• No results found

3. Theoretisch kader

3.2 Taken en verantwoordelijkheden actoren

In een proces van borging van veiligheid zijn niet alleen de partijen betrokken die de risicovolle activiteiten uitvoeren. Naast de veroorzaker (markt) is ook de overheid (beleidsbepaler en toezichthouder) en de maatschappij betrokken bij deze risicovolle activiteiten. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van deze actoren zullen in onderstaande paragrafen worden besproken. In figuur 13 is een sterk vereenvoudigde vorm weergegeven van het proces van

beleidsbepaling, uitvoering en toezicht.

3.2.1. Markt

Wanneer een bedrijf een besluit over de invoering van nieuwe risico’s neemt, is deze ook verantwoordelijk voor het veiligheidsmanagement. De meeste bedrijven realiseren zich dat nieuwe technologieën nieuwe kansen en voordelen met zich meebrengen. Echter verwachten ze ook dat de personen die deze nieuwe technologie heeft geïntroduceerd ook verantwoordelijk is voor de risico’s die hierbij betrokken zijn. De

overheid neemt hierbij het initiatief in het beschermen van de

maatschappij voor deze risico’s. Dit doet de overheid door het opleggen van een aantal wettelijke taken aan de marktorganisaties. Deze

wettelijke taken verschillen per sector.

Wanneer het gaat om veiligheid hebben alle organisaties een gemeenschappelijke taak. Deze taak is het borgen van veiligheid en betrouwbaarheid van het product en de onderliggende infrastructuur binnen de door de overheid gestelde kaders. Dit betekent dat de markt de eerst verantwoordelijke is in het veiligheidsproces. De

marktorganisaties zijn verplicht om inspecties toe te staan en verplicht

45 Leeuwen, M.A., De Veiligheidsbarometer, april 2006

. . . Figuur 13:

om periodiek een veiligheidsrapportage aan te leveren bij de bevoegde autoriteit. In deze rapportage leggen zij verantwoording af over het gevoerde beleid en dat zij binnen de door de overheid gestelde kaders zijn gebleven. Marktorganisaties zijn echter vrij om de processen in te richten. Ze zijn hier zelf verantwoordelijk voor. De overheid heeft hierop weinig invloed en kan hierop nauwelijks sturen.

3.2.2. Maatschappij

In dit onderzoek is de maatschappij de burger die mogelijk schade oploopt door de risicovolle activiteiten van de markt. De burger verwacht een bepaalde mate van veiligheid in de samenleving en verwacht dat de overheid hierop toeziet.

3.2.3. Overheid

De overheid heeft, zoals hierboven reeds beschreven, twee verschillende taken: als beleidsbepaler en als toezichthouder. In navolgende paragrafen zijn deze taken verder toegelicht.

Beleidsbepaler

De maatschappij verwacht van de overheid dat zij initiatief neemt om de burger te beschermen tegen risico’s die ontstaan bij risicovolle activiteiten. Als belangenbehartiger van de burger is de overheid verantwoordelijk voor de borging van publieke belangen. Eén van deze belangen is de veiligheid. Binnen de door de wetgever gestelde

bandbreedte is de Minister verantwoordelijk voor de ontwikkeling en vaststelling van beleid en regelgeving op het gebied van veiligheid. Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen is dit de Minister van Verkeer en Waterstaat. Op basis van maatschappelijke verwachtingen schept de overheid een kader, waarin het speelveld en de spelregels worden bepaald en waarin ruimte kan worden gelaten aan marktorganisaties om zelf oplossingen te vinden om veiligheid te borgen. Dit wordt zelfregulering genoemd.

Toezichthouder

Naast het bepalen van het beleid is de overheid ook belast met het toezicht houden op dit beleid. Hierbij is het van belang dat de Minister geen dubbele petten op heeft. Om deze ‘dubbele petten’ te voorkomen wordt het toezicht uitgevoerd door een onafhankelijke instantie, de toezichthouder. Deze toezichthouder heeft de bevoegdheden sturen en monitoren overgenomen van de beleidsbepaler. Deze toezichthouder heeft in beginsel twee taken te vervullen; handhaving en advisering van beleidsbepaler.

3.2.4. Beleidsbepaling, uitvoering en toezicht

Het proces van beleidsbepaling, uitvoering en toezicht met betrekking tot veiligheid kan worden weergegevens met de verbetercirkel van Deming (ookwel PDCA- cyclus genoemd). Dit model laat op schematische wijze zien hoe met een vicieuze cirkel de veiligheid verbeterd kan worden. Het wordt daardoor ook wel een permanente verbeteringscyclus genoemd. De verbeteringscirkel bestaat uit vier stappen: Plan, Do, Check en Act. De stap act kan uitgesplitst worden in Re-Act en Pro-Act. De cirkel van Deming en de verschillende stappen in

deze cirkel zijn in figuur 14 weergegeven. Hieronder is per stap een toelichting gegeven.

plan; het bepalen van het beleid met daaraan gekoppeld de

regulering.

do; het uitvoeren van de risicovolle activiteit binnen door de

overheid gestelde kaders.

check; het beoordelen van de uitvoering van risicovolle activiteiten.

re-Act; indien noodzakelijk bijsturen;

pro-Act; onderzoek naar mogelijk nieuwe resultaatgebieden en

ontwerpen van mogelijke interventiestrategieën ter ondersteuning van de Re-Act en Plan fases.

Wanneer we naar bovenstaande fases kijken kunnen de fases per fase toedelen aan actoren. De Plan-fase hoort toe aan de beleidsbepaler, deze bepaald het beleid en de regulering. De Do-fase is het opvolgen en uitvoeren van de handelingen in de door de beleidsbepaler

uitgezette kaders en wordt dan ook uitgevoerd door de marktorganisaties. De fases Check en Act horen toe aan de

toezichthouder. Deze is verantwoordelijk voor het controleren van de marktorganisaties of zij zich aan de gestelde kaders houden. Ook is zij verantwoordelijk om de beleidsbepaler te adviseren over gevonden problemen en nieuwe problemen bij de uitvoering van de activiteiten door de markt.

46 Nieuwenhuis, M.A., The Art of Management (the-art.nl), Oldenzaal, 978-90-806665-1-1,

2003-2006

. . . Figuur 14:

Voorbeeld incident VGS: Tankwagen met benzine gekanteld Op een rotonde in de bebouwde kom is een

tankwagen belande met benzine gekanteld. Bij één van de compartimenten van de tank is hierbij lekkage ontstaan waardoor ongeveer 12.000 liter benzine is weggelekt. Vanwege de gevaareigenschappen zijn omwonende tijdelijk geëvacueerd. Een aanzienlijke hoeveelheid benzine is uitgestroomd en in het milieu en het riool terecht gekomen. Door de getroffen maatregelen hebben zich echter geen calamiteiten voorgedaan. Er zijn ook geen slachtoffers te betreuren. De chauffeur bleef ongedeerd. Gezien de lekkage en de daardoor ontstane

gevaarzetting moet gesproken worden van een ernstig incident.

Deze melding is alleen terug te vinden in de database van IVW.