• No results found

In dit hoofdstuk zijn de representatie van de beweging, haar probleem en de oppositie geanalyseerd. Hierbij heb ik gekeken naar muziek, kadrering en montage. Dit heeft tot verschillende resultaten geleid: 1) waar sommige beweging op gedecentraliseerde wijze lijken te ontstaan, hebben andere juist een compact netwerk en een specifiek (geografisch) beginpunt; 2) de bewegingen trachten een open identiteit te construeren, al wordt deze identiteit gespecificeerd door geografische kenmerken in de documentaire, 3) de bewegingen benaderen het aangedragen probleem vanuit subjectieve waarden, waarbij sommige bewegingen dit trachten te onderbouwen met wetenschappelijke feiten en andere de subjectiviteit omarmen; 4) de documentaires construeren over het algemeen een duidelijke dichotomie tussen goed en kwaad en 5) met uitzondering van On the Objection Front dwarsbomen de documentaires onderhandelingsmogelijkheden door de antagonisten geen stem of identiteit toe te zeggen.

Hoe kan dit gekoppeld worden aan de notie van collectieve identiteit? Volgens theoretici wordt er bij de constructie van een collectieve identiteit gezocht naar een gemeenschappelijke grond. Dit kan bijvoorbeeld het netwerk zijn, een visie of een gezamenlijk probleem of vijand.

In ‘De protagonist’ werd duidelijk dat de Good Food Movememt en de anti- FGM beweging lijken te bestaan uit gefragmenteerde groeperingen: zij zijn geen uniforme beweging, maar vinden hun collectieve identiteit in een overlappend doel, waarbij de initiatieven zich daar apart van elkaar voor inzetten.

. De Good Food Movement noemt zichzelf heterogeen en divers en ‘ziet een beweging ontstaan’. De meeste geïnterviewden hebben het over hun eigen project maar noemen de Good Food Movement niet als naam: aan het eind worden de projecten zelfs ‘eilandjes’ genoemd. Dit levert een intrigerende vraag

58 op: wat kwam er eerder, de beweging of de documentaire? Ook in Africa Rising staan de projecten op zichzelf en is een duidelijk verbinding als beweging niet zichtbaar. De projecten lijken ook niet onder elkaar te vallen of elkaar te steunen. Wanneer je de initiatieven opzoekt op internet blijken de meesten FGM niet als enige speerpunt hebben: veelal streven zij naar een groter doel zoals het versterken van de positie van de vrouw.5 Dit is echter niet terug te zien in de documentaire, die zich uitsluitend focust op FGM en dat dus al gemeenschappelijk grond neerzet. In hoeverre creëert de documentaire de beweging of een waarheid rondom die beweging?

Courage to Refuse en de Britse activistengroepen hebben echter duidelijke logo’s en een overkoepelende naam. Zij zijn gecentraliseerder en daardoor minder versnipperd. Dit versterkt hun collectieve bewustzijn, maar bakent ook een duidelijk terrein af waardoor hun identiteit minder open en toegankelijk wordt.

Volgens Tarrow is identiteitsconstructie vooral relevant in de vormende fase van de beweging, die telkens verstevigd dient te worden naarmate de beweging groeit (2011: 152). Dit zou de fragmentatie van de bewegingen in Africa

Rising en Edible CIty kunnen verklaren: de documentaire genereert een nieuwe

betekenis en bouwt zo mee aan de identiteit van de beweging door het zoeken naar een gemeenschappelijke basis. Deze gemeenschappelijkheid wordt daarom in de gedeelde visie gezocht in plaats van al een reeds bestaande band tussen de projecten. De groepen in de andere documentaires hebben zich al gevestigd en kunnen zich daarom veroorloven exclusiever te zijn. Naarmate een beweging meer vorm krijgt, verlengen de bewegingen hun definities van identiteit en weren allianties af als een vorm van ‘selling out’ (Tarrow 2011: 152). Beweging verdringen dan vaak identiteiten die niet goed binnen hun profiel passen en creëren zij ‘provisional homogeneity along a reduced identity dimension’( Mische 2008).

5 Equality Now is opgericht in 1993 en strijdt voor de rechten van vrouwen en meisjes wereldwijd

door bewustzijn te creeren (Site Equality Now, ‘About Us’). Het Grandmothers Project is in 1997 opgericht in Laos en streeft naar een grotere betrokkenheid van grootmoeders omtrent

gezondheidszaken van vrouwen (Site The Grandmother Project). Het Galkayo Education Centre is een relatief kleine community die de positie van de vrouw tracht te versterken (Site GECPD Somalia). Women Wake Up, een initiatief ook genoemd in de documentaire, is helaas niet te vinden.

59 Het stellen van grenzen impliceert een methode van exclusie en dit is duidelijk te zien in de documentaires. Door de antagonist geen stem of gezicht te geven of hen als hulpeloos of dom neer te zetten, voorkomt de documentaire identificatie met de tegenstander.Toch laten de verhoudingen met de antagonist tevens zien dat opponenten ook kunnen transformeren tot hulpmiddelen en kunnen bijdragen aan het doel van de beweging. Het overtuigen en activeren van hen die zich afzetten tegen de beweging lijkt een streven van alle vier de bewegingen. Dit opent de deur voor onderhandeling. Vooral in het geval van On

the Objection Front wordt de antagonist geproblematiseerd, door de eigen

bevolking en voormalig broeders als antagonist te bestempelen.

Snow (2011) definieerde collectieve identiteit als iets dat is gebaseerd op een gezamenlijk gevoel van ‘wij’ en een collectieve macht om te handelen. Door het probleem en de antagonist duidelijk af te bakenen en af te wijzen, wordt er al een gezamenlijke grond gesuggereerd. Door de antagonist geen stem te geven en zelf aan het woord te zijn, verkrijgen de activisten agency en herstructureren ze de bestaande machtsverhoudingen. Ook de houding naar het probleem toe impliceert een strategie, en daarmee een identiteit. In Edible City en Africa Rising lijkt begrip van de zaak zwaarder te tellen dan bij Just Do It. In Edible City wordt het probleem retorisch versterkt door een verslag van een expert en found

footage en Africa Rising is een documentaire die het probleem in zijn vele facetten

uit probeert te leggen, waarbij het probleem gelijk wordt gesteld aan al erkende problematiek als de slavernij. Hoewel ook de refuseniks het probleem via verschillende verhalen vormgeven, is het niet vastgelegd buiten hun verhalen om en bouwen zij voort op het gevoel van onrecht bij de kijker. Bij Just Do It blijft een heldere beschrijving van het probleem echter uit, al wordt er wel een duidelijk onderscheid gemaakt tussen het goede en het slechte door middel van kadrering. Aan de hand van lokale voorbeelden trachten de activisten het probleem concreter te maken, waardoor het probleem, net als de identiteit, meer locatiegebonden wordt.

Ook gaan de beweging een onderhandeling aan met de buitenwereld, waarbij ze aankaarten achter welke waarden en initiatieven ze achterstaan en achter welke juist niet. Door symboliek te gebruiken, zoals het vredesteken en de opgeheven vuist, bouwen ze voort op reeds bestaande frames. Het genereren van

60 een brede aantrekkelijke identiteit het volgens Melucci te maken met het specifieke vertalen naar een groter geheel:

Collective identity building also entails actors establishing connections between different occurrences […] which are relevant to their experience, and weaving them into broader, encompassing narratives. As a result, organizational and individual actors involved in collective action no longer merely pursue specific goals, but come to regard themselves as elements of much larger and encompassing processes of change- or resistance to change (Melucci 1996 in Porta 2006: 22).

In zekere zin functioneert het construeren van een identiteit zoals een beweging zelf: connecties worden op een rizomatische manier aan elkaar gerelateerd, waardoor een groter, verweven verhaal en een gefundeerde, herkenbare identiteit wordt gegenereerd.

Bernstein categoriseerde identiteit als identity for empowerment, identity as

goal en identity as strategy. Alle bewegingen lijken hun identiteit vorm te geven

en af te willen bakenen om zo een collectief neer te zetten. Zij gebruiken identiteit daarmee als empowerment. Daarnaast zien we dat de identiteiten van Climate Camp en Plane Stupid, Courage to Refuse en Edible City ook bedoeld zijn om de dominante normen en waarden te bekritiseren. Hun identiteit is daarmee oppositioneel van aard en kan als identity as critique gezien worden. Alleen Africa

Rising lijkt vrouwen te willen heridentificeren als autonome vrouwen met gevoel,

die slachtoffer worden van een ritueel dat als normaal wordt beschouwd. Door vrouwen een stem te geven en verhalen uit te lichten, confronteert de beweging het dominante discours en tracht ze sociale categorieën te doorbreken. Hun identiteit is in dat opzicht een doel op zich.

In hoofdstuk één werd de collectieve identiteit aan de hand van representaties van de beweging zelf, het probleem en de oppositie blootgelegd. In het volgende hoofdstuk ga ik in op hoe een oplossing voor het probleem geopperd wordt.

61

Hoofdstuk 2