• No results found

Een clustering van aanwezige voorzieningen, bijvoorbeeld met een afvalbak en telefooncel, verbetert het gebruiksgemak en geeft een grotere kans op sociale controle.

Een van de redenen om het glas in een bushalte te vernielen is om de posters er uit te halen. Afgesproken kan worden om bij gewilde posters de kast open te laten (niet op slot te doen) om vernieling tegen te gaan.

Men kan ook de mogelijkheid creëren om deze, gewilde posters af te halen bij bijvoorbeeld de gemeente of het HALT-bureau. In de gemeente Hoorn zijn hiermee positieve ervaringen.

Om erosie-vandalisme te voorkomen is een snelle vervanging door kapotgeslagen ramen nodig. De

beheerders van abri's (Publex in stedelijke gebieden en Alrecon bij het streekvervoer) doen dit overigens al.

De toepassing van slagvaste materialen, zoals Vollkern kunstharspanelen, brengt ook uitkomst op vandalisme-gevoelige plekken.

Haltes voor openbaar vervoer moeten niet worden gesitueerd bij hangplekken of andersoortige overlastplekken, om onveiligheidsgevoelens bjj de gebruikers van de halte te voorkomen.

LITERATUUR EN ONDERZOEK

Haltes van openbaar vervoer hebben, zij het meestal minder pregnant, dezelfde ongunstige kenmerken als tunnels: stil, afgelegen, donker, geen sociale ogen, soms hangplek.

Ook de opmerkingen over de waarneembare vandalismeschade, graffiti en (stank)overlast zijn vergelijkbaar met tunnels

Echter ook hier weer geen keiharde bewijzen voor een verhoogde kans op bepaalde delicten en evenmin inzicht in de bijdrage van bepaalde ontwerpverbeteringen aan de veiligheid.

Wel bekend is dat drie ondergrondse NS stations, waar veel aandacht is besteed aan veiligheid, qua

veiligheidsbeleving hoger scoren dan het gemiddelde bovengrondse station. Ontwerpverbeteringen tezamen hebben dus een bewezen veiligheidseffect.

07 Binnenterreinen (nb)

ACHTERGROND

Binnenterreinen grenzen aan de achtertuinen van woningen en zijn kwetsbaar voor vandalisme en overlast. De praktijk leert dat met name in stedelijke gebieden binnenterreinen uitnodigend werken voor zwervers en

verslaafden. Omdat de zichtbaarheid slecht is en het beheer vaak onduidelijk, zijn deze problemen moeilijk op te lossen. Een binnenterrein geeft bovendien toegang tot de achterzijden van de woningen.

In kinderrijke buurten kan een openbaar binnenterrein problemen geven in de sfeer van buurtoverlast (geluidsoverlast, bal in de tuin, bal door de ruit).

TOEPASSING EN INTERPRETATIE

Als binnenterreinen worden openbare ruimtes opgevat, die minimaal aan drie zijden worden begrensd door de achterzijde van woningen of achtertuinen. Binnenterreinen komen relatief veel voor in stedelijke gebieden in gesloten bouwblokken.

Vanuit de sociale veiligheid gaat de voorkeur uit naar het niet aanleggen van binnenterreinen. Als ze er toch zijn, moet de inrichting en het gebruik passen bij de bewoners (en in overleg met de bewoners worden gekozen).

Verbetering is o.a. mogelijk door afsluiten, verlichting en goede afspraken over het beheer.

LITERA TUUR EN ONDERZOEK

In het onderzoek ' Defensible Space in Amsterdam' van Korthals Altes e.a. is vandalisme aan openbare gebouwen en woningcomplexen onderzocht. Met betrekking tot binnenterreinen is gebleken, dat binnengebieden een grotere kans hebben het slachtoffer te worden van vandalisme, als de binnengebieden geen duidelijke functie hebben of onoverzichtelijk zijn.

08 Straatmeubi lair (nb)

A CHTERGROND

Inrichtingselementen in de openbare ruimte dragen bij aan een attractieve omgeving. Straatmeubilair is nogal eens het doelwit van vernielingen en graffiti. De eis is gericht op het voorkomen van deze vernielingen en een sociaal veilig en prettig gebruik mogelijk te maken.

TOEPASSING EN INTERPRETA TIE

Doorgaans levert het toepassen van de eisen voor straatmeubilair weinig problemen op, behalve ten aanzien van de eis dat een bank minimaal 1 5 meter van een woning geplaatst moet zijn. Deze maat is gebaseerd op grotere plantsoenen/pleinen. In bepaalde situaties, bijvoorbeeld een hofje met een speelplek in het midden, zijn er geen plekken die 1 5 meter van de voorgevel van de woningen liggen. Indien hier speeltoestellen staan dan eist 09 'voorzieningen voor jongeren' echter een bank. Deze tegenstrijdigheid wordt in de praktijk momenteel als volgt opgelost :

Komt deze situatie voor aan de voorzijde van woningen dan is de eis voor minimaal 1 5 meter ondergeschikt aan de eis voor een bank bij speelvoorzieningen. Een ongewenst gebruik van een bank is aan de voorzijde van woningen (de openbare kant) minder vervelend dan aan de achterzijde (de privé-kant).

Aan de achterzijde van de woning is een bank (en speelvoorzieningen) binnen 1 5 meter van de achtertuin (erfgrens) niet mogelijk. Dit veroorzaakt in de zomer overlast bij gebruik van de tuin.

Vervuiling en vernieling leidt snel tot kwaad tot erger. Het plaatsen van voldoende afvalbakken voorkomt zwerfvuil en vervuiling van de omgeving. Zwerfvuil verschilt sterk van wijk tot wijk en moet.afgestemd op de situatie worden bestreden (zie ook beheerplan en toezicht). Beheerders moeten blijven controleren of de wijk voldoende schoon blijft.

LITERATUUR EN ONDERZOEK

Clarke en Mayhew onderscheiden 8 manieren om daders minder gelegenheid te geven crimineel gedrag te vertonen.

target hardening (object versteviging): het doelwit beter bestand maken tegen crimineel gedrag door bijvoorbeeld stevige materialen en flinke sloten;

target removal (object verwijdering): het doelwit verwijderen, zodat het niet gestolen of beschadigd kan worden;

removing the means of crime (criminele-middelen-reductie): bijvoorbeeld losse stenen vast leggen, zodat ze niet als projectiel gebruikt kunnen worden;

reducing the pay-off (batenreductie): door bijvoorbeeld waardevolle bezittingen te graveren is het voor inbrekers moeilijker ze te verkopen;

formal surveillance (formele controle): personen die speciaal voor de beveiliging aanwezig zijn zoals politie en bewakingspersoneel;

natural surveillance (informele controle): passanten en bewoners die toezicht kunnen houden;

surveillance by employees (semi-formele controle): personen die voor hun beroep aanwezig zijn, maar niet met het doel toezicht te houden, bijvoorbeeld winkelpersoneel);

environmental management (ruimtelijk beheer): bijvoorbeeld het scheiden van voetbalsupporters en het vermijden van te veel kinderen in een wooncomplex.

(Clarke, Mayhew, Designing Out Crime, blz. 5 en van Soomeren, Criminaliteit en gebouwde omgeving, blz. 5 1 ).

Deze uitgangspunten zijn in het bijzonder van toepassing op straatmeubilair.

Dat zichtbaarheid van de voorzieningen belangrijk is, blijkt uit het onderzoek van van Dijk en van Soomeren, Vandalisme in Amsterdam, blz 1 25 . Hier staat vermeld dat grote vernielingen aan lantaarnpalen en haltepalen (voor het openbaar vervoer) vaker plaatsvinden op onzichtbare plekken.

Ook in het onderzoek van Korthals Altes (Defensible Space in Amsterdam) blijkt dat straatmeubilair moeilijker beheerbaar is als het in een anoniem gebied staat. Als objecten

daarentegen in het zicht staan van mensen die er belang aan hechten (bijvoorbeeld bankjes voor een bejaardenhuis, die de bewoners tijdens hun wandelingen regelmatig gebruiken), worden de objecten in de gaten gehouden en worden vernielingen gemeld aan politie en onderhoudsdienst.

09 Voorzieni ngen voor jongeren (nb)

ACHTERGROND

Bewoners, en met name kinderen en jongeren, moeten voldoende ruimte voor spelen en recreëren hebben in de (directe) woonomgeving. Dit voorkomt overlast door het gebruiken van niet geschikte plaatsen, bijvoorbeeld door geluidsoverlast vlak bij woningen (denk hierbij juist aan achtertuinen) of verkeersonveiligheid.

De verschillende plekken moeten zijn afgestemd op de behoefte, dus op het aantal en de leeftijdscategorie van de jongeren in de wijk.

TOEPASSING EN INTERPRETA TIE

De eis betreft het zorgen voor ruimte om te spelen en niet alleen om het plaatsen van speeltoestellen. Er moet daarbij voldoende aanbod zijn voor de leeftijdscategorieën van kinderen in de wijk. Grofweg kunnen drie leeftijdscategorieën worden onderscheiden, die op een eigen manier gebruik maken van de woonomgeving;

Kinderen tot 6 jaar (vooral in de tuin, dicht bij huis, kleine speelplekken)

6 tot 1 2 jaar (divers spel, zowel toestellen, als sport, kijken, ruige plekken, vooral in de eigen woonwijk.

Ouder dan 1 2 (nadruk op sport en bij elkaar komen, 'rondhangen'. Geen begrenzing in de wijk)

Vooral de twee oudste leeftijdsgroepen hebben een sterke voorkeur voor plekken waar dingen gebeuren, waar iets te kijken is. Een breed trottoir is daarom vaak een populaire speelplek.

Speeltoestellen zijn te beschouwen als straatmeubilair en moeten aan dezelfde eisen voldoen.

Het beheer en onderhoud van speeltoestellen is voor de eigenaarlbeheerder aan voorwaarden verbonden volgens het zogenaamde 'attractiebesluit' . Om veilig spelen mogelijk te maken stelt het attractiebesluit voorwaarden aan de constructie, valhoogte, ondergrond e.d.

Tips bij de advisering

Welke speelvoorzieningen nodig zijn kan eigenlijk pas bepaald worden als de bewoners in de wijk aanwezig zijn. Bij nieuwbouw verdient het de voorkeur om de keuze van speelvoorzieningen samen met de bewoners te maken.

De geplande speelplekken, vooral voor de allerkleinsten, kunnen samen met de bewoners worden ingevuld, uitgaande van een vooraf bepaald budget. Door zelfwerkzaamheid van de buurt biedt dit budget meer ruimte voor aankoop en de kwaliteit van de plek. Omdat de bewoners sterk betrokken zijn bij de plek komt

vandalisme minder voor.

Om tot een goede afstemming te komen moet de gemeente een actief beleid voeren op de aanwezige plekken en voorzieningen. Er moet ruimte blijven voor verandering, want de wijksamenstelling wijzigt immers. Het kan bijvoorbeeld een taak van het wijkbeheer zijn om in regelmatig overleg met de bewoners voorzieningen in stand te houden of aan te passen.

Door bij trapveldjes rekening te houden met de traprichting kan voorkomen worden dat de bal frequent in tuinen komt, of kinderen achter de bal aan qt? straat op rennen.

LITERA TUUR EN ONDERZOEK

Speelplaatsen en de directe omgeving daarvan hebben een verhoog vandalisme risico. "Deze gebieden lopen vooral veel kans op beschadiging en slijtage ten gevolge van (te wild) spelen. Een voetbal gaat per ongeluk door de ruit, de bal vliegt op het dak, enz. Daarnaast vinden er ook meer moedwillige vernielingen plaats." Open plekken die geschikt zijn om als speelplaats te dienen maar daar niet voor bedoeld zijn (schoolpleinen,

bouwterreinen, enz.). Hier komen dezelfde vernielingen voor als op officiële speelplaatsen ." (SBR, beveiliging van gebouwen deel 2, meergezinswoningen)