• No results found

Twee sets van standaarden en earnings management

Een accountingstandaard wordt beschouwd als een van de belangrijkste mechanismen die door de overheid of door de financiële markt toegepast kan worden om de opportuniteit van earnings management te verkleinen. Hierbij is de effectiviteit van de set van standaarden van belang (Callao & Jarne, 2010). De onderzoeksvraag voor dit onderzoek is:

Welke set van standaarden, IFRS of U.S. GAAP, beperkt de mogelijkheid tot het toepassen van earnings management meer?

In de volgende alinea’s wordt er een antwoord op de onderzoeksvraag gegeven door de hiervoor genoemde criteria te bespreken.

Het eerste criterium waarop werd getoetst welke set van standaarden earnings management meer beperkt was flexibiliteit versus complexiteit. Bij IFRS komt de term flexibiliteit naar voren terwijl U.S. GAAP bekend staat om zijn complexiteit. Het voordeel van complexiteit onder U.S. GAAP is het verlagen van income smoothing (Barth et al., 2007; Goncharov & Zimmerman, 2006). Dit voordeel weegt echter niet op tegen de nadelen, namelijk het belemmeren van het toepassen van de standaard. Dit zorgt onder ander voor hogere kosten, lage transparantie en disfunctioneel gedrag van het management met als gevolg een vergrote opportuniteit van earnings management, met name income smoothing. De voordelen van flexibiliteit onder IFRS wegen echter wel op tegen de nadelen. De voordelen zijn onder andere het toenemen van de vergelijkbaarheid en daarmee ook de transparantie en ten slotte de vrijheid bij acceptatie. Het nadeel is het vergroten van de opportuniteit van earnings management (income smoothing) bij verplichte adoptie (Ahmed et al., 2013). Door de verbeterde vergelijkbaarheid zorgt IFRS voor een algemene afname van earnings management, omdat er meer transparantie voor de multinationals ontstaat. Op deze manier is het eenvoudig voor de investeerders om Europese ondernemingen te vergelijken. Deze voordelen verbeteren de accounting kwaliteit en earnings quality. Concluderend, onder dit criterium wordt earnings management onder IFRS meer beperkt dan onder U.S. GAAP.

Een tweede criterium waarop werd getoetst was het centraal toezicht. De SEC is de centrale toezichthouder om de toepassingen van U.S. GAAP in beursgenoteerde bedrijven te controleren. Er is echter geen centraal toezicht om de toepassing van IFRS te controleren. De controle wordt uitgevoerd door de diverse lokale overheden.

Het argument van het ontbreken van centraal toezicht onder IFRS wordt weerlegd door de verbeterde vergelijkbaarheid en transparantie. De verhoogde vergelijkbaarheid en transparantie verminderen de kosten voor investeerders. Hieruit ontstaat een extern toezicht. Verder bewijzen de resultaten van Ewert en Wagenhofer (2005) dat het werkelijke earnings management niet wordt beperkt door het verscherpen en vermeerderen van het toezicht van de accountingstandaard. Met andere woorden, ook onder dit criterium wordt earnings management onder de principles-based standaard, door meer vergelijkbaarheid, meer beperkt dan onder de rules- based standaard.

Het derde criterium in dit onderzoek was de onafhankelijkheid van de Raad van Bestuur. De onafhankelijkheid van de Raad van Bestuur is zowel onder IFRS als onder U.S. GAAP een belangrijke factor voor het niveau van earnings management. In het continentale Europa, waar IFRS wordt toegepast, wordt vaak ook het two-tier bestuursmodel toegepast in de Raad van Bestuur. In de Verenigde Staten wordt echter een one-tier bestuursmodel toegepast. De vorm van het bestuursmodel beïnvloedt vaak de onafhankelijkheid van de Raad van Bestuur. De onderzoeken van Marra et al. (2011) en Zéghal et al. (2011) tonen aan dat earnings management onder IFRS adoptie is verlaagd door de onafhankelijkheid van de Raad van Bestuur. Verder heeft het two-tier model een positieve correlatie met de onafhankelijkheid van de Raad van Bestuur en het one-tier model een negatieve correlatie. Er zijn geen specifieke onderzoeken en/of duidelijke conclusies naar voren gekomen over het feit dat het one- tier model de accounting kwaliteit en earnings quality negatief beïnvloedt. De verminderde onafhankelijkheid in het bestuursmodel beïnvloedt echter het nemen van beslissingen bij het management en hiermee ook de earnings quality. Concluderend, onder IFRS wordt de onafhankelijkheid van de Raad van Bestuur bevorderd door het two-tier model, terwijl het one-tier model deze onafhankelijkheid belemmert. Dus, ook onder dit criterium wordt earnings management onder IFRS meer beperkt dan onder U.S. GAAP.

Het laatste criterium waarop werd getoetst welke set van standaarden earnings management meer beperkt was de aanwezigheid van een auditcomité. Zowel onder IFRS als onder U.S. GAAP is de aanwezigheid van een auditcomité een belangrijke factor voor het beperken van het niveau van earnings management. De aanwezigheid van een extern auditcomité binnen een bestuur van een onderneming heeft een positieve invloed op het beperken van earnings management onder IFRS. Marra et al.

(2011) laten zien dat de aanwezigheid van een extern auditcomité niet alleen voor de adoptie van IFRS maar ook na adoptie, het earnings management beperkt. Ook onder rules-based U.S. GAAP wordt volgens Klein (2002) het niveau van earnings management beperkt door de onafhankelijkheid van een auditcomité. Kortom, onder dit criterium wordt earnings management zowel onder IFRS als onder U.S. GAAP beperkt.

Ten slotte moet er met de principles-based standaard IFRS ook rekening worden gehouden met institutionele factoren. Met name de mate van de wettelijke handhaving binnen een land beïnvloedt de toepassing van IFRS en daarmee ook de earnings quality. Dit is in feite een nadeel voor IFRS, omdat een land met zwakke wettelijke handhaving minder toezicht heeft op de controle van IFRS. Hiermee wordt deze set van standaard minder nauwkeurig toegepast en om deze reden kan het niveau van earnings management toenemen. Onder U.S. GAAP hoeft er geen rekening worden gehouden met institutionele factoren.

Concluderend, de principles-based standaard IFRS beperkt meer de mogelijkheid tot het toepassen van earnings management dan U.S. GAAP. Dit komt door de voordelen van IFRS. Ten eerste biedt IFRS meer vrijheid bij adoptie. Daarnaast zorgt IFRS voor verbeterde de vergelijkbaarheid wat vervolgens leidt tot meer transparantie. De vergelijkbaarheid verhoogt de informatiekwaliteit en werkelijke economische prestatie van ondernemingen. Dit zorgt ervoor dat een derde partij de financiële situatie van een bedrijf eerder kan doorzien dan wanneer er in elk land een eigen lokale set van standaarden wordt toegepast. Deze voordelen verlagen de kosten en versterken de supervisie van investeerders van multinationals. Investeerders kunnen hierdoor als externe controle functioneren. Ten slotte wordt in dit literatuuronderzoek ook rekening gehouden met de overweging van de SEC om IFRS te introduceren voor Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen in de Verenigde Staten, en ook met het feit dat de FASB en de IASB steeds meer samenwerken om een meer principles-based U.S. GAAP te creëren. Uit de overweging van de SEC en de samenwerking van de FASB en de IASB komt naar voren dat de rules-based standaard minder goed functioneert dan de principles-based standaard.

Naast income smoothing is er in dit literatuuronderzoek geen rekening gehouden met andere factoren die invloed hebben op earnings management, zoals de

grootte, het type en de leverage van een onderneming. Dit zou in een vervolgonderzoek uitgebreider aan bod kunnen komen.

5. Conclusie

Door de globalisering en internationalisering van financiële markten is het steeds meer van belang om algemene verslaggevingsregels voor de externe financiële rapportage te standaardiseren. Hierdoor is een discussie ontstaan welke set van standaarden, IFRS of U.S. GAAP, dé internationale standaard voor de jaarrekening dient te worden. De set van accounting standaarden moet de accounting kwaliteit verhogen en hiermee toekomstige boekhoudschandalen voorkomen. De accounting kwaliteit gaat gepaard met earnings quality, wat weer afhangt van het niveau van earnings management. Om deze reden wordt in dit literatuuronderzoek een vergelijking gegeven om de volgende onderzoeksvraag te beantwoorden:

Welke set van standaarden, IFRS of U.S. GAAP, beperkt meer de mogelijkheid tot het toepassen van earnings management?

De keuze om een literatuuronderzoek te doen is gebaseerd op het feit dat voorgaande onderzoeken over dit onderwerp voornamelijk empirisch van aard zijn. In dit literatuuronderzoek werd gefocust op de volgende vier criteria: de flexibiliteit en de complexiteit van de twee sets van accountingstandaarden, het centraal toezicht op de gehanteerde accountingstandaarden, de onafhankelijkheid van de Raad van Bestuur en de aanwezigheid van een auditcomité bij de audit.

Uit dit literatuuronderzoek is gebleken dat IFRS de mogelijkheid tot het toepassen van earnings management meer beperkt dan U.S. GAAP. De reden hiervoor is dat IFRS meer voordelen dan nadelen biedt ten opzichte van U.S. GAAP. Een van de belangrijkste voordelen van IFRS is de flexibiliteit. Flexibiliteit biedt ondernemingen ten eerste meer vrijheid bij het voorbereiden van de jaarrekening. Doordat deze set van standaarden op principes is gebaseerd, biedt het meer ruimte voor Europese bedrijven om deze standaard te accepteren. Hierdoor is het voor bedrijven niet nodig om drastische veranderingen door te voeren in hun jaarrekening tijdens de verplichte adoptie.

Ten tweede zorgt IFRS voor vergelijkbaarheid van jaarrekeningen van alle beursgenoteerde bedrijven binnen de Europese Unie. Deze vergelijkbaarheid verhoogt de informatiekwaliteit en brengt werkelijke economische prestatie van de ondernemingen beter in beeld. Vervolgens leidt dit tot meer transparantie. Meer

transparantie in de jaarrekening zorgt ervoor dat een derde partij de financiële situatie van een bedrijf eerder doorziet dan wanneer elk land hun eigen lokale set van standaarden toepast.

Ten derde leidt IFRS er via transparantie indirect toe dat investeerders besparen op agency kosten. Investeerders hoeven minder kosten te maken om een controle uit te voeren doordat de informatie van ondernemingen transparant is. Op deze manier kunnen investeerders op een eenvoudigere manier de rol van externe toezichthouder op zich nemen.

Verder bevordert het two-tier model, in het continentale Europa, de onafhankelijkheid van de Raad van Bestuur onder IFRS. Bovendien wezen een aantal onderzoeken uit dat de aanwezigheid van een extern auditcomité binnen een bestuur van een onderneming een positieve invloed heeft op het beperken van earnings management onder IFRS. De kwaliteit van een extern auditcomité hangt af van welk accountantskantoor de audit heeft uitgevoerd. De Grote Vier accountantskantoren bieden zowel een hogere accounting kwaliteit als een hogere earnings quality.

Echter, IFRS heeft ook nadelen. Dit zijn onder andere de verhoogde opportuniteit van earnings management en het ontbreken van centraal toezicht. De verhoogde opportuniteit van earnings management kan gecompenseerd worden door verbeterde algemene accounting kwaliteit, earnings kwaliteit en informatiekwaliteit. Het nadeel van het ontbreken van centrale toezicht wordt verkleind door verhoogde vergelijkbaarheid en transparantie en het two-tier model in de Raad van Bestuur

Ten slotte wordt in dit literatuuronderzoek ook rekening gehouden met de overweging van de SEC om IFRS te introduceren voor Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen in de Verenigde Staten, en ook met het feit dat de FASB en de IASB steeds meer samenwerken om een meer principles-based U.S. GAAP te creëren. Uit de overweging van de SEC en de samenwerking van de FASB en de IASB komt naar voren dat de rules-based standaard minder goed functioneert dan de principles-based standaard.

Naast income smoothing is er in dit literatuuronderzoek geen rekening gehouden met andere factoren die invloed hebben op earnings management, zoals de grootte, het type en de leverage van een onderneming. Dit zou in een vervolgonderzoek uitgebreider aan bod kunnen komen.

Referenties

Agoglia, C. P., Doupnik, T. S., & Tsakumis, G. T. (2011). Principles-based versus rules-based accounting standards: The influence of standard precision and audit committee strength on financial reporting decisions. The Accounting Review, 86(3), 747-767.

Ahmed, A. S., Neel, M., & Wang, D. (2013). Does mandatory adoption of IFRS improve accounting quality? Preliminary evidence. Contemporary Accounting Research, 30(4), 1344-1372.

Ball, R., Robin, A., & Wu, J. S. (2003). Incentives versus standards: Properties of accounting income in four East Asian countries. Journal of Accounting and Economics, 36, 235–270.

Barth, M. E., Clinch, G., & Shibano, T. (1999). International accounting harmonization and global equity markets. Journal of Accounting and Economics, 26(1), 201-235.

Barth, M. E., Landsman, W. R., & Lang, M. H. (2008). International accounting standards and accounting quality. Journal of accounting research, 46(3), 467- 498.

Barth, M. E., Landsman, W. R., Lang, M., & Williams, C. (2007). Accounting Quality: International Accounting Standards and US GAAP. Working paper, Stanford University Graduate School of Business Research.

Barth, M. E., Landsman, W. R., Lang, M., & Williams, C. (2012). Are IFRS-based and US GAAP-based accounting amounts comparable?. Journal of

Accounting and Economics, 54(1), 68-93.

Bennet, B. Bradburry, M. and Prangell, H. 2006. Rules, Principles and Judgements in Accounting Standards. ABACUS, 42, (2), 189-204.

Callao, S., & Jarne, J. I. (2010). Have IFRS affected earnings management in the European Union?. Accounting in Europe, 7(2), 159-189.

Dimitropoulos, P. E., Asteriou, D., Kousenidis, D., & Leventis, S. (2013). The impact of IFRS on accounting quality: Evidence from Greece. Advances in

Accounting.

Ewert, R., & Wagenhofer, A. (2005). Economic effects of tightening accounting standards to restrict earnings management. The Accounting Review, 80(4), 1101-1124.

FASB. (2014). FASB home> About us > Facts about FASB Geraadpleegd via http://www.fasb.org/jsp/FASB/Page/SectionPage&cid=1176154526495. Geraadpleegd op 15 mei 2014

FASB response. (2006). FASB Response to SEC Study on Arrangements with Off Balance Sheet Implications, Special Purpose Entities, and Transparency of Filings by Issuers Geraadpleegd via

http://www.fasb.org/jsp/FASB/FASBContent_C/NewsPage&cid=9000000040 58 Geraadpleegd op 27 juni 2014

Gaeremynck, A., & Van der Meulen, S. (2003). Accounting standaarden als

governance mechanisme. Tijdschrift voor Economie en Management, 48(2), 301-318.

Godfrey, J. M., & Jones, K. L. (1999). Political cost influences on income smoothing via extraordinary item classification. Accounting & Finance, 39(3), 229-253.

Goncharov, I. and Zimmerman, J. 2006 Do Accounting Standards influence the Level of Earnings Management? Evidence from Germany. Working paper,

University of Amsterdam and University of Bremen.

Healy, P. M., & Wahlen, J. M. (1999). A review of the earnings management

literature and its implications for standard setting. Accounting horizons, 13(4), 365-383.

Horton, J., Serafeim, G., & Serafeim, I. (2013). Does Mandatory IFRS Adoption Improve the Information Environment?. Contemporary Accounting Research, 30(1), 388-423.

IFRS. (February 2012). IFRSs as the global standards: Setting a strategy for the Foundation’s second decade. Report of the IFRS Foudation Trustee’s strategy Review 2011. Geraadpleegd op 13 mei 2014

IFRS. (January 2014). Who we are and what we do. Geraadpleegd via http://www.ifrs.org/The-organisation/Documents/WhoWeAre_JAN- 2014_ENG.PDF English2013.pdf. Geraadpleegd op 13 mei 2014.

Jeanjean, T., & Stolowy, H. (2008). Do accounting standards matter? An exploratory analysis of earnings management before and after IFRS adoption. Journal of accounting and public policy, 27(6), 480-494.

Jensen, M. C., & Meckling, W. H. (1976). Theory of the firm: managerial behavior, agency costs, and ownership structure. Journal of Financial Economics, 3(4), 305-360.

Jungmann, C. (2006). The Effectiveness of Corporate Governance in One-Tier and Two-Tier Board Systems–Evidence from the UK and Germany–. European Company and Financial Law Review, 3(4), 426-474.

Klein, A. (2002). Audit committee, board of director characteristics, and earnings management. Journal of accounting and economics, 33(3), 375-400.

Leuz, C. (2003). IAS versus US GAAP: information asymmetry–based evidence from Germany's new market. Journal of accounting research, 41(3), 445-472. Lev, B. (1989). On the usefulness of Earnings and Research: Lessons and Directions

From Two Decades of Empirical Research. Journal of Accounting Research, 27, 153-201.

Maassen, G. F. (1999). An international comparison of corporate governance models: A study on the formal independence and convergence of one-tier and two-tier corporate boards of directors in the United States of America, the United Kingdom and the Netherlands (Vol. 31). Gregory Maassen.

Marra, A., Mazzola, P., & Prencipe, A. (2011). Board monitoring and earnings management pre-and post-IFRS. The International Journal of Accounting, 46(2), 205-230.

Nobes, C. W. (2005). Rules-based standards and the lack of principles in accounting. Accounting Horizons, 19(1), 25-34.

NRC. (2008, 11 september). Recontructie Ahold-zaak. NRC http://vorige.nrc.nl/achtergrond/article1979896.ece

PwC. (October 2013). IFRS and US GAAP similarities & differences. Geraadpleegd via: http://www.pwc.com/us/en/issues/ifrs-reporting/publications/ifrs-and-us- gaap-similarities-and-differences.jhtml Geraadpleegd op 30 mei 2014

Schipper, K. (1989). Commentary on earnings management. Accounting Horizons, 3(4), 91-102.

Schipper, K. (2003). Principles-based accounting standards. Accounting Horizons, 17(1), 61-72.

Soderstrom, N. S., & Sun, K. J. (2007). IFRS adoption and accounting quality: a review. European Accounting Review, 16(4), 675-702.

Van der Meulen, S., Gaeremynck, A., & Willekens, M. (2007). Attribute differences between US GAAP and IFRS earnings: An exploratory study. The

International Journal of Accounting, 42(2), 123-142.

Van Helleman, J. 2006. IFRS en U.S. GAAP: principles versus regels. Controllers Magazine, (7), 14-17.

Van Tendeloo, B., & Vanstraelen, A. (2005). Earnings management under German GAAP versus IFRS. European Accounting Review, 14, 155- 180

Watrin, C., & Ullmann, R. (2012). Improving earnings quality: The effect of reporting incentives and accounting standards. Advances in Accounting, 28(1), 179-188. Watts, R. L., & Zimmerman, J. L. (1978). Towards a positive theory of the

determination of accounting standards. The Accounting Review , 53 (1), 112-134.

Weil, R. L. (2002). Fundamental causes of the accounting debacle at Enron: Show me where it says I can’t. Summary of Testimony for Presentation, 6.

Yip, R. W., & Young, D. (2012). Does mandatory IFRS adoption improve information comparability?. The Accounting Review, 87(5), 1767-1789. Zéghal, D., Chtourou, S., & Sellami, Y. M. (2011). An analysis of the effect of

mandatory adoption of IAS/IFRS on earnings management. Journal of International Accounting, Auditing and Taxation, 20(2), 61-72.