• No results found

Technische achtergrond en docentvaardigheden

2 Literatuur

4.3 Technische achtergrond en docentvaardigheden

De meerderheid van de deelnemers heeft nooit blended les gekregen buiten hun opleiding en eventuele trainingen/workshops (65%, x = 32, n = 49). Daaronder vallen bijvoorbeeld blended lessen op de middelbare school en blended taal- en hobbycursussen.

Op de vraag, “Hoe vaak maakt u gebruik van het internet om zelf iets te leren?”, antwoordden 20 deelnemers (41%) “dagelijks”, 17 (35%) “wekelijks”, 6 (12%) “maandelijks”, 5 (10%) “een paar keer per jaar” en één deelnemer gaf aan nooit gebruik te maken van het internet om zelf iets te leren.

De meeste deelnemers maakten in hun vrije tijd acht tot twaalf uur per week gebruik van een computer, laptop of tablet (47%, x = 23). Eén deelnemer (2%) gaf aan minder dan 2 uur per week gebruik te maken van deze middelen en drie deelnemers (6%) gaven het andere uiterste als antwoord: meer dan 23 uur per week.

Op de vraag, “Heeft u het gevoel dat u de snelle technologische ontwikkelingen kunt bijbenen?”, kozen 25 deelnemers (51%) voor het antwoord ‘ja’ en 24 deelnemers (49%) hebben ‘nee’ ingevuld.

In totaal gaven 18 deelnemers aan zeer zeker (16%, x = 8) tot zeker (20%, x = 10) te zijn op het gebied van blended lesgeven. Hetzelfde aantal deelnemers (37%, x = 18) was niet zeker, maar ook niet onzeker op dit gebied. Twee deelnemers (4%) voelden zich wat dit onderwerp betrof zeer onzeker en elf deelnemers (22%) waren onzeker.

Daarna moesten de deelnemers op een 5-punts Likertschaal aangeven in hoeverre zij het eens waren met 19 stellingen over vaardigheden voor online docenten (1 = “zeer mee oneens”, 5 = “zeer mee eens”). De stellingen waren gebaseerd op het raamwerk van Compton (2009). Zeven stellingen gingen over technische docentvaardigheden, de daaropvolgende

zeven stellingen over pedagogische vaardigheden en vijf stellingen gingen over beoordelingsvaardigheden.

De berekende gemiddelden en standaarddeviaties moeten voorzichtig geïnterpreteerd worden, aangezien een Likertschaal een ordinale schaal is. De uitkomsten zijn geen scores en kleine verschillen tussen de getallen hebben nauwelijks betekenis. Uit de gegevens kunnen we alleen min of meer opmaken in hoeverre de docenten het gemiddeld eens waren met de stellingen en hoe groot de spreiding ongeveer was.

De antwoorden waren over het algemeen niet positief. Eén gemiddelde lag hoger dan een 3 (“neutraal” op de 5-punts Likertschaal): de deelnemers gaven gemiddeld aan regelmatig verschillende computerprogramma’s te gebruiken ( = 3,62, σ = 1,06) en te weten wat de mogelijkheden zijn van de bekendste software ( = 3,38, σ = 1,01).

Tabel 4

Technische docentvaardigheden: gemiddelden en standaarddeviaties.

niveau stelling σ

novice

Ik gebruik regelmatig verschillende computerprogramma’s (software).

3,62 1,06

Van de bekendste software weet ik wat de beperkingen en mogelijkheden zijn.

3,38 1,01

GEMIDDELD 3,5o 1,03

proficient

Ik kan eenvoudige webpagina’s maken. 2,21 1,36 Kleine problemen met webbrowsers los ik zo op. 2,37 1,18

GEMIDDELD 2,29 1,27

expert

Ik kan zelf eenvoudige computerprogramma’s programmeren.

1,50 0,92

Ik kan interactieve websites bouwen. 1,33 0,75 Ik kan online oefeningen en leeromgevingen

zodanig aanpassen dat de werking optimaal is.

2,27 1,14

Toch waren er bij bijna alle stellingen wel deelnemers die “mee eens” of “zeer mee eens” invulden. De standaarddeviatie was overal vrij hoog ( 0,75 < σ < 1,36). Er waren geen grote, noemenswaardige verschillen in de gemiddelde standaarddeviaties.

Er bestaan meer beginnende online docenten dan experts op dit gebied. De stellingen over de vaardigheden voor beginnende online docenten zouden daarom positiever beantwoord moeten worden dan de stellingen voor vaardige (proficient) docenten, een niveau hoger. De stellingen voor experts zouden van alle niveaus de laagste gemiddelden moeten vertonen.

De resultaten met betrekking tot de technische docentvaardigheden sloten goed aan bij deze logica, maar de antwoorden met betrekking tot pedagogische en evaluatieve docentvaardigheden lieten een ander beeld zien. De stellingen met betrekking tot expertvaardigheden leverden hogere gemiddelden op dan de proficient-stellingen en bij de

Tabel 5

Pedagogische docentvaardigheden: gemiddelden en standaarddeviaties.

niveau stelling σ

novice

Ik weet hoe ik online een sociale groep kan creëren. 2,83 1,20 Ik ken de theorieën met betrekking tot online leren. 2,38 1,13

GEMIDDELD 2,60 1,16

proficient

Ik kan een blended leerproces op verschillende manieren toetsen.

2,12 1,08

Ik vul online taaltaken aan met geschikte materialen.

2,73 1,36

Ik kan de online interactie van studenten vergroten. 2,40 1,23

GEMIDDELD 2,42 1,22

expert

Ik ondersteun de groepsvorming en online interactie op een creatieve manier.

2,42 1,16

Ik gebruik online materiaal om zelf nieuwe materialen en online taken te creëren.

2,90 1,29

pedagogische vaardigheden was het gemiddelde op dit niveau zelfs het hoogste gemiddelde van alle niveaus. De verschillen waren echter klein, zeker voor een meting op ordinale schaal. Daarbij waren alle gemiddelden bij deze stellingen lager dan “neutraal”: de docenten beschikten eerder niet dan wel over de genoemde vaardigheden.

De zeven stellingen die over technische beginnersvaardigheden gaan vertoonden een sterke interne consistentie (α = 0,832). Ook de zeven stellingen over pedagogische vaardigheden vertoonden samen een hoge interne consistentie (α = 0,899). De stellingen met betrekking tot het evalueren van online taalcursussen vertoonden een nog sterkere consistentie (α = 0,935). Alle stellingen over alle vaardigheden samen leverden een Cronbachs alfa op van 0,929. De vragen meten dus in hoge mate hetzelfde concept.

Tabel 6

Evaluatieve docentvaardigheden: gemiddelden en standaarddeviaties.

niveau stelling σ

novice

Ik beschik over basiskennis met betrekking tot de evaluatie van blended taken en cursussen.

2,42 1,25

GEMIDDELD 2,42 1,25

proficient

Ik kan online taken evalueren op basis van één of meerdere raamwerken en de taken dienovereenkomstig aanpassen.

2,44 1,24

Ik kan blended cursussen evalueren op basis van één of meerdere raamwerken en de cursus dienovereenkomstig aanpassen.

2,10 1,13

GEMIDDELD 2,27 1,18

expert

Ik kan online taaltaken intuïtief en geïntegreerd evalueren op basis van één of meerdere

raamwerken.

2,42 1,20

Ik kan blended cursussen intuïtief en geïntegreerd evalueren op basis van één of meerdere

raamwerken.

2,38 1,31