• No results found

In de tijd van de DDR ontwikkelde de skinhead subcultuur zich in de jaren tachtig in de meest westelijke regio van de oude stalinistische staat gestaag. In de steden Erfurt, Jena, Weimar, Gera, Suhl, de dorpen Arnstadt, Ilmenau en de regio Saalfeld-Rudolstadt ontstonden net als in de grote Oost-Duitse steden groepen rechts-extreme ‘Rowdys’, skinheads en hooligans, van bijvoorbeeld FC Carl-Zeiss, die hun plek in het scala van rivaliserende jeugdculturen binnen de DDR vergrootten. In 1988 zou de Stasi 103 skinheads in Thüringen hebben geteld. Hierbij zijn alleen Erfurt, Gera en Suhl onderzocht, die tezamen bijna 10% van de totale skinheads in Oost-Duitsland zouden huisvesten . Echter, zoals Bernd Wagner al stelde, zullen deze cijfers aanzienlijk hoger hebben gelegen. Zo werd na het oprichten van het ‘Thüringer Landesamt für Verfassungsschutz’, TLfV, in 1991, geschat dat er in 1990 rond de 1000 actieve extremisten in het bondsland waren. Zo werden er net als in de andere oud-DDR bondslanden rond 1990 ook ‘Kameradschaften’ gecreëerd in Jena, Gera, Saalfeld en Rudolstadt. Hiervan werd Saalfeld gezien als hét rechts-extreem neonazi bolwerk met rond de 120 rechts- extremisten.160

Dat Thüringen voor de hereniging al relatief gefundeerde groeperingen rechts- extremisten kende is deels te danken aan de ligging in het meest westelijke deel van de DDR. De mogelijkheden voor jeugdgroeperingen om zich vrijer te bewegen eind jaren tachtig, maakte het voor rechts-extremisten in Erfurt en Weimar mogelijk om banden aan te knopen met het westen. Hierin was Weimar met het ‘Weimarer Front’ een van de grotere groepen in de DDR. Met een vaste groep van rond de vijftig skinheads, waaronder jongeren die bij de FDJ zaten, zouden zij eind jaren tachtig een rechts-extremistisch fundament leggen in Weimar. Deze groepering zocht steeds meer de openlijke confrontatie met de ‘Volkspolizei’ en zou in de zomer van 1989 een jeugdfestival van de FDJ ontregelen door bezoekers van buitenlandse komaf met geweld van het terrein te verjagen, wat volgens de politie pogromachtige taferelen

159 Dwars, Günther, Das braune Herz Deutschlands, 9 en 46.

160 Quent , ’Die Entwicklung der Neonazi-Szene‘,8; Staud, Radke, Neue Nazi’s, 44;Katherina König en Matthias Quent, ‘Anfänge in der DDR Stationen der Entwicklung der Thüringer Neonaziszene seit 1990‘, in: Bodo Ramelow,Made in Thüringen. Nazi-Terror und Verfassungsschutz-Skandal (Hamburg 2012) 56-57; Stöss, Rechtsextremismus im vereinten ,64-65;Matthias Quent, Peter Schulz, Rechtsextremismus in Lokalen Kontexten. Vier vergleichende Fallstudien (Wiesbaden 2015) 110-111 en 132.

73 aannam. Daarbuiten zouden ze in Weimar huizen kraken om net als het Lichtenberger Front een mogelijke uitvalsbasis te hebben om links georiënteerden en buitenlanders aan te vallen. De in Erfurt opgerichte groepering ‘Söhne der Ariers’ knoopte vooral connecties aan met de gefundeerde westerse partijen en zouden zich tot 1991 alliëren met de REP.161

Veel groepen Thüringse rechts-extremisten zouden zich verbinden met West-Duitse militante organisaties voor inspiratie, ideologisch leiderschap en uitbouw van rechtse structuren. Zo zouden Thüringse rechts-extremisten na de opening van de grenzen naar West- Duitsland afreizen, om daar getraind en onderwezen te worden, om hierna terug in de DDR te keren en hier organisaties uit te bouwen. Er werden DA afdelingen opgericht in Eisenach, Nordhausen, Gera, Jena, Saalfeld en Weimar. Maar het waren voornamelijk lokale initiatieven die betere aansluiting vonden. Bijvoorbeeld, de FDJ-secretaris Thomas Kreyßler uit Arnstadt. Hij zou in naam van het ‘Nationalistische Front’ zijn gedrild en bij zijn terugkomst de organisatie ‘Deutsche Volkspartei’ oprichten in Arnstadt in november 1989. Deze partij zou een terugvalbasis vormen mocht het NF verboden worden en kon rekenen op een mobilisatiecapaciteit van bijna 300 jongeren uit de regio. Het zou daarbuiten fungeren als een aanknopingspunt tussen de DVU en kleinere neonazi organisaties en zich richten op gewelddadig optreden tegen alternatieve jongeren. In 1992 werd Kreyßler wegens illegaal wapenbezit opgepakt, wat ook het einde van zijn initiatief zou betekenen.162

Openlijk provocerend of gewelddadig tegenover de staat ageren zou pas eind jaren tachtig gekwalificeerd worden als rechts-extremisme en zoals het hoofdstuk hierboven impliceert, ook dan pas zo behandeld worden. In het geval Thüringen betrof het de volgende reeks gewelddadigheden: het bekladden van de synagoge van Erfurt met neonazistische leuzen, het vernietigen van een Joodse begraafplaats in Gera, gewelddadige confrontaties met Algerijnse jongeren in Suhl en Erfurt, het uit het raam gooien van vier in Gotha gelegerde Sovjet soldaten in 1990 en het vermoorden van een man in Erfurt. De daders waren twee minderjarige Skins-girls .163

Na de hereniging zou deze trend zich ook in Thüringen voortzetten in zowel openlijke als ondergrondse structuren. De beste voorbeelden van de ontwikkeling van het Thürings

161 Staud, Radke, Neue Nazi’s, 44-45; Wagner, Handbuch Rechtsextremismus, 140; Quent, ‘Die Entwicklung der Neonazi-Szene‘, 9.

162 Wagner, Handbuch Rechtsextremismus ,91;Carsten Meyer, Im Westen nichts neues. Rechtsextremistische Strukturen in Westthüringen (Erfurt 2002) 30; Wagner, Handbuch Rechtsextremismus, 84; Informatie over Keyßler te vinden op de Antifa site: https://www.antifainfoblatt.de/artikel/die-%E2%80%9Enationalistische- front%E2%80%9C.

163 Arenz, ‘Skinheads in der DDR‘, 151-153; Engelbrecht, Rechtsextremismus bei Ostdeutschen, 60-62; Herbert, Geschichte der Ausländerpolitik, 303-304; Quent, ‘Die Entwicklung der Neonazi-Szene‘, 9.

74 rechts-extremisme zijn te koppelen aan het ontstaan van de ‘Deutsche Nationale Partei’ (DNP) van Thomas Dienel, en de vorming van het ‘Kameradschaft’ verbond ‘Anti-Antifa Ostthüringen’, rondom neonazi Tino Brandt. De organisatie die de voorloper zou zijn van de nog extremere neonazi groep ‘Thüringer Heimatschutz’, waaruit het NSU trio voortkwam .164