• No results found

8. Samen werken aan de uitvoering

8.2. Uitvoeringprogramma

Jaarlijks maakt het college van burgemeester en wethouders op basis van deze Woonvisie en de voortschrijdende inzichten een zo concreet mogelijk uitvoeringsprogramma. Daarin wordt helder gemaakt op welke wijze wij onze voornemens uit deze Woonvisie gaan realiseren: wát gaan we exact doen, wie is trekker, welke partijen worden op welke wijze betrokken, wat is het beoogde resultaat en wanneer is het klaar.

Pagina 40 van 53

Bijlage: begrippenlijst

EPC: Energieprestatiecoëfficiënt

De Energieprestatiecoëfficiënt (EPC) is een index die de energetische efficiëntie van nieuwbouw aan-geeft.

GPR: Gemeentelijke Praktijk Richtlijn voor duurzaam bouwen

De Gemeentelijke Praktijk Richtlijn voor duurzaam bouwen (GPR) meet duurzaamheidsprestaties voor woning- en utiliteitsbouw: nieuwbouw, bestaande bouw en grootschalige renovatie. GPR Gebouw meet duurzaamheid op 5 verschillende thema’s: energie, milieu, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde.

Domotica

Domotica betreft de integratie van technologie en diensten ten behoeve van een betere kwaliteit van wonen en leven. Bij domotica draait het niet alleen om integratie van techniek en bediening in de woning, maar ook om de dienstverlening van buitenaf naar de woning.

Intramuraal wonen

Het traditionele verzorgings- en verpleeghuis waar wonen en zorg niet gescheiden zijn en waar zorg, toezicht, welzijn, dienstverlening, maar ook behandeling en (intensieve) verpleging in een integraal pakket worden aangeboden tezamen met verblijf.

Extramuralisering

Extramuralisering is het streven om buiten de muren van een intramurale instelling (waar iemand opgenomen wordt) gelijkwaardige zorg te bieden, bijvoorbeeld in de eigen woning (thuiszorg). Steeds vaker willen ouderen, die behoefte hebben aan (intensieve) verzorging of verpleging zelfstandig blijven wonen. De zorgsector speelt hierop in door een passend aanbod te creëren.

Ladder voor Duurzame Verstedelijking

De ladder voor duurzame verstedelijking (art.3.1.6. lid 2 Besluit ruimtelijke ordening) is ingericht voor een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten waardoor de ruimte in stedelijke gebieden optimaal wordt benut. De ladder moet verplicht worden toegepast bij ruimtelijke besluiten die een nieuwe stedelijke ontwikkeling (wonen, werken, detailhandel en overige stedelijke voorzieningen) mogelijk maken.

Huurprijsgrenzen

Kwaliteitskortingsgrens: € 414,02

Lage aftoppingsgrens (1- en 2- personen): € 592,55

Hoge aftoppingsgrens: € 635,05

Maximale huurprijsgrens huurtoeslag: € 653,00

Liberalisatiegrens (grens sociale huursector): € 710,68

Inkomens

 Grens om in aanmerking te komen voor een sociale huurwoning: € 36.165,00

 Middeninkomens5

tot: € 52.800,00

 Ook wel onderscheiden in:

- Lage middeninkomens: € 36.165,00 - € 40.349,00

5

Pagina 41 van 53

- Hoge middeninkomens: € 40.349,00 - € 52.800,00

Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is een wet in het kader van zorg en ondersteuning. De Wmo is vooral bedoeld voor burgers die daarin problemen ondervinden, zoals ouderen en mensen met een beperking. Het heeft als doel om hen zo lang mogelijk thuis te kunnen laten wonen (zelfredzaamheid) en te laten deelnemen aan de maatschappij (participatie). Gemeenten zijn volgens de Wmo verplicht om deze groepen te compenseren door het aanbieden van voorzieningen en ondersteuning, bijvoorbeeld huishoudelijke hulp of een aanpassing aan de woning. Per 1 januari 2015 is de langdurige zorg hervormd in de Wmo 2015. Gemeenten zijn daarmee verantwoordelijk voor een belangrijk deel van de ondersteuning bij mensen thuis. Ook moeten gemeenten het ontmoeten van andere mensen blijven bevorderen. Veel andere taken, zoals persoonlijke verzorging en verpleging, vallen per 1 januari 2015 onder de zorgverzekering.

Waterrobuust bouwen

Wateroverlast zal als een van de gevolgen van klimaatverandering zichtbaar worden in de bebouwde en onbebouwde omgeving. Tegelijkertijd wacht Nederland de komende decennia een aanzienlijke (woning)bouw- en herinrichtingsopgave. Bij deze bouwopgave moet rekening worden gehouden met wateroverlast. Voorbeelden van maatregelen zijn: het versterken van dijken, het vergroenen van de wijk, het waterbestendig bouwen of het vergroten van de waterpartijen en peilfluctuaties in een wijk. (bron: http://www.klimaatvoorruimte.nl)

Verschillende woonvormen in het kader van wonen-welzijn-zorg

Beschermd wonen

Beschermde woonvormen bieden zwaardere vormen van zorg in een zo gewoon mogelijke omgeving. Deze woonvorm bevindt zich in de directe nabijheid van een steunpunt met 24-uurs-aanwezige zorg in verband met de mogelijkheid van 24-uursbegeleiding en toezicht. Naast privé-ruimten zijn in deze woonvorm ook gemeenschappelijke ruimten en zorgruimten aanwezig. Voor beschermd wonen zijn ruimere woningen nodig in groepen geschakeld. Per persoon is ongeveer 60 m² inclusief algemene ruimte nodig.

Wonen met zorg

In de monitor Wonen-Zorg van de provincie Gelderland wordt hieronder verstaan zowel het tradi-tionele verblijf als de tussenvormen Woonzorg en Wonen met Bescherming.

Tussenvorm

In de monitor Wonen-Zorg van de provincie Gelderland worden als tussenvorm twee “segmenten”

separaat benoemd: Woonzorg en Wonen met Bescherming:

 Woonzorg. Geclusterd wonen met full-service zorg- en dienstverlening. De bewoner betaalt huur en de kosten voor levensonder-houd. Dit kan kleinschalig of grootschalig zijn.

 Wonen met Bescherming (WmB). Een alternatief voor Beschermd Wonen waarbij de cliënt de huur en de kosten van levensonderhoud (hotelkosten) betaalt.

Pagina 42 van 53

Bijlage: diverse verslagen

Pagina 43 van 53

Verslag Werkbijeenkomst woonvisie gemeenteraad

20 juni 2017

Aanwezig:

12 raads- en burgerleden en 3 toehoorders Piet de Klein (wethouder)

Carlijn Crooijmans, Elma van Heerde (ambtenaren RO en Wonen) Sander Reith (Reith advies)

Opening Piet de Klein

Het is belangrijk dat we de woonvisie vooral kwalitatief insteken. De laatste tijd hebben vooral de aantallen centraal gestaan, nu meer focus of wat we willen bouwen en voor wie. De basis is al gelegd in de huidige, maar we werken dit in de nieuwe woonvisie verder uit.

Toelichting proces woonvisie (Elma van Heerde)

We zijn nu in de inventarisatiefase en halen gegevens op die als onderbouwing voor dienen voor de woonvisie. Vanavond presenteren we de woningmarktanalyse. De raad kan vragen stellen en aangegeven welke thema’s extra aandacht verdienen in de woonvisie.

• Op 29 juni delen en bespreken we de analyse ook met stakeholders. (raadsleden zijn ook

uitgenodigd)

• In september is de concept woonvisie klaar en wordt een uitvoeringsprogramma opgesteld

• In september vindt ook de bewonersconsultatie plaats. Inwoners kunnen aangeven welke

accenten per kern belangrijk zijn.

• Begin oktober vindt korte terugkoppeling in de cie Ruimte plaats.

• Vaststelling in de raad van november.

Bespreking analyse ontwikkelingen en woningmarkt (Sander Reith)

Toelichting aan de hand van een powerpointpresentatie. De presentatie is bijgevoegd. Daarin zijn de volgende gegevens aangepast nav opmerkingen van de aanwezigen:

• cijfers demografie leeftijdsgroep 15-30 zijn verder opgesplitst

• Kennedysingel is toegevoegd als extra project

• De totale omvang van de plannen is toegevoegd

• Tabel wonen/zorg: hier gaat het niet om het toevoegen van woningen maar woonplekken voor

mensen.

Opmerkingen naar aanleiding van de presentatie woningmarkt

• Waarom heeft Beuningen een vertrekoverschot? Deels landelijk beleid en deels economisch

beleid. Er wordt veel gebouwd in de steden. Stedelijk wonen is populairder dan wonen in de dorpen. Vinex trekt: je woont er in de stad. Anderzijds profiteert Beuningen van de aanwezigheid van de stad (regio).

• Hoeveel van de 1-2p huishoudens verhuizen er. Zijn dat vooral ouderen? De cijfers van

migratie verder naar leeftijd uitsplitsen. Welke leeftijdsgroepen vertrekken en welke groepen komen naar Beuningen?

Pagina 44 van 53

• Waar zit de kracht van Beuningen? In de woonvisie aangeven wat nog bijzondere

woonmilieus zijn en waar kansen liggen om de kracht van Beuningen te benutten. Advies richting raad is om een stevige ambitie neer te zetten, al wordt dat mede bepaald door het woningbouwcontingent en ruimtelijke ordening. Tegenwoordig wordt in de woningbouwafspraken en

woningbouwprogrammering steeds meer gewerkt met bandbreedtes.

• Waar willen ouderen wonen? De wens van ouderen is zolang mogelijk thuis te wonen (en niet

alleen tussen ouderen), tot het echt niet meer kan.

• De sociale huursector vergrijst en dat maakt op den duur woningen vrij. Standvast Wonen kijkt

daarom naar de toekomst en de gewenste verandering van de woningvoorraad. Dat bepaalt wat nog aan soorten woningen toegevoegd moet worden. De vrijkomende woningen zetten een rem op het toevoegen van nieuwe woningen. Huurwoningen kunnen bijvoorbeeld verkocht worden aan starters zodat er minder nieuwe starterswoningen gebouwd hoeven te worden. Deze ontwikkelingen en keuzes worden vastgelegd in de woonvisie.

• Opmerking of een gemeentelijk woningbedrijf niet een oplossing is voor het toevoegen van

betaalbare woningen. Op het hoogtepunt van de crisis zijn sommige gemeenten daarmee weer aan de slag gegaan.

• In de vrije sector huur stijgen de prijzen inmiddels. Met name in westen worden ook deze nu

aan banden gelegd. In Beuningen slechts beperkt verzoeken van beleggers richting gemeente om woningen te mogen bouwen.

• Beuningen heeft nu veel rijwoningen. Van belang is dat niet steeds meer van hetzelfde wordt

toegevoegd.

• Voor toekomstige woningbouw is het van belang dat bestemmingsplannen niet te rigide zijn.

De gemeente wil op hoofdlijnen aangeven wat belangrijk is. De initiatiefnemer kan dat dan verder uitwerken. Kansen daarvoor die de omgevingswet biedt benutten. Het is van belang dat de woonvisie aansluit op de omgevingswet. Deze moeten parallel oplopen.

• Wonen in het buitengebied moet ook een plek krijgen in de woonvisie. Gaat dan niet om het

kommengebied, maar plekken waar agrarische bebouwing vrijkomt door bedrijfsbeëindiging. Het buitengebied is volop in ontwikkeling. Woningbouwmogelijkheden mogen niet ten koste gaan van agrariërs.

• Bij oude woningen in dorpen is de grond vaak waardevoller dan de opstal. Voor bouwen in de

dorpen wordt straks de grond belangrijker dan de woning. Woning vervangen door nieuwbouw.

De volgende onderwerpen dienen een plek te krijgen in de woonvisie:

• Flexibel wonen/woonvormen. Aandacht voor opvangen van de woningbehoefte in de

bestaande voorraad (hergebruik van woningen, gebouwen, boerderijen etc). Gaat om transformatie. Dat is ook duurzaam. Dit past bij de ontwikkelingen in deze tijd. In de dorpen is woningsplitsing is een voorbeeld (vb Winssen grote woningen opsplitsen).

• Vitale dorpen. Van belang is een visie te hebben op de leefbaarheid en vitaliteit van dorpen en

Pagina 45 van 53

(marketing)? Hier ligt ook een link met de regio en de plek van de gemeente daarin. Wat bindt de inwoners en wat doe je daar als gemeente mee?

Dit zijn ook vraagstukken die op structuurvisieniveau spelen. Daarom afstemming tussen woonvisie- omgevingsvisie/strategische visie. Ook voor keuzes waar gebouwd wordt: bouwen Ewijk gaat bijvoorbeeld ten koste bouwen andere dorpen.

• Wonen in buitengebied (zie eerdere opmerking). Dit heeft ook een link met wonen aan linten.

Positieve benadering van aanvragen hiervoor en mogelijkheden hiervoor scheppen. Ook aansluiten bij identiteiten van de woongebieden en dorpen.

• De woonwensen van ouderen en kleine huishoudens. Met wil gelijkvloers wonen. Dat kan

grondgebonden zijn of in een appartement.

• Aandacht voor toekomstig wonen in de dorpen (en hoe omgaan met de prognose). Van

belang hierbij is eerst te bepalen wat voor gemeente je wilt zijn (ambitie) en welke plek de dorpen daarin hebben. Welke kansen zijn er in de regio en hoe stem je dat af?

• Leefbaarheid. Woonvisie heeft ook een link met zorg/leefbaarheid/veiligheid en sociaal

welbevinden. Hoe ga je om met vergrijzing in de dorpen en het toenemende aantal kleine huishoudens. Wat kan de bestaande woningvoorraad hierin betekenen? De behoefte aan mantelzorgwoningen mogelijk maken.

Pagina 46 van 53

Verslag Woonplatform, 29 juni 2017

MFA 't Hart te Ewijk, 19.30u

Aantal aanwezigen: ongeveer 50 (o.a. diverse woonzorgpartijen, seniorenverenigingen, makelaars,

ontwikkelaars, woningcorporatie, Rabo-bank, Krachtig Winssen, raadsleden)

Opening wethouder Piet de Klein

Wethouder Piet de Klein heet iedereen welkom. namens de gemeente Beuningen. De gemeente

heeft in 2011 een woonvisie gemaakt. Dat was middenin de woningbouwcrisis en bevat de

uitgangspunten die we tegenwoordig hanteren. De woonvisie willen we actualiseren vanuit het

nieuwe denken vanuit de overheid: het mogelijk maken van ontwikkelingen door helderheid aan de

voorkant. Zoals nu ook gaat gebeuren in de nieuwe omgevingswet.

Dit willen we samen doen met de stakeholders: niet alleen inwoners en ondernemers maar ook

partijen die invloed hebben op de woningvoorraad, zoals ontwikkelaars en bouwers en de

woningcorporatie. Graag gaan we samen op weg om nieuwe woonvisie te maken.

Korte presentatie analyse woningmarkt door extern adviseur Sander Reith

Sander Reith geeft aan dat we aan het begin van het proces staan om te komen tot een actuele

woonvisie. Wij horen graag van de aanwezigen waar we rekening mee moeten houden.

Presentatie Sander Reith over de demografische ontwikkelingen, huishoudensgroei, de ontwikkeling

van de woningvoorraad en ontwikkelingen in wonen met zorg (zie PowerPointpresentatie die als

bijlage is meegestuurd)

Vragen uit de zaal

 De babyboomgeneratie zijn de mensen die na de oorlog tussen 1945 en 1960 zijn geboren De

grootste piek ligt tussen 1950. Zij gaan nu met pensioen en gaan nog lang mee. Aandacht voor

hun woonwensen.

Partners aan het woord

Duo presentatie van Bart Wientjes en Kees Fes (Standvast Wonen)

Kees Fes geeft aan wat er nu gebeurt op de huurmarkt (doorstroming, slaagkansen zoektijden).

Standvast Wonen houdt bij hoeveel mensen actief op zoek zijn naar een woning. Dat is relevanter

dan te kijken naar de wachttijd (de tijd dat men als woningzoekende is ingeschreven). Het laatste jaar

daalt het aantal woningzoekenden per advertentie, er is weer wat meer doorstroming. Maar het

aantal weigeringen is ook groot, in de stad meer dan in

Pagina 47 van 53

Beuningen. Er is vooral een kwalitatieve vraag. Op jaarbasis verhuurt Standvast Wonen tussen de 145

en 165 woningen. Door sterfte komen ook woningen vrij.

De gemiddelde actieve zoektijd in Beuningen is 1,1 jaar, maar de afgelopen periode stijgt die wel.

Vragen uit de zaal

 Ook met nauwelijks meettijd kun je snel een woning vinden. De slaagkans is 6 a 7 %. Men schrijft

zich vaak in voor verschillende woningen. Veel mensen schrijven zich in vanaf 18 jaar. Naar mate

je ouder wordt heb je meer woonduur.

Bart Wientjes geeft aan hoe de vraag zich ontwikkelt op de lange termijn en hoe Standvast Wonen

daarop in wil spelen met haar woningaanbod. Standvast Wonen staat vooral voor een kwalitatieve

opgave. Een lage slaagkans roept op tot meer bijbouwen, maar op de lange termijn neemt de

doelgroep af, maar dat is ook afhankelijk van de inkomensontwikkelingen.

Er zijn niet zozeer extra woningen nodig, maar wel andere woningen, door de vergrijzing en de

toename van steeds meer kleine huishoudens en lage inkomens.

Vragen uit de zaal

 Als gevolg van maatregelen uit Den Haag, (passend toewijzen) zoeken middeninkomens naar een

o i g uite de so iale huurse tor. Midde i ko e s € . -€ . spele ee ru iale rol

i de itale ijk. Er is ei ig aa od a o i ge tusse € -€ . Sta d ast Wonen heeft

10% gelabeld voor de vrije sector.

 Wordt in Winssen niet meer geïnvesteerd door Standvast?

Bart geeft aan dat dit een misverstand is. Standvast krimpt in de totale portefeuille. De voorraad

bestaat uit eengezinswoningen, meer appartementen en levensloopgeschikte woningen. Dat wil

niet zeggen dat Standvast niet meer investeert: de komende jaren gaat Standvast Wonen

afstoten en nieuwe woningen toevoegen.

Huub van Rumund (Hans Jansen makelaars)

Het middeldure huur probleem is groter dan net ges hetst. Bo e de € ordt er i Nij ege iet

ge ou d, eleggers/o t ikkelaars ou e o e de € ,- Er is dus een groot gat. Ontwikkelaar wil

5% rendement. De bouwkosten lopen op, de grondprijs blijft gelijk. Er zou een samenwerkingstafel

voor dure huur moeten komen.

Voor wat betreft een staterswoning kun je je afvragen wat een starter wil. Dat is het liefst een huis

met een ruime berging zodat de motor er in kan met een tuin en 2 verdiepingen hoog. Je kunt je

afvragen of je dat wel moet willen maken.

Mensen uit Ewijk en Winssen gaan niet in de stad wonen, zij kiezen voor meer grond. Hoe ga je met

die groep mensen om.

Pagina 48 van 53

Jongeren die in de stad willen wonen stellen andere eisen. Woningen kunnen kleiner (60m²).

Gezelligheid/voorzieningen trekken.

De woningmarkt in Beuningen is fantastisch. Hutgraaf en Waterdorp zijn bijna klaar. Ewijk Hof van

Campe veel woningen van 172.000,00. Laat die prijsgrens los! Schep ruimte voor individuele kavels

Vraag vanuit de zaal:

 Het duurt veel te lang voordat er in Ewijk appartementen gebouwd worden. Voorgesteld wordt

om hier bij het MFA gebouw appartementen te bouwen. Hier is alles dichtbij.

Hans Vos (ZZG Zorggroep)

Hans geeft aan dat je een woonomgeving moet hebben die voor iedereen prettig is. Maak een visie!

Een visie die mensen verbindt in een innovatieve omgeving. Dat betekent niet dat je alles op kunt

lossen met nieuwbouw. Zowel de woon- als de zorgparagraaf moeten volgende onderdelen hebben:

Paragraaf hervorming langdurige zorg, dementie, hoe gaan we met elkaar om in deze gemeente en

de paragraaf gezondheid. Ook moet er aandacht zijn dat mantelzorgers voldoende ondersteund

worden. De woonvisie moet ergens voor staan. Gemeente moet zich uitspreken in een woonvisie.

Het zal ons niet gebeuren dat:

 Burgers met een (intensieve) zorgvraag onnodig en onvrijwillig moeten verhuizen naar een

intramurale setting omdat hun woon(omgeving) niet geschikt is;

 Burgers met een (intensieve) zorgvraag uit Beuningen moeten verhuizen of in Beuningen niet

kunnen wonen omdat er geen (onvoldoende) beschermde woonsettingen aanwezig zijn;

 Dat burgerinitiatieven op het gebied van wonen en zorg onvoldoende ondersteuning krijgen om

hun project te laten slagen;

 Dat er te weinig diversiteit (leefstijl, Inkomen) in het aanbod van wonen en zorg is;

 Dat de toegang tot wonen en zorg belemmerd wordt door lokale regels en beleid;

 Dat burgers niet kunnen blijven wonen in Beuningen omdat de samenwerking tussen lokale

partijen onvoldoende is.

I groepe uitee : discussie over the a’s

De aanwezigen gaan in 3 groepen uitee o te dis ussiëre o er de olge de the a s:

1. Gemeente Beuningen in de regio

2. Nieuwbouw bestaande voorraad

3. Fijn wonen in de dorpen

Pagina 49 van 53

Terugkoppeling, verbinding van de opbrengst

Gemeente Beuningen in de regio

De aanwezigen zien de volgende kansen voor Beuningen waarmee ze zich kan onderscheiden in de

regio:

 Iedere kern heeft zijn eigen identiteit en kracht.

 Kleinschaligheid.

 Groene omgeving en wonen aan het water.

 Dicht bij de stad, goede bereikbaarheid (nabijheid Nijmegen is kans maar ook bedreiging).

 Kindvriendelijk, rijk verenigingsleven, zorgaanbod goed op orde.

 Prijskwaliteit van de gemeente zeer gewaardeerd.

 Centrum van Beuningen wordt minder gewaardeerd, maar kleinschaligheid is ook een kans.

Profileren op/aandachtspunten:

 Sterke kant van Beuningen laten zien.

 Kijken naar de groep van 80 plus, op veel vlakken bestuurlijke samenwerking ook op dit thema

wonen in de regio bespreken.

 Ieder dorp heeft zijn eigen behoefte, zorgvuldig toevoegen en daarbij aansluiten bij de identiteit

van de kern en de totale gemeente.

 Beuningen verschilt niet heel duidelijk van Wijchen en Druten. Wijchen heeft station, middelbare

school, centrum.

 Door rijks eleid ordt er eel ge ou d i Nij ege Waalspro g. Jo gere ged o ge daar

naar toe te verhuizen. Voor jongeren aantrekkelijk zijn.

 Samenwerken in de regio en regio bekend maken.

 Voorrang geven aan lokale initiatieven. Kaders stellen (zonder bureaucratie). Meefinancieren

initiatieven

 Kies in de woonvisie waarop je wilt profileren. En maak strategische keuze. Kun je de jeugd wel

terughalen? Immigratie, Beuningen als merk. 25% vd kopers komt uit Nijmegen.

 Of woonvisie op thema organiseren: duurzaamheid, groen, eigenheid, versimpelen regels

 Woningcontingent = probleem/grenzen.

 Bestuurlijke er ieu i g i zette , deelthe a s per ge ee te

Nieuwbouw bestaande voorraad

 Er is behoefte aan seniorenwoningen, levensloopbestendige woningen. Ouderen hebben

verschillende behoeften en er is diversiteit aan inkomens/woonvoorkeuren. Er is niet een type

seniorenwoning. Kan per dorp verschillen. Wonen in hofjes, ga meer uit van

Pagina 50 van 53

 Aandacht voor zorg op hoge leeftijd. Tussenvormen nodig tussen zelfstandig wonen en

intramuraal. Hoe daarop voorsorteren. Mensen willen pas verhuizen als het echt niet meer kan.

Bewustwording is belangrijk.

 Diversiteit: appartementen, grondgebonden, in het centrum en aan de rand, in de dorpen De

behoefte en woonwens kan per kern verschillen. Meer op vraag/op verzoek ontwikkelen.