• No results found

– Toelating op grond van hbo-propedeusediploma

1. Bezitters van een hbo-propedeuse diploma worden desgevraagd vrijgesteld van de

vooropleidingseis bedoeld in artikel 7.24 WHW, mits zij aantonen te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden om de opleiding met goed gevolg af te ronden.

2. Aan de in lid 1 bedoelde eis is in ieder geval voldaan indien:

a. - de hbo-propedeuse binnen een jaar is behaald, en - het gemiddelde behaalde cijfer minimaal een zeven is

b. zij door middel van een deelcertificaat aantonen te beschikken over voldoende kennis van de volgende vakken op het niveau van het vwo-eindexamen:

- Nederlands - Wiskunde Artikel 36 – Minoren

1. De bachelor omvat twee minoren van 15 ec elk, door de student te kiezen uit het onderwijsaanbod van de faculteit of daarbuiten4. Met betrekking tot de tijdvakken, frequentie en mogelijke vormen van tentaminering, fraude en plagiaat, de vaststelling en bekendmaking van de tentamenuitslag, de geldigheidsduur, het inzagerecht en vrijstellingen geldt voor het minoronderwijs hetgeen in deel 1 van deze Onderwijs- en Examenregeling is vastgelegd. Voor de vormgeving van het onderwijs wordt verwezen naar de minorgids van de faculteit:

studiegids.science.ru.nl/2015/arts/prospectus/minorgids/. Voor cursussen die buiten de opleiding gevolgd worden, bijvoorbeeld in het kader van een vrije minor, geldt met betrekking tot de tentaminering etc. hetgeen bepaald is door de examencommissie van de opleiding die het onderwijs verzorgt.

2. Het totale minorpakket van een student mag niet meer dan 15 ec aan propedeusecursussen bevatten.

3. De student heeft de mogelijkheid om maximaal één minor zelf samen te stellen uit het onderwijsaanbod van de faculteit of daarbuiten. Een zogeheten „vrije minor‟ vereist de

goedkeuring van de examencommissie5. Een verzoek tot goedkeuring van een door de student zelf samengestelde minor wordt door de student ten minste twee maanden voor het afleggen van het eerste onderdeel bij de examencommissie ingediend. In bijzondere gevallen kan de

examencommissie afwijken van de genoemde termijn.

4. Een besluit goedkeuring van de in lid 3 bedoelde minor te onthouden wordt door de

examencommissie gemotiveerd genomen, nadat de betrokkene in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord.

4 Studenten die vóór 1 september 2014 met de propedeuse van de opleiding zijn begonnen, volgen drie minoren van ieder 15 ec. Studenten die voor 1 september 2011 met de propedeuse van deze opleiding zijn begonnen volgen drie minoren van ieder 20 ec.

5 Studenten die vóór 1 september 2014 met de propedeuse van de opleiding zijn begonnen, mogen maximaal twee vrije minoren in hun programma opnemen.

- 14 -

5. Ten aanzien van de in lid 3 bedoelde minor beslist de examencommissie binnen vier weken na ontvangst van het verzoek of, indien het verzoek is ingediend binnen een academische vakantie, binnen vier weken na afloop daarvan. De examencommissie kan de beslissing voor ten hoogste twee weken verdagen. Van de verdaging wordt voor de afloop van de in de eerste zin genoemde termijn schriftelijk mededeling gedaan aan de student.

6. Indien een student in de in lid 3 bedoelde minor wijzigingen wenst aan te brengen in de keuze van de onderdelen waarover reeds goedkeuring is verkregen, kan hij een verzoek daartoe indienen bij de examencommissie. De criteria die in dit artikel worden genoemd, zijn ook van toepassing op de gewenste wijzigingen.

Artikel 37 – Core Curriculum

1. Alle studenten die vanaf 1 september 2011 voor het eerst in de propedeuse staan ingeschreven, volgen gedurende hun studie een core curriculum van 15 ec. Dit core curriculum bestaat uit de volgende onderdelen:

- Wijsgerige reflectie: Geschiedenis van het denken (5 ec.) - Kennis en inzichten in de humaniora (5 ec.)

Keuze uit (onder voorbehoud):

- Theories of interpretation: understanding and explanation in the Humanities - Intellectuele geschiedenis van het Christendom

- De oudheid en haar voortleven in de Europese cultuur

- Ways of seeing. From mimesis to hyperrealism in the visual arts - Van Beowulf tot Brecht: Meesterwerken uit de Europese Letterkunde - Jodendom, christendom, islam: Oorsprong, conflict, en dialoog - De taal van literatuur

- De academicus voor de klas

- Geesteswetenschappen en samenleving (5 ec.)

2. Voor de vormgeving van het onderwijs wordt verwezen naar de studiegids van de opleiding:

studiegids.science.ru.nl/2015/arts/

Paragraaf 7 – Propedeuse

Artikel 38 – Samenstelling propedeuse6

1. De propedeuse omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in ec. Voor de vormgeving van het onderwijs wordt verwezen naar de studiegids van de opleiding:

studiegids.science.ru.nl/2015/arts/:

Mentoraat 0

Taal en media: inleiding in de taalbeheersing 5

Taal in actie: discourse-analyse 5

Taal en taalverleden: inleiding taalkunde/ Middelnederlands 5

Spraak en betekenis: fonetiek/semantiek 5

Zinsstructuur toen en nu: vroegnieuwnederlands/syntaxis 5

Klank- en woordstructuur: fonologie/morfologie 5

Wat is literatuur: inleiding letterkunde 5

Middeleeuwen: letterkunde 1 5

Gouden eeuw: letterkunde 2 5

6 Zie bijlage 1 voor een overgangsregeling voor studenten die voor 1 september 2015 met de propedeuse zijn begonnen

- 15 -

18e eeuw: letterkunde 3 5

Praktische onderzoeksvaardigheden Neerlandistiek 5

Core curriculum: Geschiedenis van het denken 5

2. a. Voor alle werkcolleges geldt een aanwezigheidsplicht. Voor de aanwezigheidsplicht geldt de volgende algemene regel:

Wanneer een student bij minder dan 80% maar bij tenminste 60% van de colleges van een onderdeel aanwezig is geweest, wordt hij uitgesloten van de tweede gelegenheid tot het afleggen van het tentamen dan wel de praktische toetsing van het betreffende onderdeel. Wanneer een student bij minder dan 60% van de colleges van een onderdeel aanwezig is geweest, wordt hij uitgesloten van de beide gelegenheden tot het afleggen van het tentamen dan wel de praktische oefening van het onderdeel. Daarmee kan het onderdeel in het betreffende collegejaar niet worden afgerond. Bij een cursus die gegeven wordt in twee perioden, wordt de regel per periode toegepast.

b. Van de algemene aanwezigheidsregels kan in sommige gevallen worden afgeweken als

specifieke regels betreffende aanwezigheidsplicht van een onderdeel in cursushandleidingen en op Blackboard expliciet kenbaar gemaakt zijn. Deze specifieke aanwezigheidsregels per onderdeel kunnen dus de algemene aanwezigheidsregel vervangen.

c. Onvoldoende aanwezigheid bij de werkcolleges volgens de onder 2a en 2b gestelde regels kan als uiterste consequentie hebben dat de student niet wordt toegelaten tot het tentamen van het betreffende onderdeel.

Artikel 39 – Praktische oefeningen in de propedeuse

1. De volgende propedeuseonderdelen, als genoemd in artikel 38, omvatten, eventueel naast het onderwijs in de vorm van hoor-, werk- of instructiecolleges, praktische oefeningen in de daarbij aangegeven vorm:

- Mentoraat: praktische oefeningen

- Taal en media: inleiding in de taalbeheersing: schriftelijke opdrachten - Taal in actie: discourse-analyse: schriftelijke opdrachten en analyse

- Taal en taalverleden: inleiding taalkunde/ Middelnederlands: schriftelijke opdrachten - Spraak en betekenis: fonetiek/semantiek: schriftelijke opdrachten, praktische opdrachten en

analyse

- Zinsstructuur toen en nu: vroegnieuwnederlands/syntaxis: schriftelijke opdrachten - Klank- en Woordstructuur: fonologie/morfologie: schriftelijke opdrachten

- Wat is literatuur: inleiding letterkunde: schriftelijke opdrachten en mondelinge presentatie - Middeleeuwen: letterkunde 1: schriftelijke opdrachten en mondelinge presentatie

- Gouden eeuw: letterkunde 2: schriftelijke opdrachten en mondelinge presentatie - 18e eeuw: letterkunde 3: schriftelijke opdrachten en mondelinge presentatie

- Praktische onderzoeksvaardigheden Neerlandistiek: schriftelijke opdrachten, mondelinge presentatie, praktische opdrachten, actieve deelname aan Neerlandistiek in het Nieuws en aan de Intensieve eerste week.

2. Een voldoende voor het tentamen kan alleen doorgevoerd worden als ook voldaan is aan de eisen van de desbetreffende praktische oefeningen. Een belangrijke eis bij de schriftelijke opdrachten is dat zij in correct en verzorgd Nederlands gesteld zijn.

3. Met betrekking tot de volgende onderdelen geldt het met voldoende resultaat deelnemen aan de praktische oefening als het behalen van het des betreffende tentamen:

Niet van toepassing.

- 16 -

Paragraaf 8 – De postpropedeutische fase van de opleiding

Artikel 40 – Samenstelling postpropedeuse

1. De postpropedeuse omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in ec. Voor de vormgeving van het onderwijs wordt verwezen naar de studiegids van de opleiding:

studiegids.science.ru.nl/2015/arts/

Literatuurgeschiedenis 3 5

Van Adam tot Zeus: invloed van Bijbel en klassieken op de Nederlandse letterkunde

5

Aandachtsgebieden in de Nederlandse letterkunde 5

Taalverandering en taalvariatie 5

Van klank tot woord 5

Tekstontwerp 5

Inleiding psycholinguïstiek 5

Methoden in de Neerlandistiek 5

Drie onderdelen uit het onderstaande keuzeaanbod 7

- Schoolvak Nederlands 5

- Digital humanities 5

- Recent Vlaams proza 5

- Vroegmoderne letterkunde 5

- Toekomstromans uit de negentiende eeuw 5

- Experimenteel onderzoek naar persuasieve teksten 5

Verdieping letterkunde 5

Tekstanalyse 5

Een onderdeel uit onderstaan keuzeaanbod

- Statistiek 5

- Literaire canon 5

Core Curriculum 10

Minoren 30

Bachelorscriptie, inclusief scriptiecolloquium 10

2. a. Voor alle werkcolleges geldt een aanwezigheidsplicht. Voor de aanwezigheidsplicht geldt de volgende algemene regel:

Wanneer een student bij minder dan 80% maar bij tenminste 60% van de colleges van een onderdeel aanwezig is geweest, wordt hij uitgesloten van de tweede gelegenheid tot het afleggen van het tentamen dan wel de praktische toetsing van het betreffende onderdeel. Wanneer een student bij minder dan 60% van de colleges van een onderdeel aanwezig is geweest, wordt hij uitgesloten van de beide gelegenheden tot het afleggen van het tentamen dan wel de praktische oefening van het onderdeel. Daarmee kan het onderdeel in het betreffende collegejaar niet worden afgerond. Bij een cursus die gegeven wordt in twee perioden, wordt de regel per periode toegepast.

b. Van de algemene aanwezigheidsregels kan in sommige gevallen worden afgeweken als

specifieke regels betreffende aanwezigheidsplicht van een onderdeel in cursushandleidingen en op Blackboard expliciet kenbaar gemaakt zijn. Deze specifieke aanwezigheidsregels per onderdeel kunnen dus de algemene aanwezigheidsregel vervangen.

7 Studenten die vóór 2014-2015 met de opleiding zijn gestart, hebben in plaats van dit onderdeel een minor in hun programma.

- 17 -

c. Onvoldoende aanwezigheid bij de werkcolleges volgens de onder 2a en 2b gestelde regels kan als uiterste consequentie hebben dat de student niet wordt toegelaten tot het tentamen van het betreffende onderdeel.

Artikel 41 – Praktische oefeningen in de postpropedeuse

1. De volgende onderdelen van de postpropedeutische fase, als genoemd in artikel 40, omvatten, naast het onderwijs in de vorm van hoor-, werk- of instructiecolleges, praktische oefeningen in de daarbij aangegeven vorm:

- Literatuurgeschiedenis 3: schriftelijke opdrachten - Verdieping letterkunde: schriftelijke opdrachten

- Aandachtsgebieden in de Nederlandse letterkunde: schriftelijke en mondelinge opdrachten - Taalverandering en taalvariatie: schriftelijke en mondelinge opdrachten

- Van klank tot woord: praktische opdrachten

- Tekstontwerp: schriftelijke en praktische opdrachten

- Methoden in de Neerlandistiek: schriftelijke opdrachten, participatie als proefpersoon, presentatie

- Inleiding Psycholinguïstiek: schriftelijke opdrachten - Tekstanalyse: schriftelijke opdrachten

- Statistiek: Schriftelijke en praktische opdrachten - Literaire Canon: mondelinge presentatie

- Schoolvak Nederlands: schriftelijke opdracht en het maken van een video - Digital humanities: schriftelijke opdrachten

- Recent Vlaams proza: schriftelijke opdrachten en mondelinge presentatie - Vroegmoderne letterkunde: schriftelijke opdrachten

- Toekomstromans uit de negentiende eeuw: schriftelijke opdrachten en mondelinge presentatie - Experimenteel onderzoek naar persuasieve teksten: experiment en schriftelijke opdrachten 2. Een voldoende voor het tentamen kan alleen doorgevoerd worden als ook voldaan is aan de eisen

van de desbetreffende praktische oefeningen. Een belangrijke eis bij de schriftelijke opdrachten is dat zij in correct en verzorgd Nederlands gesteld zijn.

3. Met betrekking tot de volgende onderdelen geldt het met voldoende resultaat deelnemen aan de desbetreffende praktische oefening zoals vermeld als het behalen van het tentamen:

- Aandachtsgebieden in de Nederlandse letterkunde - Verdieping letterkunde

- Schoolvak Nederlands - Digital humanities

- Toekomstromans uit de negentiende eeuw

Paragraaf 9 – Tentamens en examens van de opleiding

Artikel 42 – Volgorde van de tentamens (‘volgtijdelijkheid’)

1. Aan de tentamens en de daarbij behorende praktische oefeningen van de hierna te noemen onderdelen kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat de tentamens van de daarbij vermelde onderdelen zijn behaald:

a. propedeuse:

Niet van toepassing b. postpropedeuse:

- 18 -

- Voldoende aanwezigheid bij Inleiding Literatuurwetenschap 1; en Inleiding Verhaal en Poëzieanalyse of Wat is Literatuur: inleiding letterkunde behaald hebben en Praktische onderzoeksvaardigheden Letteren/Neerlandistiek behaald hebben vóór Aandachtsgebieden in de Nederlandse letterkunde.

- Voldoende aanwezigheid bij Structuur van het Nederlands 1 en Structuur van het Nederlands 2 vóór Inleiding Psycholinguïstiek

- Voldoende aanwezigheid bij Inleiding Psycholinguïstiek vóór Methoden in de Neerlandistiek

- Propedeuse behaald en alle tweedejaars majorvakken voldoende aanwezigheid vóór alle derdejaars vakken

- Propedeuse en alle tweedejaars majorvakken en in totaal 120 ec behaald vóór bachelorwerkstuk (waarvoor 10 ec ‘studietijd’ vrijgemaakt moet kunnen worden) Voor alle uitzonderingen moet toestemming aangevraagd worden bij de examencommissie 2. In bijzondere gevallen kan de examencommissie toestaan dat op verzoek van de student wordt

afgeweken van de volgorde zoals boven vermeld.

3. Ten aanzien van een tentamen dat niet is genoemd in het eerste lid, omdat het betrekking heeft op een vak dat niet in het programma van de opleiding voorkomt, geldt wat daarover in de voor dat onderdeel geldende Onderwijs- en Examenregeling is bepaald.

Artikel 43 – Beperking geldigheidsduur behaalde studiepunten

In afwijking van het bepaalde in artikel 12.1a gelden, onverminderd het bepaalde in de leden 12.1b en 12.2, voor behaalde studieresultaten de hierna te noemen beperkingen:

- Alle deelresultaten van een onderdeel vervallen indien het onderdeel in zijn geheel niet binnen de in artikel 11, lid 1 gestelde termijn is afgerond. Dit geldt niet voor de hieronder genoemde onderdelen waarbij deelresultaten een jaar mogen blijven staan:

 Taal en taalverleden: Inleiding taalkunde/ Middelnederlands (alleen periodedeelcijfers mogen blijven staan)

 Spraak en betekenis: fonetiek/semantiek (alleen periodedeelcijfers mogen blijven staan)

 Zinsstructuur toen en nu: Vroegnieuwnederlands/syntaxis (alleen periodedeelcijfers mogen blijven staan)

 Klank- en Woordstructuur: Fonologie/morfologie (alleen periodedeelcijfers mogen blijven staan)

 Literatuurgeschiedenis 3 (alleen periodedeelcijfers mogen blijven staan).

 Verdieping Letterkunde (alleen deelcijfers per literaire periode mogen blijven staan)

 Tekstanalyse (deelcijfers bij dit vak zijn: werkstuk 1, werkstuk 2, tentamen. Als de student voor werkstuk 1 of werkstuk 2 een onvoldoende heeft gehaald maar het andere werkstuk én het tentamen heeft gehaald, dan mogen de deelcijfers voor het andere werkstuk en het tentamen blijven staan)

- Cijfers van groepswerkstukken vervallen altijd als het vak niet behaald is.

- Alle examenonderdelen van vakken die in 2015-2016 niet meer worden aangeboden en waarvoor nog een extra examengelegenheid in de tentamenperiode na periode 1 (2015) wordt geboden, mogen blijven staan tot eind november 2015.

Artikel 44 – Weging

Bij het toekennen van het judicium gaat de examencommissie uit van een gewogen gemiddelde, waarbij cijfers van vakken meetellen in verhouding tot de ec-waardering verbonden aan deze vakken.

- 19 -

Bijlage 1: Overgangsregeling propedeuseonderdelen

Vak 2014/2015 Code Vervanger Code

Literatuurgeschiedenis 1A LET-NTCB1111A Middeleeuwen (deel literatuurgeschiedenis)

LET-NTCB111 Literatuurgeschiedenis 1B LET-NTCB1111B Gouden eeuw (deel

literatuurgeschiedenis)

LET-NTCB112 Middelnederlands LET-NTCB1301A Middelnederlands uit Taal

en taalverleden

LET-NTCB120 Vroegnieuwnederlands LET-NTCB1301B Vroegnieuwnederlands uit

Zinsstructuur toen en nu

LET-NTCB122 Structuur 1A LET-NTCB1411A Syntaxis uit Zinsstructuur

toen en nu

LET-NTCB122 Structuur 1B LET-NTCB1411B Fonologie uit Klank en

woordstructuur

LET-NTCB123

POL LET-NTCB1113 PON LET-NTCB140

Effectief Schrijven A LET-NTCB1510A PON LET-NTCB140

Effectief Schrijven B LET-NTCB1510B Inleiding Taalbeheersing:

Taal en media

LET-NTCB130 Literatuurgeschiedenis 2A LET-NTCB1112A Achttiende eeuw (deel

literatuurgeschiedenis)

LET-NTCB113 Literatuurgeschiedenis 2B LET-NTCB1112B Negentiende eeuw (deel

literatuurgeschiedenis)

2016-2017 Structuur 2A LET-NTCB1412A Morfologie uit Klank en

woordstructuur

LET-NTCB123 Structuur 2B LET-NTCB1412B Inleiding Taalkunde uit Taal

en taalverleden

LET-NTCB120 Inleiding

Literatuurwetenschappen

LET-ACWB20805 Wat is literatuur + extra LET-NTCB110 Constituenten LET-NTCB1413 Constituenten in 2016/2017 2016-2017 Argumentatieanalyse LET-NTCB1512 Argumentatie en

maatschappelijk debat

LET-NTCMI520 Geschiedenis van het

denken

LET-LETCC100 Geschiedenis van het denken

LET-LETCC100