• No results found

A story of love, spousal loss, and bereavement

In document Duurzame Talentontwikkeling (pagina 25-28)

DOEL: • De toepassing van Career & Life Writing te exploreren in de context van rouw via autoethnografisch onderzoek

• Een wetenschappelijk boek te schrijven en te publiceren over deze narratieve aanpak

Deze benadering kan mensen steunen bij verschillende verlieservaringen (bijv. rondom Covid-19) en laat zien dat rouw een proces is van integratie en mogelijkheden geeft voor persoonlijke ontwikkeling

VOOR WIE: Docenten in het hoger onderwijs, de maatschappij, mensen in hulpverlenende beroepen. In de context van Covid-19 biedt dit onderzoek mogelijkheden voor weerbaarheid voor death en non-death losses

DOOR WIE: Reinekke Lengelle, rhgerding@hhs.nl  LOOPTIJD: Het boek is net uit (Routledge, 2021) FINANCIERING:

-In Writing the Self in Bereavement: A Story of Love, Spousal Loss, and Resilience, gebruikt Reinekke Lengelle haar capaciteiten als onderzoeker, dichter en professor therapeutisch schrijven om een oprecht en onbevreesd verhaal te vertellen over haar verdriet na de dood van haar partner en anderhalf jaar na zijn diagnose, ziekte en overlijden.

Dit boek toont krachtig aan dat schrijven een metgezel kan zijn bij rouwverwerking. Het gebruikt en verklaart het nieuwste onderzoek over het verwerken van verlies zonder prescriptief te zijn.

Geïntegreerd met hedendaagse onderzoek over rouw, gebruikt ze verhalen, poëzie en reflecties over schrijven als een therapeutisch proces. De auteur verkent zonder schroom een aantal thema’s die ondervertegenwoordigd zijn in bestaande bronnen: hoe men omgaat met woede die verband houdt met verlies, wat een gezonde reactie zou kunnen zijn op onafgemaakte zaken met de overledene, denkbeeldige gesprekken met de geliefde na de dood (zelfs voor agnostici en atheïsten), seksueel verlangen, en secundaire verliezen.

Writing the Self in Bereavement is waardevol voor diegenen die rouwen, voor mensen die anderen steunen bij verlies, en degenen die geïnteresseerd zijn in de genezende kracht van poëzie en writing the self. Onderzoekers op het gebied van dood en sterven, rouwadviseurs en auto-ethnografen zullen ook profiteren van het lezen van deze resonerende bron over liefde en verlies.

Dit onderzoek heeft nu in de tijd van Covid-19 meerwaarde: men rouwt om ziekte en dood, maar ook over verlies aan werk, zekerheid, vrijheid en het belang van de verbinding die we ervaren bij fysiek nabije sociale contacten.

Cover van het boek van Reinekke (kunst: Darrin Hartman)

19 Flexibele toetsing binnen flexibel hoger onderwijs

DOEL: De werkbaarheid en studeerbaarheid van flexibel hoger deeltijdonderwijs binnen en buiten de HHS verhogen door het ontwikkelen van een toolkit die gebruikt kan worden om op een effectieve en transparante wijze bewijs uit de eigen context te (laten) beoordelen.

In het kader van talentontwikkeling stelt het beoordelen van individueel bewijs, binnen het verpleegkundig beroepsdomein, meer mbo-verpleegkundigen in de gelegenheid een hbo-diploma te halen

VOOR WIE: Voor deeltijdstudenten en docenten van de flexibele deeltijdopleidingen in Nederland

DOOR WIE: Drs. Norbert Huyer, n.g.c.huyer@hhs.nl

MET WIE: Vrije Universiteit Amsterdam, Faculty of Behavioural and Movement Sciences: Dr. Vana Hutter

De Haagse Hogeschool: Dr. Ellen Sjoer, Dr. Peter Renden LOOPTIJD: 01-09-2020 tot 01-09-2021

FINANCIERING: Leven Lang Ontwikkelen, De Haagse Hogeschool

In Nederland is flexibel deeltijdonderwijs ingevoerd om de deelname aan deeltijdopleidingen in het hbo te vergroten. Flexibel deeltijdonderwijs maakt het voor studenten mogelijk om hun werkervaring te gebruiken door opdrachten uit hun eigen werk als bewijs ter beoordeling voor te dragen voorafgaand en tijdens het leerproces. Het op waarde schatten van deze werkervaring maakt het onderwijs efficiënter, meer gericht op de werkomgeving en daarmee aantrekkelijker voor werkenden. Flexibel toetsen is evenwel

WAT DOEN WIJ

niet eenvoudig voor studenten en docenten. Beoordelen van individuele bewijslast draagt bij aan een grotere betrokkenheid van studenten bij toetsing, maar zet tegelijkertijd een aantal kernwaarden van toetsprogramma’s, zoals transparantie en validiteit, onder druk. Docenten hebben voor het beoordelen van door studenten aangedragen bewijs nieuwe kennis en vaardigheden nodig.

Momenteel werkt Norbert Huyer aan een onderzoek naar de verschillende manieren van het valideren van eigen bewijs zoals hbo-v opleidingen, vanuit het landelijk Experiment Leeruitkomsten, dit binnen het flexibel deeltijdonderwijs vormgeven.

Dit jaar heeft hij bij diverse hogescholen focusgroepen met docenten en focusgroepen met studenten gehouden. Interessante inzichten waren dat het proces van beoordelen van individuele bewijslast nog moeizaam verloopt. Studenten geven aan dat het niet duidelijk is welke bewijzen aangedragen kunnen worden en aan welke eisen deze dienen te voldoen. Het moet voor studenten de inspanning waard zijn om individueel bewijs aan te leveren. Een veel gehoorde uitspraak is nu: “Dan maak ik uiteindelijk liever toch maar de toets”.

Er is behoefte aan een eenduidige, op evidence gebaseerde richtlijn, die voldoende ruimte biedt voor het inbrengen van individueel bewijs, maar specifiek genoeg is om vooraf te weten wat wel en niet aangeleverd kan worden. Dit onderzoeksproject levert handvatten op in de vorm van een ‘toolkit’ die bijdraagt aan het kwalitatief goed beoordelen van individueel bewijs in het hbo. Studenten kunnen de toolkit gebruiken om op een effectieve en transparante wijze bewijs uit de eigen context te laten beoordelen. Uiteraard is de toolkit ook te gebruiken voor het flexibeler maken van de toetsing in reguliere voltijdopleidingen.

20 Individueel innovatief ondernemer schap

DOELEN:

a. Stimuleren en ontwikkelen van innovatieve ondernemerschaps kwaliteiten

b. Doorontwikkelen en gebruiken van een meerjarig competentie gericht ontwikkelingssysteem

c. Op ondernemerschap gerichte studieloopbaan (SLB) reflectie bij de opleiding ORM

d. Breed informeren van stakeholders in de retail over het belang van innovatieve ondernemersvaardigheden e. Aanbieden van een assessmentsysteem op het gebied van

innovatieve ondernemerschapsvaardigheden aan micro-retailers

f. Opstarten van een grootschalig onderzoek naar het verband tussen ondernemerskwaliteiten, persoonlijkheid en het succes van kleine tech startups

VOOR WIE: 1) Hbo studenten, ook van buiten De Haagse Hogeschool, van de Minor ondernemerschap en de opleiding ORM 2) In de retail: beleidsmakers, winkelgebiedmanagers en kleine

winkeliers/ micro-retailers

3) Medewerkers van kleine startups in de techsector, de energietransitie en maritieme techniek DOOR WIE: Rainer Hensel, r.w.hensel@hhs.nl MET WIE: De opleiding ORM: coördinator van de Minor Edwin Muntjewerff & opleidingsmanager Ronald Visser

Coördinator van het tweedejaars vak Project Ondernemerschap Denise Vink & de ORM-teamleider Caroline Voordouw

SLB-coördinator Sarah de Vink & ORM-teamleider Caroline Voordouw

Future Proof Retail: Anja Overdiek, projectleider Tech startup: Peter de Bruijn/ Maria de Bruijn (Fynley &

CityBarge), Seriena Bal & Herard Buis (Buccaneer/ Delft), Tessa Luijben (Innovation Quarter)

LOOPTIJD: t/m December 2020

FINANCIERING: Kenniscentrum GIL en FPR

Uit de video met alumni van de opleiding ORM

WAT DOEN WIJ

WAT DOEN WIJ

In 2020 stond het ontwerpen en implementeren van een professionaliserings systeem op het gebied van innovatief ondernemer schap centraal. Gezamenlijk met studenten uit het tweede jaar en kleine retailers en winkeliers uit het Future Proof Retail project, is een professionaliseringssysteem ontworpen en doorontwikkeld. De gebruikte systematiek is gebaseerd op het Effectuation model dat ondernemerskwaliteiten en -vaardigheden definieert. Alle retailers die in het project participeerden,

ontvingen een uitgebreide rapportage van hun scores en suggesties hoe zij hun persoonlijke effectiviteit op het gebied van innovatief ondernemerschap zouden kunnen verbeteren. Er is een model ontwikkeld dat ‘evidence based’ aantoont dat innovatieve ondernemerscapaciteiten van belang zijn voor het succes van de kleine winkelier/ retailer. Een conference paper gebaseerd op dit onderzoek is bij de ACIEK-business conferentie in Madrid in juni 2020 gepresenteerd. Een artikel dat voortbouwt op deze conferentiebijdrage is ingediend bij het Journal of Innovation &

Knowledge. In het Nederlandstalige tijdschrift Holland

Management Review is een toegankelijke uiteenzetting over het model gepubliceerd. 

Alle tweedejaars studenten van de opleiding ORM hebben deelgenomen aan een uitgebreid professionaliserings-traject bestaande uit een begin-assessment (nulmeting) en een follow up assessment. Studenten werd eerst gevraagd om zichzelf te beoordelen op de ontworpen vijf dimensies uit het Effectuation model. Aangezien de uitkomsten van een self assessment beïnvloed kunnen worden door eigen ‘blinde vlekken’ heeft iedere student zich ook door twee medestudenten op dezelfde dimensies laten beoordelen. Na zes weken werd het

follow-up assessment uitgevoerd, opnieuw een self en een peer assessment. Aan de hand van deze follow-up assessments kregen alle studenten gerichte feedback op hun vooruitgang of persoonlijke ontwikkeling. Om de theorie van het Effectuation model goed uit te leggen, is er een inspirerende video gemaakt met interviews en beeldmateriaal van afgestudeerde ORM studenten. 

 

Een ander traject, dat op continue basis bij de opleiding Ondernemerschap en Retail Management plaatsvindt, is de afname van de Big five test, zowel bij alle eerstejaars studenten van de opleiding ORM als bij de deelnemers aan de minor Ondernemerschap, Leren door te Doen. Bij beide trajecten staat het versterken van een persoonlijke effectiviteit op het gebied van individueel ondernemerschap centraal, gebruikmakend van een persoonlijke reflectie en het opstellen van een sterkte- en zwakteanalyse. Ook nu weer zijn er inspirerende video’s gemaakt die de theoretische verbanden van het Big five model met ondernemerschap aan de hand van praktische voorbeelden uitleggen. 

In de zomermaanden, van juni tot en met begin september, is een pilotstudie uitgevoerd bij zes technologiebedrijven in Delft en Amsterdam. De verkenning in de pilot was gericht op de opzet van een grootschaliger studie met betrekking tot tech startups. Deze grote studie beoogt antwoord te geven op de vraag in welke mate innovatieve ondernemerscapaciteiten en Big five persoonlijkheids-kenmerken relevant zijn voor het succes van kleine tech startups.

In december 2020 is hiervoor contact gelegd met Buccaneer-Delft, een technologisch platform voor de “talenten van de talenten” op het gebied van energietransitie en maritieme techniek. 

Rainer Hensel en een alumnus van de opleiding ORM van De Haagse Hogeschool

ONDERZOEKSTHEMA 3: TRANSFORMATIEF LEREN: MEERVOUDIGE WAARDE

In document Duurzame Talentontwikkeling (pagina 25-28)