• No results found

Verdeling van lusten en lasten

5.2 Stroomdiagrammen en compensatie in de cases

In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de geldstromen die ontstaan door de komst van de onderzochte wind- en zonneparken. Omdat er bij de zonne-parken Ubbena en Nieuw-Buinen geen sprake is van bovenwettelijke compensatie, wordt alleen bij energiepark Pottendijk in beeld gebracht wat er aan bovenwet-telijke compensatie naar de omgeving vloeit.

Voor de berekening van de geldstromen heeft de Noordelijke Rekenkamer gebruik gemaakt van een standaardberekeningsmethodiek van ECN. Dit bete-kent dat casusspecifieke omstandigheden, behalve de afspraken over compen-satie, niet worden meegenomen in de berekening. De werkelijke opbrengsten en kosten kunnen dus afwijken van deze berekeningen. De berekeningen geven wel een indicatief beeld van de kosten en opbrengsten. Bijlage 2 gaat nader in op de berekeningswijze van de opbrengsten en de rol van de SDE+ subsidie daarin. Bij-lage 3 gaat nader in op de diverse kostenposten.

5.2.1 Energiepark Pottendijk

Figuur 1 stroomdiagram met geschatte geldstromen in eerste jaar na oplevering bij energiepark pottendijk.

Figuur 1 geeft een indicatief overzicht van de geldstromen bij energiepark80 Pot-tendijk in het eerste jaar dat het park stroom produceert. De jaarlijkse inkom-sten bestaan uit inkominkom-sten uit de verkoop van opgewekte stroom en de SDE+

subsidie. Daarbij geldt dat de daadwerkelijk uit te keren SDE+ subsidie afhangt van de hoogte van de stroomprijs. Bijlage 2 gaat nader in op de SDE+ en de relatie tussen de stroomprijs en de hoogte van de SDE+ subsidie. Hier wordt ook uitge-legd van welke toekomstige stroomprijs de Noordelijke Rekenkamer uitgaat bij het ramen van de verwachte inkomsten van het wind- en zonnepark. In bijlage 3 wordt dieper ingegaan op de in het stroomdiagram genoemde posten.

80 Energiepark Pottendijk betreft een gecombineerd wind- en zonnepark.

inkomsten

OZB-inkomsten gemeente

€ 317.618

inst lokale omgeving (voor a afschrijving investeringen

grondeigenaren € 456.906

58 Verdeling onder hoogspanning – proVincie drenthe

Uit het stroomdiagram blijkt dat het windpark te maken krijgt met diverse kos-ten gedurende de exploitatie. In het eerste jaar bestaat de grootste koskos-tenpost uit de jaarlijkse afdracht aan de bank. Deze bestaat uit aflossing en rente. Omdat er lineair wordt afgelost, nemen de jaarlijkse rentekosten af. Een andere omvang-rijke kostenpost bestaat uit de operationele kosten. Deze bestaan uit kosten voor onroerendezaakbelasting, kosten voor de huur van de grond (als deze niet in eigen bezit is) en diverse overige kosten, waarvan de kosten voor onderhoud het omvangrijkst zijn. Omdat een deel van het windpark wordt gerealiseerd op gemeentelijke grond, gaat een deel van de pachtinkomsten van grondeigenaren naar de gemeente.

Een aparte kostenpost wordt gevormd door de jaarlijkse afdracht in het gebieds-fonds (groen omcirkeld). De initiatiefnemers van het windpark hebben met de gemeente Emmen afgesproken dat er € 0,50 per opgewekte MWh aan windener-gie in een gebiedsfonds vloeit voor compenserende en mitigerende maatregelen.

Hieraan ten grondslag ligt de NWEA-gedragscode die voorschrijft dat € 0,40 tot

€ 0,50 per opgewekte MWh ten goede komt aan de omgeving (zie paragraaf 4.3.2).

De afspraken zijn vastgelegd in een privaatrechtelijke overeenkomst. Op basis van deze afspraken zal er jaarlijks ongeveer € 71.391 in een gebiedsfonds worden gestort, ervan uitgaande dat het windpark een opgesteld vermogen van 50 MW zal hebben. Zoals het stroomdiagram laat zien, omvat de jaarlijkse afdracht in het gebiedsfonds een fractie (<1%) van de totale kosten die de exploitant maakt.

De gemeente Emmen en de provincie Drenthe hebben ook een jaarlijkse bijdrage aan het gebiedsfonds toegezegd.

Op basis van diverse aannames (zie bijlagen 2 en 3) zal er in het eerste jaar naar verwachting ruim € 1,8 miljoen winst worden gemaakt met het gecombineerde wind- en zonnepark. In de daaropvolgende jaren zal dit naar verwachting geleide-lijk toenemen, waarna de winst in jaar 16 (als de SDE+ subsidie is afgelopen) fors terugloopt. Na het zestiende jaar zal er met het windpark niets meer worden ver-diend, omdat de omgevingsvergunning voor de duur van 16 jaar is afgegeven.

Van de winst zal een klein deel (in jaar 1 ruim € 94.000; paars omcirkeld) naar de lokale omgeving vloeien. De winst vloeit naar de enige initiatiefnemer van het park, akkerbouwer Deddens. Hij dient over de weergegeven winst nog vennoot-schapsbelasting te betalen.

59 Verdeling onder hoogspanning – proVincie drenthe

5.2.2 Zonnepark Nieuw-Buinen

Figuur 2 stroomdiagram met geschatte geldstromen in het eerste jaar na oplevering bij zonnepark nieuw-Buinen.

Figuur 2 geeft een indicatief overzicht van de geldstromen bij zonnepark Nieuw-Buinen in het eerste jaar dat het park stroom produceert. Wat direct opvalt, is dat zo’n tweederde deel van de verwachte inkomsten voor de exploitanten afkomstig is uit de SDE+ subsidie. Dit wordt verklaard door het feit dat er met een zonne-park minder stroom wordt opgewekt (en verkocht) dan met een windzonne-park van dezelfde omvang. Om diezelfde reden is er meer subsidie nodig dan bij windpar-ken, om het park rendabel te kunnen maken. Bij zonnepark Nieuw-Buinen gaat het grootste deel van de inkomsten naar de verschaffer(s) van vreemd vermogen, meestal de bank(en). Het gaat dan om aflossing (jaarlijks ruim € 6 miljoen) en rente (in het eerste jaar ongeveer € 2,3 miljoen; daarna aflopend).

Op basis van diverse aannames (zie bijlagen 2 en 3) zal er in het eerste jaar naar verwachting ruim € 1,3 miljoen winst worden gemaakt. In de daaropvolgende jaren zal dit naar verwachting geleidelijk toenemen, waarna het in jaar 16 (als de SDE+ subsidie afloopt) fors terugloopt. De winst voor de initiatiefnemers zal verdeeld worden tussen twee initiatiefnemers: Solarfields B.V. en Green Invest Drenthe B.V. Zij dienen over de weergegeven winst nog vennootschapsbelasting te betalen.

Tegen zonnepark Nieuw-Buinen bestaat weinig weerstand. Er zijn geen afspra-ken gemaakt met de lokale omgeving over bovenwettelijke compensatie.

totale

60 Verdeling onder hoogspanning – proVincie drenthe

5.2.3 Zonnepark Ubbena

Figuur 3 geeft een indicatief overzicht van de geldstromen bij zonnepark Ubbena in het eerste jaar dat het zonnepark stroom produceert. Wat direct opvalt, is dat het om veel kleinere bedragen gaat dan bij de andere bestudeerde Drentse pro-jecten. Zo zijn de totale opbrengsten in jaar één van zonnepark vergelijkbaar met wat er bij energiepark Pottendijk in het gebiedsfonds vloeit. Net als bij de andere Drentse projecten stroomt een groot deel van de inkomsten richting de verschaf-fers van vreemd vermogen. Naast een commerciële lening, heeft de initiatief-nemer een achtergestelde lening afgesloten bij de Drentse Energie Organisatie (DEO). De DEO is het energiefonds van de provincie Drenthe. Het doel van de DEO is bijdragen aan de doelstellingen op het gebied van energietransitie van de provincie Drenthe door het financieel ondersteunen van activiteiten en projec-ten, bijvoorbeeld door het verstrekken van leningen. De rente-inkomsten voor de achtergestelde lening aan de initiatiefnemer van zonnepark Ubbena zullen uit-eindelijk via de DEO terugvloeien naar de provincie.

Op basis van diverse aannames (zie bijlagen 2 en 3) zal er in het eerste jaar naar verwachting krap € 2.000 aan winst worden gemaakt. In de daaropvolgende jaren zal dit naar verwachting toenemen, waarna het in jaar 16 (als de SDE+ subsi-die afloopt) iets terugloopt. De winst vloeit naar de enige initiatiefnemer van het park, Vrij Op Naam B.V. De initiatiefnemer dient over de weergegeven winst nog vennootschapsbelasting te betalen.

Tegen zonnepark Ubbena bestaat geen weerstand. Er zijn geen afspraken gemaakt met de lokale omgeving over bovenwettelijke compensatie.

Figuur 3 Stroomdiagram met geschatte geldstromen in het eerste jaar na oplevering bij zonnepark Ubbena.

totale

61 Verdeling onder hoogspanning – proVincie drenthe