• No results found

Success for All – beschrijving van het Amerikaanse

De Amerikaanse versie van het Success for All programma bevat 11 componenten die zoals eerder genoemd gericht zijn op taal- en leesin- structie, alsook op schoolbrede kwesties met betrekking tot onder an- dere leiderschap, schoolklimaat en ouderbetrokkenheid die de (taal- en lees)prestaties van leerlingen ondersteunen (Slavin & Madden, 2012). De componenten zijn te verdelen in drie categorieën (Quint, Zhu, Balu, Rappoport, & DeLaurentis, 2015) :

1. Uitdagende taal- en leesinstructie die inspeelt op de individu- ele behoeften van leerlingen;

2. Componenten die betrekking hebben op problemen buiten de instructie om, maar die wel van invloed zijn op het leren; 3. Nadruk op continue verbetering.

Hieronder worden de 11 componenten beschreven per categorie. 1. Uitdagende taal- en leesinstructie die inspeelt op de individuele

behoeften van leerlingen

1. Taal- en leesprogramma. Success for All bevat een taal- en leesprogramma van 90 minuten per dag. Het leesprogramma is gebaseerd op onderzoek naar effectieve werkwijzen in het beginnende lezen. Zowel in groep 3 (Reading Roots) als in de hogere groepen (Reading Wings) zijn de materialen ont- wikkeld rondom kinderboeken. De focus van deze materia- len ligt in het kort op het leren lezen, het herkennen van ver- haalstructuur, begrijpend lezen en bijbehorende strategieën, woordenschat en schrijven.

2. Samenwerkend leren. Tijdens alle Success for All-lessen wordt gewerkt met samenwerkend leren. Door leerlingen te laten samenwerken wordt actieve betrokkenheid van alle leerlingen gestimuleerd. Hiervoor zijn onder andere het tempo in de les en het vieren van successen van belang. 3. Tutoring. Tutoren worden ingezet om kinderen die moeilijk

bij kunnen blijven bij hun leesgroep of kinderen die achter- blijven te helpen. Tutoring moet gegeven worden door gedi- plomeerde leerkrachten of getraind onderwijsondersteunend personeel in een in een één op één setting, een tweetal of kleine groep, gedurende 20 minuten per dag (niet tijdens de lees- of rekenles). Er zijn gedigitaliseerde programma’s die hierbij kunnen helpen (Tutoring with Alphie en The Light-

ning Squad).

4. Driemaandelijkse toetsing en hergroeperen. Elke drie maan- den worden toetsen afgenomen die worden gebruikt om te controleren of leerlingen voldoende vooruitgang boeken. Op deze manier wordt er gekeken of er leerlingen in aanmerking

Naast de taal/leeslessen omvat het Amerikaanse programma ook een aanpak voor schoolbrede problemen gerelateerd aan o.a. leiderschap, aanwezigheid op school, schoolklimaat en ouderbetrokkenheid. De betrokkenheid van ouders wordt gefaciliteerd door onder andere bete- kenisvolle, motiverende samenleesboekjes die in groep 3 elke week mee naar huis gaan (Slavin & Madden, 2012). Juist de combinatie van componenten kan ervoor zorgen dat de kansen van leerlingen worden vergroot. Het hele programma wordt geacht te resulteren in betere re- sultaten dan de losse componenten (Cooper, Slavin & Madden, 1998). In de volgende paragraaf worden alle componenten van het Success for All programma uitgebreid toegelicht.

2.5 Success for All – beschrijving van het Amerikaanse pro- gramma

De Amerikaanse versie van het Success for All programma bevat 11 componenten die zoals eerder genoemd gericht zijn op taal- en leesin- structie, alsook op schoolbrede kwesties met betrekking tot onder an- dere leiderschap, schoolklimaat en ouderbetrokkenheid die de (taal- en lees)prestaties van leerlingen ondersteunen (Slavin & Madden, 2012). De componenten zijn te verdelen in drie categorieën (Quint, Zhu, Balu, Rappoport, & DeLaurentis, 2015) :

1. Uitdagende taal- en leesinstructie die inspeelt op de individu- ele behoeften van leerlingen;

2. Componenten die betrekking hebben op problemen buiten de instructie om, maar die wel van invloed zijn op het leren; 3. Nadruk op continue verbetering.

Hieronder worden de 11 componenten beschreven per categorie. 1. Uitdagende taal- en leesinstructie die inspeelt op de individuele

behoeften van leerlingen

1. Taal- en leesprogramma. Success for All bevat een taal- en leesprogramma van 90 minuten per dag. Het leesprogramma is gebaseerd op onderzoek naar effectieve werkwijzen in het beginnende lezen. Zowel in groep 3 (Reading Roots) als in de hogere groepen (Reading Wings) zijn de materialen ont- wikkeld rondom kinderboeken. De focus van deze materia- len ligt in het kort op het leren lezen, het herkennen van ver- haalstructuur, begrijpend lezen en bijbehorende strategieën, woordenschat en schrijven.

2. Samenwerkend leren. Tijdens alle Success for All-lessen wordt gewerkt met samenwerkend leren. Door leerlingen te laten samenwerken wordt actieve betrokkenheid van alle leerlingen gestimuleerd. Hiervoor zijn onder andere het tempo in de les en het vieren van successen van belang. 3. Tutoring. Tutoren worden ingezet om kinderen die moeilijk

bij kunnen blijven bij hun leesgroep of kinderen die achter- blijven te helpen. Tutoring moet gegeven worden door gedi- plomeerde leerkrachten of getraind onderwijsondersteunend personeel in een in een één op één setting, een tweetal of kleine groep, gedurende 20 minuten per dag (niet tijdens de lees- of rekenles). Er zijn gedigitaliseerde programma’s die hierbij kunnen helpen (Tutoring with Alphie en The Light-

ning Squad).

4. Driemaandelijkse toetsing en hergroeperen. Elke drie maan- den worden toetsen afgenomen die worden gebruikt om te controleren of leerlingen voldoende vooruitgang boeken. Op deze manier wordt er gekeken of er leerlingen in aanmerking

komen voor versnelling of tutoring. Leerlingen worden vanaf groep 3 gehergroepeerd op basis van hun leesniveau. Dit her- groeperen geeft leerkrachten de mogelijkheid om les te ge- ven aan een hele klas zonder de klas in groepen te hoeven delen. Na elk toetsmoment wordt gekeken of de leerlingen nog in de juiste niveaugroep zitten.

5. Peuter- en kleuterprogramma. Success for All heeft een pro- gramma voor peuters en kleuters (Kindercorner) ontwikkeld dat gericht is op het bieden van een geschikte leerervaring passend bij de ontwikkeling van de kinderen. De nadruk in dit programma ligt op de ontwikkeling en het gebruik van taal.

6. Leerlingen met speciale behoeften. Success for All streeft er naar deze leerlingen zoveel mogelijk binnen het reguliere on- derwijs te houden.

2. Componenten die betrekking hebben op problemen buiten de in-

structie om, maar die wel van invloed zijn op het leren.

7. Schoolbrede ondersteuningsstructuur. Dit richt zich op: a. Ouderbetrokkenheid

b. Presentie van leerlingen

c. Interventie (specifiek voor leerlingen die leer- of gedragspro- blemen hebben)

d. Coöperatieve cultuur (positief schoolklimaat door het aanle- ren van probleemoplossende vaardigheden bij conflicten: speciaal programma gericht op de sociaal-emotionele ont- wikkeling van leerlingen: Getting Along Together)

e. Verbinding met de maatschappij (bijvoorbeeld op het gebied van gezondheid)

3. Nadruk op continue verbetering. Dit betekent onder andere dat er

niet wordt opgegeven tot succes bereikt is (‘relentlessness’).

8. Success for All coördinator. De coördinator wordt aangesteld om leerkrachten te ondersteunen/coachen bij de implementa- tie van het Success for All programma. Ook helpt hij/zij bij het afnemen van de toetsen, coördineert de tutoring en is be- trokken bij andere activiteiten die onderdeel zijn van het pro- gramma.

9. Leidend naar succes. Al het personeel op school is betrokken in verschillende teams om de voortgang te kunnen beoorde- len en gebieden aan te pakken die verbetering behoeven. 10. Training en coaching. Relatief korte initiële training met uit-

gebreide follow-up en coaching door de Success for All co- ordinator of schoolbegeleider van Success for All.

11. Instructie-componenten teams. Teams van Kindercorner,

Reading Roots, Reading Wings en tutoring komen om de

twee weken bij elkaar om gegevens te delen, aanpakken te bespreken en doelen te stellen.