• No results found

Hoofdstuk 5: Discussie en Reflecties

5.2 Theologische reflectie

Dat jongeren veel series kijken maar weinig bezig zijn om te proberen te begrijpen wat ze nou zien laat staan met de impact die het kan hebben op hun (geloofs)overtuigingen, is meerdere keren naar voren gekomen. Om duidelijk te maken dat het ook vanuit een Theologisch oogpunt belangrijk is dat jongeren Bijbelse kaders hebben om vandaaruit naar verschillen in opvattingen te kijken, is deze

reflectie geschreven. In 1 Timotheüs 4 gaat het over dwaalleer en spreekt de Bijbel over blijven bij de goede leer van Gods woord. Vers 7luidt: “Verwerp heilloze bakerpraat en verzinsels. Oefen jezelf in een vroom leven.” (NBV). Tv-series zitten

soms vol met verzinsels en andere theorieën, dat is gewoon een constatering. Dat wil niet zeggen dat daarmee alle tv-series afgeschreven moeten worden. Het is namelijk mogelijk om eventuele theorieën en overtuigingen die niet kloppen te verwerpen en niet over te nemen zonder dat perse gestopt hoeft te worden met het kijken van die series. Dan zal er wel een duidelijk en gezond Bijbels kader aanwezig moeten zijn om te weten wat goede en wat verkeerde leer is. Hier zal dus vooral onder jongeren hard aan gewerkt moeten worden zodat jongeren in staat zijn om te onderscheiden in goede en verkeerde leer en zodat ze niet kloppende theorieën ook als zodanig herkennen.

Als Paulus de mensen oproept om een vroom leven te lijden dan kan soms de vraag gesteld worden of bepaalde series wel binnen het kader van een vroom leven vallen. Het is in ieder geval zeker dat niet alle personages in series een vroom leven leiden. Dat werd hier en daar ook wel herkent door een aantal jongeren. Paulus zegt in 1 Korintiërs 6:12: “U zegt: ‘alles is mij toegestaan.’ Maar niet alles is goed voor u. Zeker, alles is mij toegestaan, maar ik mag me door niets laten beheersen.” (NBV). Jongeren lijken wat betreft series ook wel te zeggen: ‘alles is mij toegestaan, waarom zou dit verkeerd zijn.’ In principe is het dus ook niet perse verkeerd om een serie te kijken, ook niet als het ander opvattingen heeft, maar het is ook niet altijd goed voor je. Daarom is het wel heel goed om bewust en kritisch te blijven kijken naar series die gekeken worden. Zodra er enige vorm van negatieve invloed is, kan het dus betekenen dat een serie niet goed voor je is. Dat zou bijvoorbeeld zo kunnen zijn als je ergens slecht van slaapt of als je stemming wisselt door het kijken naar een serie. Omdat jongeren hier dus niet bewust mee bezig zijn, bevestigt ook de Bijbel dat het goed is om tv-series kritisch te analyseren.

God is in de cultuur en Hij heeft die cultuur met de art-werken die het

voortbrengt geschapen. Daarom moeten we art-werken als tv-series niet afstoten maar omarmen om er van te leren (Romanowski, 2009, p. 16). De onderzoeker denkt dat Romanowski hierin gelijk heeft en zeker als jongeren de populaire cultuur en de art- werken die het voortbrengt omarmen, dan doen jongerenleiders er goed aan in ieder geval te weten waar jongeren mee bezig zijn. Er is echter wel een valkuil. Het is naar de mening van de onderzoeker belangrijk dat Christenen zich meer richten op de gever dan op de giften. Dus als tv-series en alle dingen die deze series kunnen

vertegenwoordigen af gaan leiden van onze focus op Jezus dan moeten er maatregelen genomen worden.

Theologisch gezien heeft dit onderzoek te maken met de botsing tussen de seculiere wereld en de sacrale wereld als het gaat om tv-series die vooral door de seculiere wereld worden gevormd. Als wordt nagedacht over hoe jongerenwerkers om kunnen gaan met de verschillen in denkwijzen, perspectieven, idealen,

(geloofs)overtuigingen etc., tussen tv-series en de Bijbel dan is het goed in acht te nemen wat Smith hierover zegt in zijn boek ‘How (not) to be secular’. De valkuil bestaat dat jongerenwerkers denken dat ze wel even de antwoorden geven op de vragen die jongeren hebben over deze verschillen. Echter, wat ook blijkt uit dit onderzoek, Smith zegt dat je er snel achter komt dat die antwoorden niet alleen de vragen niet beantwoorden, maar dat die vragen niet eens gesteld zijn. De vragen zijn er helemaal niet (Smith, 2014, p. vii). Om de kloof in denken tussen tv-series en de Bijbel te overbruggen moeten jongerenwerkers snappen dat de seculiere wereld niet dezelfde wereld is als die van hun, maar dan zonder God. Het is een compleet andere wereld (Smith, 2014, p. vii). In eigen woorden betekent het dus ook dat

jongerenwerkers niet moeten denken dat hun wereld dezelfde is als de seculiere wereld maar dan met God. Dat het een hele andere wereld is moet begrepen worden om goed aan te kunnen sluiten bij de belevingswereld van jongeren. Zoals ook blijkt uit dit onderzoek zien jongeren geen problemen in de verschillen in denken tussen de tv-series en hun geloof. Jongeren denken allicht zoals Smith dat als volgt beschrijft: “They don’t have any sense that the ‘secular’ lives they’ve constructed are missing a second floor. In many ways, they have constructed webs of meaning that provide almost all the significance they need in their lives (though a lot hinges on that ‘almost’)” (2014, p. vii). Het is niet gezegd dat alle jongeren ineens compleet tot de seculiere wereld behoren, maar er komt wel heel veel van die seculiere wereld op ze af waar ze ook veel van omarmen, zoals tv-series. Daarom is het van belang dat hier meer aandacht voor komt.