Dr. Mr. E. Pans , Advocaat Kennedy Van der Laan en Senior onderzoeker aan de Vrije Universiteit Amsterdam en Dr. Mr. K. Blankman, Universitair docent Privaatrecht bij de Vrije Universiteit en Rechter-plaatsvervanger Rechtbank.

De scenario’s zijn beoordeeld op:

1. de administratieve consequenties van het scenario; 2. financiële consequenties;

3. de invoeringstermijn.

Voor elk scenario is aangeven of er aanpassingen van wet- en regelgeving nodig zijn. Dit is opgenomen in figuur 31 Voor de beoordeling van de consequenties is de huidige situatie als uitgangspunt genomen. Dit overzicht is gebaseerd op informatie afkomstig uit de expertsessies en bijeenkomsten van de klankbordgroep: het is geen uitputtende lijst.

Het advies is opgebouwd vanuit het perspectief van zowel de budgethouders, vertegenwoordigers als verstrekkers. In het advies is betrokken wat per stakeholder de belangrijkste aandachtspunten zijn.

Pagina 72 van 125 Scenario 1 Maximale bescherming Scenario 2 Maximaal maatwerk Scenario 3 Bescherming waar nodig, maatwerk waar kan. Administratieve consequenties vanuit perspectief budgethouder en beheerder +/- Structurele last vergelijkbaar met huidige situatie +

Structurele last minder i.v.m. huidige situatie

+

Structurele last minder i.v.m. huidige situatie

Administratieve consequenties vanuit perspectief verstrekkers en ketenpartners +

Structurele last minder i.v.m. huidige situatie

+/- Structurele last vergelijkbaar met huidige situatie +/- Structurele last vergelijkbaar met huidige situatie Financiële consequenties €€€ € €€

Invoeringstermijn Circa 2 jaar Circa 0 – 1 jaar Circa 1 jaar

Figuur 31 Overzicht uitvoeringsconsequenties per scenario

Administratieve consequenties vanuit perspectief budgethouder en beheerder

Voor elk van de scenario’s geldt dat zowel de budgethouder en/of budgetbeheerder in eerste instantie een verzwaring van de administratieve lasten zal ervaren. Elke aanpassing aan de huidige situatie vraagt verandering die vaak ervaren wordt als een verzwaring van de administratieve lasten. Het invoeren van een landelijk, uniform kader voor taken, kennis en vaardigheden zal voor alle drie de scenario’s zorgen voor een afname van de administratieve lasten. Dit wordt veroorzaakt door het kader en heldere afspraken tussen de verschillende betrokken pgb-beheerders. Deze afspraken voorkomen dubbel werk.

In scenario 1 wordt ingezet op leren – certificeren – diplomeren. Het volgen van de training en het afleggen van de toets zorgt voor een incidentele toename van administratieve lasten voor alle beheerders van het pgb. Het gaat om een éénmalige toets voor de beheerders en de toename van de structurele administratieve last is daarmee beperkt. Daarnaast zorgt de inzet van enkel professionele vertegenwoordigers in scenario 1 voor een afname van het totale aantal vertegenwoordigers. Dit vermindert de administratieve last voor de budgethouder en beheerder(s), omdat er met minder partijen afstemming hoeft plaats te vinden.

Scenario 2 gaat uit van een vrijwillige basis bij de training pgb-beheer. Hiermee is er minder sprake van een toename van de administratieve last zoals bij scenario 1. Dezelfde afname van lasten is van toepassing als in het eerste scenario door de invoering van een uniform kader voor de taken, kennis en vaardigheden. Deze afname geldt eveneens voor scenario 3. Daarnaast is er in scenario 3 enkel nog sprake van inzet van de gewaarborgde hulp, wanneer de taken die bij deze vorm van vertegenwoordiging nog niet uitgevoerd worden door andere vertegenwoordigers. Door de gewaarborgde hulp niet ‘onnodig’ in te zetten, verminderen de lasten op dit punt. In dit scenario wordt daarnaast ingezet op leren en diplomeren, waarbij de verstrekker mag bepalen of er al dan niet een verplichting aan hangt. Dit betekent dat het afhankelijk

Pagina 73 van 125

is van de keuze van de verstrekker, of hierbij sprake is van een incidentele toename van de administratieve last voor budgethouders en beheerders.

Administratieve consequenties vanuit perspectief verstrekkers en ketenpartners

Voor elk van de scenario’s geldt dat er sprake is van een incidentele toename van de administratieve last doordat de wijziging een aanpassing vraagt van systemen en processen. In elk van de scenario’s zal daarnaast moeten worden bezien of ketenafspraken zoals die nu gemaakt zijn, met bijvoorbeeld de SVB, aanpassing behoeven. Deze afspraken vallen buiten scope van dit onderzoek maar zijn voor een vervolg wel van belang. Hoe wordt er bijvoorbeeld mee omgegaan als de vertegenwoordiger bij de verstrekker wordt veranderd, maar de SVB niet. Bij een vervolg moeten afspraken tussen ketenpartners hierop bij elke wijziging worden nagelopen.

Voor elk van de scenario’s geldt ook dat er administratieve lasten gepaard gaan met de introductie van een toets op pgb-vaardigheid. Hoe groot deze last is hangt af van het scenario. Indien gekozen wordt voor een scenario waarin niet alleen wordt geïnvesteerd in leren, maar ook in toetsen en of certificeren krijgen verstrekkers te maken met administratieve lasten. Denk aan het vastleggen van de uitkomsten en de controleren daarop.

De structurele administratieve last zal vanuit het perspectief van de verstrekkers in het eerste scenario waarschijnlijk afnemen, doordat er in dit scenario sprake is van een landelijk vastgelegd kader. Dit vereenvoudigt de administratie en controle door de verstrekkers. Daarnaast is er in het eerste scenario sprake van een beperking van het aantal mogelijke vertegenwoordigers en is er één aanspreekpunt voor de verstrekkers. Dit vermindert ook de administratieve last op lange termijn. Het tweede scenario is het meest vergelijkbaar met de huidige situatie, waarmee ook de structurele administratieve last in dat scenario het meest vergelijkbaar is met de huidige situatie. Het derde scenario biedt meer vrijheid aan de budgethouder dan het eerste scenario. Ook in het derde scenario is sprake van een uniform landelijk kader voor de taken, kennis en vaardigheden. Daarnaast wordt de gewaarborgde hulp enkel nog ingezet wanneer deze een zinvolle aanvulling is op eventuele al bestaande vertegenwoordigers. Beide punten zorgen voor een afname van de structurele administratieve last voor verstrekkers. Omdat dit scenario echter ook meer ruimte biedt aan de budgethouder en er meer ruimte is voor maatwerk, kan dit ook aanleiding zijn tot discussie en het vastleggen van individuele situaties. De structurele last is vergelijkbaar met de huidige situatie.

Financiële consequenties

Omdat er in het kader van dit onderzoek geen financiële doorrekening van de scenario’s heeft plaatsgevonden, zijn er in figuur 31 geen concrete bedragen opgenomen. Om deze reden is duiding van de financiële consequenties van de scenario’s gevisualiseerd met een euroteken. Dit laat zien dat de financiële impact van scenario 1 groter is dan die van de scenario’s 2 en 3.

Deze financiële consequenties zijn in de eerste plaats een gevolg van de inzet op het vergoten van de kennis over het pgb-beheer in de verschillende scenario’s. Ook de beperking van de kring van vertegenwoordigers die in de verschillende scenario’s toegestaan zijn ondersteuning te bieden bij het beheer van het pgb, hebben impact op de financiële consequenties. Het verschilt per scenario hoe stevig op deze onderwerpen wordt ingezet.

Pagina 74 van 125

Het feit dat het leren – diplomeren – certificeren in scenario 1 een verplicht karakter heeft, resulteert vanzelfsprekend in een nog grotere financiële impact. In scenario 1 moet er daarnaast rekening worden gehouden dat wanneer besloten wordt om de kring van toegestane pgb-beheerders te beperken tot professionele vertegenwoordigers, dit extra kosten voor de budgethouder met zich meebrengt. Deze extra kosten ontstaan doordat professionele vertegenwoordigers, in tegenstelling tot niet-professionele vertegenwoordigers, een vergoeding ontvangen. Als de budgethouder zelf over onvoldoende middelen beschikt om een professionele vertegenwoordiger te in te huren, dan kan de budgethouder voor deze kosten bijzondere bijstand aanvragen bij de gemeente.

Invoeringstermijn

De tijd die nodig is om een scenario in zijn volle omvang in te voeren valt uiteen in een aantal componenten. Het gaat om tijd voor:

1. het operationaliseren van het kader taken, kennis en vaardigheden bij pgb-beheer; 2. het operationaliseren van het aanbod: leren – diplomeren – certificeren;

3. de tijd die het kost om wet- en regelgeving aan te passen;

4. het herinrichten van het uitvoeringsproces bij verstrekkers en het aanpassen van processen bij ketenpartners zoals de SVB.

De termijn tot invoering is tevens afhankelijk van de keuzes die gemaakt worden. Ook is dit afhankelijk van de wijze waarop het overgangsrecht wordt vormgegeven.

Een relevante vraag voor de invoering is of voorgestane aanpassingen ofwel in één keer voor alle budgethouders worden ingevoerd, of dat het wenselijk is om te kiezen voor een geleidelijke invoering. Een mogelijke vorm van geleidelijke invoering is dat de aanpassingen in eerste instantie alleen gelden voor nieuwe budgethouders en budgetbeheerders. In dat geval wordt er voor bestaande budgethouders en beheerders een overgangsrecht gemaakt.

In document VU Research Portal (pagina 72-75)