• No results found

Tabel 15: werkingsmiddelen en toelagen voor de pedagogische begeleidingsdiensten

In document Vlaanderen is onderwijs & vorming (pagina 33-37)

Tabel 15: werkingsmiddelen en toelagen voor de pedagogische begeleidingsdiensten

Werkingsmiddelen PBD

2013-2014 2014-2015 2015-2016

evolutie t.o.v. vorig schooljaar

Aantal PBD Aantal PBD Aantal PBD

Werkingsmiddelen 3.613.293,13 8 3.663.742,24 8 3.725.631,53 8 1,69%

Aanvullende WM -

gelijke kansen 85.962,36 8 86.800,49 8 86.800,49 8 0,00%

Aanvullende WM -

SNPB NVT NVT 5.731.000,00 4 5.731.000,00 4 0,00%

Extra ondersteuning

VWO NVT NVT 522.000,00 4 522.000,00 4 0,00%

Nascholing 1.366.000,00 8 1.221.000,00 8 1.221.000,00 8 0,00%

Nascholing -

functiebe-schrijving en evaluatie 441.000,00 8 NVT NVT NVT NVT NVT

Nascholing vorming

directies 408.000,00 8 NVT NVT NVT NVT NVT

Omkadering

Elk jaar legt AGODI de omkadering vast waarop elke school of scholengemeenschap kan rekenen. Op basis daarvan stellen de scholen hun personeel aan dat door de Vlaamse overheid wordt betaald.

‘Omkadering’ slaat zowel op lestijden, lesuren en uren-leraar als op punten en eenhe-den. De omkadering bestaat meestal uit verschillende deelpakketten met een specifieke doelstelling. Voor elke soort omkadering gelden specifieke toekenningsvoorwaarden en berekeningswijzen. Het grootste pakket omkadering is de personeelsformatie van het lera- renkorps. Zo vormt het leerlingenaantal de basis voor de berekening van de leerkrachten-omkadering. Daarnaast kent AGODI ook aanvullende lestijden of extra pakketten toe.

Ambitie 2: Het tijdig en correct toekennen van de omkadering

Elk jaar berekent AGODI de omkadering waarop de scholen recht hebben en brengt het agentschap de scholen tijdig op de hoogte.

AGODI garandeert dat gemiddeld 98% van de omkadering tijdig wordt toege-kend. Voor het basisonderwijs en het DKO betekent dat uiterlijk op 15 juni. Voor het secundair onderwijs geldt voor de gewone omkadering en de ICT-punten eveneens de deadline van 15 juni. Voor de andere omkaderingen is dat 25 juni. Op het einde van het schooljaar worden in elk geval alle omkaderingsberekeningen aan de scholen/centra meegedeeld, met uitzondering van die scholen/centra die 1 oktober als teldag hebben.

AGODI behaalde de norm voor de totaliteit van de omkaderingen. Het overgrote deel (99,6%) van de basisscholen en DKO-scholen ontvingen tijdig hun dienst-brieven met hun omkaderingen. In twee scholengemeenschappen werden door technische redenen telkens voor één school de zorg- en stimuluspunten niet tijdig berekend. Hierdoor ontvingen samen 18 scholen uit die twee scholengemeen-schappen de informatie over de puntenenveloppen zorg en stimulus met één week vertraging. Alle secundaire scholen (100%) ontvingen tijdig de dienstbrieven

Omkadering voor het basisonderwijs

Het gewoon basisonderwijs heeft sinds het schooljaar 2012-2013 een nieuwe berekening van de omkadering. Het niveau kleuteronderwijs heeft daardoor dezelfde manier van be-rekening als het niveau lager onderwijs. Deze basisomkadering bestaat voor beide niveaus uit de lestijden volgens de schalen, de SES-lestijden en de additionele lestijden volgens de schalen, gebaseerd op de leerling/leerkracht-ratio.

Bij de berekening van de lestijden volgens de schalen is er één schaal voor het lager onderwijs en het kleuteronderwijs. Deze schaal geldt voor alle scholen in Vlaanderen en

stijging van twaalf leerlingen of meer wordt één extra lestijd volgens de schalen per leer-ling toegekend (capaciteit plus). Een daling van twaalf leerlingen of meer wordt in het niveau lager onderwijs naar rato van één lestijd per leerling in mindering gebracht van de lestijden volgens de schalen (capaciteit min).

Vanaf 1 september 2015 is voor capaciteitsgemeenten ook een waarborgregeling voorzien.

Dit betekent dat scholen in een gemeente die niet langer voldoet aan de voorwaarden van capaciteitsgemeente nog één schooljaar in aanmerking blijven komen voor een hertelling.

Scholen in gemeenten met een waarborgregeling hertellen niet in min. De gemeenten Dilbeek en Sint-Pieters-Leeuw hadden in schooljaar 2015-2016 geen aangroei van 240 leerlingen maar konden gebruik maken van deze waarborgperiode.

Sinds schooljaar 2012-2013 bestaan er ook ‘additionele lestijden volgens de schalen, gebaseerd op de leerling/leerkracht-ratio’. Als een school op haar teldag voor niveau kleuter of niveau lager, of beide, geen recht heeft op voldoende lestijden volgens de scha-len en SES-lestijden om aan een theoretische leerling/leerkracht-ratio te komen van 18,5 leerlingen per voltijdse leerkracht, dan krijgt de school additionele lestijden bij tot deze ratio toch wordt behaald. In het schooljaar 2015-2016 hadden 338 scholen samen recht op 2.688 additionele lestijden. Dat is per school een gemiddelde van 7,95 additionele lestijden gebaseerd op de leerling/leerkracht-ratio. Ten opzichte van schooljaar 2014-2015 (2561 lestijden) betekent dit een stijging van het aantal additionele lestijden van 5%. Ook het aantal scholen met additionele lestijden stijgt opnieuw met 5% ten opzichte van school-jaar 2014-2015. Het gemiddeld aantal lestijden per school blijft evenwel stabiel.

Sommige scholen kregen door het nieuwe berekeningssysteem omkadering minder les-tijden. Daarom was er een overgangssysteem van drie jaar voorzien. Daarbij ontvingen scholen een aantal additionele lestijden volgens de schalen als compensatie voor het verlies aan omkadering. Het schooljaar 2015-2016 is dan ook het eerste schooljaar waarin AGODI niet langer lestijden sociale maatregel toekent.

Het aantal lestijden levensbeschouwing volgt de stijging van het aantal leerlingen in het niveau lager onderwijs.

Als gevolg van de verhoogde instroom van vluchtelingen kent het schooljaar 2015-2016 een sterke aangroei van het aantal lestijden anderstalige nieuwkomers.

Leerlingen hebben bij ziekte of ongeval onder bepaalde voorwaarden recht op tijdelijk onderwijs aan huis (TOAH). De school waar het kind als regelmatige leerling is ingeschre-ven, is verantwoordelijk voor de organisatie van TOAH. De duur van TOAH varieert per leerling. In het overzicht wordt de situatie van 1 januari weergegeven.

De daling van het aantal kleuters in Vlaanderen uit zich ook in een daling van het aantal uren kinderverzorging.

Naast deze specifieke lestijden krijgen basisscholen een puntenenveloppe ICT-coör-dinatie en administratieve ondersteuning en krijgen scholengemeenschappen een puntenenveloppe zorgcoördinatie en stimuluspunten. De stijging van deze punten-enveloppen lopen gelijk met de stijging van het aantal lestijden volgens de schalen.

In het schooljaar 2015-2016 bedraagt het budget voor de eenheden korte vervangingen

deze daling zijn een stijging van de inhouding voor de VOT van 19% naar 20% en een stijging van de salariskost voor een voltijdse vervanger.

Alleen scholen die in een samenwerkingsplatform een convenant voor “vervanging korte afwezigheden” afsloten, hebben recht op deze eenheden. AGODI verdeelt deze eenheden over deze scholen volgens een vastgelegde verdeelsleutel2. In het gewoon basisonderwijs daalde het aantal eenheden in het schooljaar 2015-2016 met 5.88% (naar 58.126.121 een-heden).

In document Vlaanderen is onderwijs & vorming (pagina 33-37)