• No results found

5. Conclusie

5.2 Subvragen

5.2.1 Aanleiding en inhoud informatiebeschikking

De subvraag die in het tweede hoofdstuk centraal stond was: Wat is de aanleiding voor het invoeren van de informatiebeschikking en wat houdt de informatiebeschikking in? De aanleiding voor het invoeren van de informatiebeschikking was dat in de Tweede Kamer de gedachte heerste dat in het toenmalige recht een gebrek aan rechtsbescherming was voor belastingplichtigen inzake controlehandelingen van de fiscus. Elke belastingplichtige heeft volgens artikel 47 tot en met 52 AWR onder andere de verplichting om een administratie bij te houden naar de aard en omvang van het bedrijf en informatie te verstrekken aan de belastinginspecteur. Deze gegevens moeten duidelijk, stellig en zonder voorbehoud worden verstrekt. Tot 1 juli 2011 hadden belastingplichtigen niet de mogelijkheid om in bezwaar of beroep te gaan als de belastinginspecteur, naar aanleiding van de verplichtingen van artikel 47 tot en met 52 AWR, een informatieverzoek stuurde naar een belastingplichtige.

Belastingplichtigen hadden daarom de plicht om op een verzoek te reageren, ook als zij vonden dat deze onrechtmatige was, omdat ze zonder reactie te maken zouden krijgen met omkering en verzwaring van de bewijslast. De leden van de Tweede Kamer vonden daarom dat er een rechtsingang moest komen om belastingplichtigen tegen deze omkering en verzwaring van de bewijslast te beschermen.

Op 1 juli 2011 is de voor bezwaar vatbare informatiebeschikking ingevoerd, deze is opgenomen in artikel 52a van de AWR. Belastingplichtigen hebben door deze

rechtmatigheid van een informatieverzoek van de belastinginspecteur twijfelen. Als ze gelijk krijgen van de rechter vervalt de informatiebeschikking. Als ze geen gelijk krijgen van de belastingrechter wordt de reactietermijn voor de belastingplichtige verlengd, maar moet hij wel een reactie geven op het informatieverzoek. Echter als de belastingplichtige de

gevraagde informatie niet heeft aangeleverd en daarnaast geen bezwaar heeft ingediend wordt een informatiebeschikking definitief. Dit zorgt voor een omgekeerde en verzwaarde bewijslast voor de belastingplichtige.

5.2.2 Gevolgen invoering informatiebeschikking

In het derde hoofdstuk is een antwoord gegeven op de subvraag: Wat zijn de gevolgen van het invoeren van de informatiebeschikking? Dit antwoord is gevormd aan de hand van de jurisprudentie die met name is verschenen in 2015 en de tussenevaluatie van de

staatssecretaris van Financiën. Door de jurisprudentie zijn een aantal gevolgen van de invoering van de informatiebeschikking duidelijk geworden.

Het eerste gevolg dat duidelijk is geworden is dat de omkering en verzwaring van de bewijslast nu niet meer rechtstreeks voortvloeit uit de wet. Het is altijd eerst nodig dat sprake is van een onherroepelijk geworden informatiebeschikking, pas dan is er sprake van

omkering en verzwaring van de bewijslast.

Een tweede gevolg is dat een belastinginspecteur in de bezwaarfase nog het recht heeft om een informatiebeschikking af te geven. Het is in dit geval niet van belang of de belastinginspecteur al eerder in de aanslagfase een informatiebeschikking heeft afgegeven. Volgens veel schrijvers zorgt dit voor een onwenselijke situatie, omdat een belastingplichtige ervan uit zou mogen gaan dat als hij in de aanslagfase nog geen informatiebeschikking heeft ontvangen dat dit in een latere fase ook niet mee zal gebeuren.

Ook is uit de jurisprudentie gebleken dat er een mogelijkheid is dat een

informatiebeschikking slechts gedeeltelijk van rechtswege vervalt. In lid 3 van artikel 52a AWR is opgenomen dat een informatiebeschikking vervalt als een aanslag wordt vastgesteld voordat de informatiebeschikking onherroepelijk is geworden. De Hoge Raad heeft

uitgesproken dat een de informatiebeschikking alleen vervalt voor het belastingmiddel en het belastingjaar waarop de vastgestelde aanslag betrekking heeft.

Het laatste gevolg van de verschenen jurisprudentie is dat een belastinginspecteur niet altijd de plicht heeft om alle op de zaak betrekking hebbende stukken ter inzage te geven aan de belastingplichtige. Dit volgt volgens de Hoge Raad uit artikel 8:29 Awb, het tonen van de stukken is niet verplicht indien hier gegronde redenen voor zijn.

In lid 4 van artikel 52a AWR staat beschreven dat belastinginspecteur altijd de mogelijkheid heeft tot een kort geding om de gevraagde informatie te verkrijgen. Volgens

veel literatuurschrijvers is dat een onwenselijk onderdeel van de informatiebeschikking. Dit kan namelijk zorgen voor een samenloop van een civiele en fiscale procedure, als de civiele procedure wordt gestart voordat de informatiebeschikking onherroepelijk is geworden.

In 2013 heeft de staatssecretaris van Financiën een tussenevaluatie met betrekking tot de informatiebeschikking uitgevoerd. Hieruit is gebleken dat de wet een reële aanvulling is op de rechtsbescherming en dat de Belastingdienst niet heeft ingeboet aan

slagvaardigheid.

5.2.3 Verbeterpunten en alternatieven informatiebeschikking

De laatste subvraag is: Wat zijn mogelijke verbeterpunten en alternatieven voor de

informatiebeschikking? Deze is subvraag is beantwoord in hoofdstuk 4. In dit hoofdstuk zijn vier verbeterpunten voor de informatiebeschikking behandeld.

Het eerste verbeterpunt is het feit dat een belastinginspecteur op elk moment een kort geding mag aanspannen. Het zou de belastingplichtige meer rechtsbescherming bieden als een belastinginspecteur pas een kort geding mag aanspannen als een

informatiebeschikking onherroepelijk is geworden. Dit is op te lossen door een verplichte volgorde in artikel 52a aan te houden.

Een tweede verbeterpunt is om het voor belastingplichtigen mogelijk te maken om de belastinginspecteur te verzoeken dat hij zijn informatieverzoek in de vorm van een

informatiebeschikking stuurt. Op deze manier wordt een mogelijke rechtsingang gecreëerd voor de belastingplichtige. Een mogelijk nadeel van deze oplossing is dat belastingplichtigen misbruik kunnen maken en dat de werkdruk van de Belastingdienst hierdoor waarschijnlijk zal gaan stijgen.

Een ander probleem bij de huidige wetgeving is dat een belastinginspecteur een informatiebeschikking mag afgeven in de bezwaarfase, ook als hij dit nog niet heeft gedaan in de aanslagfase. Een belastingplichtige zou erop moeten kunnen vertrouwen dat als een belastinginspecteur in de aanslagfase geen informatiebeschikking heeft afgegeven dat hij dit ook niet meer zal doen op een later tijdstip. Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat dit ook de bedoeling was van de initiatiefnemers van het wetsvoorstel.

Het laatste genoemde verbeterpunt heeft te maken met rechtsbescherming bij een derdenonderzoek. In het derdenonderzoek is geen sprake van een informatiebeschikking, waardoor een belastinginspecteur een informatiebeschikking zou kunnen ontwijken. Daarom is het beter voor de rechtsbescherming van informatie- en administratieplichtigen om ook bij het derdenonderzoek een informatiebeschikking in te voeren.

Een mogelijk alternatief voor de informatiebeschikking is een open stelsel van rechtsbescherming. In dit stelsel kunnen belastingplichtigen bij elk besluit van de

Belastingdienst bezwaar en beroep instellen. Een voordeel van dit open stelsel is dat er een uniforme en effectieve bescherming wordt geboden tegen onjuiste beslissingen van de belastinginspecteur.

GERELATEERDE DOCUMENTEN