• No results found

1. welbespraaktheid/ oppervlakkige charme [1]*

11. promiscue seksueel gedrag [3]*

2. groot gevoel van zelfwaarde [1] 12. op vroege leeftijd gedragsproblemen [2]

3. behoefte aan stimulatie/ sensatie [2]* 13. gebrek aan realistische, lange termijn

doelen [2]

4. pathologisch liegen [1] 14. impulsiviteit [2]

5. manipulatief [1] 15. onverantwoordelijk [2]

6. gebrek aan schuld/ berouw [1] 16. geen verantwoording nemen voor acties

[1]

7. oppervlakkig affect [1] 17. veel kortdurige relaties [3]

8. kil/ gebrek aan empathie [1] 18. jeugdcriminaliteit [2]

9. parasitaire levensstijl [2] 19. schending van voorwaardelijke

invrijheidsstelling [1]

10. slechte gedragscontrole [2] 20. veelsoortige criminaliteit [3]

*[1] Factor 1: Interpersoonlijk & Affectief *[2] Factor 2: Gedragsaspecten

*[3]: Items 11, 17 en 20 worden tot geen van beide factoren gerekend, maar worden wel gezien als kenmerken van een psychopaat

**In deze tabel staan de twintig kenmerken weergegeven uit de PCL-R. Deze test is ontwikkeld om psychopathie meetbaar te maken. Deze bovenstaande kenmerken kunnen in meer of mindere mate bij een persoon aanwezig zijn. Bij het scoren van deze test wordt voor ieder kenmerk een 0 voor "nee," 1 voor "iets", of een 2 voor "zeker van toepassing” genoteerd (Hare, 1991). De PCL-R wordt gezien als het meest betrouwbare en valide psychologische meetinstrument op het gebied van het diagnosticeren van een psychopathische

persoonlijkheid.

Tabel 3. Overzicht van de geselecteerde studies in de twee analyses.

Tabel 3a: Overzicht van kenmerken van de studies in de primaire analyse, ter bepaling van het effect van behandeling bij psychopaten in vergelijking met niet of anders behandelde psychopaten.

Studie/Land N Verdeling groepen Uitkomstmaat Odds Ratio/d Verklaring voor het gemeten effect PCL-R (óf YV/SV)

Caldwell et al. N=126 73 psychopaten (t.a.u.)* Gewelddadige recidive 2,7/0.804 (groot effect) Intensieve behandeling die zich specifiek (2006)/ Noord- PCL YV (>27) 53 psychopaten (MJTC) heeft gericht op gedragsverandering en

Amerika op de behoeften van de individu. Skeem et al. N=121 34:PPP* > 6 sessies p.week Gewelddadige recidive 4,776/1,3234 (zeer groot effect) Het ging om potentiële psychopaten,

(2002) / PCL-SV (>12) 87:PPP < 6 sessies p.week waardoor het waarschijnlijker is dat zij Noord-Amerika relatief gezien goed reageren op behandeling.

Rice et al. N=81 52: behandelde psych. Algemene en 0,369/-0,8072 (groot negatief effect) Deze studie had een extreme en curieuze (1992)/ Canada PCL-R (>25) 29: niet behandelde psych. gewelddadige recidive behandelmethode.

Tabel 3b: Overzicht van kenmerken van de studies in de aanvullende analyse, waarbij een vergelijking wordt gemaakt in de kans op recidive tussen psychopaten en niet-psychopaten, waarbij beide groepen dezelfde behandeling krijgen.

Studie/land N Verdeling groepen Uitkomstmaat Odds Ratio/d Verklaring voor het gemeten effect PCL-R

Langton et al. N=418 190: laag/good response Gewelddadige en 2,27/0,6572 (middelgroot effect) De behandeling werd niet gericht op de (2006)/ Canada PCL-R 162: laag/poor response seksuele recidive specifieke behoeften van de delinquenten. (<25/> 25) 34: hoog/poor response

32: hoog/good response

Olver & Wong N=131 33: hoog Gewelddadige en 1,603/0,3731 (klein effect) Om ervoor te zorgen dat de participanten

(2009)/ Canada PCL-R (>25) 98: laag seksuele recidive de best beschikbare behandeling werd aangeboden is er gewerkt met de ‘what-

Note: drop out informatie van 2 delinquenten was niet beschikbaar. works’ principes.

Looman et al. N=102 57: < 25 Gewelddadige, 2,788/0,8316 (groot effect) Ofschoon de nadruk van de behandeling (2005)/ Canada PCL-R 45: > 25 niet-gewelddadige en op het verminderen van recidive lag, is (<25 of >25) seksuele recidive het niet speciaal ontwikkeld voor psychopaten.

Hildebrand et al. N=94 61: < 26 Gewelddadige en 3,935/1,1395 (groot effect) De onderzoeksgroep was relatief klein. (2004)/ PCL-R (>26) 33: > 26 seksuele recidive Een grotere onderzoeksgroep zorgt voor

Tabel 4. Overzicht van de kenmerken van de geselecteerde studies in de twee analyses.

Tabel 4a: Overzicht van kenmerken van de studies in de primaire analyse die het gemeten effect kunnen verklaren.

Studie Effect Size d Aard v.d. therapie Lengte follow-up periode

Caldwell et al. (2006) 0.804 (groot effect) Intensieve en gerichte behandeling. De behandeling was specifiek gericht 2 jaar op gedragsverandering en recidivevermindering. Ook werd de behandeling

zo veel mogelijk afgestemd op de behoeften van het individu

Skeem et al. (2002) 1,3234 (zeer groot effect) De behandeling betrof ‘treatment as usual’. De participanten werden verdeeld 1 jaar in twee groepen, namelijk; een groep die zeven of meer behandelsessies kreeg

en een groep die zes of minder behandelsessies kreeg.

Rice et al. (1992) -0,8072 (groot negatief effect) Intensieve groepstherapie(80 uur per week). Het betrof gevarieerde gem. 10.5 jaar opdrachten, waarvan sommige nu als extreem en/of omstreden zouden

worden beschouwd, zoals naakt een marathon rennen, het gebruik van medicatie/drugs, zoals methedrine, LSD en alcohol.

Tabel 4b: Overzicht van kenmerken van de studies in de aanvullende analyse die het gemeten effect kunnen verklaren.

Studie Effect Size d Aard v.d. therapie Lengte follow-up periode

Langton et al. (2006) 0,6572 (middelgroot effect) Cognitieve gedragstherapie speciaal voor de algemene groep > 5 jaar zedendelinquenten. Er werd bijvoorbeeld gewerkt met modeling

en rollenspellen volgens het terugval preventie model speciaal ontwikkeld voor zedendelinquenten.

Olver & Wong (2009) 0,3731 (klein effect) De behandeling was gericht op de algemene groep zedendelinquenten. gem. 9.9 jaar Deze behandeling is ontwikkeld aan de hand van de ‘what-works’ principes.

Looman et al. (2005) 0,8316 (groot effect) De nadruk van de behandeling lag op het verminderen van recidive door middel gem. > 5 jaar voor < 25 van cognitieve gedragstherapie. Er was zowel groepstherapie als individuele gem. 4.3 jaar voor > 25 therapie. De behandeling was echter niet speciaal ontwikkeld voor behandeling van

deze doelgroep.

Hildebrand et al. (2004) 1,1395 (groot effect) De delinquenten kregen behandeling in de vorm van cognitieve gedragstherapie met gem. 11.8 jaar terugval preventie. De behandeling richtte zich niet direct op het genezen, maar op

Tabel 5. Overzicht van de geselecteerde studies die uiteindelijk niet aan de eisen voldeden.

Studie/land N Verdeling groepen Uitkomstmaat Soort analyse Waarom niet meegenomen in de meta-analyse? PCL-R (óf YV)

Chakhssi et al. N=74 47:< 26 BEST-index 6 maanden na 1 De effectmaat in deze studie betrof geen (2010)/ PCL-R (>26) 27: > 26 opname. Na gem. 1.68 jaar recidive.

Nederland werd de BEST-index nogmaals afgenomen

Caldwell et al. N=86 43: > 31 Recidive (follow-up gem. 1538 1 Deze studie was onduidelijk gerapporteerd. De (2007) / Noord PCL-YV (>31) 43: < 31 dagen) cijfers wat betreft de interactie tussen

Amerika behandeling en PCL-R scores ontbreken. Barbaree N=212 52:low-poor Group Recidive (follow-up gem. 62 maanden, 1 De PCL-R was >15 en voor deze meta-analyse (2005)/ PCL-R (>15) 60:low-good Group variërend van 29 dagen tot 10 jaar) moet deze minimaal een score hebben van >25 Canada 56:high-poor Group of vergelijkbaar op de andere schalen.

44:high-good Group

Hitchock N=40 20: behandelde psych. Verandering in CSQ 2 De effectmaat in deze studie betrof geen (1995)/ Noord- PCL-R (>30) 20: niet behandelde psych. recidive.

Amerika

Hare et al. N=? Behandelde gevangenen Recidive (follow-up 2 jaar) 2 In deze studie ontbreken de aantallen van de (2000)/ Engeland PCL–R (Factor 1 ≥ 9) Niet-behandelde gevangenen twee groepen (behandelde/niet-behandelde gevangenen). Daarnaast ontbreekt de N. Barbaree N=105 49:psych. patient/g.r.* Recidive (follow-up gem. 5.2 jaar) 2 De PCL-R was >15 en voor deze meta-analyse et al. (2001)/ PCL–R ( ≥15) 56:psych. patient/p.r.* moet deze eigenlijk minimaal een score hebben Canada van >25 of vergelijkbaar op de andere schalen. Looman N=45 19: psych.patient/g.r. Prestaties tijdens behandeling 2 Deze studie komt overeen met de studie van et al. (2002)/ PCL-R (>25) 26: psych. patient/p.r. Recidive (follow-up gem. 4.3 jaar) Looman et al. (2005). Daarnaast was deze studie Canada een manuscript en was niet online beschikbaar. Langton N=66 32:psych.patient/g.r. Gedrag tijdens/na behandeling 2 Deze studie is een doctoraal thesis en was niet (2003)/ Canada PCL-R (>25) 34:psych.patient/p.r. Recidive (follow-up gem. 5.9 jaar) online beschikbaar.

Gretton et al. N=29 19:psychopaten Recidive (follow-up gem. 9.5 jaar) 2 Dit artikel was niet online aanwezig. (2000)/ Canada PCL-YV(>30) 10:psychopaten/drop out

Cooke (1997)/ N=36 Dezelfde participanten Gedrag binnen de instelling ? Dit artikel was online niet beschikbaar. Schotland PCL-R(>25) voor hun behandeling

Tabel 6. Odds Ratio (OR) en Effectsize (d):

Auteur: achternaam van de eerste auteur Jaar: het jaar van uitgave van het artikel C_R: recidive van de controlegroep C_NR: niet recidive van de controlegroep I_R: recidive van de interventiegroep I_NR: niet recidive van de interventiegroep

O_C: Odds in de controlegroep, in de eerste drie studies op niet recidive, in de laatste vier op recidive

O_I: Odds in de interventiegroep, in de eerste drie studies op niet recidive, in de laatste vier op recidive

OR: Odds Ratio: O_I/O_C d: Effect Size d

Auteur jaar C_R C_NR I_R I_NR N_Tot O_C O_I OR d

Caldwell 2006 126 2,7 0,804 Skeem 2002 20 67 2 32 121 3,35 16,0 4,776 1,3234 Rice 1992 16 13 40 12 81 0,8125 0,3 0,369 -0,8072 Langton 2006 418 2,27 0,6572 Olver 2009 48 50 20 13 131 0,96 1,54 1,603 0,3731 Looman 2005 11 46 18 27 102 0,239 0,667 2,788 0,8316 Hildebrand 2004 27 34 25 8 94 0,794 3,125 3,935 1,1395

GERELATEERDE DOCUMENTEN