• No results found

Topiclijst Opgesloten jongeren 1 Opening

Hartelijk bedankt voor het invullen van deze vragenlijst.

Bijlage 4: Topiclijst Opgesloten jongeren 1 Opening

• Kennismaken: vertel je naam, wat je studeert, waarom je aan dit onderzoek deelneemt en dat je niet van politie of justitie bent. Vermeld hierbij wel dat je verplicht bent om het te melden als de jongere in zijn/haar interview een delict opbiecht dat niet bij politie of justitie bekend is.Zo maak je de jongere duidelijk dat je echt komt voor zijn/haar mening over het leven in de instelling en niet voor zijn/haar privé omstandigheden buiten de instelling.

• Doel van dit onderzoek is om in beeld te brengen hoe je je verblijf ervaart. Dit wordt gebruikt om jongeren beter te kunnen begeleiden.

• Het interview zal ongeveer anderhalf uur duren. • Thema’s die tijdens het interview besproken worden:

o Hoe de eerste dagen verliepen.

o Hoe het daarna ging en contact met andere jongeren en begeleiders. o Toekomstverwachtingen.

o Wensen / ideeën van betrokkene mbt verblijf.

• Toestemming vragen voor bandopname: de enigen die de bandopname krijgen te horen zijn de student die het interview doet om het interview goed te kunnen uitwerken en misschien zullen delen van het interview door de onderzoeksleiding beluisterd worden. Het bandapparaat kan ook door de respondent zelf uitgezet worden (laten zien).

• Informed consent formulier laten ondertekenen.

• Vragen of respondent nog vragen heeft voordat de band gestart wordt. 2. Interviewvragen

A. Inleiding

Vertel de jongere dat je eerst een aantal inleidende vragen wil stellen. 1. Hoe is het voor jou om hier te zijn / opgesloten te zitten?

2. Is dit de eerste keer dat je uit huis geplaatst bent? Kun je iets vertellen over een eventuele eerdere keer?

3. Kwam de uithuisplaatsing/detentie onverwachts? 4. Wat is de reden dat je hier vastzit?

• Door het plegen van welk delict zit je hier vast?

5. Heb je meerdere delicten gepleegd voordat je hier vast kwam te zitten? Zo ja, hoeveel / welk type delicten? (denk aan diefstal/zeden/geweld) En hoe oud was je toen je voor het eerst een delict pleegde?

6. Vind je het jouw schuld dat je hier bent/vastzit? Waarom wel/niet?

B. Eerste dagen

Vertel je jongere dat je nu een aantal vragen wil stellen over de eerste dagen dat hij/zij in de instelling verbleef.

7. Kun je iets vertellen over hoe het de eerste dagen van het verblijf/vastzitten met je ging? • Hoe heb je de eerste dagen ervaren?

• Voelde je je hier veilig aan het begin? Wat betekent veiligheid voor jou? • Had je die eerste dagen contact met iemand, hielp iemand je?

• (indien al gewend) Hoe gaat het nu? Voel je je inmiddels veilig, kun je daar iets over zeggen?

C. Leefgroep

Vertel de jongere dat je nu een aantal vragen wil stellen over de leefgroep waarop hij/zij verblijft in de instelling.

8. Kun je je leefgroep eens uitgebreid beschrijven? Hoe gaat het daar aan toe? • Wat zijn goede kanten en minder goede kanten aan je leefgroep?

• Wat vind je ervan dat jongens en meisjes gescheiden op de leefgroepen verblijven? 9. Hoe is contact tussen de jongeren onderling?

10. Welke invloed hebben de jongeren hier op je? Positief of negatief? 11. Heb je het gevoel dat je hier iets leert van de andere jongeren?

• Indien ja:

o Kun je daar iets meer over vertellen? o Wat leer je dan van hen?

• Indien nee:

o Waarom niet?

12. Zijn er ook dingen die je hier leert die je verkeerd vindt?

13. Hoe is het contact tussen de jongens en meisjes / Gebeurt er wel eens iets tussen jongens en meisjes?

14. Zijn er jongeren die het voor het zeggen hebben anders dan de groepsleiding? Kun je vertellen hoe dat gaat?

15. Wat doe je als je andere jongeren op de groep niet mag?

16. Is er wel eens sprake van agressie onderling, hoe gaat dat dan?

17. Kun je zelf beter omgaan met agressie dan voordat je hier kwam? Of juist minder goed? 18. Heb je genoeg geduld om te luisteren als andere mensen iets tegen je willen vertellen? 19. Als je iets persoonlijks bespreekt, met wie doe je dat dan?

D. Groepsleiding

Vertel de jongere dat je nu een aantal vragen wil stellen over de groepsleiding van de groep waarop hij/zij verblijft.

20. Hoe is je contact met de groepsleiding, kun je daar iets over vertellen? • Hoe gaat de groepsleiding om met jouw eigen normen en waarden? • Wat is jouw houding t.o.v. de groepsleiding?

• Wat vind jij belangrijke eigenschappen van een groepsleider?

21. Zijn er mogelijkheden van begeleiding ’s nachts? Heb je hier behoefte aan? 22. Wat vind je van de regels binnen? Welke vind je goed/niet goed?

• Zijn alle regels goed uitgelegd toen je hier binnenkwam?

• Als je regels zou kunnen veranderen, welke zouden dat dan zijn?

23. Kom je hierbinnen wel eens in de problemen? Zo ja, wat is daar de oorzaak van? 24. Hoe ervaar je de hulp hier? Krijg je genoeg ruimte?

• Ervaar je het verblijf, met het oog op de toekomst, als nuttig? Zo ja, welke elementen vind je wel / niet nuttig?

25. Hoe gaat het op school?

26. Verveel je je wel eens/vaak? Hoe komt dat? Wat doe je dan?

E. Negatieve aspecten

Vertel de jongere dat je nu een aantal vragen wil stellen over eventuele negatieve kanten van zijn/haar verblijf in de instelling.

27. Raak je wel eens gestrest hier? Waardoor komt dat? (Denk aan: opgesloten zijn/contact andere jongeren/veiligheid/contact groepsleiding/contact bezoek.)

28. Hoe ga jij om met (dit soort) tegenslagen?

29. Heb je in het verleden behoefte aan professionele hulp gehad vanwege psychische problemen of spanningen?

• Ben je naar de dokter of een andere hulpverlener gegaan? Zo nee, waarom niet? • Ben je naar de dokter of een andere hulpverlener gegaan?

o Indien ja:

 Waarom wel? o Indien nee:

 Waarom niet?

30. Heb je meer/ minder/ of evenveel last van lichamelijke klachten en psychische problemen nu je hier zit? (Bijv. slaapproblemen, depressieve gevoelens, angsten, etc.)

• Zijn er hier factoren die jouw (psychische) problemen verergeren? F. Kenmerken respondent

Vertel de jongere dat je nu een aantal vragen wil stellen over hem/haarzelf en zijn/haar situatie voordat hij/zij in de instelling geplaatst werd.

31. Kun je een omschrijving geven van je eigen ik, hoe jij was voordat je in hier kwam? (denk aan vrolijk, depressief, agressief, impulsief)

• Wat deed je op dat moment op school? (denk aan mavo, havo, vwo) 32. Gezinssituatie:

• Uit wat voor gezin kom je?

• Hoe was de relatie met je ouders/verzorgers voor je hier kwam? o Vertelde je wat je had meegemaakt?

o Wisten je ouders wie je vrienden zijn? o Vertelde je je geheimen aan je ouders? o Deelde je je emoties met je ouders?

o Moest je toestemming vragen aan je ouders voor bepaalde dingen? Zo ja, welke dingen? (Oefenden de ouders veel controle uit?)

o Had je het gevoel dat je altijd bij je ouders terecht kon?

• Had je wel eens ruzie met je moeder? Kun je daar iets over vertellen? (Denk aan irritaties / fysiek geweld)

• Had je wel eens ruzie met je vader? Kun je daar iets over vertellen? (Denk aan irritaties / fysiek geweld)

• Hoe is de relatie met je ouders/verzorgers nu? (Verbetert op genoemde aspecten of niet?)

• Schaam je je tegenover je ouders of voel je je schuldig tegenover hen omdat je hier vastzit?

• Hoe gaat het contact nu met je familie en vrienden en andere mensen buiten. Kun je daar iets over vertellen?

33. Vrienden:

• Vind jij vrienden belangrijk? Waarom wel/niet?

• Pleegden jouw vrienden ook delicten? Had je ook vrienden die niet betrokken waren bij criminele activiteiten?

• Welke invloed heeft jouw vriendengroep verder gehad op het feit dat je nu hier zit? 34. Gebruik(te) je alcohol, drugs of medicijnen? Kun je daar iets over vertellen (hoe dat is

begonnen, met wat en hoe dat verder ging)?

35. Wat denk je dat voor jou de belangrijkste reden is geweest dat je betrokken bent geraakt bij criminaliteit?

36. Wat vind je van de wereld om je heen (buiten)?

G. Heden en toekomst

Vertel de jongere dat je nu een aantal vragen wil stellen over hoe het nu met hem/haar gaat en over hoe hij/zij de toekomst ziet.

37. Kun je iets vertellen over het nu met je gaat? Hoe doe je het nu voor jezelf? • Hoe denk je je huidige situatie zelf te kunnen veranderen?

• Denk je dat dit gaat lukken?

• Ben jij trots op jezelf? Waarom wel/niet? 38. Hoe denk je dat het over een jaar met je gaat?

• En nog later, wat wil je gaan doen?

• Heb je ergens hulp of ondersteuning nodig (b.v. huisvesting, schulden) 39. Wat zijn jouw toekomstplannen?

40. Als jij het voor het zeggen had binnen deze instelling:

• Wat zou je dan doen om jongeren zoals jij verder te helpen? Kun je daar iets meer over vertellen?

• Zou je dan iets veranderen? Zo ja, wat?

H. Resultaat?

Vertel de jongere dat je als laatste nog hem/haar wil vragen naar het resultaat van het verblijf in de instelling.

41. Als je hier uitkomt, heeft dat jou dan iets veranderd? Kun je daar iets meer over zeggen?

42. Zijn er nog dingen die je aan mij kwijt zou willen?

3. Afsluiting

• Vragen: Wat is je leeftijd? • Noteren: geslacht en groep • Bedanken voor het interview • Terugblik op het interview.

Bijlage 5: Topiclijst Medewerker opgesloten jongeren.