minuut - voet seconde - inch
*
±
//#
«,»
=
Ahoek
aiog som- of vcrschiltekcn
±
In x of.
-of/
cosinus cos
tot en met
hieruit volgt max
% min minimum
%o oneindig groot
40 c o
"O 0) JCc
LUo gelijk aan niet gelijk aan identiek met ongeveer gelijk aan evenredig met komt overeen met kleiner, grote dan veel kleiner,
veel groter dan kleiner dan of gelijk aan groter dan of gelijk aan nadert tot
somteken (plus) verschil- of minteken
(plus of min) vermenigvuldigingsteken deeltcken (gedeeld door) verhoudingsteken decimaaltekcn
procent promille
log sin
tg cotg
(vierkants)wortcl uit logaritme voor
grondgetal a natuurlijk logaritme logaritme van Briggs sinus
tangens cotangens maximum graad
(staal) loodrecht op evenwijdig met evenwijdig met en
evenwijdig aan gelijkvormig met congruent met (gelijk aan
en gclijkvormig met) driehoek
KLEURCODERINGEN o
metaal film weerstand
koolfilm weerstand
opstcekcondensatoren
keramische afstcmcondcnsatoren
NTC weerstanden
A/B/C D T violet grijs oranje geel zilver bruin
eerste cijfer
tweede (eerste) cijfer derde(tweede) cijfer
0 T: tolerantie
TC: wccrstandstempcratuurcoöfficicnt
WEERSTANDEN
Rv = R1 + R2 + R3 enz.
Staan twee weerstanden parallel dan geldt de formule:
Rv =
Weerstand van een draad R Hierin is .2
,2
Opgenomen vermogen in een weerstand of: P = I2 x R P = UxI
Hierin is
42.
Rv
Voor het berekenen van de vervangingsweerstand bij 3 of meer weerstan
den parallel geldt:
Voor het berekenen van de vervangingsweerstand van in serie geschakelde weerstanden geldt:
I = stroom door de weerstand in ampère (A) P = opgenomen vermogen in watt (Wj R = weerstand in ohm (Q)
U = spanning over de weerstand in volt (V) p x 1
A Cc
co
.O
ë
R1 x R2 R1 +R2
of: P = U2/R p = soortelijke weerstand in Q/m/mm
1 = lengte van de draad in meters A = doorsnede van de draad in mm R = weerstand in ohm (Q)
1 1 1 R1 +R2 + R3 enZ’
CONDENSATOREN o
Bij meer dan twee condensatoren in serie geldt:
Voor parallel geschakelde condensatoren geldt:
Cv = Cl +C2 + C3 enz.
C = {Farad)
-43 Capaciteit
De grootte van de capaciteit van een condensator wordt bepaald door het oppervlak van elk der condensator platen, de onderlinge afstand d van dc platen en dc diölcktrische constante er van de tussenstof:
Wanneer twee condensatoren in serie worden geschakeld, kan de vervan- gingscapaciteit Cv worden berekend met de formule:
Impedantie
Bij een sinus-vormige wisselspanning met frequentie f (in Hz) is dc impe
dantie Xc van een condensator met de capaciteit C:
CC c/) -Si
E
u.o
£o ■ Er.A
d
eo = 8,85.10 12F/m
Xc=d?F<Ohm)
Z7UC1 1 . 1 . 1 Cv Cl C2 C3cnz’
Cl xC2 Cl +C2
ZELFINDUCTIES
Voor het berekenen van spoelen in serie geldt het volgende:
Lv = L1 + L2 + L3 enz.
Voor het berekenen van twee spoelen parallel geldt:
Voor drie of meer spoelen parallel geldt:
44
met po=4.jü.l0’/ H/m
pr =relatieve magnetische permeabiliteit van de kern.
Impedantie
Bij een sinus-vormigc wisselspanning met frequentie f (in Hz) is de impe
dantie Xl van een spoel met zclfinductic L:
_1_
U
Coëfficiënt
De coëfficiënt van zclfinductie L van een spoel met lengte 1 en windings- aantal N en oppervlakte A van de spocldoorsnede wordt gegeven door:
az
coE
u.O
1 1 1 LI +L2 + L3enZ’
XL=2^(Ohm)
L Po . Pr • N2 . A LI xL2 U L1+L2
RESONANTIEKRINGEN
a) SERIE-SCHAKELINGEN b) PARALLEL-SCHAKELINGEN
I B t
«i
serie
rcsonanticfrequcntie fr =
kringkwalitcit Q = R.
C
L
bandbreedte demping
admiltantic
impedantie 45
impedantie bij resonantie
Door ccn weerstand R en een condensator C en een spoel L in serie of parallel met elkaar te verbinden ontstaat er een resonantickring waarvan de totale impedantie sterk afhangt van de frequentie f.
r»V5 r
7Fp
O
J1
et
co 3
Eu. U.O
'r ’?
J
1 2tt/lC
!•
b= Y =>/J_+(_L__L)2 Z R2 XL Xe
Z=-Vr2 + (Xl-Xc)2 parallel
fr= 2rr/LC
R =J=C
*4 d4
Zr = R
"4
d4
Zr = R q
=
rWEERSTANDSWAARDEN
649 649 100 100 255
162 162 412
261 665 102 261
165 422
681 681 105 105 267
169 169
698 274 274
107
442 174 442
715 715 110 110
178 178 453
732 113 287
464 464 182
750 750 115 115 294
475 187 187
768 301 301
118
487 487 191
787 787
121 121 309
196 196 499
124 316 316 806
200 511 511
127 127 324 825 825
205 205 523
130 332 332 845
210 536 536
133 133 340 866 866
215 215 549
137 348 348 887
221 562 562
140 140 357 909 909
226 226 576
143 365 365 931
232 590 590
147 147 374 953 953
237 237 604
150 383 383 976
243 619 619
154 154 392
249 249 634
-=*6 158 402 402
DIODES
BRON: VDV
47 In deze instelling wordt een diode vaak gebruikt om een logaritmische rela
tie te bewerkstelligen tussen de stroom I door de diode en de spanning U over de diode. Immers er geldt dan:
Bij halfgeleider diodes is sprake van een N-gcdotccrdc halfgeleidcrlaag die in contact staat met een P-gcdotccrdc laag. Onder N-dotcring wordt ver
staan toevoeging van geringe concentratie van elementen uit de vijfde groep van het periodieke systeem. Bij P-dotering worden elementen uit de derde groep van het periodieke systeem toegevoegd. Bij N-silicium heeft men hoofdzakclijk te maken met geleiding door middel van vrije elektronen in de gclcidingsband. Bij P-silicium vindt de geleiding plaats door gaten in de valenticband. Wordt over een halfgclcidcrdiodc een spanning U gezet, dan zal door deze diode een stroom I gaan lopen die gegeven wordt door:
O
>7
O
3
co ODe spanning U dient positief in de formule ingcvuld te worden als de P-zij- dc van de diode positief is ten opzichte van de N-zijde. In de formule is ex een constante met de waarde 0,5 voor U<0,5V en 1 voor U>0,5V. lo is de zogenaamde sperstroom en heeft in het algemeen een zeer kleine waarde (< 10 5 A). k is de constante van Boltzmann en T is de absolute temperatuur van de P-N-junctic in Kclvin. De grootheid q is het elementaire ladings- quantum. Zodra U een waarde heeft die groter is dan +0,2V kan in goede benadering de diodcvcrgclijking herschreven worden tot:
ln(I) = ln(Io>+^.U I = Io.c“’u/kT I = Io.(c“ q -u/k T—1)
0.5 1N4148 1N415O 1N4151 1N4448 1N3879 1N388O 1N3881 1N3882 1N3883 1N3884 1N3885 1N3886 1N3887 1N3888 1N3889 1N4001 1N4002 1N4003 1N4004 1N4005 1N4006 1N4OO7 1N5400 1N54O1 1N54O2 1N54O3 1N54O4 1N54O5 1N54O6 1N54O7 1N54O8 spanning
V stroom
A
doorlaat- spanning typ
doorlaat- piek- stroom
A
type
o
BC 109B BC 109C BC 141-10 BC 141-16 BC 161-10 BC 161-16 BC 178CI
stroom versterking bij
type BC414B BC414C BC416 BC416B BC416C BC546 BC546A BC 546B BC549C BC55O BC 550B BC55OC BC556 BC556A BC556B BC557 BC557A BC557B BC558 BC558A BC558B BC558C BC559 BC 559B BC559C BC 560 BC56OB BC 56OC
I
stroom versterking
o
type
mW
T0-66P TO-126
ecb BD 135-6 BD 135-10 BD 135-16 BD 136 BD 136-6 BD 136-10 BD 136-16 BD 137 BD 137-6 BD 137-10 BD 138 BD 138-6 BD 138-10 BD 139 BD 139-6 BD 139-10 BD 140 stroom
versterking bij Ic
type
BD239A BD 239B BD239C BD240 BD 240A BD 240B BD24OC BD241 BD241A BD241B BD241C BD242 BD 242A BD 242B BD242C BD243 BD 243A BD243B BD 243C BD244 BD244A BD244B BD244C BD245 BD 245A BD 245B BD245C BD246 BD 246A BD 246B BD246C BD249 BD 249A BD 249B BD249C BD250 BD250A BD250B BD250C BD379
typ*
o
mW Ic
III IV
\A
TO-3
53
behui
zing
Pmax mW MJ 2955
MIE 2955 MJE 3055 2N3O55
V IV IV V
P=PNP N=NPN P P N N
150
90
90 115
60 60 60 60
15 10 10 15
70 70 70 70
4 4 4 4 Umax
V
Imax A
O
CO
O
U T0-3P b c e
Uil X-58 ec b
stroom versterking bij 20 20 20 20
!
2s
ISs
43
£
35
9
EB
□
Q
54
K
O J[J
s
o JW
s
o
s
3 R
£
&
£
oJJ L
o JW
3 R
2^
2.
2x
2s
s
JJo
Q ra
"ca Q
0 hÜ r-P=-: Q
è ’
3
8Lr18
§
'a 18
'o
t
'c !■<
'o' KI
a'
□ 5
18
“j
i!’
31 18
2s
55 12
8
i[=
j(o
CM
O
J»
<£> ƒ»
8I
CM
£
8 j*
<n
jj 8 j*
2s
2
ï£
£
£
ly
I?
o ó
CQ
o
in
£g
*?>
jBs 'P
ïir,--- ■—| 38)»
w :P.
j
i?
2*
PJ
IS IS
a
56 3
8
CD ~ CO
<0 co ’T
CO ? co
< | e
£ ï[s
O>
co jj
i
«o 32|
jj
I
:|
O
Q
■Sco
Q
it
bi
-3 -3
■3
PI b S—1
i-§ ~
f
J
I
o
’ o
2 -b
"t
E7=rn
IJGÏ___
IX
3’
IX IX
Is
ii Ï]X
4
B
£
l
57 IX
I*
1=
I»
co
p*
«o p, p*
2
cn in
X JJ
CD in
inin
2 3 JT
3
s *^l je
9
'3!LI
i«j 'H
O
ó
cü“co
O
I 3X
h
i
’ f
'l^
il-gl
ji i
PI
Jlo1
<o
p»
58 O H Q ra ra Q
o
!
S
|2
EB
li ]ti
i
13
• * i i
!| !|
H
3
59
8
ï
U
j «
5
r>
<T>
•e
HE f/’§
*E 'É
l;
i;
i>
Ên?
o
CQ
o
•Soï :ërw|
,'jn
a>
co ■-(»
j» ’ .
«O
‘
B
I-ê «
i
6
■’^—
4-,
ü
J
2
i
31
60
)s
£ Q
w co Q
g
•?E---Z— ❖
■'GTh
’l^rf ÏB
■4
SF
>0
s .=(■! L
= ®?
iiH
-SE—
| £ '
---ij |
j
- —‘Z-‘
Gt G7 Gi«
- 5’
- td-iL
S G=
o
61 O co CDTa
o
62
a
Qco
PTT
coo --- } e[p--- z
liiii
coje
i
iig Hn +
3?
i-
!■
i
i‘
hi I =•
63
S e
]!
lil
i
I
i i
m <D5<0
s
IÉ
hg
ȃo
CO£ 5
H
ï
rn
ii ■ Ü ■?[•_
»[a ---9
S---i-tfi
Ï!
s n
*ië Hg
3!
3-£
!IS
I
h{:Bdiu-Sli'g
si-* *■
?ï{; I
F-5
3l
J= r
i 5=
s ig
: i-i s "g 5 g
X
r r
a i-3*
i
p
j! 3?
-i-i
1!
Li
64
ï
2
i
o» co
5
i;
co co
5
f g
O Q Qco
H-
U-i-b
<54
I!;
h 3«
3<
CT>
i{:
s r
it
Wi H|
•^-z-J—31
•I C m pi
5 t
’ F
"&
y|
ff
:È—;5PR4
-Lr?=^
F-* ?h
I
■•ST4
Êff
■-d
“7ri-E—y
=’ ï JZZ
l!
1
IH )Hft r
j B
a)niet inverterendeversterker
Zin
b) inverterendeversterker
c) verschilversterker
Vuil = • V2
V1
d) somversterker
V2i
)
n
e) positieve gelijkrichter
als Vin<0 R1
-M-vuit = o als Vin 2*0
1
65
*2 Ri
O
Ó
CTJ
o 15
sr
—o UIT
1
R2 +R1 Ri
A Vui‘
A=v"
Zin "R1
V„i, = £1.(V2-V1)
Kb
Vuit = — .(V1 + v2 + v3 +-Rb
Vuil=-^.Vin
A Vuit R2 . . Vin R1
Ro
R-4 R3 +R4 _R2
R1 ■
alsR2 =R4 = Ra cnRi= R3 = Rb dan
f) negatievegelijkrichter
Rl
als Vin>0
+1-vuit = o
als Vm^og)dubbele gelijkrichter
Vuil = I I
h)logaritmische versterker
Rl
als V^ < 0 V.H
i) anti logaritmische versterker
o-
■M-Vuit = Rl. Io • e als Vjn <-0,21 VIN
j)integrator
R
Vuii = const. V.H
k) differentiator c R
66
o u
—o
VUIT
—o
VUIT
o ó
wro
o
Vin Rl.Io
g • q • Vin
*
tt k.T ,
U =--- . In a.q
c
.. . dVin Vuit = const.——
at Vui, = -^.vin
Ki
ƒ Vi„ • dl