• No results found

Het doel van de wetgeving omtrent aansprakelijkheid is om een benadeelde, die schade oploopt doordat anderen iets doen of nalaten, schadeloos te stellen. De wetgever heeft in de diverse wetten aangaande het deelnemen aan het verkeer verschillende regels omtrent aansprakelijkheid vastgelegd. Deze zijn in meerdere rechterlijke uitspraken verduidelijkt, verruimd of beperkt. Tot het in gebruik nemen van zelfrijdende voertuigen voldoet de huidige wetgeving in gevallen van schade: er is immers altijd een bestuurder die verantwoordelijk is voor het besturen van een motorrijtuig. Echter wanneer in de toekomst de menselijke factor een geheel andere gaat worden in de situatie van vervoer met een volledig zelfrijdende auto, voldoet de bestaande wetgeving waarschijnlijk niet meer110. De aansluiting met de praktijk moet gevonden worden opdat mensen meer gebruik gaan maken van dit nieuwe veiliger geachte vervoermiddel. Mensen willen in het algemeen meestal wel de schade die zij zelf toebrengen aan een ander vergoeden. De verzekeringen die deze mensen indekken tegen de financiële gevolgen van een aansprakelijkheid worden nu eenmaal afgesloten. Echter nu de gebruiker van een zelfrijdende auto “helemaal niets kan doen” aan een vervelend voorval of aanrijding met de volledig zelfrijdende auto dan komt het gevoel van onrechtvaardigheid bij een gestelde aansprakelijkheid om de hoek kijken. Is het redelijk om iemand aansprakelijk te houden als die persoon helemaal niets had kunnen doen om de schade te voorkomen? Er moet naar mijn mening naar verschillende opties gekeken worden die meer aan de praktijk en aan redelijkheid tegemoet kunnen komen. Een nieuw aansprakelijkheidsmodel, een fonds of een verzekering zou dan tot de mogelijkheden kunnen behoren. In de vorige hoofdstukken is in dit onderzoek aangetoond dat de huidige wetgeving weliswaar toepasbaar is op ongevallen met een volledig zelfrijdende auto, maar het toepassen is tamelijk gekunsteld, het leidt tot complicaties of het vraagt om aanpassingen. Daardoor voldoen deze regels niet aan de norm dat de wetgeving ook voor iedereen duidelijk en begrijpelijk moet kunnen zijn. Daarom zullen in het kader van dit onderzoek enkele voorstellen worden gedaan om oplossingen te bieden voor problemen die ontstaan bij ongevallen met een volledig zelfrijdende auto in het huidige wetstelsel.

4.1 Individuele risicoaansprakelijkheid

Een mogelijkheid om problemen omtrent de aansprakelijkheid bij een ongeval met een zelfrijdende auto weg te nemen is om een vorm van risicoaansprakelijkheid voor de bezitter/gebruiker aan te nemen111. Dit zal betekenen dat de maatschappij accepteert dat het risico van de gedragingen van een volledig zelfrijdende auto bij de gebruiker van die auto komt te liggen. Dit zal vooral moeten zien op gevallen waarbij aansprakelijkheid van producenten op basis van artikel 6:185 e.v. BW niet zal slagen112. Het grootste voordeel van het aansprakelijkheidsrecht is dat de volledige schade vergoed wordt wanneer zich ongevallen voordoen in tegenstelling tot de verkeersverzekering die behandeld wordt in paragraaf 4.3, waarbij slechts een gelimiteerde schadevergoeding uitgekeerd wordt.

Voorbeeld 4.1

Een volledig zelfrijdende auto moet plotseling uitwijken voor een fietser op de openbare weg. De volledig zelfrijdende auto maakt ‘de keus’ om uit te wijken en blikschade te veroorzaken aan een auto die op de rijbaan naast hem rijdt.

In voorbeeld 4.1 kan er geen beroep gedaan worden op artikel 185 van de Wegenverkeerswet, aangezien er sprake is van een ongeval tussen twee gemotoriseerde voertuigen. Een beroep op een onrechtmatige daad lijkt ook uitgesloten, tenzij in de toekomst krachtens verkeersopvattingen, gedragingen van de volledig zelfrijdende auto aan de gebruiker kunnen worden toegerekend, nu de gebruiker van de zelfrijdende auto geen verwijt gemaakt kan worden bij het ontstaan van een ongeval, behoudens nalatigheid. Bovendien kan het slachtoffer/de benadeelde eveneens geen beroep doen op aansprakelijkheid wegens een gebrekkige roerende zaak of aansprakelijkheid wegens een gebrekkig product. De volledig zelfrijdende auto zal waarschijnlijk zo geprogrammeerd zijn dat het menselijke slachtoffers vermijdt. In een geval zoals bij voorbeeld 4.1 zou een individuele risicoaansprakelijkheid bijvoorbeeld een optie zijn. Door deel te nemen aan het wegverkeer aanvaardt men (nu eenmaal) de kans op het ontstaan van ongevallen. Zelfs als zelfrijdende auto’s voor een verhoogde veiligheid zorgen, zullen ongevallen

111 Schreuder 2014 p. 8 112 Schreuder 2014 p. 8

blijven voorkomen113. Bij deze vorm van aansprakelijkheid is er wederom geen schuld of verwijt nodig, het enkele feit dat een bezitter/gebruiker van een zelfrijdende auto deelneemt aan het verkeer kan rechtvaardigen dat hij de risico’s hiervan moet dragen114. De bezitter/gebruiker is degene die nut en baat heeft bij het gebruik van een zelfrijdende auto en hij bepaalt wanneer deze auto gebruikt wordt. Dit kan een rechtvaardigingsgrond vormen om een soort van risicoaansprakelijkheid op hem te vestigen115. Hierbij zou men kunnen denken aan het toevoegen van een wetsartikel aan titel 3 afdeling 2 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek gelijkend op het artikel 6:179 BW die de risicoaansprakelijkheid van bezitters van dieren behelst. Dit artikel zou de risicoaansprakelijkheid van een gebruiker/bezitter van een volledig zelfstandig rijdende auto kunnen behelzen, zoals dit naar huidig recht het geval is bij bijvoorbeeld opstallen, bij gevaarlijke stoffen en bij de bezitter van een dier die uit eigenbeweging schade toebrengt aan een ander.

De hoogte van de te vergoeden schade kan wellicht worden ingevuld met een eigen schuldbepaling. Wellicht zou hier een zelfde lijn kunnen worden ingezet als bij de ontwikkeling van de 50% en 100% regeling in de jurisprudentie zoals dit ook gebeurde bij artikel 185 Wegenverkeerswet. Hierbij kan men denken aan een mogelijkheid om de bezitter/gebruiker van een zelfrijdende auto in ieder geval 50% van de schade te laten vergoeden bij een ongeval, wanneer er sprake is van eigen schuld van een slachtoffer. Afhankelijk van de situatie die zich heeft voorgedaan bij een ongeval zou dit verhoogd kunnen worden naarmate de computer van een zelfrijdende auto voor meer gevaar heeft gezorgd.

Op deze vorm van risicoaansprakelijkheid zijn echter ook uitzonderingen te bedenken waardoor de bezitter/gebruiker eventuele aansprakelijkheid kan afwenden. Een uitzondering zou zich bijvoorbeeld kunnen voordoen indien de zelfrijdende auto voor de meest veilige optie koos, dat wil zeggen zo min mogelijk (of ernstige) schade heeft veroorzaakt in het geval van een ongeluk. Daarnaast zou een uitzondering op aansprakelijkheid gevormd kunnen worden indien aangetoond wordt dat het aannemelijk was dat een natuurlijk persoon met een verhoogde mate van

113 Hevelke & Nida-Rümelin 2014 p. 626 114 Hevelke & Nida-Rümelin 2014 p. 626 115 Schreuder 2014 p. 8

zorgvuldigheid evenmin in dezelfde situatie de ontstane schade had kunnen voorkomen116.

4.2 Collectieve aansprakelijkheid

In de literatuur wordt er voor gepleit om naast een risicoaansprakelijkheid van de bezitter/gebruiker van de zelfrijdende auto, een collectieve aansprakelijkheid aan te nemen117. Ook deze vorm van aansprakelijkheid zou men kunnen toepassen op voorbeeld 4.1 Men kan hierbij denken aan twee verschillende vormen. Ten eerste aan een collectieve aansprakelijkheid van bezitters van zelfrijdende auto’s, bijvoorbeeld door een vorm van belasting bij aanschaf van een zelfrijdende auto te verplichten118. Deze vorm van aansprakelijkheid krijgt echter in de literatuur ook kritiek. Op deze manier draagt de consument de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van de technologie en gaat de producent in zekere zin vrijuit119.

Ten tweede kan men aan een collectieve aansprakelijkheid van producenten van zelfrijdende auto’s denken, waarbij de producenten een bepaald bedrag per jaar betalen aan dit fonds om slachtoffers van ongevallen waarbij een zelfrijdende auto betrokken is schadeloos te stellen. Dit moet vooral de juridische problemen oplossen wanneer er sprake is van een ongeval met een zelfrijdende auto waarbij er geen sprake is van een evidente productiefout en de bezitter/gebruiker van een zelfrijdende auto niets te verwijten valt. Rechtvaardiging voor deze oplossing kan gevonden worden in de veronderstelling dat een consument investeert in een veilig product en dat hij niet verantwoordelijk gehouden behoeft te worden voor ongelukken die ontstaan uit berekeningen van een computer die dit product bestuurt. Bovendien lijkt het gerechtvaardigd om de producent van een zelfrijdende auto in ieder geval deels verantwoordelijk te kunnen houden voor de gevolgen van het door hem gefabriceerde product, ook al is er geen sprake van een productiefout120. Hierdoor worden producenten aangespoord om een zo veilig mogelijk product op de markt te brengen, zonder dat alleen de consument het risico hoeft te dragen voor het gebruik van dit product.

116 Schreuder 2014 p. 8

117 O.a. De Vey Mestdagh & Lubbers 2015 p. 275 118 Hevelke & Nida-Rümelin 2014 p. 629

119 Hevelke & Nida-Rümelin 2014 p. 629 120 Hevelke & Nida-Rümelin 2014 p. 629

Ook is een mengvorm denkbaar waarbij er een gezamenlijke plicht is voor het vullen van een fonds voor aansprakelijkheid na ongevallen met volledig zelfrijdende auto’s. Zodoende ontstaat er een gezamenlijke plicht voor gebruikers/bezitters en producenten om het risico van het gebruik van volledig zelfrijdende auto’s te dekken. Zowel consumenten als producenten zullen een bijdrage moeten leveren aan een fonds dat schade vergoedt na het ontstaan van ongevallen met volledig zelfrijdende auto’s. Er zullen dan geen discussies meer ontstaan of de gebruiker of de producent het risico moet dragen voor gedragingen of fouten van een zelfrijdende auto. Slachtoffers van ongevallen zullen niet een rechtelijke procedure hoeven te starten om iemand aansprakelijk te stellen. Zij kunnen immers aankloppen bij dit fonds en hoeven slechts aan te tonen dat zij schade hebben geleden door toedoen van een volledig zelfrijdende auto.

4.3 Verkeersverzekering

Een andere mogelijkheid die in de plaats kan komen van het huidige aansprakelijkheidsstelsel is het ontwerpen van een verzekering waarbij in plaats van het aansprakelijkheidsrisico, het risico op schade wordt gedekt121. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft opdracht gegeven tot een analyse voor deze mogelijkheid122 en het lijkt daarom een serieuze optie te zijn. De belangrijkste vraag betreft hier welk risico de verzekering uiteindelijk zal moeten dekken. In de literatuur wordt betoogd om aan te sluiten bij artikel 3 van de WAM, een verkeersverzekering zal de schade dekken die toegebracht is door omstandigheden die in het verkeer zijn toe te rekenen aan een motorrijtuig123.

Er kleven een aantal voor- en nadelen aan dit type van verzekeren. Een verkeersverzekering is gebaseerd op een zogenoemde directe verzekering. Een verzekeraar handelt de ontstane schade af van zijn verzekerde, ongeacht de vraag of hij deze schade veroorzaakt heeft. Het grootste voordeel van een dergelijke

121 van Wees 2016 p. 29

122 Verbond van Verzekeraars, Toekomstvisie Automotive, onderweg naar morgen p. 8, online

geraadpleegd:https://www.verzekeraars.nl/actueel/nieuwsberichten/Documents/2015/November/Onder weg%20naar%20morgen.pdf

verzekering is dat discussies omtrent de schuldvraag worden weggenomen124. Degene die schade lijdt hoeft niet de verzekering van de veroorzakende partij aan te spreken, maar kan zijn schade claimen bij de verzekering van het voertuig waar hij zich in bevond125. Een verzekering zal zó omschreven moeten worden dat een slachtoffer alleen hoeft aan te tonen dat hij schade heeft geleden door toedoen van het omschreven verkeersrisico. De kosten die gemaakt worden bij het huidige aansprakelijkheidsrecht zijn voor het onderzoek naar de schuldvraag vaak hoog, het beperken van deze discussie zal leiden tot een verlaging van deze kosten126.

Daarentegen zal een gevolg van een dergelijke verzekering kunnen zijn dat meer mensen aanspraak maken op uitkering van een vergoeding. Het wordt dus duurder voor verzekeraars om schade uit te keren. Dit lijkt een significant nadeel te zijn, aangezien hierdoor premies voor een dergelijke verzekering hoog kunnen uitvallen127. Daarnaast doet een verkeersverzekering geen recht aan het maatschappelijke uitgangspunt dat de veroorzaker van de schade moet betalen. Het komt niet overeen met een eerlijke, rechtvaardige kostenverdeling128. Desalniettemin zorgt een dergelijke verzekering ervoor dat vraagstukken omtrent de aansprakelijkheid van een eigenaar van een volledig zelfrijdende auto buiten beschouwing kunnen worden gelaten, wat een aanzienlijk voordeel is ten opzichte van het huidige aansprakelijkheidsrecht systeem.

Een verkeersverzekering zou afgesloten moeten worden door eigenaren van volledig zelfrijdende auto’s om schade voor eigen inzittende(n) af te dekken samen met schade die ontstaat bij derden. De uitkering van schade zou wel gemaximeerd dan wel genormeerd moeten worden om te voorkomen dat een dergelijk systeem te duur zal worden129. De gedachte achter een normering of maximering is dat slachtoffers zekerheid hebben dat altijd een bedrag wordt uitgekeerd ongeacht of zij schuld hebben bij een ongeval130. Ook zal dit kostenbesparing en tijdwinst opleveren bij de 124 van Wees 2016 p. 29 125 van Wees 2016 p. 29 126 van Wees 2016 p. 31 127 van Wees 2016 p. 31-32 128 van Wees 2016 p. 32

129 Verbond van Verzekeraars, Toekomstvisie Automotive, onderweg naar morgen p. 10, online

geraadpleegd:https://www.verzekeraars.nl/actueel/nieuwsberichten/Documents/2015/November/Onder weg%20naar%20morgen.pdf

130 Verbond van Verzekeraars, Toekomstvisie Automotive, onderweg naar morgen p. 10, online

geraadpleegd:https://www.verzekeraars.nl/actueel/nieuwsberichten/Documents/2015/November/Onder weg%20naar%20morgen.pdf

gerechtelijke instanties131. Niet alleen gemotoriseerde voertuigen, zoals een volledig zelfrijdende auto, maar ook zwakkere verkeersdeelnemers zoals voetgangers en fietsers kunnen een dergelijke verzekering afsluiten. Zodoende wordt elke vorm van schade afgedekt door de verkeersverzekering.

4.4 Tussenconclusie

In dit hoofdstuk zijn enkele manieren voor het vaststellen van aansprakelijkheid besproken die eventueel in de toekomst mogelijk zullen zijn, wanneer een slachtoffer/benadeelde zijn schade vergoed wil zien in het geval waarbij een volledig zelfrijdende auto schade veroorzaakt. Daarnaast is een alternatieve manier van verzekeren geopperd om lastige aansprakelijkheidsvraagstukken te elimineren bij ongevallen.

Een mogelijkheid om aansprakelijkheid van de gebruiker van een volledig zelfrijdende auto vast te stellen is het aannemen van een risicoaansprakelijkheid. Bij deze vorm van aansprakelijkheid is er wederom geen schuld of verwijt nodig, het enkele feit dat een bezitter/gebruiker van een zelfrijdende auto deelneemt aan het verkeer kan rechtvaardigen dat hij de risico’s hiervan moet dragen. Hierbij zou men kunnen denken aan het toevoegen van een wetsartikel aan titel 3 afdeling 2 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek. Dit artikel zou de risicoaansprakelijkheid van een gebruiker/bezitter van een volledig zelfstandig rijdende auto kunnen behelzen, zoals dit naar huidig recht het geval is bij bijvoorbeeld bepaalde zaken en dieren. Het grootste voordeel van het aansprakelijkheidsrecht is dat de volledige schade vergoed wordt in het geval er ongevallen ontstaan, in tegenstelling tot de verkeersverzekering waarbij slechts een beperkte schadevergoeding uitgekeerd wordt.

Daarnaast is het een mogelijkheid om een collectieve aansprakelijkheid aan te nemen. Deze mogelijkheid heeft twee vormen. Ten eerste een collectieve aansprakelijkheid voor bezitters/gebruikers van een volledig zelfrijdende auto. Hierdoor ligt het ontwikkelingsrisico echter bij de consument en gaat de producent vrijuit. Daarom zou men ten tweede kunnen denken aan een collectieve aansprakelijkheid voor

131 Verbond van Verzekeraars, Toekomstvisie Automotive, onderweg naar morgen p. 10, online

geraadpleegd:https://www.verzekeraars.nl/actueel/nieuwsberichten/Documents/2015/November/Onder weg%20naar%20morgen.pdf

producenten van volledig zelfrijdende auto’s. Zodoende draagt de producent het ontwikkelingsrisico en wordt deze producent tevens gemotiveerd om een veilig product te leveren aan de consument. Ook is een combinatie denkbaar waarbij eigenaren/bezitters en producenten gezamenlijk bijdragen aan een fonds dat schadevergoeding uitkeert bij ongevallen veroorzaakt door een volledig zelfrijdende auto.

Een oplossing buiten het aansprakelijkheidsrecht is het aanbieden van een verkeersverzekering. Het voordeel hiervan is dat (kostbare) aansprakelijkheidsvraagstukken vermeden worden en de verzekering schade vergoedt aan slachtoffers die ontstaan is door toedoen van een volledig zelfrijdende auto. Een dergelijke verzekering wordt afgesloten om schade te dekken van inzittenden van het schade veroorzakende voertuig alsmede voor schade die is ontstaan bij derden. De kern van deze verzekering is het verzekeren van het risico op schade in plaats van het verzekeren van het aansprakelijkheidsrisico.

5. Conclusie

Met dit onderzoek is getracht de vraag te beantwoorden of de huidige wetgeving toereikend is voor een slachtoffer om schadevergoeding te ontvangen bij een ongeval met een volledig zelfrijdende auto en of er aanpassingen nodig zijn op de bestaande wetgeving.

Door middel van gegeven voorbeelden probeert dit onderzoek de vraag te beantwoorden of er juridische problemen ontstaan bij de toepassing van artikel 185 Wegenverkeerswet in de gevallen waarbij er sprake is van ongevallen waarbij een volledig zelfrijdende auto betrokken is. Artikel 185 Wegenverkeerswet is een kwalitatieve aansprakelijkheid (de eigenaar/houder van een zelfrijdende auto wordt immers in zijn hoedanigheid aangesproken) die in de praktijk echter neigt naar een risicoaansprakelijkheid. De eigenaar/houder van een zelfrijdende auto is aansprakelijk voor de schade die ontstaat bij een aanrijding tussen een gemotoriseerd voertuig en een ongemotoriseerd voertuig, persoon of zaak tenzij hij aantoont dat er sprake is van overmacht. Een softwarefout bij een zelfrijdende auto zal waarschijnlijk niet leiden tot een geslaagd beroep op overmacht aangezien de Hoge Raad oordeelde dat een gebrek aan het motorrijtuig geen geslaagd beroep op overmacht oplevert.

Is er sprake van een ongeval met een persoon ouder dan 14 jaar die door zijn gedragingen heeft bijgedragen aan het ontstaan van het ongeval, dan moet in ieder geval 50% van de schade vergoed worden. Betreft het een ongeval met een slachtoffer jonger dan 14 jaar, die met zijn gedragingen heeft bijgedragen aan het ontstaan van het ongeval, zal behouders uitzonderlijke gevallen, 100% van de schade vergoed moeten worden.

Uit dit onderzoek blijkt dat op grond van de Wegenverkeerswet de eigenaar of houder van een volledig zelfrijdende auto aansprakelijk zal zijn voor de gevolgen van het veroorzaken van een ongeluk met een zwakkere partij. Niet alle benadeelden echter zullen hun schade vergoed kunnen krijgen, doordat artikel 185 de inzittenden van het schade veroorzakende voertuig uitsluit. In deze gevallen kan de huidige wetgeving dus worden toegepast.

Daarnaast is de vraag onderzocht of een slachtoffer/benadeelde zich met succes kan beroepen op de onrechtmatige daad ex artikel 6:162 BW. Om een succesvol beroep op dit artikel te kunnen doen moet er sprake zijn van een onrechtmatige daad gepleegd jegens een ander die aan de dader toerekenbaar is, waardoor een slachtoffer schade lijdt. Bij ongelukken waarbij een volledig zelfrijdende auto betrokken is rijst de vraag of er een dader aangewezen kan worden die een verwijt gemaakt kan worden. Het intoetsen van een bestemming is immers geen verwijtbare gedraging waardoor aansprakelijkheid aan de kant van de gebruiker van de volledig zelfrijdende auto aangenomen kan worden. Vermoedelijk is het dan ook lastig om aansprakelijkheid hierop te baseren. Men kan hierbij vooral denken aan een ongeval dat voor een perfecte natuurlijke bestuurder ook onafwendbaar zou zijn. Daarentegen zou aansprakelijkheid wel gebaseerd kunnen worden op een verwijtbaar nalaten in het geval waarbij de gebruiker van een volledig zelfrijdende auto nalaat adequate maatregelen te treffen voordat hij de auto in beweging zet. Hierbij kan gedacht worden aan het nalaten van het uitvoeren van benodigde software updates of aan omstandigheden waarbij de gebruiker had moeten begrijpen dat er redenen waren om aan te nemen dat de zelfrijdende auto niet naar behoren zou functioneren. Een draagvlak om software van een volledig zelfrijdende auto aansprakelijk te kunnen stellen via de onrechtmatige daad lijkt niet aanwezig te zijn in de literatuur, tenzij de gebruiker van de zelfrijdende auto een verwijt gemaakt kan worden. Een onrechtmatige daad kan ook aan iemand worden toegerekend buiten gevallen dat er een persoonlijke verwijtbaar gedrag vastgesteld kan worden. Dat heeft kans van

GERELATEERDE DOCUMENTEN