Fase 4: Beste idee kiezen
4.2 HUIDIGE BANENZWEMMERS
De empirische deelvragen die worden beantwoord zijn: “Wat ervaren de huidige banenzwemmers van het zwembad in Hilversum en Turnhout als belemmerende en bevorderende factoren bij het banenzwemmen?”, “Hoe zien de huidige banenzwemmers de inrichting van het zwembad voor zich in een optimale setting?” en “Wanneer is de huidige banenzwemmers tevreden en loyaal aan Optisport?”
Intrapersoonlijk niveau
Ontspannen
Door enkele respondenten wordt het feit dat ze zwemmen heerlijk ontspannen vinden herhaaldelijk benoemd. Het wordt ervaren als rustgevend tijdens een stressvolle werkdag voor een respondent die in zijn pauzes altijd gaat zwemmen.
“Want het belangrijkste is dat ik van banen zwemmen me tevreden en ontspannen voel” (C2).
Trainer
Het wordt door een respondent als fijn ervaren als er iemand langs de kant staat en af en toe wat tips of aanwijzingen geeft. Een andere respondent vertelde behoefte te hebben aan tips door personeel of een ingehuurde trainer.
Interpersoonlijk niveau
Geen steun vanuit omgeving / opvoeding
Een wat oudere respondent die al reeds met pensioen is antwoordde op de vraag wat de reden is dat hij nooit echt veel gesport heeft in het verleden met de reden dat het tegenwoordig veel normaler is dan vroeger om te sporten.
“Het bestond natuurlijk wel, maar het was heel gewoon om dat niet te doen. En het werd ook niet heel erg geactiveerd van huis uit” (C1).
Advies van sportarts
Op aanbevelen van een sportarts is een respondent in combinatie met zijn vele hardlopen als aanvulling ook nog gaan zwemmen. Een andere respondent heeft met het oog op een operatie die hij moest ondergaan zijn conditie proberen te verbeteren in de hoop dat hij daarna wellicht sneller zou herstellen.
Sociale contacten
Door een respondent wordt het maken van sociale contacten benoemd. Hij merkte dat hij dit ontzettend miste toen het zwembad dicht was vanwege corona.
Structureel niveau
Reistijd
Voor een respondent vormde reistijd een belemmering. Voor enkele andere respondenten was het zwembad maar 10 a 5 minuutjes fietsen. Ze ervaarde het als fijn dat het zwembad in de buurt zit.
“Natuurlijk hoe korter de reistijd hoe beter, maar ja ik ben wel eventjes onderweg altijd” (C8).
Tijd
Een van de respondenten vindt de totale tijd die zij kwijt is aan het banenzwemmen wel lang, maar heeft het er wel voor over.
“Je moet natuurlijk ook nog in het zwembad omkleden en douchen enzo dat kost ook veel tijd” (C8).
Verbeteren eigen prestatie / gezondheid
Het verbeteren van eigen prestatie of gezondheid is voor een enkeling een reden om te zwemmen. De oudste respondent die geïnterviewd is zegt dan ook dat zwemmen een van de weinige sporten is die je tot op een oudere leeftijd kunt blijven doen.
“Zwemmen geeft je de mogelijkheid om zowel je longen en hart goed te trainen en tevens heel veel andere spieren te gebruiken. Het is ook een minder blessuregevoelige sport” (C6).
Sportaanbod
Wat ook terugkomt bij hardware is de beschikbaarheid. Doordat er in een zwembad alleen op de woensdagavond banenzwemmen is beperkt dit het sportaanbod. Dit kan een reden vormen om niet of minder te gaan banenzwemmen.
Hardware
Drukte
Wat voor de helft van de respondenten een frustratie is, is de drukte in het zwembad. Een respondent die altijd ‘s middags zwemt omdat het dan rustiger is, verteld minder frequent te komen wanneer hij in de avonden alleen zou kunnen komen.
“Ik baal als het heel druk is. Zo kan ik niet lekker door zwemmen” (C2).
Beschikbaarheid
Een respondent zegt over De Lieberg dat ze de mogelijkheden om te banenzwemmen best beperkt vindt. Zij geeft aan dat ze snapt dat het om financieel te kunnen draaien nodig is om het bad te verhuren aan andere doelgroepen zoals duikclubs. Het zwembad wordt zeker optimaal gebruikt in haar ogen maar zeker niet het meeste door de recreatieve zwemmers. Er is behoefte bij enkele respondenten van De Lieberg aan verruimde openingstijden en met name in de avonden.
Software
Omgangsvormen
Meer dan de helft van de respondenten noemde omgangsvormen als frustratie of belemmering tijdens het banenzwemmen. Het komt voor dat banenzwemmers geen rekening houden met andere banenzwemmers door bijvoorbeeld naast elkaar te zwemmen, in plaats van achter elkaar. Een frustratie van een respondent is dat banenzwemmers op hun eigen lijn heen en weer blijven zwemmen, ook als het druk is. Deze banenzwemmers zwemmen dus niet steeds rechts in de baan, wat wel de bedoeling is. Een respondent antwoordde op de vraag of het klopt dat meer dan de helft van de banenzwemmers de basisprincipes van het banenzwemmen niet snapt met een instemmend antwoord. Er is behoefte aan gedragsregels omdat niet iedere banenzwemmer snapt hoe zich te gedragen in het zwembad. Dit kan soms zelfs leiden tot conflicten tussen de gebruikers of met het personeel.
“Als dames met z’n drieën midden in het zwembad, hangend in het water dat iedereen er langs moet. Dan denk ik soms ook wel lieve dames ga nou even aan de kant want dan kun je rustig verder kletsen en kunnen wij tenminste doorzwemmen” (C2).
Baanindeling
Opnieuw benoemd meer dan de helft van de respondenten het onderwerp baanindeling. Baanindeling wekt wel eens frustraties op. Het gebeurt wel eens dat een banenzwemmer net tussen de langzame en de snelle groep invalt en hierdoor niet goed weet waar te zwemmen.
“Niet iedereen heeft zicht op in welke baan hij/zij moet zwemmen” (C5). “Er staan soms bordjes. Maar zelfs dat begrijpen ze niet” (C5).
Personeel
Personeel is een belangrijk onderdeel tijdens het banenzwemmen. Zo heeft meer dan de helft van de respondenten hier een mening over. Een respondent vindt dat het personeel wat meer daadkracht mag tonen. Dit kan hem zitten in bijvoorbeeld het aanspreken van zwemmers wanneer zij in de verkeerde baan zwemmen of andere mensen hinderen. Maar dit aanspreken heeft allemaal met communicatie te maken. Desalniettemin ervaren de respondenten het personeel als erg vriendelijk maar soms ontbreekt er enthousiasme, het nemen van de leiding en initiatief tonen. Als er nieuwe mensen binnenkomen is het goed als een badmeester deze persoon welkom heet en uitleg geeft over de baanindeling en de omgangsvormen in het zwembad. Een respondent vindt dit een gemiste kans als dat niet gebeurd. Daarnaast wordt het als fijn ervaren als er tips en aanwijzingen worden gegeven tijdens het banenzwemmen.
“Het heeft iets te maken met hoe breng je dat. Het vereist enige tact, communicatieve vaardigheid. En op welk moment. Niemand vindt het leuk om gecorrigeerd te worden” (C2).
Transities in de levensloop
Transitie: starten met betaald werken
Een respondent antwoordde op de vraag of het beginnen met werken invloed heeft gehad op zijn sporten met dat dit totaal geen relatie met elkaar heeft gehad.
Transitie: zelfstandig gaan wonen, gaan samenwonen of trouwen
Enkele respondenten antwoordden op de vraag of een gebeurtenis als zelfstandig wonen of gaan samenwonen invloed heeft gehad op zijn sportparticipatie met de uitspraak dat het geen invloed heeft gehad. Een respondent zegt dat hij gewoon zijn eigen ding blijft doen.
Transitie: het krijgen van het eerste kind
Op de transitie het krijgen van het eerste kind zijn er uitspraken dat het wel degelijk invloed had.
“Ja absoluut, dan heb je niet zoveel tijd. Geen prioriteit” (C4).
Transitie: met pensioen gaan
Een van de twee respondenten die al met pensioen zijn vertelde dat ze officieel met haar 65e met pensioen is gegaan. Zij heeft op de dag van vandaag de leeftijd van 75 jaar bereikt en vertelt dat haar zwemgedrag niets is veranderd, integendeel zelfs.
Net Promotor Score
De NPS is met de volgende formule berekent: NPS = percentage promoters - percentage detractors
3 van de 8 banenzwemmers gaven Optisport een 9 of 10 en zijn hierdoor promotores. Dit komt op een percentage uit van 37,5%. Het laagste punt dat is gegeven is een 7, dus er zijn geen detractors. Hierdoor krijg je een NPS van 37,5% - 0% = 37,5%. Het gemiddelde cijfer dat is gegeven is een 8,35.
Hoofdstuk 5. Conclusie
In dit hoofdstuk wordt antwoord gegeven op de hoofdvraag: “Wat zijn de belemmerende en bevorderende factoren van banenzwemmers en wat zijn de belemmerende en bevorderende factoren betreffende de wijze waarop banenzwemmen gefaciliteerd zou kunnen worden bij Optisport wat leidt tot tevredenheid en loyaliteit?”
Geconcludeerd kan worden dat hulpmiddelen zoals een trainingsschema en een plankje of pullbuoy een behoefte van de banenzwemmer is. Daarnaast is er behoefte aan het krijgen van tips en aanwijzingen van het personeel.
Gesteld kan worden dat de beschikbaarheid van banen of tijden een frustratie is. Het badwater wordt zo efficiënt mogelijk ingedeeld door de medewerkers, waardoor niet alle tijden meer beschikbaar zijn voor de banenzwemmer. Zij willen graag zwemmen wanneer het hen uitkomt, maar in de praktijk lukt dit helaas niet. De banenzwemmer ziet graag meer banen of tijden beschikbaar gesteld worden om te kunnen zwemmen. Doordat het niet op korte termijn te realiseren is om met weinig geld de beschikbaarheid te verhogen worden hier in hoofdstuk zeven geen aanbevelingen over gedaan.
Daarnaast kunnen we de conclusie trekken dat drukte tijdens bijvoorbeeld piekmomenten een belemmering vormt voor de banenzwemmer. Voor het zwembad is het alleen maar goed als het druk is, maar dit is voor de banenzwemmer niet altijd fijn. In Turnhout was er behoefte aan een drukte meter en deze is dan ook ontwikkelt door het personeel. Enkele banenzwemmers noemen drukte als frustratie. Zij baalde ervan als het druk was en konden zo niet fijn zwemmen. Om wat aan de beschikbaarheid of drukte van het banenzwemmen te doen is vrij lastig. Er kunnen op korte termijn geen extra banen in het zwembad worden gerealiseerd en gezien budget is dit ook niet altijd mogelijk.
Op basis van het onderzoek kunnen we de conclusie trekken dat het voor sommige banenzwemmers moeilijk is om zich aan de baanindeling te houden of interpreteert de verdeling anders als gewenst. Het inschatten van niveau is hierbij niet altijd even makkelijk. Hierdoor ontstaan frustraties bij de andere banenzwemmers.
Verder is er naar voren gekomen dat het personeel beter kan toezien op het naleven van bepaalde regels qua baanindeling. Hiervoor is een bepaalde communicatieve vaardigheid nodig zodat het goed wordt ontvangen bij een banenzwemmer. Het personeel mag een meer proactieve en leiding-nemende rol aannemen in het zwembad. Daarnaast zijn duidelijke
huisregels ook een behoefte. Dit heeft weer te maken met de omgangsvormen met elkaar. Het is voorgekomen dat er een conflict tussen banenzwemmers is ontstaan, maar deze zouden voorkomen kunnen worden met duidelijke regels en het scheiden van niveaus. Daarnaast is juist het sociale contact wat een banenzwemmer blij kan maken. Dus is het van belang de omgang tussen de banenzwemmers zo vriendelijk en soepel als mogelijk te laten verlopen.
Alleen over de transitie starten met betaald werken en het krijgen van het eerste kind zijn uitspraken gedaan over invloed op de sportparticipatie. Door het starten met betaald werk vond een respondent door zijn late werktijden het moeilijk om de sportschool op te zoeken. Een respondent vertelde dat door het krijgen van haar eerste kind ze minder tijd had en ook minder de prioriteit legde op sporten. Voor een andere respondent was het krijgen van het eerste kind juist een gebeurtenis om meer te gaan sporten. Ze wist dat het goed voor haar kind was om te bewegen waardoor ze het zelf ook meer is gaan doen.
De NPS is 37,5%, zonder enige detractors en met een gemiddeld cijfer van 8,35 op een schaal van 0 tot 10.
Hoofdstuk 6. Discussie
In dit hoofdstuk wordt er gekeken naar de theoretische en praktische relevantie van het onderzoek. Gevolgd door de begrenzingen van het onderzoek en suggesties voor vervolgonderzoek.