• No results found

9 Teamorganisatie / Speelwijze

Het gaat in het voetballen altijd om meer doelpunten maken dan de tegenpartij: winnen van de wedstrijd. Om dit voor elkaar te krijgen zal het team moeten aanvallen. Dit betekent automatisch dat de tegenpartij verdedigt. En omdat balbezit voortdurend wisselt, is er naast het aanvallen en

verdedigen ook sprake van omschakelen. Aanvallen, verdedigen en omschakelen noemen we teamfuncties. Teamfuncties kunnen worden onderverdeeld in teamtaken (bij aanvallen zijn dat opbouwen en scoren; bij verdedigen zijn dat storen en doelpunten voorkomen).

Een teamorganisatie en een onderlinge taakverdeling zijn noodzakelijk om de wedstrijd te kunnen winnen. Binnen de teamorganisatie krijgen de 11 spelers een individuele basistaak. Pas vanuit een bepaalde teamfunctie en teamtaak krijgen de voetbalhandelingen van spelers betekenis.

Spelers moeten dus beter worden in het aanvallen, verdedigen en omschakelen.

Daarom hebben we binnen NIVO Sparta met elkaar afgesproken om 1:4:3:3 als teamorganisatie centraal te stellen. Deze teamorganisatie is een middel om doelstellingen per leeftijdsgroep te realiseren. Gemiddeld genomen zien deze doelstellingen er als volgt uit:

Leeftijdsgroep Opleidingsdoelstelling Opleidingsdoelstelling 0.6 – 0.7

Mini-pupillen

Baas worden over de bal Bal is middel

0.8 – 0.9 F-pupillen

Leren doelgericht te handelen Bal is middel

0.10 – 0.11 E-pupillen

Leren samen doelgericht te handelen Wedstrijd is middel

0.12 - 0.13 D-pupillen

leren spelen vanuit basistaken Wedstrijd is middel

0.14 - 0.15 C-junioren

afstemmen van basistaken Teamorganisatie is middel

0.16 - 0.17 B-junioren

spelen als een team Wedstrijd is doel

0.18 – 0.19 A-junioren

Winnen als team Competitie is doel

Om deze speelwijze te realiseren is het noodzakelijk dat de coach er – vanaf de E-pupillen - in besprekingen, trainingen en nabesprekingen van de wedstrijden de nodige aandacht aan besteed. Zo dient steeds weer aan de orde te komen:

• De formatie, de veldbezetting, de veldverdeling o wie speelt waar

• De speelwijze

o hoe wordt er opgebouwd, aangevallen en verdedigd en welke spelers spelen in de verschillende momenten een rol

• Taken en verantwoordelijken van de verschillende posities o individueel, in een linie of geheel als team

• De kwaliteit van het positiespel

• Het winnen van 1 tegen 1 duels o aanvallen en verdedigend

• Het rendement in de eindfase van het positiespel

o worden er scoringskansen gecreëerd door het centrum en/of over de vleugel

Basisformatie; standaardstructuur 1 keeper

4 verdedigers 3 middenvelders 3 aanvallers

In deze basisformatie zal 1:4:3:3 gespeeld worden.

Afhankelijk van de sterkte van de tegenstander(s), de stand in de wedstrijd of doelstelling van de activiteit kan 1:3:4:3 gespeeld worden.

Onderstaand volgen de taken en verantwoordelijkheden per team en linie.

Per team:

Aanvallen:

• Het gaat vooral om het positiespel, de kwaliteit van het positiespel, het ritme van het positiespel

• bedoeling is vooral de dieptepasses gespeeld te krijgen

• veldbezetting belangrijk, vooral de afstanden tussen de spelers in de verschillende assen (niet te kort, niet te lang)

• positiespel vraagt continu concentratie en scherpte (mee blijven doen en meebeleven)

• in de routinezaken vooral zien perfectie te bereiken dus geen foute passes, geen onnodig balverlies, geen onnodig lopen, juist balsnelheid, op maat enz.

• er moet zeer veel gevoetbald worden (positiespel) om een paar kansen te creëren

• bij het veroveren van de bal na het jagen is het belangrijk niet te gehaast te spelen, het vergt een andere concentratie, dus niet te agressief en geen foute ballen

• hierna voorzet, beweging in strafschopgebied,voldoende mankracht niet afwachten, zoeken naar een mogelijkheid

• als tegenstander ver terugtrekt dan des te meer geduld in de opbouw (niet laten verleiden tot dieptepasses als het niet echt kan)

• attent zijn op de mogelijkheid voor diep spelen Verdedigen:

uitgangspunt: de bal zo snel mogelijk zien te winnen - zover mogelijk van eigen doel af.

voorwaarden: goede organisatie, begrip en inzicht bij iedereen en concentratie

• spitsen heb je nodig, vleugelspitsen snel herstellen en knijpen + pressen

• ondersteuning aan hen die de pressing moeten doen spelers middenveld + verdediging, ook hierin juiste positie kiezen (soms een paar meter)

Per linie:

De verdediging Aanvallen:

• geen onnodig balbezit

• hoge balsnelheid, snel verplaatsen van het spel

• foutloos in de opbouw spelen

• positioneel goed spelen, ruimte optimaal benutten (ook t.o.v. de spitsen van de tegenpartij)

• elkaar goed coachen hierin Verdedigen:

• elkaar goed coachen t.a.v. wat je ziet (overnemen, wisselen, buitenspel e.d.)

• hoe dichter bij eigen doel en het strafschopgebied, hoe scherper men moet dekken

• getracht moet worden om de vrije verdediger niet in een 1 tegen 1 situatie te krijgen o verantwoordelijkheid overige verdedigers/middenvelders

• deze speelwijze heeft consequenties in de zin dat er zeer veel ruimte wordt geboden achter

de verdedigers (m.n. tijdens omschakelingsmoment aanvallen → verdedigen)

• clever verdedigen (geen onnodige overtredingen)

• invechten in de tegenstander, technisch goed doen, geen overtredingen

• verzorgen van rugdekking (juiste keuze van soort dekking) Middenveld

Aanvallen:

• goed in de eigen zone spelen, niet te vroeg de diepte in, veldbezetting optimaal houden

• geen onnodig balverlies, niet onnodig lopen met de bal

• in relatie tot de aanvallers 7, 9 en 11 een dienende rol spelen, dus voorwaardelijkheden Verdedigen:

• middenvelders altijd controlerend: niet te diep en op verkeerde moment over eigen vleugelspitsen heen

• niet onnodig veel speelruimte geven bij georganiseerd middenveld (dieptepasses voorkomen in verband met grote vrije ruimte achter eigen verdediging)

• clever met verstand, zonder onnodige overtredingen, niet te wild verdedigen

• wanneer een van de drie middenvelders niet scherp dekt komen er problemen - tegenstander krijgt ontsnappingsmogelijkheid

• niet gemakkelijk laten uitspelen, druk op de tegenstander houden

• lichaam gebruiken, zoals Italianen dit kunnen (invechten)

• niet trappen, voor je houden

• middenveld goed aansluiten bij spitsen en man in je zone dekken, met hem mee in je zone

• goede samenwerking/communicatie tussen 3 en 10 !!!

o wie pakt wie? op het moment dat iemand van de tegenpartij doorschuift!

De aanval Aanvallen:

• 3 aanvallers

• samenwerking 3 aanvallers, zeer belangrijk

• gevaar van de ruimtes vollopen, elkaar in de weg lopen en veldbezetting verstoren

• aanvallers niet teveel op een hoogte komen, niet te vroeg bij de dieptepass

• individuele mogelijkheden van deze aanvallers zijn zeer belangrijk in deze speelwijze, belangrijk wapen, er zit dus risico in

• bij voorzetten van zijkant 3 man in het strafschopgebied opduiken o bijv. voorzet 11 -- 7, 10, 9 in strafschopgebied

Verdedigen:

• bij opbouw tegenpartij knijpen (centrum dicht),vleugelverdedigers vrijlaten en laten aanspelen

• vooral onderling verband intact houden, feeling voor de posities hebben

• opbouw tegenstander afschermen en dieptepasses voorkomen

• juiste manier kiezen om jagen op de bal in te zetten (herkennen van het moment)

o juiste moment: het moment dat de vleugelverdedigers aangespeeld (gaan) worden bv. pos. 2 van tegenpartij wordt aangespeeld, 7 gaat druk uitoefenen op balbezittende 2

o (hij mag niet uitgespeeld worden), 9 + 11 zijn verantwoordelijk voor centrale duo, pos. 5 van tegenpartij wordt vrijgelaten