• No results found

Semigestructureerd interview met Syrische en Eritrese statushouders vrouw, 28 jaar, uit Eritrea

Achtergrond

Waar kom je vandaan? Ik kom uit Eritrea. Hoe oud ben je? 28

Woonde je in Eritrea in een stad of in een dorp? In een stad. Welke stad? Asmara.

Moedertaal en scholing

Welke ta(a)l(en) spreek je? Moedertaal. Tigrinya? Tigrinya ja. En Engels? A little bit. Niet

echt. Welke talen schrijf je? Mijn taal en Engels ook schrijf.

Waar heb je deze ta(a)l(en) geleerd? In mijn land. Op school? Ja. Op welke school?

Middelbare school. In mijn school is tot high school. Hoe was je toen je stopte? Bijna 16 stopt met school. Maar ik ben niet klaar met de school. Dat is hier middelbare school. Maar

je was niet klaar?

Heb je een diploma? Nee. Heb je Sawa gedaan? Ja, maar ik niet naar military. Tot twaalf

jaar geleerd en daarna ga naar military. Ik heb slechte dingen. Ik wil niet alles vertellen.

Is je vader naar school geweest? Ik weet niet, ik niet zien mijn vader. Toen mijn moeder

zwanger, mijn vader is dood. Mijn moeder zegt mij hij is geleerd. Wat heeft hij geleerd? Nee, maar hij heeft een autobedrijf. Een garage. Misschien technica, ik denk.

Verblijf in Nederland

Hoe oud was je toen je in Nederland aankwam? 24 jaar. Hoe lang ben je nu in Nederland? Bijna 3,5 jaar.

Hoe lang heb je in het asielzoekerscentrum gezeten? Een jaar ik denk.

Waar woon je nu? In Zuid-Oost. Hier wonen is samen met iemand wonen, maar voor mij is

niet leuk. Ik wil alleen wonen, daarom ik naar Zuid-Oost.

Wat vind je van wonen in Amsterdam? Ja, de mensen, alles stad is mooi. De mensen goed

begrijpen voor de vluchtelingen. Ook helpen. In de dorp niet, maar in Amsterdam is anders. Goed om te werken, om te praten, om te relatie met mensen. Voor mij is goed. Dat kan wel in een stad maar niet in een dorp, maar in een stad. Ja, in een dorp is andere Nederlanders.

126

Scholing in Nederland

Op welk niveau volg je een taalcursus/heb je een taalcursus gevolgd? B1. Tot welk niveau wil je de taal leren? Ik wil hoog niveau.

Ja, waarom? Ik wil studeren. Ik wil niet blijven in werk, in de plaats. Ik wil hoger.

Vind je het fijn om met de computer te werken of niet? Beetje moeilijk om te leren met de

computer. Waarom? Jij werkt alleen. Niemand helpt met de computer. Maar als je bent op school vraag voor de leraar, de leraar helpt mij. Had je in Eritrea ook een computer? Ja. Dus je wist wel hoe je met de computer moet werken. Ja maar ik geleerd met computer maar ik niet werken in mijn land. Daarom is alles een beetje nieuw nu. Ja.

Ja met boeken met andere mensen is goed. Beter dan de computer? Ja voor mij ja. Omdat

je met andere mensen kan praten? Ja.

Wil je nog een opleiding volgen in Nederland? Ik wil nu in september ik begin met zorg. Aan het roc? Nee, in Meervaart. Zorgdienst. Ik beginnen met deze. En moet je dan B1 hebben? Mag, maar als je niet halen ook normaal maar ik wil B1. Maar de school is A2

genoeg zij zegt, maar voor mij niet genoeg A2.

Contact met moedertaalsprekers

Ben je lid van een sportclub? Nee. Waarom niet? Ik weet niet. Wil je sporten? Ja. Maar?

Ik weet niet. Je weet niet wat? In Nederland ik weet niet. In mijn land ik speel basket en tennis maar in Nederland niet.

Heb je werk of vrijwilligerswerk? Nu niet. Wel gehad? Ja. Wat heb je gedaan? Drie

maanden met mozaiek en twee maanden bloemen maakt, inpakken en drie maanden met kinderen. Wil je wel weer vrijwilligerswerk gaan doen? Ja, maar ik wil verdienen. Ik wil niet blijven met uitkering.

Heb je (veel) contact met Nederlanders? Niet meer maar ja. Ik heb een taalcoach maar ik

heb ook andere buren met vrienden. Niet met liefde, maar vrienden. Hoeveel contact heb je

daar mee? In de weekend is goed contact, maar in de andere dag niet. Zij heeft druk met

werk. En ga je dan koffie drinken ofzo? Ja koffie drinken, wandelen als je lekker weer.

Mentale gezondheid Hoe voel je je? Goed.

Slaap je over het algemeen goed? Ja. Heb je (veel) last van stress? Nee, normaal. Voel je je (vaak) rustig of nerveus?

127

Voel je je (vaak) somber)?

Voel je je (vaak) gelukkig? Alle mensen soms verdrietig, soms boos worden, ik ben alleen,

ik mis mijn familie, ik mis mijn moeder. Maar niet erg. Ik mis mijn moeder. Is normaal voor alle mensen. Maar dat is wel een beetje moeilijk dus? Ja de eerste keer is erg moeilijk voor mij. Ik niet slapen met mijn moeder, ik niet koken in mijn thuis, ik nooit schoonmaken in mijn land. Mijn moeder alles doen. Als je hier komen, moet je alles zelf doen. In het begin beetje moeilijk, maar nu niet. Nu normaal.

Attitude en motivatie

Wat vind je van Nederland? Er is vrede, vrijheid. Dat is belangrijk. Ja.

Wat vind je leuk aan Nederland en wat vind je minder leuk? Nee, beetje de weer. Maar is

niet erg. Het is in Eritrea wel veel mooier weer natuurlijk. Ja.

Wat vind je van Nederlandse mensen? Behulpzaam. Alleen voor Amsterdam ik weet. Bijna

80% ja. Sommige mensen niet, maarja.

Moest je (erg) wennen in Nederland? Waar moest je aan wennen? (ለመደ lemede, ዓለ'ለ 'älele)

Wil je in Nederland blijven? Ja. Ook als het beter gaat in Eritrea? Ja. Ik kan niet terug

mijn land. Als je terug naar mijn land ik ga naar prison. Ik wil blijven hier tot de dood.

Wat vind je van de Nederlandse taal? In de eerste keer is erg moeilijk voor de accent, maar

als je leren bijna goed leren, met contact mensen, als je ging naar vrijwilligerswerk, maar nu niet. Niet echt praten Nederland, maar proberen, ik doe best. Ik proberen.

Wat doe je, naast het volgen van een cursus, om Nederlands te leren? Ik lees boeken

Nederland, ik lees krant, ik kijk televisie, het journaal, of voor kinderenprogramma. Heb je

nu een taalcoach? Ja. Dus dat is ook extra. Ja. Wanneer zie je die? Hoe vaak? Elke week.

Een keer per week.

Wat zou jou helpen om de Nederlandse taal beter of makkelijker te kunnen leren? Niet

alleen de school. In de school alleen leren grammatica. Alleen voor grammatica is goed de school. Voor praten niet goed de school. Voor mij niet, misschien voor andere mensen. Ik leer bijna alleen voor praten buiten. In de werk. Ik praat met de buren. Als ik hier wonen, ik praat met buren. Ik heb oude buren. Zij heeft geen kinderen, niemand die voor haar zorgt, ik help haar, zij praat met mij. Ik ging naar haar en alles ik help voor haar, schoonmaken, eten geven. Bijna vier uur, vijf uur alleen Nederlands praten. Zij praat niet Engels, verstaat het niet. Ik kan alleen Nederlands praten. We praten niet over grammatica, wij praten alleen. Ik kom hier ik

128 leer grammatica en dat gebruik ik buiten. Als buiten straat. Niemand zegt ‘deze niet goed, deze niet goed.’

129