• No results found

TREND III: DIGITALISERING

In document Clubwatchers: vooral niet te kriIsch? (pagina 30-84)

Eerder werd al duidelijk welke gevolgen de opkomst van de massamedia en televisie hebben op de sportjournalistiek. De laatste decennia is er een nieuw medium bijgekomen: het internet. De komst van digitale media heeft de manier waarop media wordt geproduceerd, gedistribueerd en geconsumeerd ingrijpend veranderd. 111 In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de gevolgen van digitalisering voor burgerjournalistiek, sportorganisaties, sporters en journalisten. Per sfeer wordt de problematiek aangeduid en de consequenties daarvan besproken.

4.1. Burgerjournalistiek

Journalistiek wordt dankzij digitalisering niet meer uitsluitend door journalisten bedreven, maar ook door de ‘gewone burger’. ‘Fan websites have evolved with the nature and character of the web itself.’112 Fans zijn auteur geworden van eigen websites, blogs, discussie fora, online commentaren en digitale videoproducties die gedistribueerd worden via YouTube. ‘All these developments reveal the passions that surround sport in new and creative ways.’113 Dit heeft tot gevolg dat er een steeds bredere verslaggeving van verschillende sporten ontstaat vanuit een groeiend aantal perspectieven. Hoewel sporten als voetbal, wielrennen en schaatsen de reguliere media domineren, wordt er via online media een communicatieve ruimte gecreëerd voor sporten die weinig aandacht krijgen in de krant en op televisie. Ook kan publiek bijvoorbeeld video’s vanaf de tribune uploaden op YouTube, waarop misschien niet de actie op het veld even goed zichtbaar wordt, maar wel de beleving die bij de wedstrijd hoort.114

Sommige critici menen dat deze opkomst van burgerjournalistiek het ontstaan van de Vijfde Macht symboliseert. Eerder vormde de opkomst van de pers, radio, televisie en andere massamedia de ontwikkeling van een onafhankelijke institutie: ‘the Fourth Estate, central to pluralist democratic processess.’ William Dutton beargumenteert dat door het toenemende gebruik van internet en andere digitale technologieën een ruimte gecreëerd wordt ‘for networking individuals in ways that enable a new source of accountability in government, politics and other sectors.’115 De waakhondfunctie verschuift in dit perspectief van de massamedia naar de oplettende individuele burgers zelf in een netwerkomgeving.116

4.1.1. Nieuws of gerucht

Toch draagt digitalisering niet alleen bij aan het creëren van een transparanter journalistiek landschap, het lijkt het soms juist tegen te werken. De grenzen tussen journalist en burger vervagen niet alleen, ook de lijnen tussen nieuws en gerucht en feit en mening worden grijzer. Zo zijn mensen in een digitale omgeving

111 Raymond Boyle, ‘Why Sport Matters: New Challenges in the Digital Age’, Series University Lectures of Universitat Autonoma de

Barcelona 23 (2010), 4.

112 Ibidem, 10. 113 Idem. 114 Idem.

115 William H. Dutton, ‘The Fifth Estate Emerging through the Network of Networks’, Prometheus: Critical Studies in Innovation 27 (2007) 1:1.

(veel meer) anoniem, wat tot gevolg heeft dat zij gemakkelijk geruchten kunnen verspreiden zonder daarvoor de consequenties te hoeven dragen. Iemand kan met één klik op de knop een ‘nieuwsbericht’ de wereld insturen, terwijl hij of zij niet beschikt over de bronnen om deze berichten van tevoren eerst te checken.

Zo bestaan er diverse actieve Twitter-accounts van fans die zichzelf ‘watcher’ van een bepaalde club noemen en volgers 24 uur per dag van al het nieuws rondom hun club voorzien. Zo bestaat er een account van een fan-watcher van Roda JC, die volgens eigen profielinformatie ‘Roda JC nieuws verzamelt uit vele bronnen’. Die bronnen staan alleen niet vermeld in de berichten die het account plaats, waardoor deze niet verifieerbaar zijn voor de lezer. Of iets is overgenomen van een site die veel geruchten plaatst, of een betrouwbaar dagblad is dus niet te achterhalen.

Afbeelding 2: De Twitter-account van een Roda JC 'fan-watcher'

Social media blijken een broedplaats voor transfergeruchten. Er wordt enorm veel gespeculeerd over eventuele transfers van voetballers, zelfs buiten de transferperiodes in het voetbalseizoen om. Wie alleen al op Google de combinatie ‘transfergeruchten + Twitter’ intikt, stuit op honderden accounts van zogenaamde ‘media’ die zich hiermee bezighouden. Dit heeft al zijn sporen in het journalistiek landschap achtergelaten: zo publiceert het Algemeen Dagblad (op de website, niet in de krant) sinds enkele jaren in de zomer- en winterstop een ‘transferwindow’ met daarin de belangrijkste geruchten.

De clubwatcher wordt hierdoor in een lastige positie gedrongen. In eerste plaats omdat van hem verwacht wordt op de hoogte zijn van alle ins en outs rondom een club, en de kans bestaat dat, wanneer hij niet op de hoogte is van deze ‘geruchtenmolen’, hem wordt verweten niet goed op de hoogte te zijn. Mocht een clubwatcher zich al begeven in dit moeras aan Tweets, dan heeft hij er ongetwijfeld een hoop extra werk bijgekregen. Hoe maakt hij vervolgens de afweging iets te checken of niet? In de tweede plaats wordt het voor de clubwatcher moeilijker om als eerste met een ‘scoop’ over de club te komen, omdat fans nieuws nu ook als eerste kunnen verspreiden zonder daarvoor afhankelijk te zijn van media. Clubwatchers komen

daardoor onder een verhoogde druk te staan: de snelheid van het nieuws vraagt ze snel te anticiperen, maar dit mag niet ten koste gaan van betrouwbaarheid.

4.2. Sportorganisaties en ‘branded journalism’

Organisaties en clubs in de sport maken dankbaar gebruik van de nieuwe kansen die digitalisering biedt om het publiek te bereiken. Zo werd in 2006 elke Betaald Voetbal Organisatie (bvo) in Nederland verplicht een eigen televisieprogramma te produceren, die uitgezonden wordt op de betaalzender EredivisieLive. Deze zogenaamde Club Televisie (ClubTV) is gekopieerd naar buitenlands voorbeeld, waar grote Engelse clubs als Manchester United en Liverpool al langer exclusief op een kanaal te volgen zijn. In totaal gaat het bij ClubTV om meer dan 200 uur aan content per jaar, die de achttien eredivisieclubs zelf of in samenwerking met de producent van EredivisieLive produceren. De kijker krijgt via ClubTV backstage informatie over diens favoriete club(s), maar kan er ook wedstrijden van jeugdteams en vriendschappelijke duels van het eerste elftal volgen.

Het is voor bedrijven mogelijk om de programma’s van ClubTV te sponsoren. Zo heette het journaal dat op Ajax’ kanaal wordt gepresenteerd het Aegon Toekomstjournaal en krijgen adverteerders kans onderdelen ervan te sponsoren. Bovendien beschikken de makers van ClubTV over meer vrijheden dan andere onafhankelijke sportverslaggevers bij het produceren van content; zo krijgen ze soms exclusief de mogelijkheid om met een camera de spelersselectie te filmen, terwijl dit andere, onafhankelijke, journalisten wordt ontzegd. Zo kan de club controleren wat er gefilmd wordt en op welke wijze dit materiaal gepresenteerd wordt.

De invoering van ClubTV in Nederland past binnen een nieuwe vorm van journalistiek die ook wel ‘branded-’ of ‘corporate journalism’ wordt genoemd. Deze controversiële en omstreden nieuwe vorm van journalistiek ontstaat volgens professor Publieke Communicatie Jim Macnamara door een groeiende vraag naar content in het digitale landschap: niet alleen moeten nieuwsbladen en televisie-uitzendingen gevuld

Enquête clubwatchers

Vraag Door de opkomst van social media is het voor fans mogelijk geworden als burgerjournalist aan de slag te gaan. Zo bestaan Twitter-accounts van fans die zichzelf watcher van een bepaalde club noemen.

• Voelt u daar concurrentie van?

• Hoe probeert u die concurrentie voor te blijven?

Vraag Transfergeruchten zijn elke transferperiode onderwerp van nieuws.

• Publiceert u zelf ook transfergeruchten en hoe maak u de afweging of een gerucht het publiceren waard is?

• Wie zijn dan uw bronnen en noemt u die?

worden, maar ook voor een tal van andere communicatiemogelijkheden.117 Social media als YouTube, Twitter, websites, of in het geval van ClubTV; betaalde digitale televisiekanalen. ‘To meet this demand for content, many organizations are turning to specialist content creators such as journalists to write about their brands.’ Een voetbalclub kan zo een uitgedachte boodschap overbrengen die hen in een positief daglicht stelt.118 Voetbalclubs worden zodoende zelf verhalenvertellers in plaats van dat er verhalen over hen worden verteld. Voor de sportclub is het een manier om in contact met de fan te komen en kent het tegelijkertijd grote commerciële waarde: gebruikers moeten voor het kanaal betalen of de inhoud ervan wordt gesponsord.119 ‘When editorial control goes in-house this is always likely to be the outcome’, meent Boyle.120 De opkomst van ‘branded journalism’ en de invoering van ClubTV heeft naar verwachting gevolgen voor de clubwatcher: omdat een club zelf het publiek weet te bereiken, is deze niet meer afhankelijk van de content die de sportjournalist over de club produceert om in de aandacht te komen. In Engeland gaat het zelfs zo ver dat het voor de pers bijna niet meer mogelijk is interviews aan te vragen met spelers van clubs in de Premier League. Paul de Lange, sportjournalist voor het NRC Handelsblad constateerde in Nederland dat spelers weinig grote interviews meer geven aan dagbladen, maar dat de clubbladen en –kanalen er daarentegen mee vol staan. ‘Dan neem je contact op met de club omdat je een bepaalde speler wilt interviewen en dan krijg te horen dat je het maar uit het blad van de club moet citeren’, zegt hij.121

Enquête clubwatchers

Vraag In 2006 is ClubTV geïntroduceerd: programma’s gemaakt door de club, over de club.

• Beïnvloedt dit het vergaren van nieuws?

• Is de houding van voetballers en trainers ten opzichte van clubwatchers hierdoor veranderd?

4.3. Sporters en social media

Ook atleten maken dankbaar gebruik van digitale media en netwerken voor zelfpromotie, zelfpresentatie en persoonlijke expressie.122 Dit illustreert de Australische socioloog Brett Hutchins aan de hand van Twitter en gebruikt daarbij een voorbeeld over de in de Engelse Premier-League voetballende Darren Brent. De voetbalspeler stuurde wat Tweets de wereld in waarin hij zich gefrustreerd uitliet over de vertragingen rondom zijn aanstaande transfer die maar niet rondkwam. Toch was het volgens critici juist de interruptie van Brent in het transferproces die ervoor zorgde dat kort daarna de transferdeal werd beklonken. Brett Hutchins onderscheidt hier een belangrijke nieuwe vorm van communiceren: ‘It focused direct news media

117 Jim Macnamara, Journalism & PR: Unpacking ‘Spin’, Stereotypes & Media Myths (New York: Peter Lang Publishing, 2014) 56. 118 Ibidem, 209.

119 Levefer, New Media and Sports, 19. 120 Boyle, Why Sport Matters, 10.

121 Interview met Paul de Lange, sportjournalist NRC Handelsblad, maart 2011.

attention on the inner-workings and power dynamics of the football transfer market’.123

Ook zorgen sociale media als Twitter ervoor dat de sporter een direct contact kan onderhouden met zijn fan. De populariteit van topsporters op deze media is immens en heeft volgens Gregory de potentie ‘to change the athlete/fan interaction forever’.124 Hierdoor is de sporter niet meer afhankelijk van de journalist om in beeld te komen en kan hij of zij bovendien zijn eigen ‘imago’ opbouwen en onderhouden.125 De Australische rugbyspeler Karmichael Hunt vat het voordeel van deze zelfpromotie via sociale media ten opzichte van de journalistiek samen:

I guess you would say it is the purest way to communicate with your fans and I think they like that as well ... Most of the time their information is coming second-hand – through a middle man. The journalists

and reporters give their take on what we had to say and definitely, I think, sometimes things get presented differently to how you were thinking them. It’s not always malicious, it is just people sometimes hear things

differently [...] Tweeting – it is coming straight from the horse’s mouth.’126

Atleten maken niet alleen gebruiken van Twitter, maar houden ook persoonlijke blogs, websites en profielen op Instagram en Facebook bij om hun ‘imago’ te promoten. Deze kanalen worden gebruikt om persoonlijke aankondigingen te doen en zichzelf als merk neer te zetten. Ook dient social media om geruchten rondom de atleet te ontkrachten of te bevestigen: zo gebruikte de Amerikaanse rugbyer Terrel Owens tweets om in te gaan op de negatieve verhalen rondom zijn persoon in de media.

Omdat de sporter minder afhankelijk is geworden van de journalist om zijn zegje te kunnen doen en bovendien zo zelf in de hand heeft wat er gepubliceerd wordt, kiezen sommige sporters er bewust voor journalisten meer en meer links te laten liggen. Lance Armstrong staat er bijvoorbeeld om bekend zelden interviews te geven, terwijl hij zijn Twitter-account dagelijks gebruikt om zijn mening te verkondigen. Een gevolg hiervan is dat veel sportjournalisten in de gigantische vijver aan Tweets gaan vissen om toch aan een verhaal te komen. Hier zijn vele voorbeelden van. Zo speelde het Nederlands elftal in de voorbereiding op het Wereldkampioenschap van 2010 in Zuid-Afrika een vriendschappelijke interland tegen Australië, waarvoor Gregory van der Wiel zich afmeldde vanwege een hersenschudding. Vervolgens tweette Van der Wiel een foto van zichzelf bij een concert van Lil’ Wayne op de bewuste speeldag. Dit leidde tot veel commotie in Nederland, zowel onder de Nederlandse bevolking als leiding van Oranje.

Dit is fascinerend, meent Hitchens, want in voorbeelden als deze wordt een schisma zichtbaar: sporters hebben het individuele recht zich publiekelijk uit te drukken via sociale media en maken daar meer en meer gebruik van, terwijl sportorganisaties en -clubs deze vormen van zelfexpressie juist proberen te reguleren om schandalen buiten de deur te houden.

123 Hutchins, ‘The Acceleration of Media Sport Culture’, 243.

124 Sean Gregroy, ‘Twitter Craze is Rapidly Changing the Face of Sports’, Sports Illustrated, 5 juni 2009. 125 Hutchins, ‘The Acceleration of Media Sport Culture’, 243.

‘Yet and this is the key point, both trends amanate from exactly the same source’, schrijft Hutchins, ‘– a world of instensifying and accelerating media sports information flows’. 127

4.4. Sportjournalisten en social media

Maar wat voor sporters geldt, geldt ook voor journalisten: ook zij kunnen hun lezers op bereiken via social media.128 Volgens onderzoek van Schultz en Sheffer onder Amerikaanse sportjournalisten laat het gebruik van Twitter een evolutie in de journalistiek zien: oudere, traditionele journalisten zien Twitter vooral als een manier om hun eigen werk te promoten, terwijl jongere sportjournalisten Twitter gebruiken als een opzichzelfstaande tool. Zij gebruiken het medium om in contact te komen met het publiek en maken sportjournalistiek direct en interactief.129

In Nederland maakt bijna iedere clubwatcher gebruik van het medium Twitter om in contact te komen en blijven met de achterban. Deze Twitteraccounts zijn persoonlijk, maar wel duidelijk vanuit het perspectief van de clubwatcher. Zo omschrijft clubwatcher Simon Zwartkruis zichzelf als ‘Verslaggever Voetbal International (Afdeling Ajax en Oranje)’ en is zijn profielfoto voorzien van het logo van Voetbal International. De Tweets die de clubwatchers versturen zijn niet feitelijke nieuwsberichten, maar zijn bovenal gericht op de laatste ontwikkelingen op transfergebied en een broedplaats voor het verkondigen van hun eigen meningen.

127 Hutchins, ‘The Acceleration of Media Sport Culture’, 244.

128 Brad Schultz en Mary Lou Sheffer, ‘An Exploratory Study of How Twitter Is Affecting Sports Journalism’, International Journal

of Sport Communication 3 (2010) 230.

129 Ibidem, 235-237.

Enquête clubwatchers

Vraag Is de houding van voetballers en trainers door eigen gebruik van social media veranderd?

Vraag Gebruikt u tweets van voetballers, trainers en bestuurders weleens als bron voor nieuws?

Enquête clubwatchers

Vraag Twitter

• Maakt u als clubwatcher gebruik van Twitter en waarom wel/niet? • Zitten er voor- en nadelen aan Twitter?

• Verschilt de content die u op Twitter plaats van de content die u voor de krant produceert?

5. METHODOLOGIE

5.1. Kwalitatieve onderzoeksmethoden

Voor het onderzoek naar de vraag Hoe gaat de clubwatcher om met de invloeden van commercialisering, digitalisering en celebrity die zijn journalistieke taak beïnvloeden? wordt gebruik gemaakt van kwalitatieve onderzoeksmethoden. Kwalitatief onderzoek biedt de mogelijkheid menselijk gedrag te verklaren, sociale processen en persoonlijke ervaringen in detail te weergeven en de context van belevingen te begrijpen. Zo wordt geprobeerd een inductief inzicht in de relatie tussen de theorie en de onderzoeksresultaten te verkrijgen, waarbij het eerste gegenereerd wordt uit het laatste.130 Uiteindelijk zal zo meer gezegd kunnen worden over de manier waarop de clubwatcher te werk gaat en hoe dit beïnvloed wordt door processen van commercialisering, celebrity en digitalisering.

De data voor kwalitatief onderzoek worden verkregen van zogenaamde ‘participanten’ en is tekstueel. Gevoelens, emoties en ervaringen van de participanten en waarden ‘within their deeply nuanced inner worlds’ staan daarbij centraal.131 De analyses van de interviews worden interpretatief uitgevoerd. Het onderzoek wordt gedaan vanuit een epistemologische positie; deze constructivistische theoretische oriëntatie beschouwt de werkelijkheid als sociaal geconstrueerd. Participanten worden daarbij gezien als betekenisgevers, in plaats van passieve bronnen van informatie.132 Er wordt dan ook geprobeerd de betekenis van de verkregen data zo goed mogelijk te interpreteren, welke centraal staat in het onderzoek.133 Elk interview met de participanten wordt als uniek geanalyseerd.

5.2. Sample

Voor dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van 17 interviews, allen afgenomen aan clubwatchers. 5.2.1. Clubwatchers

Een clubwatcher is per definitie een journalist die uitsluitend het nieuws rondom één betaald voetbalorganisatie volgt en maakt voor een bepaald medium, bijvoorbeeld een omroep of dagblad. Omdat het fenomeen clubwatcher in de wetenschap niet bestaat, wordt aan de hand van de afgenomen interviews onderzocht wat de specifieke taakomschrijving van de clubwatcher is. In Nederland zijn in totaal ongeveer veertig tot vijftig clubwatchers actief, zo blijkt uit navraag bij regionale en landelijke dagbladen, tijdschriften en omroepen.

Er zijn enkele criteria van toepassing op de clubwatchers die benaderd zijn voor dit onderzoek. Hierdoor wordt deze groep afgebakend. Allereerst volgen de watchers in dit onderzoek specifiek een Eredivisieclub. Hij of zij kan zowel op freelance als vaste basis werken, maar moet de club wel volgen voor één specifiek medium. Dit medium is een tijdschrift of dagblad. Er is bewust voor gekozen clubwatchers

130 Monique Hennink, Inge Hutter en Ajay Bailey, Qualitative Research Methods (Londen: SAGE Publications, 2011) 10.

131 Jaber Gubrium & James Holstein, Handbook of Interview Research: Context and Method (Londen: SAGE Publications, 2002) 57. 132 Carol Warren, ‘Qualitative Interviewing’, in Handbook of Interview Research: Context and Method, ed. Jaber Gubrium en James A. Holstein (Thousand Oaks, Californië: SAGE Publications, 2002) 83-102.

voor radio- of televisieomroepen van dit onderzoek uit te sluiten, omdat deze manier van journalistiek bedrijven kan verschillen met de manier waarop de schrijvende clubwatchers te werk gaan. Zo kan een clubwatcher van een omroep live commentaar doen tijdens wedstrijden, terwijl een schrijvende journalist juist achteraf verslag doet. Ook kan het zijn dat voetballers liever voor de camera verschijnen dan met een interview in de krant komen, of andersom. Trends als commercialisering en digitalisering kunnen daardoor een heel andere invloed hebben op het werk van een schrijvende journalist en een omroepjournalist. Om het onderzoek af te bakenen en dergelijke speculaties uit te sluiten is ervoor gekozen enkel de schrijvende clubwatchers in het sample op te nemen. Bovendien is het aantal schrijvende watchers (veel) groter: ongeveer vier van de vijf clubwatchers werkt op vaste basis, al dan niet freelance, voor een dagblad of tijdschrift. Ook inmiddels non-actieve clubwatchers zijn benaderd: het is mogelijk dat wat zij vertellen verschilt met datgene wat actieve clubwatchers zeggen, omdat ze bijvoorbeeld niet worden tegengehouden door de belangen van de club die ze volgen of het medium waarvoor zij werken.

Sample clubwatchers

• Volgt één eredivisieclub (seizoen 2015/2016)

In document Clubwatchers: vooral niet te kriIsch? (pagina 30-84)

GERELATEERDE DOCUMENTEN