• No results found

4 De tweede stap: Combineren van overige factoren met LCA-score

In document Checklist Materialen & Milieu (pagina 26-30)

4.1 Welke factoren spelen een rol na stap 1?

In de tweede stap van het opstellen van de voorkeursreeksen is de LCA-score gecombineerd met de factoren die niet in een LCA zijn onder te brengen. De factoren die in deze stap worden gecombineerd zijn:

• LCA-score;

• hoogwaardigheid van het product in relatie tot de toepassing;

• arbo aspecten van het toepassen van de materialen;

• milieu-risico bij toepassen van materialen die IBC-maatregelen vereisen;

• stimulans voor grootschalige toepassing van verontreinigde reststoffen.

In stap twee wordt voor ieder materiaal, op een vergelijkbare manier als in stap 1, een score op een schaal van 0 tot -100 toegekend voor bovengenoemde factoren. Ook weer analoog aan de eerste stap worden deze scores opgeteld nadat ze met een weegfactor zijn vermenigvuldigd. Het resultaat is de voorkeursreeks-score. Deze score bepaalt uiteindelijk de positie in de voorkeurs-reeks.

Tabel 8: Bepaling van de voorkeursreeks-score voor een materiaal in toepassing (fictief voorbeeld).

1. LCA-score 2. Hoogwaardigheid 3. Arbo aspecten 4. Milieurisico 5. Stimulans voor afzet

-70 -100 0 -100 0

Voorkeursreeksscore van een materiaal in een toepassing

Relatief belang van punt 1-5

53%

3 1 % 8%

8%

0%

100%

Score op basis van overige factoren

-37 -31 0 -8 0 -76

4.1.1 Hoogwaardigheid van materiaal en toepassing

Naast de toepassing waarvoor de milieu-effecten worden geïnventariseerd zijn ook andere toe-passingen mogelijk. Materialen als bijvoorbeeld;betongranulaat, fosforslakken en asfaltpuin kunnen in principe worden ingezet voor een laagwaardige toepassing als het aanleggen van een niet-constructieve ophoging. Wanneer voor deze toepassing een LCA wordt uitgevoerd zal zeer waarschijnlijk blijken, dat dit te verkiezen is boven het gebruik van speciaal voor dit doel gewonnen landzand. Dit wil echter geenszins zeggen, dat dan ook maar betongranulaat moet worden gebruikt voor de aanleg van niet-constructieve ophogingen. Betongranulaat kan immers beter hoogwaardiger worden ingezet om beton te produceren.

De resultaten van de LCA en de volgorde van een voorkeursreeks kunnen eigenlijk niet los worden gezien van de afzetmarkt die er voor een bepaalde afvalstof is. De hoogwaardigheid van de toepassingsmogelijkheden en het aanbod van een afvalstof ten opzichte van de mogelijke afzetmarkten moeten worden afgewogen alvorens besloten kan worden een materiaal in te zetten voor een andere toepassingsmogelijkheid dan de meest hoogwaardige. Bij het opstellen

Checklist Materialen & Milieu, achtergronddocument: november 1996 27

van de voorkeursreeksen is uitgegaan van de huidige situatie. Toekomstige ontwikkelingen kunnen leiden tot verschuivingen op de markt voor secundaire grondstoffen.

4.1.2 Arbo-aspecten

De arbeidsomstandigheden tijdens de constructie en afbraak van de weg zijn niet verwerkt in de LCA-score, maar zullen bij de materiaalkeuze wel een rol spelen. Deze factor is niet uit te drukken in een objectief te kwantificeren grootheid die binnen stap 1 past. De factoren stank, straling, lawaai en veiligheid zijn samengevat in de factor arbo-aspecten. In stap twee van het maken van de voorkeursreeks is deze factor wel verwerkt. Wanneer het verschil in milieu-effect gering is, kan de factor arbo-aspecten doorslaggevend zijn.

4.1.3 Milieurisico en IBC-maatregelen

Wanneer materialen worden toegepast in een constructie met IBC-maatregelen is er sprake van een milieurisico op lange termijn. De genomen IBC-maatregelen moeten ervoor zorgen, dat er geen negatieve milieu-effecten optreden bij gebruik van een bepaalde grondstof. Ondanks de genomen maatregelen kan worden beargumenteerd, dat een milieurisico bestaat. De IBC-maatregelen kunnen falen. Dit eventuele risico kan geen rol spelen bij het bepalen van de LCA-score.

In waterwingebieden is het uitgesloten, dat bepaalde materialen worden toegepast, juist met het oog op het risico van falende IBC-maatregelen. Deze beperkingen worden vermeld in de

materiaal voorkeursreeks.

4.1.4 Stimulans voor grootschalige toepassing verontreinigde materialen

Het beleid dat het toepassen van verontreinigde materialen in ophogingen wordt bevorderd is voor een deel gebaseerd op enkele andere beleidsmatige overwegingen. Om praktische redenen zijn ze als één criterium in de afweging meegenomen.

In de eerste plaats is deze toepassing de enige afzetmarkt voor sommige materialen. Wanneer deze materialen niet worden toegepast in de wegenbouw moeten ze worden gestort. Dit is de overweging die in paragraaf 1.3 van de checklist onder 'brede opvatting' wordt beschreven.

Dit aspect is in beginsel mee te nemen in de LCA door gebruik te maken van een gecombineer-de functionele eenheid (zie: Drie bestemmingen voor fosfogips: een LCA-leerproject, W-DWW-94-526). De LCA zou daardoor echter aanmerkelijk complexer worden. Daarom is ervoor gekozen het als onderdeel van de stimulans mee te nemen.

Daarnaast spelen markttechnische aspecten een rol. Gebruik van categorie 2 materialen en bijzondere categorie materialen leidt tot een groter risico voor de opdrachtgever dan gebruik van categorie 1 materialen. Het gaat zoals boven beschreven om het risico dat IBC-maatregelen falen en verder om het risico dat na het einde van het levensduur van het werk de materialen niet meer kunnen worden hergebruikt.

Andere opdrachtgevers dan het Rijk zijn om meerdere redenen niet altijd bereid de risico's te accepteren en kiezen voor risico-arme producten. Vanuit de maatschappelijke doelstellingen is het van belang dat ook de meer risicovolle producten worden afgezet. Deze materialen met geringe marktkansen krijgen daarom binnen de Rijkswaterstaat een extra stimulans vanuit de positie die het Rijk in deze kan innemen.

Ten derde zijn verontreinigde materialen, wanneer ze grootschalig toegepast worden, beter beheersbaar. Tegen relatief geringe kosten kunnen de IBC-maatregelen worden getroffen en onderhouden. Bij toepassing in kleinschalige werken zijn de maatregelen duurder en is de kans

op falen groter. Vanwege dit schaaleffect is overwogen om de stimulans alleen van toepassing te laten zijn op echt grootschalige werken: werken van meer dan 100.000 ton. Hier is echter vanaf gezien om beleidsmatige redenen.

4.1.5 Gevoeligheidsanalyse weegfactoren stap 2

De weegfactoren voor stap 2 geven het procentuele belang aan van de factoren die in deze berekeningsstap een rol spelen. Per weegfactor wordt in deze paragraaf aangegeven wat het effect is van een procentuele toename of afname van de afzonderlijke factoren.

Weegfactor voor de LCA-score

Deze weegfactor heeft zeer veel invloed op de voorkeursreeks-score. De LCA-score is de basis van de voorkeursreeks-score. De overige factoren voegen enige nuances aan de LCA-score toe om tot de Voorkeursreeks-score te komen. In het algemeen is de volgorde van de groepen grondstoffen op basis van de LCA-score als volgt: eerste de secundaire grondstoffen, van 'schoon' naar 'verontreinigd' en daarna de primaire grondstoffen.

Weegfactor voor de hoogwaardigheid van het materiaal

De weegfactor voor hoogwaardigheid heeft niet veel invloed op de rangschikking van catego-rieën materialen volgens de categorie indeling van het Bouwstoffenbesluit. Alleen materialen die vanwege hun specifieke materiaaltechnische eigenschappen ook te gebruiken zijn voor een andere toepassing, die als hoogwaardiger wordt beschouwd, worden als het ware op een 'onverkiesbare' plaats gezet. Het is bijvoorbeeld technisch mogelijk om ophogingen van betongranulaat te maken. Bij de LCA-score berekening levert dit ook geen negatieve aspecten op. Om toch te voorkomen dat betongranulaat en andere hoogwaardige producten worden gebruikt voor laagwaardige toepassingen is deze weegfactor van belang. Op grond van deze weegfactor wordt slechts een tweedeling aangebracht in de materialen die voor een toepassing in aanmerking komen: Materialen die wel hoogwaardiger kunnen worden ingezet en materialen die niet hoogwaardiger kunnen worden ingezet. Als de weegfactor lager wordt, zal de groep materialen als betongranulaat steeds hoger op de voorkeursreeks blijven staan en een materiaal als zeezand relatief lager komen te staan.

Bij het opstellen van de voorkeursreeksen zijn de materialen die duidelijk te hoogwaardig zijn (zoals betongranulaat in ophogingen) niet opgenomen in de voorkeursreeks. Alleen als de toepassing eigenlijk te hoogwaardig is, maar in de praktijk wel regelmatig voorkomt, is een materiaal opgenomen.

Weegfactor voor de arbeidsomstandigheden

De weegfactor voor arbeidsomstandigheden heeft niet veel invloed op de rangschikking van categorieën bouwstoffen in het algemeen. Alleen materialen die vanwege hun specifieke eigenschappen of verontreinigingsgraad een aangepaste werkwijze vereisen die rekening houdt met de gevaren, worden negatief beoordeeld. Stel dat het technisch mogelijk is om ophogingen te maken van asbest, dan zou dit alleen al vanwege de arbo-aspecten al niet erg aantrekkelijk worden gevonden. Bij de LCA-score levert deze:toepassing van asbest niet veel negatieve

aspecten op. Op grond van deze weegfactor wórdt een tweedeling aangebracht in de materialen die voor een toepassing in aanmerking komen: Materialen die op de standaard wijze kunnen worden verwerkt en materialen die bij verwerking specifieke maatregelen vereisen. In de praktijk speelt deze praktische factor altijd een rol. De keuze van de projectgroep om deze weegfactor niet erg hoog te kiezen geeft aan, dat het milieu-effect over de gehele levenscyclus van een wegconstructie veel zwaarder moet wegen dan de praktische problemen bij de aanleg van de constructie.

Weegfactor voor stimulans

In hoofdstuk 5 zijn twee versies van de voorkeursreeks-score voor ophoogmaterialen doorgere-kend. Eén versie met een stimulans voor grootschalige toepassing van categorie 2 materialen en bijzondere categorie materialen (p. 36) en een versie waarbij deze stimulans op nul is gesteld

Checklist Materialen & Milieu, achtergronddocument: november 1996 29

(p. 38). Uit de verschillen tussen deze twee voorkeursreeksen blijkt het belang van de weegfactor stimulans. De weegfactor voor de stimulans is bewust hoog gekozen om AVI-bodemas voor grootschalige ophogingen bovenaan de voorkeursreeks te krijgen. De overige weegfactoren voor stap 2 zijn op dezelfde wijze vastgesteld als de weegfactoren voor stap 1. De verhouding tussen de overige weegfactoren onderling ligt vast bij een toename van de weegfactor voor stimulans.

Als de weegfactor voor stimulans op nul wordt gesteld wordt de keuze tussen categorie 2 materialen en primaire grondstoffen als zeezand moeilijker. De onderlinge voorkeursvolgorde van deze materialen is zeer gevoelig voor de gehanteerde weegfactoren.

De twee uitgewerkte berekeningen van de voorkeursreeks-score met en zonder de stimulansfac-tor laat zien, dat de stimulansfacstimulansfac-tor zorgt voor een volledig omgekeerde volgorde van de secundaire grondstoffen. Zonder stimulans voor gebruik van verontreinigde materialen is de volgorde meer gebaseerd op het milieu-effect, zoals berekend in stap 1. Met een hoge stimulans-weegfactor is de score uit stap 1 eigenlijk niet meer van belang voor grootschalige ophogingen.

Weegfactor voor milieu-risico bij constructie met IBC-maatregelen

In het overzicht van de berekening op p. 35 is bij de voorkeursreeks-scores zowel de score opgenomen voor categorie 2 materiaal waarbij dit risico is meegenomen als de score waarbij het risico op nul is gesteld. Hieruit blijkt, dat de weegfactor veel hoger moet zijn om de positie van categorie 2 materiaal op de voorkeursreeks te beïnvloeden. Bij de bijzondere categorie bouwstof-fen is alleen de score berekend waarbij het milieu-risico ten gevolge van eventueel falende IBC-maatregelen wordt meegenomen, maar hiervoor geldt eigenlijk hetzelfde.

Algemene conclusie voor weegfactoren van stap 2

De extremen, categorie 1 materiaal en primaire grondstoffen zijn zeer duidelijk niet gevoelig voor de keuze van de weegfactoren. Landzand zal pas bij zeer onrealistische weegfactoren bovenaan een voorkeursreeks kunnen komen te staan. Categorie 1 secundaire materialen zullen daarente-gen altijd erg gunstig scoren. Alleen de stimulansfactor kan ervoor zordaarente-gen, dat deze categorie materialen niet altijd de eerste voorkeur krijgen. De weegfactoren van stap 2 zullen bij grote veranderingen wel een effect kunnen hebben op de voorkeursreeks-volgorde van de materialen tussen de extremen. Deze grote veranderingen zullen echter zo groot moeten zijn, dat de relatie met de doelstellingen (en dus met het milieu-beleid) niet meer terug te vinden is.

In document Checklist Materialen & Milieu (pagina 26-30)