Probleem/
fout
Indicatie op het display en
beschrijving van het probleem Wat te doen?
E0
Onjuiste instellingen
Start het programma opnieuw. Neem contact op met een servicemonteur als de fout zich opnieuw voordoet.
E1
Fout temperatuursensor
Inlaatwater te koud. Herhaal het wasprogramma. Als de wasmachine deze fout opnieuw meldt, bel dan een servicemonteur.
E2
Fout deurvergrendeling Controleer of de deur van de wasmachine gesloten is. Haal de stekker uit het stopcontact; steek vervolgens de stekker weer in het stopcontact en zet de wasmachine aan. Neem contact op met een servicemonteur als de fout zich opnieuw voordoet.
E3
Fout bij het vullen van water
Controleer het volgende:
• staat de waterinlaatklep open,
• is het filter op de watertoevoerslang schoon,
• is de watertoevoerslang vervormd (afgeklemd, verstopt enz.),
• is de waterdruk tussen de 0,05 en 0,8 MPa (0,5–8 bar).
Druk vervolgens op de Start /Pauze-knop om het programma te hervatten. Neem contact op met een servicemonteur als de fout zich opnieuw voordoet.
E4
Motorstoring
Start het programma opnieuw. Neem contact op met een servicemonteur als de fout zich opnieuw voordoet.
E5
Motorstoring
Start het programma opnieuw. Neem contact op met een servicemonteur als de fout zich opnieuw voordoet.
E6
Fout waterverwarming
Start het programma opnieuw. Neem contact op met een servicemonteur als de fout zich opnieuw voordoet.
E7
Storing waterafvoer
Controleer het volgende:
• is het pompfilter schoon,
• is de afvoerslang niet verstopt,
• is de afvoer niet verstopt,
• als de afvoerslang onder de maximale en boven de minimale hoogte is geplaatst (zie hoofdstuk »INSTALLATIE EN AANSLUITING / Aansluiten en vastzetten van de waterafvoerslang«) druk dan nogmaals op de Start/Pauze-knop. Neem contact op met een servicemonteur als de fout zich opnieuw voordoet.
Probleem/
fout Indicatie op het display en
beschrijving van het probleem Wat te doen?
E9
Er is water aan de onderkant van de wasmachine
(Aqua Stop-systeem) Schakel het apparaat uit en weer in. Neem contact op met een servicemonteur als de fout zich opnieuw voordoet.
E10
Fout waterniveausensor. Haal de stekker uit het stopcontact; steek vervolgens de stekker weer in het stopcontact en zet de wasmachine aan. Neem contact op met een servicemonteur als de fout zich opnieuw voordoet.
E11
Water stroomt over
Als het water in de trommel een bepaald niveau overschrijdt en er verschijnt melding op het display, dan wordt het wasprogramma onderbroken en wordt het water uit de wasmachine gepompt. Start het programma opnieuw. Neem contact op met een servicemonteur als de fout zich opnieuw voordoet. Als het water in de trommel een bepaald niveau overschrijdt en er verschijnt een melding op het display terwijl de wasmachine water blijft toevoegen, sluit dan de waterkraan en bel een servicemonteur.
E12
Storing motorbesturing
Start het programma opnieuw. Neem contact op met een servicemonteur als de fout zich opnieuw voordoet.
E22
Fout bij het vergrendelen van
de deur. Deur is dicht, maar niet vergrendeld. Schakel de wasmachine uit.
Schakel het apparaat weer in en herhaal het wasprogramma. Neem contact op met een servicemonteur als de fout zich opnieuw voordoet.
E23
Fout bij het ontgrendelen van
de deur. Deur is dicht en ontgrendelt niet. Zet de wasmachine uit en weer aan.
Neem contact op met een servicemonteur als de fout zich opnieuw voordoet. Voor het openen van de deur, zie hoofdstuk »ONDERBREKING EN WIJZIGING VAN HET PROGRAMMA/Deur handmatig openen«.
E36
Elektronische
communicatie-storing in de wasmachine Haal de stekker uit het stopcontact; steek vervolgens de stekker weer in het stopcontact en zet de wasmachine aan. Neem contact op met een servicemonteur als de fout zich opnieuw voordoet.
E37
Elektronische communicatiestoring
in de wasmachine Haal de stekker uit het stopcontact; steek vervolgens de stekker weer in het stopcontact en zet de wasmachine aan. Neem contact op met een servicemonteur als de fout zich opnieuw voordoet.
Waarschuwing voor waterafvoersysteem.
Het symbool verschijnt.
Waarschuwing voor verminderde waterstroom tijdens de pompfase.
Controleer het volgende:
• is het pompfilter schoon,
• is de afvoerslang niet verstopt,
• is de afvoer niet verstopt,
• of de afvoerslang onder de maximale en boven de minimale hoogte is geplaatst (zie hoofdstuk »INSTALLATIE EN AANSLUITING / Aansluiten en vastzetten van de waterafvoerslang«).
Ongelijkmatig verspreid wasgoed
Wanneer het wasprogramma is voltooid, blijft het symbool branden op het display.
Verdeel het wasgoed handmatig en laat het centrifugeprogramma draaien.
Zie aanvullende beschrijving onder TABEL PROBLEEMOPLOSSING.
Nederlands • 25
Probleem/
fout Indicatie op het display en
beschrijving van het probleem Wat te doen?
cln
Systeemwaarschuwing om het zelfreinigingsprogramma te gebruiken
Nadat het wasprogramma is voltooid, verschijnen »cln« en
»Eind« afwisselend op het display.
We raden aan om trommelreiniging uit te voeren.
"PF"
Waarschuwing stroomstoring
(»PF«/stroomstoring) Wasproces onderbroken door stroomuitval. Druk op de Start/Pauze-knop om opnieuw te starten.
Display en knoppen reageren niet
Stop het programma handmatig (fysiek) door de knop Aan/Uit/reset langer dan 3 seconden ingedrukt te houden. Haal de stekker uit het stopcontact; steek vervolgens de stekker weer in het stopcontact en zet de wasmachine aan. Neem contact op met een servicemonteur als de fout zich opnieuw voordoet.
Wasmachine staat stand-by, klaar om het wasprogramma te hervatten
De resterende tijd tot het einde van het programma is afwisselend aan en uit op het display .
Om het wasprogramma te hervatten, drukt u op de Start/Pauze, of stopt u het programma handmatig (fysiek) door op Aan/Uit/ reset te drukken en deze langer dan 3 seconden ingedrukt te houden.
Voorbereiding voor het ontgrendelen van de deur
Lampjes knipperen op het display. Wacht tot het proces is voltooid. Als er na het proces geen foutmelding verschijnt, kunt u een nieuw programma starten. Voer het water af.
Wacht tot de deur ontgrendeld is.
Lawaai en trillingen Zorg dat het apparaat waterpas staat met behulp van de stelpoten en dat de contramoeren stevig zijn vastgedraaid.
• Ongelijkmatig verdeeld wasgoed of wasgoed op een kluit in de trommel van de wasmachine kan problemen veroorzaken zoals trillingen en lawaaierige werking.
• De wasmachine detecteert dergelijke problemen en het stabiliteitscontrolesysteem wordt actief.
• Kleinere ladingen (bijv. een handdoek, een trui, een badjas enz.) of kleding gemaakt van materialen met speciale geometrische eigenschappen zijn vrijwel onmogelijk gelijkmatig over de trommel van de wasmachine te verdelen (slippers, grote stukken enz.). Dit resulteert in meerdere pogingen om het wasgoed opnieuw te verdelen, wat weer leidt tot een langere programmaduur. In extreem ongunstige omstandigheden kan het programma de cyclus voltooien zonder te centrifugeren.
• Het stabiliteitscontrolesysteem zorgt voor een stabiele werking en een langere levensduur van de wasmachine.
Als de problemen aanhouden ondanks het opvolgen van het bovenstaande advies, neem dan contact op met een erkende onderhoudstechnicus. Reparaties en claims die het gevolg zijn van een onjuiste aansluiting of onjuist gebruik van het apparaat, vallen niet onder de garantie. In dit geval zijn de reparatiekosten voor rekening van de gebruiker.
KLANTENSERVICE
WAARSCHUWING! Risico op elektrische schokken
• Repareer nooit een apparaat dat defect is of defect lijkt. Anders brengt u uw eigen leven en dat van toekomstige gebruikers in gevaar. Alleen bevoegde specialisten mogen reparatiewerkzaamheden uitvoeren.
• Onjuiste reparaties maken de garantie ongeldig en de daaruit voortvloeiende schade wordt niet erkend!
Nederlands • 27
TRANSPORT
BELANGRIJKE STAPPEN VOORDAT U HET APPARAAT VERPLAATST
• Trek de stekker uit het stopcontact en draai de waterkraan dicht.
• Controleer of de deur en wasmiddellade goed dicht zitten.
• Koppel de watertoevoerslang en waterafvoerslang los van de behuizing.
• Wacht tot het water volledig is afgevoerd uit het apparaat.
• BELANGRIJK: Plaats de transportbouten aan de achterzijde van het apparaat.
• Het apparaat is zwaar. Wees voorzichtig tijdens het verplaatsen. Houd bij het optillen van het apparaat geen uitstekende delen vast. Gebruik de deur van het apparaat niet als hendel.