• No results found

Taken, kennis en vaardigheden bij pgb-beheer zijn onduidelijk

In document VU Research Portal (pagina 42-46)

Uit de verdiepingssessies blijkt een behoefte aan kennis onder budgethouders, vertegenwoordigers/hulpen en verstrekkers over:

- de wettelijke kaders van het pgb;

- de taken, kennis & vaardigheden horend bij pgb-beheer;

- de verschillende typen vertegenwoordiging en (gewaarborgde) hulp en; - de wijze waarop aansprakelijkheid bij pgb-beheer is geregeld.

Het versterken van kennis is van belang voor een goede uitoefening van het pgb-beheer. Tevens wordt hiermee de regie van de budgethouder versterkt.

Pagina 42 van 125

Figuur 19 geeft de geïnventariseerde kennisbehoefte per partij weer voor pgb-beheer.

Kennisbehoefte voor pgb-beheer

Cliënten - Inzicht in zorgvraag

- Taken, kennis en vaardigheden bij pgb-beheer

- Taken, eisen en bevoegdheden van vertegenwoordigers - Vereisten van verstrekkers

- Aansprakelijkheid bij vertegenwoordiging

Vertegenwoordigers/ (gewaarborgde) hulp

- Taken, kennis en vaardigheden bij pgb-beheer

- Verhouding taken, kennis en vaardigheden bij pgb-beheer ten opzichte van wettelijke taken (bij wettelijke vormen van vertegenwoordiging)

- Verhouding (wettelijke) vertegenwoordiging en ondersteuning bij pgb-beheer vanuit sociaal netwerk/gewaarborgde hulp

Verstrekkers - Taken, kennis en vaardigheden bij pgb-beheer

- Inzicht in pgb-vaardigheid van de budgethouders/diens vertegenwoordiger of hulp

- Verschillende vormen van (wettelijk) vertegenwoordiging en hun taken, eisen en bevoegdheden

- Verhouding (wettelijke) vertegenwoordiging en ondersteuning bij pgb-beheer vanuit sociaal netwerk/gewaarborgde hulp

Figuur 19 Kennisbehoefte voor pgb-beheer per gebruiker

Dat er meer behoefte is aan kennis over het beheer van het pgb en wat daarbij komt kijken blijkt onder andere uit de gesprekken tussen verstrekkers onderling en tussen budgethouders en verstrekkers. Verstrekkers geven aan dat voor hen met name het bepalen van de pgb-vaardigheid moeilijk is. Hiervoor is inzicht nodig in de taken, kennis en vaardigheden behorende bij pgb-beheer en moet een inschatting gemaakt worden of budgethouders/vertegenwoordigers hieraan voldoen.

Budgethouders en vertegenwoordigers geven in de verdiepingssessies aan dat zij bij aanvang van het pgb

niet wisten waar zij aan begonnen en dat zij het gevoel hebben dat zij ieder voor zich het wiel opnieuw

moeten uitvinden. Daarnaast geven budgethouders en vertegenwoordigers aan dat de kennis en vaardigheden extra belangrijk zijn omdat de cliënten die gebruik maken van het pgb veelal tot een kwetsbare groep behoren en het systeem zo complex is. Dit laatste is zeker het geval in de Jeugdwet, waarbij er sprake is van minderjarigen. Ook geldt dit voor de Wlz, waarbij er vanuit de indicatie in alle gevallen aanspraak is op 24 uur zorg in de nabijheid of permanent toezicht. Deze samenhang is weergegeven in figuur 20.

Pagina 43 van 125

Figuur 20 Elementen die een rol speken bij de complexiteit bij pgb-beheer

Uit de verdiepingssessies blijkt ook dat er onduidelijkheid bestaat over de vertegenwoordiging en de eisen

die verstrekkers aan de vertegenwoordiging stellen. Een deel van de deelnemers gaf aan niet op de hoogte

te zijn van de op hun van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Deelnemers aan de verdiepingssessies hadden vragen over de taken van de (wettelijk) vertegenwoordigers en over de functie van de gewaarborgde hulp in de Wlz. Een aantal vertegenwoordigers in de Wlz wist niet van het bestaan van de

gewaarborgde hulp. Een deel van de vertegenwoordigers was er niet van op de hoogte dat de budgethouder in geval van misbruik in beginsel zelf aansprakelijk is.

In een eerder onderzoek van de NZa is ook al aangegeven dat er een gebrek aan kennis over de taken bij pgb-beheer is. Uit onderzoek van de NZa (2015)23 in de Wlz bleek dat er bij 27% van de steekproef sprake is van administratieve onvolkomenheden bij de pgb-administratie. Hierbij had de budgethouder zijn administratie niet op orde en werd niet voldaan aan de administratieve verplichtingen. Uit het onderzoek bleek dat dit werd veroorzaakt doordat de budgethouders niet op de hoogte waren van hun verplichtingen. Een andere oorzaak hiervoor was dat zij het pgb-beheer hadden uitbesteed aan derden en niet wisten dat zij niettemin zelf eindverantwoordelijk waren voor de pgb-verantwoording. Daarnaast bleek uit het onderzoek dat bij tweederde van de bewuste-keuze-gesprekken de aanvrager niet in staat was om zelfstandig een pgb te beheren. Een kwart van de aanvragers was niet op de hoogte van de rechten en plichten die verbonden zijn aan een pgb (NZa, 2015)23.

Pagina 44 van 125

In onderstaand kader zijn ter illustratie enkele citaten uit de verdiepingssessies opgenomen.

Figuur 21 Impressie van de verdiepingssessies: knelpunt kennis en vaardigheden

Gevolg van het gebrek aan kennis en vaardigheden bij pgb-beheer is dat cliënten mogelijk niet de juiste zorg ontvangen of onvoldoende worden vertegenwoordigd of ondersteund bij beheer van het pgb. In geval van onvolkomenheden bij pgb-beheer kunnen problemen ontstaan in de verantwoording van het budget. De budgethouder is op grond van de huidige regelgeving zelf aansprakelijk.

Oplossingen

Vanuit de verdiepingssessies is aangegeven dat door ‘Leren, toetsen en certificeren’ kan worden voorzien in de behoefte aan kennis en vaardigheden. Het doel van het vergroten van kennis is tweeledig: het draagt bij aan de mate van regie van budgethouders en het draagt bij aan verantwoord pgb-beheer.

Figuur 22 Leren, toetsen, certificeren

Deelnemers aan de verdiepingssessies geven aan dat het essentieel is dat er in de basis meer kennis komt bij alle betrokkenen over wat het beheer van het pgb behelst. Hierbij gaat het om leren. De nadruk hierbij moet liggen op het één plaats beschikbaar maken van kennis over de taken, kennis en vaardigheden bij pgb-beheer, de regelgeving en de verschillende vormen van vertegenwoordiging/hulp. In de verdiepingssessies is tevens aangegeven dat het wenselijk is om te investeren in kennisuitwisseling tussen verschillende betrokkenen: budgethouders, vertegenwoordigers/hulpen en verstrekkers. Dit wordt bevestigd door deelnemers van de klankbordgroep. Voor het leren kan aansluiting gezocht worden bij

Citaten:

- “Door opeenvolging van wijzigingen in beleid is kennis van vandaag morgen niks meer

waard.” (quote: ouder)

- “Ik moet de bewindvoerder bij elke rekening uitleggen waarom dit nodig is.” (quote: ouder) - “Gemeenten weten helemaal niks over de zorg maar moeten wel inschatten of het pgb

goed beheerd wordt. Ik moest uitleggen aan de gemeente dat Syndroom van Down niet overgaat.” (quote: vertegenwoordiger)

- “Er zijn ook vertegenwoordigers waarbij wij twijfels hebben of ze iemand adequaat kunnen

vertegenwoordigen.” (quote: gemeente)

- “Er is geen faciliteit voor bijvoorbeeld het onderdeel werkgeverschap en het komt op je pad.

Dan wordt je lid van Per Saldo en dan leer je steeds meer. Maar iedereen vindt opnieuw het wiel uit.” (quote: zoon)

Pagina 45 van 125

het cursusaanbod van bijvoorbeeld Per Saldo. In het verleden werden ook trainingen pgb-beheer verzorgd door zorgkantoren en gemeenten. Deze werden door budgethouders gefinancierd vanuit het vrij besteedbare bedrag. Mensen die een pgb aanvroegen, kregen automatisch die cursus aangeboden. In Bijlage XIV - Infographic is op basis van dit onderzoek een infographic opgenomen. Deze is bedoeld als handreiking voor budgethouders.

Aanvullend op het ‘Leren’, kan geïnvesteerd worden in het toetsen van kennis en vaardigheden om de pgb-vaardigheid te beoordelen. In de bewuste-keuze-gesprekken en bij de intake wordt hier door zorgkantoren en gemeenten al op geïnvesteerd. Tijdens deze gesprekken kan worden beoordeeld of iemand pgb-vaardig is. Om kennis van het pgb-beheer en de pgb-vaardigheid te toetsen, zou voortgebouwd kunnen worden op de pgb-toets van Per Saldo. Met behulp van deze toets kunnen budgethouders op de website van Per Saldo nagaan of een pgb bij hen past. De toets van Per Saldo zou uitgebouwd kunnen worden met het kader taken, kennis en vaardigheden. Een dergelijke toets kan eveneens toepasbaar gemaakt worden voor vertegenwoordigers. Vertegenwoordigers kunnen op basis van die toets dan naast formeel- ook materieel getoetst worden.

Het is een mogelijkheid om deze toets verplicht te stellen. Door een bewijs van succesvol afleggen van de toetsing te verstrekken kunnen budgethouders, (gewaarborgde) hulpen en vertegenwoordigers aantonen dat zij weten wat het pgb-beheer inhoudt en dat zij hierin vaardig zijn. Aangezien de regelgeving en de eisen die aan de pgb-beheerder worden gesteld veranderen kan hierbij ook nascholing en bijscholing worden aangeboden.

Naast ‘leren’ en ‘toetsen’ kan een systeem van ‘certificering’ worden ingevoerd om te borgen dat de training aan kwaliteitseisen voldoet en om wildgroei van toetsen te voorkomen.

In document VU Research Portal (pagina 42-46)