• No results found

10 Standaard coachtermen NIVO Sparta

Door eenduidige coachingtermen af te spreken schep je veel duidelijkheid binnen het team. Het is dan ook zeer verstandig om binnen de gehele jeugdopleiding dezelfde termen te gebruiken. Hierdoor is meespelen in een ander team voor wat betreft coaching geen probleem meer. Spelers kunnen op dezelfde termen vertrouwen.

Onderstaand is een beperkte opsomming gegeven van de meest van toepassing zijnde coachtermen bij NIVO-SPARTA. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen coachtermen in verdedigend, opbouwend en opbouwend / aanvallend opzicht. De coachtermen kunnen zowel tijdens trainingen, als tijdens wedstrijden gebruikt worden. Vooral de spelers zullen deze coachtermen moeten kennen en begrijpen, terwijl de leiders en trainers ze op de juiste momenten moeten kunnen gebruiken.

De coachtermen zullen vanaf 2e jaars F-jeugd worden aangeleerd met dien verstande dat we dit zien als een leerproces waarbij het totaalplaatje bekend moet worden verondersteld vanaf de 2e jaars C-jeugd. Vanaf F tot aan C worden een aantal coachtermen opstapelend aangeleerd. Dit moet in de komende jaren worden opgebouwd en geëffectueerd.

VERDEDIGEND OPZICHT:

Omschakelen:

Bij balverlies direct achter de bal komen en verdedigende positie innemen, zodat snelle opbouw van de tegenpartij wordt verhinderd.

Klein maken:

Bij balverlies direct achter de bal komen en verdedigende positie innemen, zodat snelle opbouw van de tegenpartij wordt verhinderd.

Niet happen:

Duel met tegenstander niet aangaan, tegenstander voor je houden.

Winnen / Aanpakken:

Duel met tegenstander aangaan en bal veroveren.

Druk:

De speler die het dichtst bij de balbezittende tegenstander staat, moet doorlopen tot de tegenstander en deze dwingen tot breed- of terugspelen. De speler moet niet happen. De rest moet alle mogelijke aan te spelen tegenstanders kort dekken.

Knijpen:

Wanneer de aanval van de tegenstander over de andere zijde wordt opgezet, moeten de spelers aan de kant waar de bal niet is, naar binnen "knijpen", zodat zij elkaar rugdekking kunnen geven.

Doordekken:

Wanneer de tegenstander zich in terugwaartse richting begeeft, moet de speler die bij hem staat hem kort blijven volgen.

LOS

De keeper roept dat als hij vindt dat zijn medespelers de bal niet meer mogen aanraken.

Terug:

De keeper roept dat als de bal teruggespeeld moet worden.

Jij/Naam:

De keeper roept dat als hij niet uitkomt, maar de eigen speler het duel moet aangaan of de bal wegwerken.

Weg:

De keeper/medespeler geeft aan dat de speler de bal moet wegspelen.

Niet terug;

De speler geeft aan dat de speler de bal niet terug kan of mag spelen.

OPBOUWEND OPZICHT:

Aanspeelbaar zijn:

De medespelers staan zo dat ze door balbezittende speler ingespeeld kunnen worden.

Aansluiten:

Als vanuit de verdediging de bal naar voren wordt gespeeld, waarbij snel aan- of bijgesloten moet worden (bijvoorbeeld om buitenspel te zetten). Kan ook als de tegenstander de bal terugspeelt.

Tijd:

De aangespoelde speler staat zodanig vrij dat hij zelf kan beslissen hoe hij verder wil spelen. Hij kan de bal in elk geval aan-/meenemen.

Helpen:

Bij balbezit van een speler dient een speler in de linie daarachter zich duidelijk aan te bieden, maar wel duidelijk achter de bal. Hierdoor kan de balbezitter eventueel terugspelen.

Inspelen / geven:

Niet met bal gaan lopen, maar direct vrije medespeler aanspelen.

Breed / ruimte/groot maken:

Het zo 'breed' c.q. zo groot mogelijk maken van het speelveld (vleugelspelers naar buiten toe bewegen). Met inspelen ruimte benutten.

Openen;

De speler in balbezit moet de bal openen naar de andere kant dan waar de bal vandaan komt. Door aan te geven waar de bal naar toe moet, wordt het nog duidelijker.

Kaats:

De aangespeelde speler heeft een man in de rug, geen mogelijkheden om de bal aan'/mee te nemen, maar moet direct kaatsen/terugleggen op de aangever of een andere medespeler.

Vast:

De aangespeelde speler heeft een man in de rug, maar geen mogelijkheden om direct te kaatsen en moet de bal dus vasthouden en afschermen.

Draai open:

De aangespoelde speler moet de bal zo aan-/meenemen (wegdraaien van de tegenspeler) dat hij een zo groot mogelijk gedeelte van het veld overziet en ook de pass naar zoveel mogelijk richtingen kan geven.

Achterlangs komen:

Achter de rug van de balbezittende medespeler om, de ruimte in sprinten.

Aanbieden/AanspeeIbaar zijn:

Speler moet bewust (al dan niet met schijnbeweging) uit de dekking van de tegenstander komen.

Uithalen:

De speler in balbezit staat tegen een overtal en moet terugdraaien en terug/breed spelen.

Laat lopen;

De aangespeelde speler kan de bal laten lopen, waardoor hij sneller om kan draaien en tempo kan maken. Vaak wordt ook de term "RUG" of "IN DE RUG" gebruikt. Deze lijkt er veel op de term

11 GEDRAGSREGELS JEUGDLEDEN v.v. N.I.V.O.-Sparta

* Houdt zich tijdens wedstrijden en trainingen aan de spelregels

van het voetbal en in het bijzonder mét de regels van FAIR-PLAY (eerlijk spel).

* Speelt in een TEAM en houdt dus te allen tijde rekening met zijn/haar ploeggenoten.

* Volgt de aanwijzingen van een leider/trainer op zonder (steeds) commentaar te leveren.

* Toont RESPECT in woord en gedrag voor de tegenstander, scheidsrechter, begeleiding, medespelers en publiek.

* Schelden en vloeken horen niet thuis op de voetbalvelden, dus ook niet bij v.v. N.I.V.O.-Sparta.

* Maakt zich niet schuldig aan pestgedrag. Wanneer waarschuwen niet helpt, volgt een royement.

* Moet een rode kaart verantwoorden bij het bestuur in de week na de betreffende wedstrijd.

Het bestuur bepaalt of er sancties (maatregelen) volgen.

* Zorgt (via ouders) bij toerbeurt voor vervoer bij uitwedstrijden. Er wordt meestal met een rijschema gewerkt.

* Is zuinig op zijn (sponsor)kleding en draagt deze kleding niet zonder toestemming in de vrije tijd.

* Zorgt bij toerbeurt voor de was van de (sponsor)kleding via een door de leiding afgesproken schema.

* Zegt bij verhindering van een training af bij de trainer van het team.

* Zegt bij verhindering van en/of een wedstrijd op tijd af bij de leider van het team.

* Moet een echt goede reden hebben om voor een training/wedstrijd af te zeggen. Het is immers een teamsport, waarin medespelers benadeeld kunnen worden.

* Zorgt zelf voor een wedstrijdtenue van de afgesproken kledinglijn, wanneer het team waarin hij/zij speelt niet over sponsorkleding beschikt. De kleding van v.v. N.I.V.O.-Sparta is te verkrijgen bij ….

Dit tenue is uiteraard het eigendom van het (jeugd)lid van v.v. N.I.V.O.-Sparta.

* Zorgt ervoor dat na de training/wedstrijd de kleedkamer en doucheruimte bij v.v. N.I.V.O.-Sparta of bij een gastvereniging netjes wordt achtergelaten.

De begeleiding werkt meestal met een corveelijst en houdt toezicht en/of is in de buurt van de kleedruimte voor en na trainingen en wedstrijden.

De begeleiding mag daarop aangesproken worden, iedereen is verantwoordelijk.

* Zorgt goed voor het interieur van kleedkamers, kantine en andere ruimtes van v.v. N.I.V.O.-Sparta en gast-verenigingen.

Bij vandalisme of diefstal wordt de politie ingeschakeld en volgt een royement, * Houdt de naam van v.v. N.I.V.O.-Sparta hoog en toont dat in woord en gedrag,

ook buiten het voetbalveld.

Verbeterde wereld en begin bij jezelf!

* Is zonder toestemming niet aanwezig op de velden van Sparta, wanneer er geen trainingen of wedstrijden worden gehouden.

Denk aan de vakanties en de zondagen.

* Drinkt geen alcohol bij v.v. N.I.V.O.-Sparta of een gastvereniging, wanneer hij/zij daarvoor niet de wettelijke leeftijd heeft (16 jaar). Begeleiders van jeugdteams ontmoedigen alcoholgebruik.

* Nodigt familie, vriend(inn)en en kennissen uit om wedstrijden van het betreffende N.I.V.O.-Sparta.team te bezoeken. Hoe meer supporters, hoe meer vreugd.

* Is zelf supporter van de overige N.I.V.O.-Sparta.teams, in het bijzonder van

N.I.V.O.-Sparta 1.

* Bevindt zich als supporter niet binnen de afrastering van de verschillende velden, dus zeker niet op de tussenlijn van de velden voor de E-en F-pupillen.

Dit geldt ook voor het overige publiek.

* Doet enthousiast mee aan niet-voetbalactiviteiten die o.a. door de activiteitencommissie worden georganiseerd.

* Zorgt ervoor dat zijn/haar ouders bij de vakantieplanning rekening houden met het wedstrijdschema.Nogmaals: voetbal is een teamsport.

* Betaalt zijn/haar contributie op tijd zodat hij/zij altijd speelgerechtigd is.

Tenslotte ; Je leest veel regels, die meestal vanzelfsprekend zijn. . Zie het als een soort vangnet om niet het plezier in voetbal te verliezen. Immers: Een Spartaan voetbalt met plezier bij v.v. N.I.V.O.-Sparta en werkt daar zelf voor 100% aan mee.