• No results found

Theory of Planned behavior bij een bezoek aan een historisch museum

3 Persoonskenmerken

3.3 Theory of Planned behavior bij een bezoek aan een historisch museum

Een consument heeft de vrijheid om zelf een keuze te maken voor een bepaalde

vrijetijdsbesteding. In de afweging voor een vrijetijdsbesteding gaat de consument beredeneerd te werk. Alternatieve vrijetijdsbestedingen worden vergeleken, hierbij worden voor- en nadelen tegen elkaar afgewogen. Een bezoek aan een historisch museum is een van de

vrijetijdsbestedingen waaruit een consument kan kiezen. De TPB mag hierop toegepast worden aangezien het gaat om gedrag dat binnen de vrije wil valt en het hierbij om beredeneerd gedrag gaat ten aanzien van de beslissing om het gedrag wel of niet uit te voeren.

3.3.1 Intentie bij een bezoek aan een historisch museum

Intentie bestaat uit indicaties van in hoeverre een persoon bereid is te proberen, of moeite te doen om een historisch museum in Overijssel te bezoeken.

3.3.2 Attitude ten aanzien van een historisch museum

Een persoon heeft bepaalde opvattingen over een historisch museum in Overijssel en het bezoek hieraan. Attitude wordt in ons onderzoek gezien als de houding van mensen ten aanzien van historische musea in Overijssel. Het gaat hierbij om de persoonlijke houding ten aanzien van een historisch museum: is het leuk, interessant en boeiend.

3.3.3 Subjectieve norm bij een bezoek aan een historisch museum

De subjectieve norm is de mate waarin een persoon zich conformeert aan de sociale norm. De sociale omgeving heeft bepaalde ideeën over het bezoek aan een historisch museum in

Overijssel. Naast de ideeën over het gedrag moet ook de mate van conformeren aan de sociale norm meegenomen worden in het onderzoek.

3.3.4 Zelfeffectiviteit bij een bezoek aan een historisch museum

In ons onderzoek wordt de determinant zelfeffectiviteit gebruikt, deze vertoont veel overeenkomst met de Perceived Behavioral Control van Ajzen. In ons onderzoek wordt de volgende definitie van zelfeffectiviteit aangehouden: de mate waarin iemand zichzelf in staat acht bepaald gedrag te vertonen (Bandura, 1982 in Ajzen, 1988).

3.3.5 Externe barrières bij een bezoek aan een historisch museum

Bij een bezoek aan een historisch museum kunnen de vooral financiële kosten en kosten in de tijd een barrière vormen. In ons onderzoek moet daarom gekeken worden naar de openingstijden en de toegangsprijs van de historische musea in Overijssel.

4 Onze uitgangspunten: van modellen uit de theorie naar ons onderzoeksmodel

In paragraaf 3.3 is de Theory of Planned Behavior besproken. Dit model waarin de determinanten intentie, attitude, subjectieve norm, zelfeffectiviteit en externe barrières zijn opgenomen is goed bruikbaar in ons onderzoek. In ons onderzoek wordt aan dit model de determinant imago toegevoegd, met daarin de wensen en verwachtingen ten aanzien van een historisch museum. Van deze determinant wordt verwacht dat deze ook een rol kan spelen bij de intentie om een historisch museum te bezoeken (figuur 4.1).

figuur 4.1 Ons onderzoeksmodel Intentie

Volgens ons model wordt intentie beïnvloed door de vier determinanten: imago, attitude, zelfeffectiviteit en de subjectieve norm. De intentie is de mate waarin een persoon bereid is, binnen een bepaalde periode, een historisch museum te bezoeken. Gezien weers-, verkeers- en/of andere omstandigheden lijkt een half jaar een redelijke periode.

Imago

Er is aangegeven dat een imago opgevat kan worden als een combinatie van verwachtingen en wensen die mensen hebben. Verwachtingen en wensen ten aanzien van een historisch museum kunnen betrekking hebben op verschillende levels van ons kunstproduct. Het imago bestaat dus uit: verwachte en wenselijke voorziening in behoeften (kernproduct), verwachte en wenselijke

specifieke presentatievormen (basisproduct), verwachte en wenselijke specifieke gelegenheden (uitgebreide product). In paragraaf 2.5.1 is ons kunstproductmodel gepresenteerd van een historisch museum (figuur 2.4).

Attitude

De attitude van de bevolking van Overijssel tegenover de historische musea wordt gevormd door opvattingen over wat de historische musea in Overijssel te bieden hebben. Hierbij is het vooral van belang in hoeverre het potentiële publiek het museum plezierig, interessant en boeiend vindt. Zelfeffectiviteit

De zelfeffectiviteit heeft betrekking op de vaardigheden van een persoon in relatie tot een bezoek aan een historisch museum. Iemand die slecht te been is kan zich moeilijk door een museum verplaatsen, dit kan een barrière vormen om een historisch museum te bezoeken. Daarnaast komt de inschatting van de kosten (tijd en geld) als volgt in ons onderzoek tot uitdrukking in de zelfeffeciviteit: in hoeverre iemand in staat is tijd of geld op te brengen voor een bezoek aan een historisch museum. Dus de zelfeffectiviteit bestaat in ons onderzoek uit vaardigheden en kosten (tijd en geld).

Subjectieve Norm

De mate van invloed van de sociale omgeving op de beslissing van een persoon om het gedrag (een bezoek aan een historisch museum) wel of niet uit te voeren. In dit opzicht zijn vooral de invloed van familieleden en vrienden en/of kennissen van belang.

Externe barrières

De externe barrières bestaan uit de mogelijkheden die een persoon heeft om een historisch museum in Overijssel te bezoeken. Een persoon moet voldoende tijd beschikbaar hebben op het moment dat de historische musea in Overijssel open zijn. Indien een persoon geen vrije tijd beschikbaar heeft binnen de openingstijden van de musea vormt dit voor de persoon een barrière om een historisch museum in Overijssel te bezoeken. Daarnaast moet een persoon over

voldoende geld beschikken om een bezoek aan een historisch museum in Overijssel te kunnen veroorloven. Indien dit niet het geval is vormt dit een barrière om een historisch museum in Overijssel te bezoeken.

5 Onderzoeksopzet

KCO heeft gesignaleerd dat dalende bezoekersaantallen bij de musea in Overijssel een probleem vormen. Om tot een verantwoord advies te komen richting de musea in Overijssel heeft KCO informatie nodig over de behoeften, motieven en barrières van potentiële doelgroepen voor een bezoek aan de musea in Overijssel. Met dit onderzoek hopen we een bijdrage te kunnen leveren aan informatie over behoeften, motieven en barrières van potentiële doelgroepen voor musea in Overijssel.

De doelstelling van ons onderzoek is:

Informatie verstrekken aan historische musea in Overijssel ten aanzien van hun (communicatie)beleid ter bevordering van hun publieksbereik.

Om deze doelstelling te bereiken is onderzoek verricht waarmee we de volgende vier onderzoeksvragen wilden beantwoorden:

Onderzoeksvraag 1: Wat zijn de belangrijkste potentiële doelgroepen die de historische musea

in Overijssel willen bereiken met het aanbod?

Onderzoeksvraag 2: In hoeverre heeft de lokale bevolking van Overijssel de intentie om in het

komend half jaar een historisch museum in Overijssel te bezoeken?

Onderzoeksvraag 3: Wat is bij de lokale bevolking van Overijssel het imago, de attitude, de

zelfeffectiviteit, de subjectieve norm en wat zijn de externe barrières, in relatie tot de historische musea van Overijssel?

Onderzoeksvraag 4:

In hoeverre zijn het imago, de attitude, de zelfeffectiviteit, de subjectieve norm en de externe barrières gerelateerd aan de intentie om in het komend half jaar een historisch museum in Overijssel te bezoeken?