• No results found

Appendix VII: Interview questions for caregivers Introduction for all interviews

STRUCTUUR Algemeen

1. Op welke manier bent u betrokken bij zowel de flow structuur als de functionele afdeling? Welke werkzaamheden voert u uit ten behoeve van de flow structuur en welke

werkzaamheden ten behoeve van de functionele afdeling?

2. Wat zijn de voordelen en/of nadelen van de structurele verandering voor uw specifieke taak binnen het zorgtraject van de patiënt?

Op welke manier denkt u dat uw rol binnen de andere flow structuur op een andere manier wordt vervuld?

Geriater t.o.v. chirurg Fysio t.o.v. fysio

Maatschappelijk werker t.o.v. maatschappelijk werker

Disruptive innovation:

3. In hoeverre is een multidisciplinaire aanpak gewenst voor het diagnosticeren en behandelen van oudere patiënten met een heupfractuur?

- In hoeverre is er daadwerkelijk sprake van multidisciplinaire samenwerking? 4. In hoeverre is de keuze voor revalidatie voor oudere patiënten met een heupfractuur

gestandaardiseerd?

Worden keuzes voor revalidatie gemaakt op basis van standaardisatie (VAP) of speelt eerdere ervaring en de intuïtie van zorgverleners een belangrijkere rol (SS)?

- Worden oorzaken voor de heupfractuur in acht genomen bij het maken van de keuze voor revalidatie? (Sommige vallen misschien vanwege de zwakke situatie en andere ziektes zoals dementie? Dan zijn er andere oorzaken)

Parameters de Sitter

Functionele concentratie (Zie eerdere vraag over rol in flow en functionele afdeling)

5. In hoeverre varieert de patiëntenpopulatie in medische aandoeningen die u zorg verleent? Is de variëteit van de patiëntenpopulatie die u zorg verleent verminderd of vermeerderd door het ontwerp van de quasi-flow structuren?

Mate van scheiding van operationele en regulerende taken

6. In hoeverre heeft u de capaciteit vanuit de structuur of uw baanomschrijving, om naast operationele taken ook regulerende taken uit te voeren?

Het ingrijpen bij lokale verstoringen, stellen en aanpassen van doelen, veranderen van de structuur

- In hoeverre bent u afhankelijk van management of ondersteunende partijen?

Mate van specialisatie

7. In hoeverre heeft u overzicht over het zorgtraject voor de patiënt binnen het ziekenhuis? Van binnenkomst/diagnose tot vertrek/nazorg

8. In welke mate moet u afstemmen met andere zorgverleners?

Wordt deze afstemming vergroot of verminderd door de structurele verandering? - Hoe verloopt deze afstemming?

- Is de afdeling Geriatrie ook vertegenwoordigd in het 12 uur momentje voor de afdeling Chirurgie?

Afsluitend

9. In hoeverre zijn de functionele afdelingen belemmerend of juist ondersteunend voor de optimalisatie van het zorgpad?

Belemmerend: functioneren vanuit specialisme en verstoring van multidisciplinaire zorg

Ondersteunend: kennisbehoud en uitwisseling met andere zorgverleners

- Zou u voorstellen om de functionele afdelingen te verwijderen uit de structuur en over te gaan op een volledige flow structuur?

Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Interview questions for social workers AUTONOMY

Algemene vragen:

1. Welke rol speelt u bij het maken van de beslissing voor de revalidatie/nazorg van patiënten? 2. Welke specialisme zijn er betrokken bij het maken van de keuze voor revalidatie en nazorg? - Welke specialisten spreken ook daadwerkelijk de patiënt/mantelzorger voor het maken van

deze beslissing? Is de mantelzorger aanwezig bij deze gesprekken?

- Op welke manier communiceren specialisme samen over deze keuze om zo multidisciplinaire zorg te verlenen?

3. Welke dag na de operatie worden deze gesprekken (door de mantelzorgers) over het algemeen gevoerd met de patiënt/mantelzorger?

Specifieke vragen:

4. Op welke manier worden patiënt en mantelzorger vervolgens betrokken bij het maken van de medische beslissing?

5. In hoeverre wordt er getoetst in welke mate patiënten en mantelzorgers betrokken willen worden in het maken van medische beslissingen?

- Wordt er expliciet vermeld dat de patiënt en mantelzorger samen met de zorgverlener de keuze maken?

6. Op welke manier kan de verhouding tussen patiënt, mantelzorger en zorgverlener doorgaans worden getypeerd?

- Wordt de beslissing uiteindelijk gezamenlijk gemaakt of heeft een partij een doorslaggevende rol?

- Zijn hier duidelijke verschillen in voor patiënten/mantelzorgers? Waardoor komt dit? o Zorgverlener heeft doorslaggevende rol door zijn/haar medische kennis, patiënt/mantelzorger ontvangt alleen

informatie

o Zorgverlener maakt de uiteindelijke keuze maar neemt de wensen van de patiënt/mantelzorger in acht o Zorgverlener en patiënt/mantelzorger maken samen de keuze

o Patiënt/mantelzorger heeft doorslaggevende rol, medische kennis is overgedragen van zorgverlener naar patiënt/mantelzorger

7. Welke factoren spelen een rol in de mate waarin autonomie wordt verleend aan de patiënt/mantelzorger?

Wordt een jongere patiënt meer autonomie verleend dan een oudere patiënt? - Leeftijd van patiënt

8. Welke rol spelen mantelzorgers in deze populatie bij het maken van besluiten?

9. Wat gebeurd er als er geen plek is? (langer in het ziekenhuis, andere optie, bijv eerder naar huis sturen?)

In hoeverre blijft de keuzevrijheid over?

10. Wat gebeurd er als de patiënt het oneens is met het advies van de zorgverleners?

11. Ik heb gehoord dat ze 1 x nee mogen zeggen bij een plekje dat wordt aangewezen, klopt dit? STRUCTUUR

Algemeen

1. Op welke manier bent u betrokken bij zowel de flow structuur als de functionele afdeling? Welke werkzaamheden voert u uit ten behoeve van de flow structuur en welke

werkzaamheden ten behoeve van de functionele afdeling?

- In hoeverre varieert de patiëntenpopulatie in medische aandoeningen die u zorg verleent? Is de variëteit van de patiëntenpopulatie die u zorg verleent verminderd of vermeerderd door het ontwerp van de quasi-flow structuren?

2. Wat zijn de voordelen en/of nadelen van de structurele verandering voor uw specifieke taak binnen het zorgtraject van de patiënt?

Op welke manier denkt u dat uw rol binnen de andere flow structuur op een andere manier wordt vervuld?

Geriater t.o.v. chirurg Fysio t.o.v. fysio

Maatschappelijk werker t.o.v. maatschappelijk werker

3. Wat is het verschil in de patiënten qua problematiek die naar chirurgie gaan en degene die naar geriatrie gaan?

Disruptive innovation:

4. In hoeverre is een multidisciplinaire aanpak gewenst voor het diagnosticeren en behandelen van oudere patiënten met een heupfractuur?

- In hoeverre is er daadwerkelijk sprake van multidisciplinaire samenwerking? 5. In hoeverre is de keuze voor revalidatie voor oudere patiënten met een heupfractuur

gestandaardiseerd?

Worden keuzes voor revalidatie gemaakt op basis van standaardisatie (VAP) of speelt eerdere ervaring en de intuïtie van zorgverleners een belangrijkere rol (SS)?

- Worden oorzaken voor de heupfractuur in acht genomen bij het maken van de keuze voor revalidatie? (Sommige vallen misschien vanwege de zwakke situatie en andere ziektes zoals dementie? Dan zijn er andere oorzaken)

6. Is het mogelijk om via een gestandaardiseerd proces en bepaalde standaarden een keuze te maken welke optie het beste past? Of moet die keuze ook gemaakt worden op ervaring en intuitie?

- Is er een verschil hierin bij patienten die kwetsbaar zijn en patienten die niet kwetsbaar zijn? 7. Op welke manier houden jullie rekening met de patiënt indien die kwetsbaar is. Worden er dan

andere standaarden toegepast of Parameters de Sitter

Mate van scheiding van operationele en regulerende taken

8. In hoeverre heeft u de capaciteit vanuit de structuur of uw baanomschrijving, om naast operationele taken ook regulerende taken uit te voeren?

Het ingrijpen bij lokale verstoringen, stellen en aanpassen van doelen, veranderen van de structuur

- In hoeverre bent u afhankelijk van management of ondersteunende partijen?

Mate van specialisatie

9. In hoeverre heeft u overzicht over het zorgtraject voor de patiënt binnen het ziekenhuis? Van binnenkomst/diagnose tot vertrek/nazorg

- En revalidatiecentra?

10. In welke mate moet u afstemmen met andere zorgverleners?

Wordt deze afstemming vergroot of verminderd door de structurele verandering? - Hoe verloopt deze afstemming?

- Zorgt de afstemming voor verstoring? Extra tijd?

- Stel het 12 uur momentje zou er niet zijn, zou dat ervoor zorgen dat het langer duurt of dat afstemming moeilijker is?

Afsluitend

11. In hoeverre zijn de functionele afdelingen belemmerend of juist ondersteunend voor de optimalisatie van het zorgpad?

Belemmerend: functioneren vanuit specialisme en verstoring van multidisciplinaire zorg

Ondersteunend: kennisbehoud en uitwisseling met andere zorgverleners

- Zou u voorstellen om de functionele afdelingen te verwijderen uit de structuur en over te gaan op een volledige flow structuur?

Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

- Denkt u dat een flow structuur mogelijk de kwaliteit van de zorg kan verbeteren? Zo ja, waarom?

Appendix VIII: Observations

- Meeting flow hip fracture Geriatrics March 28th

Attendance of all departments in quasi-flow structure surgery and geriatrics except physiotherapy

- Two times weekly meeting flow hip fracture quasi-flow Geriatrics for discussing patients regarding care after surgery

- Daily meeting flow hip fracture quasi-flow Surgery for discussing patients regarding care after surgery