• No results found

Transcript interview 1 26 maart 2020 I = Interviewer (Dorette Langedijk) R = Respondent (Anoniem) I: Hoe oud ben jij?

R: Ik ben 31.

I: Oke, en wat is jouw afkomst? R: Nederlands

I: Oke, en waar woon je? R: In Purmerend.

I: Dat is wel grappig. R: Ja zeker.

I: En hoe oud is je kind en wat is de voornaam? R: Hij heet … en hij is nu 5,5 maand oud. I: Schattig. Ik zie nu ook de foto. Lief. R: Haha ja.

I: Heb je een partner en andere kinderen?

R: Wij zijn momenteel net gescheiden, dus niet meer en nee hij is ons enige kind. I: Oke, en hoelang geleden ben je gescheiden?

R: Nou echt net een week. Je treft me net goed. I: Ja, een beetje chaos of niet?

R: Beetje ja, maar dat geeft niet. We komen er wel. I: Wat doe je in het dagelijks leven?

R: Ik werk in het onderwijs als intern begeleider. I: Oke, en wat voor opleiding heb je daar voor gedaan?

R: Ik heb hbo gedaan en daarna heb ik een master gevolgd als intern begeleider. I: Oke, interessant. En hoe vaak doe je dat per week?

R: Ik werk 4 dagen.

I: En hoe is dan de kinderopvang nu geregeld?

R: Hij gaat 3 dagen in de week naar de kinderopvang. 1 dag is hij bij zijn vader.

I: Oke, dat waren een beetje de algemene vragen. Dan gaan we nu wat meer door op de opvoeding. Wat vind je leuk aan het hebben van een kind van deze leeftijd?

R: Nou wat ik heel erg leuk vind, is dat hij nu op een leeftijd komt waarbij hij echt een beetje de wereld gaat ontdekken. Je krijgt wat meer interactie met hem, hij begrijpt wat meer qua emoties en hij wordt vrolijk wanneer jij lacht. Hij begint wat meer dingen te pakken. Hij wordt lichamelijk sterker. Dus dat z’n wereldje niet meer alleen maar hij als baby, is maar dat hij ook andere dingen aan het ontdekken is.

I: Ja mooi. En zij er nu uitdagingen op dit moment voor jou en jullie als gezin? R: Qua opvoeding?

I: Ja eigenlijk gewoon in het algemeen.

R: Bij ons is nu dat hij in twee huizen wordt opgevoegd. Grotendeels is hij bij mij. Hij is 5 dagen in de week bij mij, 2 dagen bij z’n vader en hij slaapt altijd thuis. Maar ik merk nu dat wij wel wat verschillende opvatting hebben over de opvoeding omdat wij niet meer

samenwonen. En dat is wel lastig soms. I: En dan bijvoorbeeld?

R: Dat heeft vooral te maken met hele simpele dingen zoals ‘Hoe laat moet hij naar bed?’, ‘Wanneer krijgt hij z’n fruithapje?’, ‘Wanneer krijgt hij groente?’ beetje dat soort afspraken eigenlijk.

I: En denk je dat daar vanuit de gemeente ondersteuning kan worden aangeboden? R: Ik denk dat het heel fijn zou zijn dat je als jonge ouder, je bent dus net uit elkaar, dat je daar een soort spreekuur voor hebt. Dat je een professioneel hebt die daarover kan mee

31 kijken. Wij zijn een gezin uit elkaar, we hebben geen idee hoe het opvoeden moet want het is ons eerste kind, we moeten het allemaal gaan ontdekken en wat dan het beste is om te doen voor je kind. Vanuit het consultatiebureau krijg je ook nog wel veel adviezen hoor. Maar de bezoeken aan het consultatiebureau worden nu ook wat minder omdat hij wat ouder wordt. I: Maar wat voor professional zie je dan voor je?

R: Als ik bijvoorbeeld kijk naar mijn eigen werk, ik werk dan op een basisschool, dan hebben wij een school maatschappelijk werkster, die dat soort dingen doet. Voor hem heb ik dat niet. I: Nee, en zou die professional eerder een arts zijn of inderdaad een maatschappelijk

werkster of?

R: Een opvoedkundige of iets.

I: Die je op dat gebied meer kan helpen?

R: Ja dat je daar met je vragen heen kunt gaan. En dat de professional kan zeggen ‘Dit is handig’.

I: Doe je dat nu niet op het consultatiebureau?

R: Jawel, alleen wij komen daar alleen maar als hij zijn inentingen moet en dat is nu pas weer over anderhalve maand.

I: Dus het is echt op afspraak bedoel je?

R: Ja, je hebt wel inloopspreekuren maar dat is op een tijd waarop wij als ouders niet allebei kunnen. Dus dat schiet niet op. Gewoon iemand die even met je mee kan kijken.

I: En als je nu echt kijkt naar de opvoeding van je zoon, zijn er dan dingen die je lastig vind of waar je je zorgen over maakt?

R: Eigenlijk niet. Nog niet. Dat gaat geheid komen, dat weet ik zeker. Ik merk dat rust en regelmaat helpt voor hem. Ik ben zelf heel erg van routines en dezelfde rituelen. En dat werkt bij hem heel erg goed. Dus nee, op dit moment nog niet. Maar wie weet als hij wat ouder is wel.

I: En bijvoorbeeld op voeding, of dat hij vaak huilt of z’n ontwikkeling, zie je daar dingen in die je lastig vindt?

R: Wat voor ons vooral in het begin lastig was, en ook voor hem, is dat hij moeilijk dronk. Hij raakte erg gefrustreerd. Borstvoeding is ook nooit gelukt, dus hij ging aan de fles. Hij heeft heel erg die zuigbehoefte, maar kan het moeilijk vasthouden. Hij heeft bijvoorbeeld heel veel behoefte aan een speen en wordt daar erg rustig van, maar hij kan de speen niet langer dan 1 à 2 minuten in zijn mond houden. De speen gaat dan uit zijn mond waardoor hij erg

gefrustreerd raakt. Hij heeft ons nodig om de speen weer terug te doen. Ik heb daar ook geen antwoord op om geen volwassenen nodig te hebben. Ik denk dat het meer ligt aan zijn mondmotoriek dan aan iets anders.

I: Zou je daarbij geholpen willen worden?

R: Ja, als iemand tips heeft, is dat altijd welkom. I: Wie zie jij voor je bij ‘iemand’?

R: Een logopedist misschien of iemand van het consultatiebureau.

I: En dat hetzelfde als bij het andere, dat je er zelf naar toe kan gaan in plaats van op afspraak?

R: Ja, dat zou fijn zijn.

I: Wij werken dus voor gemeente Purmerend, waar jij toevallig woont, en zij zijn nu bezig met hoe zij ouders op gebied van opvoeding kunnen ondersteunen. Wat zou jij hen aanraden? R: Bedoel je dan voor jonge gezinnen of in het algemeen?

I: Voor jonge gezinnen.

R: Lastig zeg. Stel dat je net een startend gezin bent, dan zou ik echt zeggen de basis opvoedtips; wat een baby echt nodig heeft. Vanuit mijn eigen achtergrond weet ik dat rust en regelmaat erg belangrijk zijn, maar ik zie in mijn omgeving dat mensen dat lastig vinden. Gewoon de basis hoe een baby is en hoe jij je moet voegen aan de baby in plaats van de baby aan jou.

I: Hoe zou dit aanvullender kunnen dan dat wat het consultatiebureau al doet? R: Ik heb veel geleerd van kraamhulp. Ik vind dat het consultatiebureau daar wat

terughoudend in is. Desnoods geven ze folder mee met daarin hoe een baby zich ontwikkelt: per maand, wat kunnen. En wat je hieraan kan doen.

32 I: Dus je bedoelt eigenlijk met mijlpalen?

R: Ja bijvoorbeeld.

I: Dan gaan we nu dieper in op het onderwerp eetpatroon, omdat dit ook een onderwerp is waar ouders wel eens moeite mee hebben. Kan je me uitleggen wat jouw kind eet vanaf het moment dat je kind wakker wordt tot dat hij naar bed gaat?

R: Ja. Hij krijgt over het algemeen flesvoeding.

Als hij wakker wordt 1 fles. Merk Baby Hero, comfort plus tegen het spugen en buikkrampjes Rond 9:00 uur weer 1 fles

Tussen 11:00 en 12:00 uur het fruithapje. Meestal Olvarit of vers fruit in een blender. Bijvoorbeeld banaan, perzik, mango, appel

I: Lukt dat bij hem?

R: Ja, dat gaat goed. Happen van een lepel lukt wel. Vaak wordt het fruithapjes aangevuld met een halve fles.

S ’Middags weer een fles, afhankelijk van hoe laat hij wakker wordt, meestal rond een uur of 14:00 uur.

Tussen 17:00 en 18:00 uur groente. Olvarit of zelf gekookt. I: Is dat vaak wat jij zelf ook eet?

R: Ja, niet altijd.

I: Waar hangt dat vanaf?

R: Wanneer je meerder porties maakt, eet ik wel eens wat anders en heeft hij al gemaakte groente. Dit ook aangevuld met een halve fles en dan nog een fles voordat hij naar bed gaat. I: Waar zit je met hem als je hem zijn eten geeft?

R: Meestal op de bank. I: En heb je dan de tv aan? R: Nee, de tv is uit.

I: Werkt dat het beste op de bank?

R: Ja, daar is hij het meest rustig. De eerste en laatste krijgt hij boven in zijn slaapkamer waar een stoel staat.

I: Wat vind jij belangrijk aan voeding voor je kind?

R: Ten eerste dat het gezond is, dus dat er niet veel suikers en vetten in zitten of onnodige dingen.

I: Is dat gezond voor jou? R: Hoe bedoel je?

I: Wat betekent gezond eten voor jou?

R: Eten waarin veel vitamines inzitten en waar hij niet een enorm dikke baby van wordt *lacht*. Gewoon wat goed is voor zijn lichaam. Hij heeft bijvoorbeeld last van darmkrampjes, dus voor hem is het belangrijk om producten te eten die zijn darmen goed kunnen verteren. Bijvoorbeeld wortels lukt wel, maar kool krijgt hij last van dus dat geef ik liever nog even niet. En het liefst zo min mogelijk suiker als het niet hoeft.

I: Want waarom zou je dan geen suiker geven? R: Het liefst zo minder mogelijk.

I: Waarom?

R: Ik hoef niet mijn kind vol te stoppen met suiker omdat het niet goed voor hem is. Hij is nu qua lengte en gewicht gemiddeld en dat willen we graag zo houden.

I: Stel je staat in de supermarkt en je beslist wat je meeneemt voor je kind. Hoe gaat dat en waar let je op?

R: Stel dat het potjes zijn let ik op wat hij mag. Omdat hij nu 5,5 maand is, mag hij alleen potjes met 4 maanden en plus. Daarnaast kijk ik naar de variatie om hem zo kennis te laten maken met verschillende smaken zodat hij later hopelijk ook meer lust. Verder kijk in naar de suikers in het potje. En als ik zelf groente haal dan is dat afhankelijk van wat ik die avond eet.

I: Waarom heb je de ene keer wel potjes en maak je het de andere keer zelf?

R: Ligt er net aan wat ik zelf eet. Als ik bijvoorbeeld pasta eet kan hij niet mee eten en ik wil hem wel elke avond groente geven.

33 R: Ikzelf. Ook aanbiedingen beïnvloeden dat. Maar nee, verder niet hoor. Ik kijk vooral waar ik zelf trek in heb en of hij mee kan eten of niet.

I: Ik heb hier een aantal voorbeelden, namelijk je eigen ouders, vriendinnen, buurvrouw, partner, kinderdagverblijf en consultatiebureau. Komt er dan nog wat bij of blijft het bij jezelf en aanbiedingen?

R: Ik volg inderdaad wel op wat ze op het kinderdagverblijf eten, want daar krijgt hij ook warm eten. Ze geven altijd door wat hij heeft gegeten en hoe het heet gesmaakt. Ik ga ervanuit dat zij de deskundigen zijn en dat dit dus klopt, dus dan probeer ik dat ook voor hem te halen. Het consultatiebureau ook, maar dat zijn ook professionals. Wat de buurvrouw zegt interesseert me dan weer niet. Ik luister liever naar mensen die er echt voor geleerd hebben en er verstand van hebben.

I: Wie of wat beïnvloedt wat en wanneer je kind eet.

R: Het meest hijzelf. Hij geeft aan wanneer hij honger heeft. Maar ik kijk ondertussen wel naar de tijden zodat hij een ritme in zijn dag krijgt. Op het kinderdagverblijf voelen ze hem, dus wanneer hij aangeeft te willen eten en dat proberen wij thuis ook te doen.

I: Hoe kom je nu aan informatie over eten en drinken voor je kind?

R: Dat is nu via het kinderdagverblijf. Ook het consultatiebureau en via internet, dus door zelf te kijken.

I: Heb je dan bepaalde sites waar je veel op kijkt?

R: Ja, Oudersvannu kijk ik best vaak op. Ook Baby24uur. Dat zijn de meest betrouwbare sites naar mijn idee.

I: Let je daar op dat de site betrouwbaar is? R: Ja, dat vind ik wel belangrijk.

I: Zijn er nog andere bronnen waar je je informatie vandaan haalt? R: Ja, vriendinnen met jonge kinderen. Wat zij doen en wat zij ervaren.

I: En als je kijkt naar het kinderdagverblijf, het consultatiebureau of internet, wat kan daar anders aan?

R: Hele moeilijke vraag want ik ben best tevreden. Het is het duidelijk en praktisch. Ik houd er van dat je advies krijgt wat je de volgende dag gelijk kunt inzetten. Het kinderdagverblijf doet dat echt heel goed vind ik. En op internet is dat eigenlijk hetzelfde.

I: Ben je wel eens onzeker geweest over beslissingen bij het eten van je kind?

R: Ja, vooral de eerste hapje na 4 maanden vond ik erg lastig. ‘Waar begin ik mee?’, ‘Hoe vaak moet ik dat dan doen?’, ‘Is het niet te veel?’, ‘Kunnen z’n darmen het aan?’. Zulke vragen maken je wel onzeker.

I: Had je toen behoefte aan hulp?

R: Ja, op zich wel. Dat had ik wel fijn gevonden. I: Via wie en hoe zou je dat willen hebben?

R: Het consultatiebureau heeft toen wel wat advies gegeven toen ik ernaar heb gevraagd. Ik had een bevestiging nodig. Een ‘ja is goed’. En daar hoef je niet helemaal voor op spreekuur te komen maar een soort helpdesk idee. Dat je een vraag kan toesturen en dat je antwoord krijgt.

I: Ik heb ook wat al bestaande interventies en ik ga deze opnoemen. Jij kan zeggen of dat je wat lijkt en wat je eerste indruk is.

De eerste is de ‘Wat mag mijn kind al eten’ folder. Ken je deze? Want ze worden uitgedeeld bij consultatiebureaus in Purmerend?

R: Die hebben wij ook gehad ja.

I: Dan ken je hem al een beetje, maar het is dus een folder met daarin een overzicht van voedingsmiddelen die een kind per maand mag eten, voorbeelddagmenu’s, recepten en interessante feitjes over voeding.

R: Dat was inderdaad wel fijn ja. I: Wat vond je er fijn aan?

R: Dat je schema hebt. Het is overzichtelijk. I: Spreekt dat je wel aan, een folder?

R: Ja zeker, omdat je erop terug kan pakken als het je niet meer weet. I: Kan er nog iets beter aan de folder?

34 R: Nee, zou houden.

I: Oke, de volgende is een app. Dan heb ik als voorbeeld de app iGrow. Met deze app kun je zien hoe je kind van 0-18 jaar groeit, hoe lang je kind wordt en of je kind overgewicht heeft. Na het invoeren van de gegevens van je kind, krijg je tips over gezond eet-, beweeg- en slaapgedrag, zodat je jouw kind kunt helpen bij het behouden van een gezond gewicht. Ook kun je zien waar je samen met je kind in jouw omgeving kunt spelen, wandelen en

zwemmen.

R: Dat zou top zijn.

I: Wat spreekt je hieraan aan?

R: Dat je het altijd terug kan zien want je heb je telefoon altijd bij je. Het is toegankelijk. En het is fijn dat je gelijk tips krijgt.

I: Je vertelde net dat je contact met een professional fijn vindt, hoe zou je dat nu samen zien?

R: Ja, dat vind ik wel prettig als ik zelf vragen heb en een professional dan een bevestiging kan geven. Dat zegt een app niet tegen jou. Dus misschien kan je het allebei gebruiken: dat de optie er altijd is om met een professional te sparren. En dat je voor de kleine zaken de app gebruikt bijvoorbeeld voor inspiratie.

I: De volgende is Centering Parenting. Dat zijn bijeenkomsten met andere ouders samen met je kind. De groep wordt begeleid door 2 begeleiders. Ouders kunnen hun ervaringen in de groep delen, zo kunnen andere ouders advies geven. De begeleider zorgt dat de

bijeenkomst soepel verloopt, geeft aanvullende informatie en corrigeert eventuele foutieve informatie. Spreekt dit je aan?

R: Ja, op zich wel. Ik vind het altijd wel fijn om te sparren met andere ouders. I: Stel de Centering Parenting vindt plaats in Purmerend. Waar zou dit moeten zijn. R: Ergens centraal. Een openbare ruimte, waar mensen makkelijk naar toe kunnen gaan. I: Hoe lang zou de bijeenkomst moeten zijn?

R: 45 minten/1 uur?

I: En wie zou je willen dat de begeleiders zijn? Dus door wie wordt de bijeenkomst gegeven? R: Een opvoedkundige of iemand van het consultatiebureau.

I: Zou er nog iets beter aan kunnen? R: Nee, dat denk ik niet.

I: Dan gaan we door naar de volgende. Dat is de Baby Groente Box. De Baby Groente Box is een soort ‘Hello Fresh Box’ voor baby’s vanaf vier maanden, maar dan alleen met groente. De box wordt wekelijks bezorgd bij ouders en bevat verse groente, soms kruiden, een

recept, invriesbakjes en indien gewenst een staafmixer. De box helpt ouders om zelf verse babyhapjes klaar te maken en in te vriezen. Wat is je eerste indruk?

R: Ik denk dat dat wel handig is.

I: Ja? Zie je het voor je dat jij de box binnen krijgt?

R: Ja hoor, jawel. Dat is alleen voor de baby natuurlijk toch? I: Ja.

R: Ja op zich wel. Ik vind het nu wel makkelijk dat hij gewoon mee kan eten, dus dat ik niet twee keer apart moet koken. Dat vind ik wel een dingetje.

I: Zou dat anders kunnen dan denk je?

R: Ja als je het zou kunnen samenvoegen. De Hello fresh box me de Baby box. Dan hoef je niet twee keer te koken.

I: Stel je zou die baby box willen, hoeveel zou je er voor willen betalen?

R: Ik heb wel eens een Hello Fresh Box gehad dus ongeveer dezelfde prijs als de Hello Fresh Box. Rond de 21 euro?

I: De laatste is het mama café. Mama café is een ontmoetingsplek voor moeders, maar ook vaders of opa’s en oma’s, om samen met je kind heen te gaan. Het is bijna hetzelfde als de Centering Parenting, alleen zijn er geen professionals aanwezig. Maar het is wel bedoelt om in contact te komen met andere ouders om zo ervaringen met elkaar uit te wisselen. Spreekt dit je aan?

R: Ja, zoals ik net al zei vind ik het prettig om met andere ouders te sparren.

35 R: De Centering Parenting. Hier worden gerichte vragen gesteld die echt wel te maken hebben met opvoeding. Het is fijn om met een professional te kunnen overleggen. I: Dit onderzoek gaat meer over de eetgewoontes, dus hoe ouders ondersteunt willen worden bij creëren van gezonde eetgewoontes. Dus als alles mogelijk zou zijn, hoe zou jij

GERELATEERDE DOCUMENTEN