• No results found

D E STORING OPLOSSEN

2.1 Warmtepomp of systeem

Nadat de storing grondig is geanalyseerd kan worden bepaald of het een daadwerkelijk storing is of dat het geen storing is maar dat de bewoners verkeerd met het systeem omgaan of de werking van het systeem niet goed begrijpen.

Wij gaan er verder van uit dat het een daadwerkelijke storing betreft. Om de storing op te lossen is van belang te weten of het een storing aan de warmtepomp betreft of een storing aan het systeem.

Een storing aan de warmtepomp kan ook meerdere oorzaken hebben. Het kan een daadwerkelijke storing zijn aan de warmtepomp die dan ook gemeld wordt op de kamerthermostaat. De opgetreden storing kan echter ook het gevolg zijn van een verkeerde instelling in de warmtepomp software of een niet goed functioneren van de warmtepomp veroorzaakt door verkeerde instellingen. Een storing aan de zonnecollectoren bijvoorbeeld wordt ook door de warmtepomp gemeld. Een aantal storingen is niet altijd even duidelijk aan te wijzen.

Een storing aan het systeem is vaak duidelijker aanwijsbaar. Met een storing aan het systeem bedoelen we een storing aan het bronnensysteem, het Cv-systeem, het zonnecircuit of het boilercircuit.

Hieronder een aantal voorbeelden om dit duidelijker te maken.

Storingsmelding: de slaapkamer wordt niet warm

Analyse: na controle blijkt dat de betreffende slaapkamer inderdaad niet warm wordt. De overige ruimtes komen wel op temperatuur.

Conclusie: systeem storing. De warmtepomp levert warmte voor de andere ruimtes en er is geen storingsmelding in de kamerthermostaat.

Er zal dus verder gezocht moeten worden in de betreffende ruimte.

Staat er bijvoorbeeld vaak een raam open, zit er lucht in het vloerverwarmingsysteem of doet de naregeling het niet Storingsmelding: de woning wordt niet warm. Het blijft koud binnen Analyse: na controle blijkt dat de bewoner de kamerthermostaat in

stand 3 (vrij koelen) heeft staan

Conclusie: geen storing. . De warmtepomp doet gewoon wat van hem gevraagd wordt. Er is dus sprake van geen enkele storing

Storingsmelding: de warmtepomp meldt storing 71 en er is geen warm water Analyse: na controle blijkt dat inderdaad storing 71 is opgetreden.

Storing 71 geeft aan dat er geen stroming is over het

bronnensysteem. Na verdere controle blijkt de systeemdruk 0 bar te zijn.

Conclusie: systeem storing. Het betreft hier een storing aan het systeem.

Na vullen van het systeem dient goed te worden gecontroleerd of er ergens een lekkage is. De drukval in het systeem kan ook het gevolg zijn geweest van lucht in het systeem die door de automatische ontluchters afgevoerd is. Nadere controle en een afspraak met de bewoners de druk in de gaten te houden is dus essentieel.

Itho ontwikkelt het juiste klimaat

Storingsmelding: de warmtepomp meldt storing 1 op de kamerthermostaat Analyse: na controle blijkt dat inderdaad storing 1 is opgetreden.

Storing 1 geeft aan dat de buitenvoeler defect is en de verkeerde weerstandswaarde aangeeft bij de heersende buitentemperatuur Conclusie: warmtepomp storing. Het betreft hier een storing aan de

warmtepomp. De buitenvoeler dient vervangen te worden en met behulp van het programma WPcom dient gecontroleerd te worden of de nieuwe buitenvoeler wel de juiste buitentemperatuur aangeeft

2.2 Kamerthermostaat

Indien de warmtepomp geen storing heeft worden alleen de ingestelde temperatuur en de gemeten temperatuur op het display van de kamerthermostaat getoond. Het display van de kamerthermostaat ziet er dan uit zoals in figuur 1.

Figuur 1

De actuele ruimtetemperatuur wordt groot weergegeven in het midden van de thermostaat. De ingestelde ruimtetemperatuur wordt rechts onder in het display klein weergegeven.

Zodra de warmtepomp een storing heeft wordt deze storing doorgegeven aan de kamerthermostaat.

De warmtepomp onderscheidt twee typen storingen, namelijk:

Melding = M = geen urgente storing

Storing = P = urgente storing

Itho ontwikkelt het juiste klimaat

Als de warmtepomp een melding heeft wordt dit op de thermostaat weergegeven met behulp van de letter M links boven in het display. Zie hiervoor figuur 2

Figuur 2

Als de warmtepomp een storing heeft wordt dit op de thermostaat weergegeven met behulp van de letter P links boven in het display. Zie hiervoor figuur 3

Figuur 3

Itho ontwikkelt het juiste klimaat Indien een storing of melding wordt weergegeven kan het storingsnummer worden uitgelezen. Daartoe dienen de volgende handelingen te worden verricht:

Open het klepje van de kamerthermostaat Druk toets E in

In het display verschijnt de eerste storing (storingsnummer) midden in het beeld en het volgnummer rechtsonder. Het display ziet er uit zoals in figuur

Figuur 4

Met behulp van de "pijl omhoog" en de "pijl omlaag" knoppen kan door alle storingen worden gelopen.

Lees alle storingen uit. Het kan zijn dat een storing het gevolg is van een andere storing. Nadat alle storingen zijn uitgelezen kan door het indrukken van toets E weer worden teruggekeerd naar de gemeten kamertemperatuur. Het resetten van de warmtepomp kan worden gedaan door het

gelijktijdig indrukken van de A en de C toets. De warmtepomp reset en start weer van voren af aan.

Itho ontwikkelt het juiste klimaat

2.3 Uitlezen van foutcodes uit de kamerthermostaat en WPcom

Op de kamerthermostaat kunnen alle, op dat moment aanwezige, storingen uitgelezen worden. De storing met het laagste storingsnummer komt als eerste in beeld.

Voorbeeld: Er komt een storing; storing 14

Thermostaat geeft 14 als eerste (adres 00) Vervolgens komt een tweede storing; storing 1

De thermostaat geeft nu als eerste een 1 (adres 00) en als tweede een 14 (adres 01) Er komt nog een storing bij; storing 7

De uitlezing in de kamerthermostaat wordt dan: 01 1 02 7 03 14

Dus het laagste storingsnummer verschijnt als eerste in de thermostaat.

In de warmtepomp zijn er 16 locaties waar ALLE meetwaarden die bij een storing optreden worden opgeslagen. De locatie waar de volgende waarden opgeslagen worden staan in array Variabelen onder H_Data_St_Nummer.

Dus de opgeslagen waarden schuiven niet op, maar komen in het volgende blok terecht.

De pointer H_Data_St_Nummer geeft dan aan waar de waarden terechtkomen.

Bovenstaande voorbeeld.

Stel Variabelen (H_Data_St_Nummer) = 10

Als storing 14 komt zullen alle meetwaarden opgeslagen worden in array H_Bedr_Data_St_9 Als nu storing 1 komt zullen alle meetwaarden opgeslagen worden in array H_Bedr_Data_St_8 Als nu storing 7 komt zullen alle meetwaarden opgeslagen worden in array H_Bedr_Data_St_7

De laatste storing is de storing die aangegeven is in

Variabelen (H_Data_St_Nummer) (array 35 laatste variabele)

Itho ontwikkelt het juiste klimaat