• No results found

SUGGESTIES VOOR VERVOLGONDERZOEK

Fase 4: Beste idee kiezen

6.4 SUGGESTIES VOOR VERVOLGONDERZOEK

In deze paragraaf worden verschillende suggesties gegeven om nog verder te onderzoeken in het vervolg.

Betrek potentiële banenzwemmers

Een suggestie voor een vervolgonderzoek zou zijn om ook potentiële banenzwemmers te bereiken en te ondervragen. Stel vragen om erachter te komen waarom zij nog niet banenzwemmen en hoe dit wellicht veranderd kan worden. Met het betrekken van niet banenzwemmers kan er een mogelijkheid ontstaan om in de toekomst nieuwe leden aan te trekken. Zoek deze op via bijvoorbeeld de Decathlon. Met kwantitatief onderzoek kan er via een vragenlijst in de winkels van Decathlon klanten worden benaderd. Dit is laagdrempeliger dan het uitvoeren van een kwalitatief onderzoek met interviews of dergelijke.

Groter onderzoeksgroep

Het is interessant om bij meerdere zwembaden van Optisport te achterhalen wat de belemmerende en bevorderende factoren van een banenzwemmer of niet banenzwemmen zijn. Deze factoren kunnen verschillen van de twee zwembaden die geïncludeerd zijn in dit onderzoek. Daarbij zijn de twee zwembaden niet per se representatief voor alle zwembaden in Nederland. Dit heeft invloed op de interne en externe validiteit waardoor het goed is om hier rekening mee te houden in een eventueel vervolgonderzoek. Voor een vervolgonderzoek zou het goed zijn als er meerdere zwembaden met banenzwemmers worden onderzocht. Niet alleen één in Nederland en één in België.

Leeftijdsgroep

Het is goed om in een vervolgonderzoek de doelgroep te specificeren naar een bepaalde leeftijdsgroep. Hierdoor kunnen er betere aanpassingen in de organisatie worden uitgevoerd betreffende het inrichten van het banenzwemmen. Wil je een vrij nieuwe doelgroep aantrekken waarvan nog weinig mensen lid zijn kun je op het jongere segment de focus leggen. Wil je reeds bestaande leden of het netwerk hiervan behouden of aantrekken moet je op het midden en oudere segment de focus op leggen. Daarnaast is het makkelijker om klanten te behouden dan om nieuwe klanten te werven. Het werven van nieuwe klanten is natuurlijk wel erg waardevol voor een organisatie.

Data analyse

Een andere suggestie voor een vervolgonderzoek kan zijn om de data van banenzwemmers beter bij te houden in het zwembad. Hierdoor kan er een nulmeting worden gehouden en kan er na aanpassingen van de aanbevelingen opnieuw gekeken worden naar de hoeveelheid

banenzwemmers per maand. Er moet bijgehouden worden op welk tijdstip en welke dag hoeveel banenzwemmers komen zwemmen. Het dagelijks bijhouden van deze gegevens is waardevol voor Optisport. Zij kunnen zo namelijk de ontwikkelingen zien in hun ledenverloop van het banenzwemmen en hier op inspelen waar nodig is. Bij een daling aan getallen is een teken dat hier iets aan moet worden gedaan. Een stijging in de getallen betekent dat ze het goed doen. Ook is het goed om te weten wanneer de meeste zwemmers langskomen. Dit kan in de ochtend, middag of avond zijn. In deze data zijn dan ook de persoonlijke gegevens verwerkt van deze zwemmers. Zaken als geslacht, leeftijd, woonplaats en hoelang ze al lid zijn.

Transities in levensloop

Wellicht een ander model gebruiken in een vervolgonderzoek omdat deze transities niet veel toegevoegde waarde hebben aan het onderzoek. Daarnaast waren ook niet alle transities van toepassing. Denk aan het krijgen van het eerste kind, kinderen die het huis uit gaan of dat de persoon met pensioen is gegaan. Niet iedereen had deze leeftijd bereikt. Het is dan ook goed om in een vervolgonderzoek, mochten deze transities opnieuw worden gebruikt, het met een grotere onderzoeksgroep te laten plaatsvinden. Er zijn in dit onderzoek twee mensen ondervraagd die al met pensioen waren. Dit geeft niet een betrouwbaar beeld over de invloed van deze transitie.

Daarnaast was het moeilijk voor meer dan de helft van de respondenten om via Word een individuele levensloop te maken. Het is goed om dit in een vervolgonderzoek anders aan te pakken. Tekenen is een makkelijkere optie, maar hier is wel de mogelijkheid voor nodig. Hierdoor ontvang je meer ingevulde individuele levenslopen waardoor deze daadwerkelijk te vergelijken zijn met elkaar. Door het te vergelijken, door ze als het ware over elkaar heen te leggen, kunnen er overeenkomsten of verschillen te zien zijn.

Sport Motivation Scale

Voor een vervolgonderzoek kan het interessant zijn om de Sport Motivation Scale erbij te betrekken. Dit model bestaat uit zeven subschalen die drie typen meet van intrinsieke motivatie, drie type van extrinsieke motivatie en als zevende subschaal amotivatie. Het gaat om intrinsieke vormen intrinsieke motivatie om te begrijpen, intrinsieke motivatie naar prestaties en intrinsieke motivatie om stimulatie te ervaren. Daarnaast ook drie vormen van extrinsieke motivatie namelijk geïdentificeerd, introjected en external, en als laatste amotivatie (Pelletier, Tuson, Fortier, Vallerand, Briere & Blais, 1995). Met het gebruik van dit model kan er een onderscheid worden gemaakt welk type motivatie van een banenzwemmer leidt tot sportparticipatie.

Hoofdstuk 7. Aanbevelingen

In dit hoofdstuk worden realistische en haalbare aanbevelingen aan Optisport gegeven. Deze aanbevelingen zorgen ervoor dat de doelstelling behaald wordt. Het doel van dit onderzoek is namelijk om aanbevelingen te geven aan Optisport in de vorm van een adviesrapport. Dit betreft het verbeteren van het faciliteren van het banenzwemmen zodat de eindgebruiker tevreden en loyaal is door onderzoek te doen naar de invloed van belemmerende en bevorderende factoren van de eindgebruiker op de inrichting van het zwembad.

Aanbeveling 1: Extra aandacht voor de banenzwemmer in combinatie met hulpmiddelen