• No results found

Toekomst beroep architect

In document Hoe kan het ook anders (pagina 30-33)

Inleiding

Onderstaande visie over de toekomst van het beroep van de architect bouwt sterk voort op de be-staande context, maar tracht enkele belangrijke nuances aan te brengen. Het is duidelijk dat er iets moet veranderen en een oplossing gezocht voor problemen waar blijkbaar veel architecten mee kampen en waar deze nota oplossingen probeert voor aan te dragen:

 te lage inkomens en lonen

 grote aansprakelijkheid en het gevoel er 'toch altijd tussen te zitten', ook als andere partijen uit de bouwwereld in fout zijn

 het beroep dat te complex wordt om alleen te kunnen doen, zelfs voor een eenvoudige verbouwing

 de administratieve last

 ...

Afbakening verantwoordelijkheden

De driehoek opdrachtgever, ontwerper (of ontwerpregisseur, zie verder) en aannemer, waarbij elke partij zijn onafhankelijkheid bewaart, is essentieel voor een goede werking. In DB(FMO)-projecten lijkt deze onderverdeling soms zoek of louter op papier te bestaan; maar dat is voer voor een andere discussie.

Alleszins dient er m.i. een duidelijke afbakening te komen van de verantwoordelijkheden en

aansprakelijkheden. De facto lijkt het nu of er voor elk probleem naar de architect kan gekeken worden 'las de enige professional met een gedegen opleiding', wat toch al achterhaald is sinds decennia.

De afbakening ziet er in mijn ogen zo uit:

opdrachtgever: EIGENDOM ontwerper: ONTWERP aannemer: REALISATIE

Voor alles wat met ‘eigendom’ te maken heeft, is de opdrachtgever verantwoordelijk. Concreet denk ik hierbij aan, niet limitatief:

- veiligheid: sloop- en asbestinventaris, stabiliteitsonderzoek bestaande panden - energie: EPC, verbruiken, …

- ruimtelijk: bouwvoorschriften, rooilijn, BPA, overstromingsgebied, ...

- jurisch: erfdienstbaarheden, eigendom, ...

- opmeting: landmeting, 3D-meting

- bodem: vervuiling, sondering, peilbuizen, ...

- ...

Alle bovenstaande punten zou de ontwerpregisseur op een blaadje moeten aangereikt worden. Al te vaak duiken er pas na indienen vergunning of bij uitvoering zaken op, waarbij het risico onterecht naar een andere partij verschuift. Een eenvoudige aanstiplijst voor grond en gebouw kan een leidraad vormen voor opdrachtgevers. Hij zal zich moet laten bijstaan door een externe partij voor complexere projecten, die mogelijk de verantwoordelijkheid kan overnemen. Dit kan niet de architect/ontwerper zijn, wegens de onafhankelijkheid van elke partij in onze driehoek. Elke partij dient zich ook te verzekeren voor zijn risico, apart of gezamenlijk per project.

NAV

TOEKOMST BEROEP ARCHITECT ref: toekomst_beroep.docx 11 februari 2021

Nieuwe structuur

Er is nood aan een nieuwe structuur voor architectenbureaus, ook om meer waardecreatie te doen (zie verder).

 In mijn ogen moet de rol van de architect vervellen naar die van een ontwerpregisseur. Met welke taak?

Heel eenvoudig: alles wat met het ontwerp te maken heeft. Dit betekent dat deze regisseur van alles op de hoogte is en volgende (soms vrij nieuwe) beroepen aanstuurt: stedenbouwkundige,

landschapsarchitect, akoestisch, technisch ingenieur, veiligheidscoordinator, BIM-manager, architect, binnenhuisarchitect, EPB-verslaggever, circulariteitsdeskundige, stabiliteitsingenieur, kostenbeheerder, visualisator, erfgoeddeskundige, jurist, scenograaf, ... .

 In functie van de opdracht wordt er gekeken welke onderaannemers ingeschakeld worden. Soms kan dit er maar 1 zijn, voor ingewikkelde projecten zullen ze misschien allemaal aan bod komen.

 Al deze beroepen komen in onderaanneming van de ontwerpregisseur, zodat er slechts drie

eindverantwoordelijken zijn in de bouwwereld: de opdrachtgever, de projectregisseur en de aannemer.

Uiteraard kunnen ze hun verantwoordelijkheid contractueel delegeren over de verschillende taken van de onderaannemers.

 Ik ben er lang voorstander van geweest om de aansprakelijkheid samen met het monopolie te laten vallen. Bij nader inzien denk ik dat dat niet mogelijk is: men is toch verantwoordelijk voor wat men doet.

Het monopolie zou ik wel behouden en zelfs uitbreiden, namelijk naar alle hoger opgesomde beroepen.

Het monopolie komt in mijn visie ook niet terecht bij de architect, maar bij de ontwerpregisseur.

Waardecreatie

Er zijn twee niveaus waarop waarde gecreëerd kan worden: op korte en op lange termijn.

 Het is duidelijk dat deze structuur er een is van samenwerking, niet top-down, maar eerder circulair, met een collectieve intelligentie en besluitvorming, een gemeenschappelijk doel en gelijkwaardigheid.

 Bouwteams en Design&Build-formules kunnen perfect geïntegreerd worden. Dit zou ons vooral meer (financiële) slagkracht moeten geven ten opzichte van aannemers. De omzet van een gemiddeld architectenbureau bedraagt immers maar een fractie van de omzet van aannemers, terwijl een gezonde verhouding hier 10 ten 100 zou zijn.

 Net zoals aannemers stelt deze structuur ons in staat om verschillende offertes te vragen bij de onderaannemers en hier een gezonde marge op te nemen, rekening houdend met de

verantwoordelijkheden en het takenpakket. Het is immers niet normaal dat ingenieurs een KVIV-barema kunnen voorstellen, waar men dadelijk steigert als architecten nog maar in de buurt van de vroegere deontologische norm komen.

 Een grotere uitdaging wordt het om ook aan waardecreatie te doen op langere termijn. Er moet dringend een cultuur ontstaan waarbij architectenbureaus kunnen worden overgenomen tegen een bepaalde prijs, net zoals aannemersbedrijven of studiebureaus. We hebben vaak eenmalige klanten, maar bouwen wel degelijk knowhow én referenties op, die perfect ten gelde gemaakt zouden kunnen

3

worden. De referenties zouden hun waarde veel langer moeten kunnen behouden (nu slechts 3 jaar in overheidsopdrachtenwetgeving) en gewaardeerd met een eenvoudige formule (met bv. volgende parameters: bouwkost, opleveringsdatum, energie- en circulariteitsscore, …). Zo zou men ook de keuze hebben om nieuwe mensen te laten instromen of te verkopen aan andere spelers en zo een vergoeding krijgen voor het geleverde werk op lange termijn – wat in veel andere (vrije) beroepen de logica zelve is.

Bovenstaande tekst poogt enkele kleine verschuivingen aan te brengen in het denken rond ons beroep en het klaar te stomen voor de komende decennia. Het zou me plezieren als u deze tekst verder verspreidt en van commentaar voorziet. Ik ben steeds bereid om bovenstaande verder toe te lichten, andere visies er naast te leggen en hierover in discussie te gaan.

Vele groeten, Thomas Delauré

In document Hoe kan het ook anders (pagina 30-33)

GERELATEERDE DOCUMENTEN