• No results found

1.2 Lichamelijkheid .1 Voortplanting

1.2.4 Sterven 1.2.5 Overig

Algemene douanewet (2008)

 Artikel 1:28 lid 4 - Lijfsvisitatie geschiedt op een besloten plaats door personen die, indien zij geen arts of verpleegkundige zijn, van hetzelfde geslacht zijn als de persoon die aan lijfsvisitatie wordt onderworpen

Algemeen douanebesluit (2008)

 Artikel 1:5 lid 4 - Apparatuur waarmee door kleding van personen wordt gekeken, mag op een niet besloten plaats worden gebruikt, mits de beelden op een besloten plaats worden geanalyseerd. De persoon die de beelden analyseert, hoeft niet van hetzelfde geslacht te zijn als dat van de persoon die aan lijfsvisitatie wordt onderworpen. (GRONDSLAG: Artikelen 1:4, 1:19, 1:25, 1:28, 1:30, 3:1, 4:1, 9:5, 10:10 en 12:1, Algemene douanewet)

Wetboek van strafvordering (1921)

 Artikel 56 lid 3 - De in het eerste en tweede lid bedoelde onderzoeken worden op een besloten plaats en voor zover mogelijk door personen van hetzelfde geslacht als de verdachte verricht.

 Artikel 195 lid 4 - De in het eerste tot en met derde lid bedoelde onderzoeken worden op een besloten plaats en, voor zover mogelijk, door personen van hetzelfde geslacht als de te onderzoeken persoon verricht.

 Artikel 195f lid 2 - Het DNA-onderzoek kan slechts gericht zijn op het vaststellen van het

geslacht, het ras of andere bij algemene maatregel van bestuur aangewezen uiterlijk

waarneembare persoonskenmerken.

Besluit opsporing terroristische misdrijven (2006)

 Artikel 5 lid 2 - Onderzoek aan kleding wordt zoveel mogelijk uitgevoerd door een opsporingsambtenaar die hetzelfde geslacht heeft als de persoon die aan het onderzoek wordt onderworpen. (GRONDSLAG: Artikelen 126za, vierde lid, 126zc, 126zh, eerste lid, 126zi, derde lid, 126zq, vierde lid, 126zs, vierde lid, en 126ee, Wetboek van Strafvordering.

Politiewet (2012)

Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en andere opsporingsambtenaren (1994)

 Artikel 20 lid 1 – Het onderzoek, bedoeld in artikel 7, derde lid, van de Politiewet 2012, geschiedt door het oppervlakkig aftasten van de kleding en wordt zoveel mogelijk uitgevoerd door een ambtenaar van hetzelfde geslacht als degene die aan het onderzoek wordt onderworpen.

 Artikel 20 lid 2 - Het onderzoek, bedoeld in artikel 7, vierde lid, van de Politiewet 2012 wordt uitgevoerd door een ambtenaar van hetzelfde geslacht als degene die aan het onderzoek wordt onderworpen.

37  Artikel 28 lid 3 – Het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, wordt zoveel mogelijk uitgevoerd door een ambtenaar van hetzelfde geslacht als degene die aan het onderzoek wordt onderworpen. (GRONDSLAG: Artikelen 7, zevende lid, en 9, Politiewet 2012 Artikel 6, vijfde lid, Wet op de bijzondere opsporingsdiensten)

Regeling aanstellingseisen politie 2002 (2002)

 Bijlage 3. behorende bij artikel 4, derde lid, van de Regeling aanstellingseisen politie 2002 - Het fysiek motorisch onderzoek: De kandidaat die solliciteert naar een executieve functie bij de Nederlandse politie, wordt onderworpen aan een geschiktheidonderzoek. Van dit geschiktheidonderzoek maakt deel uit het fysiek motorisch onderzoek. Met het fysiek motorisch onderzoek (FMO) wordt beoogd te beoordelen of de politieambtenaar voldoende competent is zijn/haar fysieke taken, waarmee deze in het dagelijkse werk kan worden geconfronteerd, naar behoren te kunnen uitvoeren. Om deze beoordeling te kunnen maken, dient de kandidaat de fysieke-vaardigheidstoets, zoals bedoeld in artikel 4 lid 1, van de regeling, met goed gevolg te volbrengen. De eisen zijn gerelateerd aan de leeftijd en het

geslacht van de kandidaat. In de onderstaande tabel zijn de tijden die minimaal dienen te

worden gehaald weergegeven.

 Bijlage 5. behorende bij artikel 9, eerste lid, van de Regeling aanstellingseisen politie 2002 - Hoger politiepersoneel: Hoger politiepersoneel heeft in het algemeen fysiek gesproken bij aanvang dezelfde taak. Aangezien hoger personeel stages tijdens opleiding verricht en later executieve diensten verricht om vaardigheden op peil te houden zijn dezelfde eisen van kracht. Functie-eisen: Klauteren en klimmen, Energetische belasting, Fysieke piekbelasting houdings- &bewegingsapparaat, Scherp zien op afstand, Kleuren zien en onderscheiden, Horen, Verhoogde waakzaamheid en oordeelsvermogen. Ten aanzien van de energetische belastbaarheid is voor het executieve politiepersoneel de Fysieke Vaardigheids Toets (FVT) maatgevend. De ergometrie dient om relevante cardiovasculaire pathologie uit te sluiten en de bepaalde VO2max dient bij het behalen van de Fysieke Vaardigheids Toets als bevestiging. In de uitzonderlijke situatie dat de keuring plaatsvindt zonder voorafgaande Fysieke Vaardigheids Toets of bij het niet gehaald hebben van de minimumnorm tijdens de selectie, geldt de minimale norm voor de VO2max. Deze norm is voor leeftijd en geslacht minus 10% in de bijlage gecorrigeerd. (GRONDSLAG: Artikel 7, eerste lid, onderdelen b, c en d, Besluit algemene rechtspositie politie, Artikel 4, eerste lid, onderdelen b, c en d, Besluit rechtspositie vrijwillige politie)

Ambtenarenwet (1929)

Reglement Dienst Buitenlandse Zaken (1986)

Dienst Buitenlandse Zaken Voorzieningenstelsel 2007 (2007)

 Bijlage C, punt 1 - De in artikel 10, eerste lid, en artikel 11, tweede lid, onder a, bedoelde elementen van de CBS-bestedingsindex zijn ingaande 1 januari 2014: … [kleding en schoenen op basis van geslacht](GRONDSLAG: Artikelen 13, 36, 41d, 53, 63 en 76, Reglement Dienst Buitenlandse Zaken)

Luchtvaartwet (1958)

Besluit beveiliging burgerluchtvaart (2002)

 Artikel 6 lid 2 - Fouillering wordt uitgevoerd door één of meer beveiligingsmedewerkers van hetzelfde geslachtals de passagier, tenzij de passagier uitdrukkelijk heeft ingestemd met

38

fouillering door een beveiligingsmedewerker van het andere geslacht. (GRONDSLAG: Artikelen 37ac, eerste lid, en 37e, tweede lid, onder d, Luchtvaartwet)

Wet op de orgaandonatie(1996)

Besluit donorregister (1998)

 Bijlage bij het besluit donorregister – persoonsgegevens van degene die het formulier invult, o.a. geslacht (GRONDSLAG: Artikel 10, vierde lid, Wet op de orgaandonatie).

Besluit hersendoodprotocol (1997)

 Tabel 4 Formulier vaststelling hersendood – een van de gegevens die opgeschreven moet worden is het geslacht van degene die hersendood is.

1.3 Familierelaties

1.3.1 Afstammingsrecht

Burgerlijk Wetboek, Boek 1 – Personen- en familierecht

 Artikel 1:28c lid 2 - De wijziging van de vermelding van het geslacht laat de op het in het eerste lid genoemde tijdstip bestaande familierechtelijke betrekkingen en de daaruit voortvloeiende op dit boek gegronde rechten, bevoegdheden en verplichtingen onverlet.  Artikel 1:28c lid 3 - Indien de betrokkene na de wijziging van de vermelding van het geslacht

een kind baart, wordt voor de toepassing van titel 11 en hetgeen daaruit voortvloeit uitgegaan van het geslacht dat deze voor de wijziging had. In geval van adoptie van een kind op verzoek van degene die dit na de wijziging van de vermelding van het geslacht heeft verwekt of heeft ingestemd met een daad die de verwekking van het kind met eigen zaad tot gevolg heeft gehad, en het kind is of wordt geboren binnen de relatie van de adoptant en de ouder, is de maatstaf van het vierde lid van artikel 227 van toepassing.

 1:228 lid 3 - De voorwaarde, bedoeld in het eerste lid, onder f, geldt niet indien het kind wordt geboren binnen de relatie van de moeder met een levensgezel van gelijk geslacht. Besluit burgerlijke stand 1994 (1994)

 Artikel 18 lid 5 – Het geslacht wordt aangegeven door de tekst “F (vrouwelijk)” en “M (mannelijk)”.

 Artikel 27 lid 1 sub – De in verband met de aangifte van de geboorte over te leggen verklaring van een arts of een verloskundige vermeldt: c. het geslacht van het kind;

 Artikel 43 lid 1 sub e – De akte van geboorte vermeldt in het eerste gedeelte achtereenvolgens: e. het geslacht van het kind;

 Artikel 45 lid 1 – De in artikel 19d, eerste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde akte van geboorte vermeldt in het eerste gedeelte dat het geslacht van het kind niet is kunnen worden vastgesteld.

 Artikel 49 lid 1 sub a - De door een ambtenaar van de burgerlijke stand opgemaakte akte van erkenning vermeldt: a. de geslachtsnaam, de voornamen, het geslacht, alsmede, voor zover deze bekend zijn, de plaats en de dag van geboorte van het kind;

39  Artikel 87 lid 1 – De huwelijksakte vermeldt in het eerste gedeelte achtereenvolgens: a. de geslachtsnaam van de echtgenoten vóór het sluiten van het huwelijk, alsmede hun voornamen, onder aanduiding van hun geslacht

 Artikel 57a lid 1 sub a – De akte van registratie van een partnerschap vermeldt in het eerste gedeelte achtereenvolgens: a. de geslachtsnaam van de geregistreerde partners vóór het aangaan van het geregistreerde partnerschap, alsmede hun voornamen, onder aanduiding van hun geslacht.

 Artikel 57c lid 1 sub a – De akte van omzetting van een registratie van een partnerschap in een huwelijk vermeldt in het eerste gedeelte achtereenvolgens: a. de geslachtsnamen van de echtgenoten voor de omzetting van de registratie van een partnerschap in een huwelijk, alsmede hun voornamen, onder aanduiding van hun geslacht.

 Artikel 60a lid 1 sub a – De akte van inschrijving van een verklaring tot beëindiging met wederzijds goedvinden van een geregistreerd partnerschap en van de rechterlijke uitspraak van een ontbinding van een geregistreerd partnerschap als bedoeld in artikel 80c, onder c en d, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek tussen geregistreerde partners wier partnerschap niet in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand is ingeschreven, vermeldt: a. de geslachtsnaam en de voornamen van de geregistreerde partners onder aanduiding van hun

geslacht, alsmede het land, de plaats en de dag waarop het geregistreerd partnerschap is

aangegaan.

 Artikel 61 lid 1 sub c - De akte van overlijden vermeldt in het eerste gedeelte achtereenvolgens: c. het geslacht van de overledene.

 Artikel 62 lid 1 sub c – Indien een lijk is gevonden en de plaats of de dag van overlijden niet met voldoende nauwkeurigheid kan worden vastgesteld, vermeldt de akte in het eerste gedeelte achtereenvolgens: c. het geslacht van de overledene.

Besluit bijzondere akten van de burgerlijke stand (1997)

 Artikel 6 lid 5 - Het geslacht wordt aangegeven door de tekst <F (vrouwelijk)> en <M (mannelijk)>.

 Artikel 9 lid 1 –De voorlopige akte van geboorte vermeldt in het eerste gedeelte achtereenvolgens: a. de geslachtsnaam van het kind; b. de voornamen van het kind; c. de dag, het uur en de minuut van geboorte; d. de plaats van geboorte; e. het geslacht van het kind.

 Artikel 11 lid 1 - De voorlopige akte van overlijden vermeldt in het eerste gedeelte achtereenvolgens: a. de geslachtsnaam en de voornamen van de overledene; b. de plaats en de dag van geboorte van de overledene; c. het geslacht van de overledene; d. de woonplaats of de gewone verblijfplaats van de overledene; e. de dag, het uur en de minuut van overlijden; f. de plaats van overlijden; g. de geslachtsnaam en de voornamen van de persoon met wie de overledene ten tijde van het overlijden gehuwd was.

 Artikel 11 lid 4 - Indien een lijk is gevonden en de plaats of de dag van overlijden niet met voldoende nauwkeurigheid kan worden vastgesteld, vermeldt de akte in het eerste gedeelte achtereenvolgens: a. de geslachtsnaam en de voornamen van de overledene; b. de plaats en de dag van geboorte van de overledene; c. het geslacht van de overledene; d. de woonplaats of de gewone verblijfplaats van de overledene; e. de plaats, de dag en het uur waarop het lijk is gevonden; f. de geslachtsnaam en de voornamen van de persoon met wie de overledene ten tijde van het overlijden gehuwd was of door een geregistreerd partnerschap verbonden was. (GRONDSLAG: Artikel 19j, tweede lid, Burgerlijk Wetboek Boek 1)

40

Regeling formulieren voor verklaring arts/verloskundige bij aangifte geboorte (1995)  Bijlage 1: Verklaring van geboorte ex artikel 19e, achtste lid, Boek 1 van het Burgerlijk

Wetboek, op te maken door een arts of een verloskundige – [geslacht van het kind moet ingevuld worden] (GRONDSLAG: Artikel 27, derde lid, Besluit burgerlijke stand 1994)

AMvB’s en regelingen grondslag niet vermeld

Besluit buitengewone registers van de burgerlijke stand (1942)

 Artikel 10 lid 1 sub b - De akte van geboorte zal vermelden: b. het geslacht van het kind en de voornamen, welke aan hetzelve zijn gegeven. (grondslag niet vermeld)

1.3.2 Huwelijk

Burgerlijk Wetboek, Boek 1 – Personen- en familierecht

 Artikel 1:30 lid 1 – Een huwelijk kan worden aangegaan door twee personen van verschillend of van gelijk geslacht.

 1:80a lid 1 – Een persoon kan tegelijkertijd slechts met één andere persoon van hetzelfde of andere geslacht een geregistreerd partnerschap aangaan.

Politiewet (2012)

Besluit suppletieregeling gedeeltelijk arbeidsongeschikten sector politie (1996)

 Artikel 11 lid 3 - Voor de toepassing van het tweede lid kan tegelijkertijd slechts één persoon als echtgenoot worden aangemerkt en worden mede als echtgenoot aangemerkt niet gehuwde personen van verschillend of gelijk geslacht die duurzaam een gezamenlijke huishouding voeren, tenzij het betreft personen tussen wie bloedverwantschap in de eerste of tweede graad bestaat, alsmede de geregistreerde partner. (GRONDSLAG: Artikel 47, eerste lid, Politiewet 2012, Artikel 10, vijfde lid, Wet op het LSOP en het politieonderwijs)

1.3.3 Erfrecht