• No results found

Toelatingsplichtige werken bij beschermde stads- en dorpsgezichten:

Zie https://www.onroerenderfgoed.be/werken-een-beschermd-stads-dorpsgezicht:

Plan je werken in een beschermd stads- of dorpsgezicht, kijk dan eerst na voor welke werken je een toelating nodig hebt. Sinds 1 januari 2015 zijn in de beschermingsbesluiten de toelatingsplichtige handelingen en beheersdoelstellingen opgenomen.

1. Werd het stads- of dorpszicht beschermd vóór 1 januari 2015, dan tonen het beschermingsbesluit EN de generieke, specifieke en aanvullende toelatingsplichten uit het Onroerenderfgoedbesluit je voor welke werken een toelating nodig is:

• De generieke toelatingsplichten staan opgesomd in artikel 6.2.3

• De specifieke toelatingsplichten voor stads- en dorpsgezichten vind je in artikel 6.2.5

• Alle aanvullende toelatingsplichten staan opgesomd in artikel 6.2.13

2. Voor beschermingen vanaf 1 januari 2015 vind je in het beschermingsbesluit van het onroerend goed een lijst met toelatingsplichtige handelingen. Ook de beheersdoelstellingen zijn in het besluit opgenomen.

3. Voor werken die in een goedgekeurd beheersplan van toelating worden vrijgesteld, heb je geen afzonderlijke toelating meer nodig.

De toelatingsplichtige handelingen kunnen dus per bescherming verschillend zijn.

BIJLAGE 3

Handelingen in beschermde stads- en dorpsgezichten (Onroerenderfgoedbesluit art.6.2.5., 01/01/2017- … )

Voor de volgende handelingen aan of in beschermde stads- en dorpsgezichten geldt de procedure van artikel 6.3.12 van dit besluit:

1° ...;

2° het verwijderen, vervangen, wijzigen of verstevigen van constructieve elementen;

3° het uitvoeren van de volgende werken aan het dak en de buitenmuren van constructies:

a) het verwijderen, vervangen of wijzigen van dakbedekking en gootconstructies;

b) het aanbrengen, verwijderen, vervangen of wijzigen van de kleur, textuur of samenstelling van de afwerkingslagen;

c) het aanbrengen, verwijderen, vervangen of wijzigen van buitenschrijnwerken, deuren, ramen, luiken, poorten, inclusief de al dan niet figuratieve beglazing, beslag, hang- en sluitwerk;

d) het aanbrengen, verwijderen, vervangen of wijzigen van aard- en nagelvaste elementen, smeedijzer en beeldhouwwerk, inclusief nieuwe toevoegingen;

e) het aanbrengen, vervangen of wijzigen van opschriften, publiciteitsinrichtingen of uithangborden, met uitzondering van verkiezingspubliciteit en met uitzondering van publiciteitsinrichtingen, waarbij wordt bekendgemaakt dat het goed te koop of te huur is, op voorwaarde dat de totale maximale oppervlakte niet meer bedraagt dan 4 m²;

4° het uitvoeren van de volgende omgevingswerken:

a) het plaatsen of wijzigen van bovengrondse nutsvoorzieningen en leidingen;

b) het plaatsen of wijzigen van afsluitingen, met uitzondering van gladde schrikdraad en prikkeldraad ten behoeve van veekering;

c) het aanleggen, wijzigen of verwijderen van wegen en paden;

d) het vellen of beschadigen van bomen en struiken die opgenomen zijn in het beschermingsbesluit of in een goedgekeurd

beheersplan, en elke handeling die een wijziging van de groeiplaats en groeivorm van de bomen en de struiken die opgenomen zijn in het beschermingsbesluit of in een goedgekeurd beheersplan tot gevolg kan hebben;

e) het aanleggen of wijzigen van verharding met een minimale gezamenlijke grondoppervlakte van 30 m² of het uitbreiden van bestaande verhardingen met minimaal 30 m², met uitzondering van verhardingen geplaatst binnen een straal van 30 meter rond een vergund of een vergund geacht gebouw;

f) het plaatsen of wijzigen van straatmeubilair, met uitzondering van niet-aard- en niet-nagelvaste elementen en verkeersborden vermeld in artikel 65 van het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;

g) het aanleggen van sport- en spelinfrastructuur of parkeerplaatsen;

h) het fundamenteel en structureel wijzigen van de aanleg van historische tuinen en parken en begraafplaatsen;

BIJLAGE 3

5° de aanmerkelijke reliëfwijziging van de bodem;

6° elke handeling die een aanzienlijke wijziging van de landschapskenmerken tot gevolg heeft, met uitzondering van cultuurgewassen, onder meer voor de landbouw, en tuinbeplanting.

In het eerste lid wordt verstaan onder aard- en nagelvast: duurzaam met de grond of met gebouwen of constructies verenigd.

Als voor de handelingen, vermeld in het eerste lid, ook een toelating vereist is omwille van een bescherming als monument, cultuurhistorisch landschap of archeologische site, geldt de meldingsprocedure, vermeld in artikel 6.3.12, niet.

Aanvullende toelatingsplichten voor als monument, stads- of dorpsgezicht of cultuurhistorisch landschap beschermde begraafplaatsen (Onroerenderfgoedbesluit art.6.2.13., 01/01/2015- … )

Het ontgraven van een binnenkerkse begraving of een gesloten begraafplaats binnen een beschermd monument, een beschermd stads- of dorpsgezicht of een beschermd cultuurhistorisch landschap kan niet worden aangevat zonder de toelating van het agentschap of, zoals vermeld in artikel 6.4.4, § 1, eerste lid van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, van de erkende onroerenderfgoedgemeente.

In het eerste lid wordt verstaan onder gesloten begraafplaats: een begraafplaats waar geen begravingen of bijzettingen meer mogen gebeuren.

BIJLAGE 3

Meldingsprocedure

(Onroerenderfgoedbesluit art.6.2.12., 01/01/2019- … )

Voor handelingen aan of in beschermde stads- of dorpsgezichten, zoals vermeld in artikel 6.2.5 of het beschermingsbesluit, wordt schriftelijk bij het college van burgemeester en schepenen een melding ingediend. Deze handelingen mogen worden aangevat vanaf de twintigste dag na de datum van de melding, behalve als het college van burgemeester en schepenen de aanmelder voordien per beveiligde zending op de hoogte brengt dat de aangemelde handelingen van aard zijn om de wezenlijke eigenschappen van het beschermde stads- of dorpsgezicht te verstoren. In dat geval kunnen de handelingen slechts worden aangevat nadat het agentschap of in voorkomend geval de erkende

onroerenderfgoedgemeente een toelating heeft verleend. De aanvraag van de toelating door de aanmelder en de behandeling ervan gebeurt overeenkomstig artikel 6.3.2 tot en met 6.3.11.

Het college van burgemeester en schepenen kan niet oordelen dat aangemelde handelingen van aard zijn om de wezenlijke eigenschappen van een beschermd stads- of dorpsgezicht te verstoren indien deze handelingen niet zichtbaar zijn vanaf een openbare weg of opgenomen in de daartoe opgestelde lijst van handelingen horende bij een overeenkomstig artikel 8.1.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 goedgekeurd beheersplan. De melding bestaat minstens uit:

1° een nauwkeurige beschrijving van de handelingen;

2° de aanwijzing van de precieze plaats waar de handelingen zullen worden uitgevoerd;

3° de vermelding van de vermoedelijke datum van het begin en het einde van de handelingen;

4° in voorkomend geval een motivering van de handelingen aan of in beschermde goederen die voortbouwt op het goedgekeurde beheersplan.

Als het mogelijk is, wordt de melding aangevuld met tekeningen of foto's.

De melding wordt in voorkomend geval geïntegreerd in de stedenbouwkundige melding, vermeld in artikel 4.2.2 van de VCRO.

Voor de gehele of gedeeltelijke sloop, het optrekken, het plaatsen of het herbouwen van een gebouw of een constructie in een beschermd stads- of dorpsgezicht moet een toelating gevraagd worden overeenkomstig artikel 6.3.2 tot en met 6.3.11.

!