• No results found

Strategie, bedrijfsstrategie en zienswijze

In document UWV, SOA what? (pagina 19-35)

2.9 Afbakening

Het doel van deze scriptie is niet om het innovatievermogen of het innovatieklimaat van UWV te onderzoeken en welke rol het organisatieontwerp daarbij speelt. Ook wordt niet onderzocht wat de invloed van invoering van de veranderingen volgens service oriented architecture concept voor de organisatie-inrichting heeft. Noch krijgt een eventueel benodigde cultuuromslag aandacht.

Het nut van SOA voor om het even welke organisatie is er wel en dit komt in hoofdstuk 4 wel naar voren maar wordt niet verder geëxploreerd. Het was namelijk niet de bedoeling om het algemene c.q. generieke nut van service oriented architecture te beschrijven.

2.10 Indeling onderzoeksrapport Hoofdstukken/ leeswijzer: Dankwoord Inhoudsopgave Managementsamenvatting 1. Inleiding

2. Aanleiding en het onderzoek 3. Architectuur

4. Service oriented architecture

5. Strategie, bedrijfsstrategie en zienswijze 6. Innovatie, procesinnovatie en strategie 7. UWV, ontstaan en typering

8. Conclusies

Nut van Service oriented architecture voor UWV nu en in de toekomst Organisatie ontwerp, strategie en “SOA” innovatie bij UWV

Consequenties en aanbevelingen voor verder onderzoek 9. Leerverslag

10. Referenties naar literatuur 11. Bijlagen

Leeswijzer: In de managementsamenvatting wordt de scriptie kort samengevat. Hoofdstuk 1 geeft de persoonlijke motivatie aan om het onderzoek te starten.

In hoofdstuk 2 komt de aanleiding tot het onderzoek en de methodologische verantwoording aan de orde.

In de hoofdstukken 3 t/m 7 komt de uitwerking van de kernbegrippen aan de orde en wordt soms al ingegaan op de relatie tussen de kernbegrippen. Elke hoofdstuk met een keuze voor een definitie of eindigt met een conclusie of keuze.

In hoofdstuk 8 komt alles samen en wordt beschreven dat SOA nuttig (en relevant) is voor UWV. Naast een opsomming, het nut, worden ook een aantal consequenties voor de organisatorische inrichting en machtstructuur aangestipt.

Een leersverslag is aan te treffen in hoofdstuk 9. Hoofdstuk 10 bevat de literatuurlijst en de referenties. Deze scriptie sluit af met hoofdstuk 11 waarin de bijlagen staan genoemd.

Veel van de literatuur en de artikelen die door mij geraadpleegd werden, zijn opgesteld in de Engelse taal. Enkele citaten heb ik daarom opgenomen zoals ik ze – in de Engelse taal - heb aangetroffen. Ter bevordering van de leesbaarheid heb ik van een dergelijke tekst een Nederlandse vertaling gemaakt. Deze vertaling is van mijn eigen hand en is niet door een beëdigde tolk verzorgd.

3. Architectuur

“De grenzen van mijn taal zijn de grenzen van mijn wereld” L. Wittgenstein

In dit hoofdstuk wordt het kernbegrip architectuur beschreven aan de hand van beschikbaar schriftelijk materiaal uit literatuur, (internet) artikelen, beleidstukken en zonodig, andere geschriften.

De bronnen staan vermeld in voetnoten.

Dit hoofdstuk alsook de volgende hoofdstukken 4 t/m 6eindigen met een keuze voor een bepaalde definitie of een eigen definitie op grond van bruikbaarheid en de door mij aangetroffen relatie met andere kernbegrippen die staan genoemd in de centrale vraag van deze scriptie.

Met het doornemen van artikelen en andere literatuur lijkt het erop dat er meerdere definities zijn van architectuur. Daarom een persoonlijke keuze uit enige gezaghebbende uitspraken en teksten.

Hieronder volgt een deel uit de redevoering van 1 oktober 2006 aan de Radboud universiteit door Daan Rijsenbrij20:

“Laten we eens teruggaan naar de echte bron van het woord ‘architect’. Het Griekse woord ‘architekton’ bestaat uit ‘archi’ (eerste-, hoofd-) en ‘tekton’ (timmerman, handwerksman, scheepsbouwer, kunstenaar). Het Griekse ‘archo’ komt van het Sanskrita ‘arh’, dit betekent in het Nederlands ‘waardig, verdienstelijk’. Het Griekse ‘tekton’ komt van het Sanskrita ‘takshati’, dit betekent in het Nederlands ‘hij vormt, hij construeert’. Takshati is vormen door te snijden, door te maken en door te creëren, maar impliceert uiteindelijk ook het vormen in de geest, de mentale wereld. De architect is degene die de eerste aanzet geeft bij het concipiëren van vormen in de mentale wereld, dus zeker ook in de digitale wereld. De architect is de eerste vormgever waarna er vele ontwerpers zijn die onder zijn bezielende leiding het ontwerp nader uitdetailleren.

Het concept ‘architectuur’ blijkt een soort wisselbeker. Begonnen in de subtiele wereld van het Sanskrita, fysieker gemaakt in het Grieks, naar de digitale wereld van de moderne tijd. Architectuur blijkt nauw verbonden met het vakgebied waarnaar de meest maatschappelijke belangstelling uitgaat. En dat wordt ongetwijfeld de digitale wereld”.

Deze tekst van Daan Rijsenbrij heb ik gekozen omdat ze mij aansprak en voor de niet-architect een beeld geeft over het begrip niet-architectuur. Bovendien werpt de tekst licht op de historie van het woord architectuur. Uit deze tekst kunnen we opmaken dat er een indeling te maken is in 2 soorten architectuur: fysieke architectuur & digitale architectuur. Fysieke architectuur gaat dan over het ontwerpen van steden, wijken, gebouwen en infrastructuren die het geheel met elkaar verbinden. Ook de binnenkant van de gebouwen worden door een (binnenhuis) architect ontworpen.

In deze scriptie gaat het over de digitale architectuur.

Analoog aan de fysieke wereld van de architectuur die de stedenbouwkundige architectuur, de architectuur van speciale stadswijken, de architectuur van de individuele gebouwen en de architectuur van de inrichting van ruimtes (binnenhuisarchitectuur) en het bijbehorende design van meubelen en apparatuur en de infrastructuur qua wegen en nutsvoorzieningen, geldt dit ook voor de digitale architectuur.

Dan hebben we op ondernemingsniveau de zogenaamde ‘enterprise’ architectuur. Deze omvat de gehele bedrijfsarchitectuur verdeelt in domeinen. Dit zogeheten domeinniveau is te vergelijken met een bestemmingsplan van een stadswijk. Op dit niveau moet je in één blik kunnen zien welke bedrijfsprocessen er zijn en welke relatie er is met klanten en andere belanghebbenden (stakeholders).

Het niveau van de informatiesystemen is die van het ontwerp van de gebouwen in de fysieke wereld. Per domein heb je principes, regels en richtlijnen om de informatiesystemen die dienstig zijn in het domein, te kunnen bouwen. De applicatiearchitectuur is te vergelijken met de binnenhuisarchitectuur. De (technische) infrastructuur architectuur maakt weer de verbinding van het geheel met de keuze voor de software en hardware. Oneerbiedig gezegd is dit laatste de waterleiding, riolering, de telefoonbekabeling, het trappenhuis etc.

In een tabel ziet dit er als volgt uit:

Niveaus van fysieke architectuur Niveaus van digitale architectuur

Stadsbestemmingsplan Bedrijf

Stadswijken Bedrijfsprocessen Gebouwen Informatiesystemen Binnenhuisarchitectuur Applicaties

(pijp) leidingen, (elektriciteit) kabels Technische infrastructuur

Rijsenbrij komt op de volgende definitie van digitale architectuur:

Digitale architectuur is ‘een coherente, consistente verzameling principes, verbijzonderd naar uitgangspunten, regels, richtlijnen en standaarden die beschrijft hoe een onderneming, de informatievoorziening, de applicaties en de infrastructuur zijn vormgegeven en zich voordoen in het gebruik’.

Volgens een min of meer internationale standaardrichtlijn, opgetekend in “IEEE 147121”is architectuur:

“architecture is the fundamental organization of a system embodied in its components, their relationships to each other and to the environments and the principles guiding its designed evolution”

In deze tekst vinden we dezelfde trefwoorden terug als in die van Rijsenbrij. Het gaat over de fundamentele organisatie (coherente en consistente verzameling) van componenten (informatievoorziening, applicaties en infrastructuur) en de gebruikte principes (regels richtlijnen en standaarden) Die van Rijsenbrij is informatie- én organisatiesysteem gericht. De IEEE heeft wel oog voor de relatie met de omgeving maar lijkt voornamelijk op de software te slaan.

De Nederlandse overheid Referentie Architectuur (NORA) bevat 150 principes (afspraken) voor het ontwerp en de inrichting van overheidsorganisaties. Door de overheid wordt de architectuur, vervat in NORA, gezien als een strategisch stuurinstrument voor het realiseren van een betere dienstverlening aan de burger. Het is van belang om hier naar te refereren omdat UWV een overheidsorganisatie is en daarom aan de inrichtingseisen van de overheid moet voldoen.

De overheid ziet NORA als passend binnen het raamwerk van internationale afspraken en het zogenaamde ‘european interoperability framework’ en als richtinggevend document voor sectorale referentiearchitectuur, daarbinnen de bedrijfsreferentie architectuur zoals UWV dit heeft en daarbinnen weer de project start architectuur. Een richtinggevend instrument voor het ontwerp van dienstenportfolio, processen, organisatie, informatiehuishouding en ICT22 in (overheids)organisaties.

Hieronder een stukje tekst uit hoofdstuk 4 van NORA:

“…. Het belang van een goede verwerking van de semantiek in de e-overheid-architectuur

en de keuze voor de service georiënteerde architectuurbenadering…….De NORA definieert ‘architectuur’ op basis van de breed gedragen definitie van IEEE:

Figuur 2 Definitie Architectuur IEEE 1471

De term ‘systeem’ dient hier breed opgevat te worden. Het kan gaan over een applicatie, een afdeling van een organisatie, de organisatie als geheel of de gehele e-overheid. Om welke componenten het gaat is afhankelijk van het soort architectuur waarover wordt gesproken. Voorbeelden van componenten zijn: organisatieonderdelen, processen, administraties en ICT-systemen. Merk op dat in de definitie expliciet aandacht besteed aan de relaties met de omgeving en de verschillende gezichtspunten die - afhankelijke van de belangen en doelen van de belanghebbenden - op basis de architectuur gemaakt kunnen worden. Een architectuur bestaat daarom – in het kort – uit ontwerpprincipes en modellen en gezichtspunten al naar gelang de belangen en doelen van de belanghebbenden. De modellen geven de componenten weer en hun onderling relatie”

Geconstateerd kan worden (zie vetgedrukte tekst) dat NORA Service Oriented Architectuur als leidmotief voor de elektronische –digitale- overheid heeft gekozen.

In de zogenaamde UWV ‘referentiearchitectuur23’, wat een handboek is van de stafafdeling Beleid & Architectuur en waarin o.a. principes te vinden zijn die gelden voor heel UWV, staat ook een definitie van architectuur. In de inleiding naar deze definitie wordt verduidelijkt waarom UWV een referentie architectuur heeft:

22 Nederlandse Overheid referentie architectuur, versie 1.0, bladzijde 172 (overigens is inmiddels de versie 2.0 uitgekomen in de loop van april 2007)http://www.e-overheid.nl/atlas/referentiearchitectuur/

“Het integreren van verschillende bedrijven, het ervoor zorgen dat op een soortgelijke

wijze gewerkt gaat worden en tegelijkertijd vernieuwen en verbeteren in relatief korte tijd vraagt om het ontwikkelen van een beheerst en samenhangend proces van verandering. Daartoe zal voorzien moeten worden in een aantal zaken:

− Heldere uitgangspunten en principes voor de vormgeving van de bedrijfsinrichting,

zodat daar waar veranderingsbehoeften specifiek worden vormgegeven, dit in lijn gebeurd met de andere delen van het bedrijf

− Overzicht van de onderlinge samenhang die de inrichtingsaspecten met elkaar hebben − Zicht per bedrijfsonderdeel en heel UWV op welke mijlpalen in de verandering

wanneer bereikt worden en hoe die met elkaar samenhangen

− Helderheid van de bijdrage van elke ingezette wijziging (afzonderlijk en in samenhang

met ander) aan de UWV doelstellingen

− Stevige regie op het veranderproces.

Uitgangspunten, principes, samenhang en ontwikkeling in de tijd is dus waar het in een beheerst veranderproces om draait. Een gemeenschappelijke architectuur kan helpen om aan die eis tegemoet te komen. Architectuur is daarbij te definiëren als:

Een consistent geheel van principes en modellen dat richting geeft aan ontwerp en realisatie van de diensten, processen, organisatorische inrichting, gegevens, informatievoorziening, applicaties en technische infrastructuur van de organisatie.

Deze paragraaf in deze Referentie architectuur eindigt als volgt: Architectuur heeft de bedoeling om samenhang op bovenstaande vlakken te realiseren.

− Samenhang tussen de verschillende disciplines, waardoor bv. de

informatievoorziening de gekozen werkwijze van de organisatie ondersteunt

− Maar ook samenhang tussen doelstellingen en middelen enz. enz.” Einde citaat.

Uit deze toelichting en definitie blijkt dat architectuurprincipes en richtlijnen gebruikt worden om beheerste en gecontroleerde innovatie mogelijk te maken in samenhang binnen de organisatie. Daarbij worden bijna alle belangrijke aspectsystemen genoemd. De beantwoording van deelvraag 1: “wat verstaan we onder architectuur” is hiermee gegeven.

Het Ontwerp op hoofdlijnen WIA, waarvan in het hoofdstuk ‘inleiding’ al gewag gemaakt werd, is aan de afdeling beleid & architectuur, de beheerder van de referentiearchitectuur UWV overgedragen om, daar waar het om architectuurprincipes betreft, opgenomen te worden in de referentiearchitectuur.

Zowel de Referentiearchitectuur van UWV als het Ontwerp op Hoofdlijnen WIA beperken zich tot UWV als geheel en het OHW voor het veranderproces WIA in het bijzonder. Ik kies ervoor om de definitie van architectuur in de UWV referentiearchitectuur te nemen omdat deze het meest toegesneden is op UWV en grotelijks de andere definities incorporeert. Op dit ogenblik wordt de referentiearchitectuur aangevuld met de architectuurbeslissingen die zich in de praktijk van het programma WIA hebben gevormd. De volgende versie zal daarom nog beter toegesneden zijn op de situatie van UWV en vormt een blauwdruk voor de verandering van onze totale organisatie.

4. Service Oriented Architecture

“correlate your SOA strategy with regulatory requirements. Regulations are as certain as death and taxes” Soa for dummies

4.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt het kernbegrip Service oriented architecture beschreven aan de hand van beschikbaar schriftelijk materiaal uit literatuur, (internet) artikelen, beleidstukken en zonodig andere geschriften. De bronnen staan vermeld in voetnoten. Ook ten aanzien van service oriented architecture zijn er verschillende definities. Het aantal definities van SOA lijkt het aantal ICT leveranciers in de wereld te benaderen. Daarom ook in dit hoofdstuk weer mijn keuze voor een bepaalde definitie op grond van bruikbaarheid. Uiteraard wordt het nut van service oriented architecture in het algemeen geanalyseerd.

4.2 Service Oriented Architecture, algemeen

In de ontdekkingstocht naar wat service oriented architecture is en wat het kan betekenen voor UWV viel het mij op dat ik niet de enige was die het acroniem SOA een aparte connotatie vond hebben. In de Nederlandse taal is SOA immers een bijzondere afkorting. In die zin kunnen we met de gedachte spelen dat de relatieve onbekendheid of misschien zelfs wel de niet welwillende houding van managers, met deze naam /afkorting te maken kan hebben. In dit verband kunnen we namelijk verwijzen naar het gestrande Spaanse avontuur van de supermarktketen VOMAR. Vomar betekent immers ‘kotsen’ in het Spaans. Niet echt een fijne naam voor een supermarkt in de ogen van de Spaanse consument. Dit is niet in mijn onderzoek meegenomen. Maar misschien is het beter om SOA uit te spreken als es- o- é.

Een wetenschappelijk mens gebruikt weinig moeilijke woorden en dan nog uitsluitend als er geen andere zijn die aan zijn doel beantwoorden. Een halfbakken geleerde meent dat hij moeilijke dingen begrijpt door zich te bedienen van moeilijke termen. Waarom neem ik deze twee zinnen in deze scriptie op? In dit deel van deze scriptie moeten enkele sleutelbegrippen, die soms erg technisch zijn, gebruikt worden en uitgelegd. Als bedrijfskundige probeer ik zoveel mogelijk allerlei afkortingen en vooral van technische termen te vermijden. Het gebruik van afkortingen en technische termen maakt de communicatie over een onderwerp lastig en niet iedereen heeft er dezelfde beelden bij. Dat maak ik, werkende in projecten, in de dagelijkse praktijk mee.

Techniek is erg belangrijk. Ter illustratie daarvan merk ik daarom op dat de industriële revolutie nooit zo’n vaart had kunnen nemen als een technicus niet eerst het druk reduceerventieltje (een handig stukje techniek) had uitgevonden. Dan waren de stoommachines nog altijd ontploft als ze eenmaal ‘op stoom’ gekomen waren. En qua tijd wat dichter bij huis: Als we Internet niet hadden en webtechnologie niet bestond, hadden we E-learning (b.v. NESTOR en de digitale bibliotheekmodule), E-markten (E-bay, marktplaats.nl), E-commerce (Amazon, Bol.com) E-overheid (digitale loon en inkomstenbelastingaangifte) en andere hedendaagse digitale genoegens niet gekend. Organisaties hadden hun strategie er niet aan hoeven aanpassen en dat is met een grote knipoog naar de managers en een welwillende blik naar de techneuten! Technologie is een belangrijke drijfveer voor innovatie.

4.3 Begrip Service Oriented architecture

Het begrip Service Oriented Architecture lijkt in eerste instantie specifieker dan de definitie van architectuur maar, ook hierover zijn verschillende, vaak softwareleverancier specifieke, definities of zogenaamde raamwerken aan te treffen.

Van de organization for the advancement of structured information standards OASIS24 (NL: organisatie ter bevordering van gestructureerde informatiestandaarden)

“service oriented architecture is a paradigm for organizing and utilising distributed capabilities that may be under the control of different ownership domains. It provides a uniform means to offer, discover, interact with and use capabilities to produce desired effects consistent with measurable preconditions and expectations”

Vertaald in NL:

Service georiënteerde architectuur is een paradigma voor het organiseren en het gebruiken van gedistribueerde mogelijkheden* die eigendom van verschillende domeinen kunnen zijn. Het realiseert een eenduidige manier van wederzijds aanbieden, ontdekken, communicatie tussen en gebruik van mogelijkheden* om gewenste resultaten te krijgen, onder vooraf meetbare precondities en verwachtingen.

Dit is nog vrij abstract geformuleerd. Met mogelijkheden wordt bedoeld *services, diensten, stukjes functionaliteit en capaciteiten.

Een definitie uit Service oriented Architecture for Dummies25

“Service Oriented Architecture, an appraoch to building applications that implements business processes or services by using a set of loosely coupled black box components orchestrated to deliver a well-defined level of service”

Vertaald in NL: Service georiënteerde architectuur is een benaderingswijze om applicaties te bouwen die bedrijfsprocessen of diensten uitvoeren/ leveren door gebruik te maken van los van elkaar gekoppelde componenten die zodanig georkestreerd worden dat deze vooraf vastgestelde diensten aan (en voor) elkaar leveren. Met georkestreerd wordt bedoeld: routeren en met elkaar communiceren.

Hier wordt het al iets duidelijker dat (bestaande) systeemapplicaties diensten aan elkaar en aan bedrijfsprocessen leveren zonder dat dit telkens aan de systeemeigenaar gevraagd moet worden. Er is geen vaste koppeling (interface) om communicatie tussen systemen mogelijk te maken en om diensten aan elkaar te leveren. Er zijn alleen afspraken over wie, welke diensten levert en welke diensten er zijn. En er is techniek om dit communicatieverkeer mogelijk te maken.

Service Oriented Architecture volgens Thomas Erl26

Volgens Erl zijn er twee ‘soorten’ SOA: fundamental (fundamenteel, grondvorm) SOA en contemporary (hedendaagse) SOA27.

24 www.oasis-open.orginternetportaal: referenties in Thomas Erl, 2006 “Service-Oriented Architecture, Concepts, Technology, and Design’, Prentice Hall op pag. 82, 85 en 568

25 J. Hurwitz et al., 2007, Wiley Publishing Inc. ISBN 978-0-40-05435-2

26 Thomas Erl, 2006, “Service-Oriented Architecture, Concepts, Technology, and Design’, Prentice Hall

Fundamenteel SOA bestaat volgens Erl al enige tijd en deze denkwijze wordt gebruikt om verschillende redenen. Erl verwijst hierbij expliciet naar het reduceren van complexiteit door decompositie van een groter probleem in deelproblemen. In geval van IT noemt hij het integratievraagstuk. Hoewel Erl de wetenschapper H.A. Simon28 niet noemt, denk ik dat hij verwijst naar het parabel van de horlogemakers en hun verschillende aanpak om een horloge bestaande uit 1000 onderdelen in elkaar te zetten. Deze parabel wordt als illustratie gebruikt door de A.C.J. de Leeuw29 waar het gaat om stabiliteit van hiërarchische systemen. Waar het om gaat is, dat kwesties van elkaar gesepareerd worden zodat ze minder met elkaar verbonden zijn c.q. van elkaar losgekoppeld worden. Verwevenheid is immers één van de dimensies van complexiteit.

Fundamenteel SOA is volgens Erl een oplossing om stukjes verwerkingslogica als dienst aan te bieden zonder dat een specifieke techniek wordt genoemd. Erl noemt als zeer belangrijke aspecten van de te volgen architectuurprincipes om basis SOA in te voeren, de volgende:

“Loose coupling” = losgekoppeld. Services hebben een minimale afhankelijke relatie van elkaar maar ‘weten’ wel van elkaars bestaan.

“Service contracts”= service (niveau) overeenkomsten. Services zijn beschikbaar conform collectieve (generieke) dienstbeschrijvingen en documentatie.

“Autonomy” = autonomie. Services hebben controle over de logica waaruit ze bestaan. “Abstraction” = abstractie. Buiten wat in het servicecontract staat verbergt een service de (verwerking)logica van de ‘buitenwereld’.

“Reusability” = herbruikbaarheid. De (verwerking)logica is in zodanig stukjes verdeeld dat

In document UWV, SOA what? (pagina 19-35)