• No results found

Tegelijkertijd heeft Lord Owen zich echter welsprekend verdedigd tegen de beschuldiging dat hij niets anders doet dan Realpolitik bedrijven en uit is op de ‘vrede

van het kerkhof’. Wat er tot nu toe bekend is geworden van het vredesplan ondersteunt

die verdediging. De regeling gaat veel verder dan wat de Verenigde Naties ooit voor

een soevereine staat hebben voorgesteld. De regering van het nieuwe Bosnië zou

gaan bestaan uit een presidium van negen leden, drie uit elke bevolkingsgroep. Hun

benoeming is onderworpen aan de goedkeuring van Owen en Vance, die in de

hoofdstad Sarajevo een permanente vertegenwoordiger stationeren. Uit het plan blijkt

dat deze in feite proconsul van Bosnië-Hercegovina namens de VN en de EG zou

zijn. Uit het presidium zou een president worden gekozen, die elke vier maanden

wordt afgelost. De besturen van de tien semiautonome provincies worden naar

evenredigheid uit de drie bevolkingsgroepen samengesteld, met dien verstande dat

elke bevolkingsgroep in het bestuur van elke provincie vertegenwoordigd moet zijn.

Zowel de nationale regering als de provinciale besturen dienen de gevolgen van de

etnische zuiveringen ongedaan te maken. Het land en de bezittingen van verdrevenen

moeten worden teruggegeven aan de rechtmatige eigenaars, ook al hebben die er

onder druk afstand van gedaan. Elke burger krijgt het recht internationale waarnemers

te vragen naar gebieden te komen waar mensenrechten in gevaar zijn. Een nieuwe

VN-troepenmacht van vijfentwintigduizend man zou toezicht op de naleving van de

akkoorden moeten uitoefenen; het mandaat hiervan zou ook voorzien in het in beslag

nemen en bewaken van zware wapens, het bewaken en openhouden van

doorgangswegen en het beslechten van geschillen. Het plan zou ook voorzien in een

internationaal tribunaal voor de berechting van oorlogsmisdaden. Als dit allemaal

waar is, zou Bosnië-Hercegovina in feite onder mandaat van de Verenigde Naties

en de Europese Gemeenschap worden geplaatst, tenminste tot er vrije verkiezingen

mogelijk zijn. En dat kan lang duren, want de Servische vernietiging van kadasters

en burgerlijke stand zal het aanleggen van kiesregisters ten zeerste bemoeilijken.

Het plan heeft echter een Achilleshiel. Het veronderstelt dat alle partijen ermee

instemmen en zich eraan houden. Alleen op die basis kan immers van peace keeping

onder auspiciën van VN en EG sprake zijn. Die instemming is er echter niet, en die

zal er ook niet komen als onder gezamenlijke druk van Veiligheidsraad, Witte Huis

en Europese Gemeenschap de Bosnische, Kroatische en Servische hoofdrolspelers

alsnog hun handtekeningen zetten. Want wat die waard zijn, weten wij nu wel.

Uitvoering van dit

vredesplan wordt dan precies zo gefrustreerd als in het afgelopen jaar is gebeurd met

Vance's vredesplan voor Slavonië en Krajina. Neen, het plan Vance-Owen maakt

alleen kans van slagen als VN en EG niet alleen die handtekeningen eronder

afdwingen, maar ook de uitvoering ervan. Dat zou neerkomen op een veel verdergaand

mandaat voor een VN/EG-vredesmacht en het zou ook neerkomen op het stationeren

van een veel grotere troepenmacht in Bosnië-Hercegovina. Bij de NAVO schijnt die

te worden geschat op zo'n tweehonderdduizend man. Zo'n uitkomst zou een vreemde

paradox opleveren. Het ‘vredesproces’ werd immers opgezet als het enige alternatief

voor een grootscheepse (en langdurige) militaire interventie in voormalig Joegoslavië.

Maar juist op zo'n interventie komt een serieuze vredesregeling neer.

10 februari 1993

Symbolisch

Het lijkt tegenwoordig wel of alles wat er aan ex-Joegoslavië wordt gedaan symbolisch

is. De Amerikaanse voedseldroppings boven Oost-Bosnië heten ‘symbolisch’. Ze

helpen niet echt, en ze lossen niets op, maar ze zijn een symbool, zo lees ik overal,

voor de nieuwe Amerikaanse betrokkenheid bij de Joegoslavische kwestie. Maar

wat symboliseren die droppings dan wel? Eigenlijk niets anders dan de bereidheid

van de Amerikaanse regering om vanaf drie kilometer hoogte voedsel te parachuteren

over een aantal al maanden belegerde moslimgebieden in Bosnië. Het doet erg denken

aan het bliksembezoek van president Mitterrand op 28 juni 1992 aan het belegerde

Sarajevo. Dat was ook een symbolische actie. Uiteindelijk leverde die niets anders

op dan de toch willekeurige poging om van alle belegerde steden en gebieden in

Bosnië-Hercegovina in ieder geval deze te provianderen. Eerst door de lucht, en later

met vrachtauto's die door VN-troepen en VN-pantserwagens werden beschermd,

althans symbolisch beschermd. Ook de aanwezigheid van VN-troepen is symbolisch,

maar dan in de zin dat zij niet mogen optreden als troepen. Zij zouden er net zo goed

niet kunnen zijn, ware het niet dat hun aanwezigheid nu al maanden wordt aangevoerd

als argument om niet met VN-troepen tegen de rovers en moordenaars ter plaatse

op te treden. Alleen van deze laatsten zijn de activiteiten in het geheel niet symbolisch.

Vanuit een ander gezichtspunt is dit laatste overigens niet helemaal waar. Dat de

Servische soldateska nu al bijna twee jaar lang haar onbeschrijfelijke gang kan gaan,

is voor een groot deel toe te schrijven aan het feit dat zij worden gezien als symbolen

van Tito's partizanen in de Tweede Wereldoorlog. Deze onzinnige vergelijking tussen

toen en nu kwam de Westerse regeringen veel te goed uit om er niet aan vast te

houden.

Hetzelfde valt te zeggen van een andere uitvlucht: er valt pas iets in ex-Joegoslavië

te regelen als Rusland meedoet. Opnieuw een beroep op een historische analogie:

de traditionele banden tussen Rusland en Servië. Die banden bestonden er inderdaad,

in de negentiende eeuw. Maar nu? Zijn de voormalige communisten in beide landen

niet alleen nationaal-socialisten geworden, maar ook nog bekeerd tot de

russisch-orthodoxe of de servisch-orthodoxe kerk? Zelfs als dit het geval zou zijn,

dan liggen de geopolitieke verhoudingen toch geheel anders dan toen. Een groot deel

van de negentiende eeuw strekte de Russische aanwezigheid op de Balkan zich uit

tot aan de Servische grenzen. Sinds de ontbinding van de Sovjet-Unie en de

onafhankelijkheid van (onder andere) Oekraïne ligt Rusland veel verder weg van

Servië dan Nederland. Als machtsfactor speelt het in de Balkan alleen maar een rol

dankzij de geërfde zetel van de Sovjet-Unie in de Veiligheidsraad, een positie die

op weinig meer dan vergane glorie berust.

Inmiddels melden Cyrus Vance en Lord Owen dat hun vredesakkoord over Bosnië