• No results found

Het laatste stedelijke kenmerk dat invloed heeft op het thuis voelen in de buurt zijn de stedelijke voorzieningen op IJburg. Bewoners hechtten volgens Lupi (2008) waarde aan uitgaansgelegenheden in de buurt. Dit heeft volgens de auteur niet alleen te maken met het daadwerkelijke gebruik van deze gelegenheden maar ook met de sfeer die deze uitstralen op de buurt. Eerst worden de stedelijke voorzieningen op IJburg besproken als daarna wordt de levensfase besproken die volgens sommige juist past bij een rustigere wijk, zonder een overschot aan stedelijke voorzieningen.

Uitgaansgelegenheden

De respondenten zijn over het algemeen erg tevreden met de uitgaansgelegenheden op IJburg. Romy, Sanne, Jochem en Hanna, die allemaal nog geen dertig zijn, zijn van mening dat de uitgaansgelegenheden erg zijn gericht op de dertigers en veertigers in de wijk. Zij voelen zich daarom meer aangetrokken tot de stad. Romy geeft aan dat ‘echt uitgaan’, naar de discotheek niet mogelijk is op IJburg. Maar ook wat betreft kroegen waar je even wat kan drinken is het aanbod beperkt. NAP, Dok 48 en café Ed, zijn drie cafeetjes die gevestigd zijn in de haven. Ze vertelt dat er nog wel wat jongeren naar café Ed gaan. Dit is een bruine kroeg in de haven. Er heerst volgens haar een beetje verdeeldheid onder haar contacten op IJburg omtrent de plek waar ze naartoe gaan als ze snel een drankje willen drinken in een horecagelegenheid.

“Die appen je dan: drankje doen? En ik van: bij Cafe Ed. “Nee Nieuwmarkt”. Dan denk ik van laat dan maar.”

Sanne is zo iemand die het horeca aanbod in IJburg niet leuk genoeg vindt. Zij reist liever een halfuur naar de binnenstad om even wat te drinken dan dat ze in IJburg naar de kroeg gaat. Maar ook de veertigers vinden het aanbod op IJburg niet leuk genoeg. De horeca wordt niet hip genoeg gevonden, of te braaf. De catering is vooral op gezinnen gericht. Ondanks dat acht respondenten ook jonge kinderen hebben, vinden zij dit niet aantrekkelijk. Net zoals bij de begroeiing in de wijk wordt de horeca ook nog te nieuw gevonden. De respondenten lijken zich meer thuis te voelen in gelegenheden met meer geschiedenis. Mark over de horeca op IJburg:

“Ja niet doorleeft. Waar ik van hou zijn de cafés die doorleeft zijn, die iets ademen, waarvan de muren jou een verhaal vertellen, dat is natuurlijk nog niet op IJburg. Dat kan ook nog niet. Dus er zit geen schuldvraag achter. De cafés kunnen er niets aan doen maar het is wel wat ik zoek. Ik drink er wel eens een kopje koffie maar ik doe het niet vaak.”

37

Ook wordt er aangegeven dat de cafés nog niet vol genoeg zijn. Ook hier zit (zoals Mark het verwoordt) geen schuldvraag achter. Er wonen volgens de respondenten simpelweg nog niet genoeg mensen op IJburg om de cafés helemaal te vullen. Opvallend is dat de respondenten, zeker de veertigers, aangeven dus niet heel erg gecharmeerd te zijn van het aanbod maar toch maken zij redelijk veel gebruik van de horeca gelegenheden. Jasper geeft deze discrepantie mooi weer. In eerste instantie geeft hij aan dat de horeca op IJburg matig voorziet in zijn behoefte aangezien hij het niet leuk/lekker genoeg vindt. Als hij met vrienden afspreekt om te drinken en/of te eten doet hij dat altijd in de stad.

“Uit eten doe ik ook veel en dan ergens anders. Uit eten kan hier eigenlijk niet. Ja dat kan wel natuurlijk, prima eten. Maar het is meer een satétje en een biefstukje enzo.”

Op het moment dat er wordt gevraagd of hij verantwoordelijkheidsgevoel heeft om de plaatselijke middenstand te ondersteunen, antwoordt hij daarentegen:

Nou ja, als iedereen zoveel spendeert als ik op IJburg dan zou elke tent miljonair worden. Nee, om je een idee te geven, ik zit elke week in de Dok, vind ik leuk s’avonds.

Later noemt Jasper de Dok 48 zelfs zijn stamkroeg. Dit geeft aan dat ondanks de klacht dat de horeca niet leuk en hip genoeg is, hij deze toch regelmatig gebruikt. Marga verdedigt de horecagelegenheden in IJburg. Ze vindt het onzin als mensen zeggen dat je niet even leuk iets kan eten of drinken in de wijk. In de stad is het aanbod uiteraard veel groter maar dit hoeft volgens haar niet te betekenen dat het aanbod op IJburg niet leuk is. Alle respondenten inclusief Marga geven wel aan dat zij als ze 'echt uit willen', altijd de stad te verkiezen boven IJburg. De respondenten laten ook weten dit nog met enige regelmaat te doen.

Afscheid van de individuele, hedonistische levensstijl

De respondenten vinden dat er een gebrek is aan leuke uitgaansgelegenheden in IJburg. Het ontbreken hiervan wordt als een opoffering gezien als je op IJburg gaat wonen. Toch past deze concessie wel bij de levensfase waar de respondenten van boven de dertig in verkeren. Op de vraag of hij in zijn vriendengroep werd ‘veroordeeld’ op het moment dat hij in IJburg ging wonen laat Mark weten dat dit inderdaad zo was. Hij koppelt dit echter los van de wijk:

38

studententijd en al die tijd die daarna nog komt. Ik heb een kind maar ik doe net alsof ik geen kind heb dus ik leef door zoals ik altijd heb geleefd. Op een gegeven moment komt het besef, ben ik nou volwassen ofzo? En ineens neem je afstand van de levensstijl die heel erg hedonistisch en individueel was en die ineen keer wat verantwoordelijker wordt. En dan kom je op zo’n plek als IJburg terecht. En je neemt elkaar de maat, je zegt eigenlijk niet van: “ga jij nou op IJburg wonen” je zegt eigenlijk tegen elkaar: “ga jij nou afstand nemen van die leuke studentikoze manier van leven die we met zijn alle hebben omhelst?”, “ga jij nou spelbreker worden en kap je daar nou mee?”. Ik was de eerste die een kind kreeg, dat vonden ze ook allemaal maar raar en niks. “Wie wil er een biertje?” Ja jongens ik moet naar huis want mijn wekker gaat om 6 uur”.“Ahhh klote man”. Het is eigenlijk hetzelfde effect”. (Mark)

De andere veertigers en vijftigers zowel met als zonder kinderen zijn eveneens van mening dat er een rustiger levensstijl hoort bij deze levensfase. Deze rustigere levensstijl past voor hen het beste in een buitenwijk als IJburg. Ze geven aan Amsterdam en haar uitgaansgelegenheden op een andere manier te waarderen en te benutten.

“Ik heb ook veel genoten van de stad Amsterdam. “Ik heb nachten doorgehaald daarin in die rare kroegjes, wat alle studenten doen. Toen vond ik Amsterdam fantastisch, het einde, en ik vind Amsterdam nog steeds heel leuk maar op een heel andere manier.” (Jasper)

Om uit te gaan wordt dus nog steeds veel de stad opgezocht. De uitgaansgelegenheden op IJburg worden in alle leeftijdscategorieën niet leuk genoeg gevonden. Dit wordt de ondernemers echter niet kwalijk genomen. Sterker nog, een groot deel van de bewoners prijst de ondernemersgeest die heerst op IJburg. Ze vinden het wel het fijn om in een buurt te wonen waar mensen iets van willen maken, dit is een factor dat hun thuisgevoel in de buurt vergroot. De ondernemingsgeest zal in hoofdstuk .. nader aan bod komen.

De stedelijke voorzieningen in de wijk heeft geen directe positieve invloed op het thuisgevoel van bewoners. De horeca wordt niet als leuk en hip genoeg ervaren door de meeste bewoners. Dit lijkt juist te komen omdat deze teveel gericht zijn op families met kinderen. Toch worden de cafeetjes door de respondenten nog regelmatig bezocht. De respondenten zijn blij dat deze stedelijke voorzieningen er allemaal zijn op IJburg en dat er mensen actief bezig zijn om de buurt leuk en levendig te maken. Toch gaan de bewoners over het algemeen liever in de stad voor de bioscoop, café, restaurant, toko of markt. Dit is volgens de respondenten ook echt nodig om de verbinding met Amsterdam te blijven voelen. Ze uitte duidelijk hun liefde voor Amsterdam en grootstedelijkheid

39

(Lupi, 2008). Zij ontlenen hun thuisgevoel deels aan het feit dat Amsterdam en haar levendigheid nog steeds nabij is, dit zal in het volgende hoofdstuk worden besproken

40

Kenmerk 4: Emotionele verbinding stad

Uit de voorgaande hoofdstukken is gebleken dat bewoners IJburg geen doorsnee Vinexwijk vinden. Dit komt onder andere door de verbinding met Amsterdam. De bewoners geven aan dat zij in IJburg zijn gaan wonen door de aanwezigheid van en de goede verbinding met Amsterdam. Bij het merendeel van de respondent blijkt niet alleen de liefde voor de stad maar ook voor de stad Amsterdam in het specifiek. Het merendeel van de respondenten geeft aan dat zij praktisch verbonden is aan de stad, maar ook op emotioneel vlak een sterke band heeft met Amsterdam.

Fietsen

De meeste bewoners zijn van mening dat de meeste delen van Amsterdam goed fietsbaar zijn. De bewoners geven aan dat veel mensen die niet op IJburg wonen een verkeerd beeld hebben van de afstand naar IJburg. In werkelijkheid valt deze met de fiets in ieder geval wel mee. Zeker nu Amsterdam Oost is opgekomen op het gebied van horeca kunnen de bewoners in een kwartier in het 'leuke gedeelte' van de stad zijn. Naar de binnenstad is het iets verder fietsen, maar letterlijk en figuurlijk overbrugbaar volgens de bewoners. De meeste respondenten die werken of studeren in Amsterdam gaan daar heen met de fiets. Mark, Arjen en Margiet moeten allemaal ongeveer een half uur fietsen naar het werk. Ze vinden dat zij (in tegenstelling tot andere mensen) hier niet over moeten zeuren maar het juist positief te benaderen:

Ik zou zelfs denk ik niet veel dichterbij mijn werk willen wonen. Gek he, heb ik toch echt liever dit. Beetje nadenken tijdens het fietsen, als je naar huis fietst”. (Arjen)

“En het andere voordeel is dat ik een half uur mag fietsen, dat is toch fantastisch. Ik fiets hier in 26 minuten naartoe dus ik ben elke dag minstens drie kwartier bezig met mijn lichaam, hoe erg is dat.” (Mark)

De route via de Nesciobrug (die IJburg verbindt met Amsterdam Oost) is ook fijn om te fietsen volgens Magriet. Deze route is grotendeels door het groen. Dit heeft een bijna 'therapeutische' werking voor haar geeft ze aan. Veel van de vrouwelijke respondenten vinden deze route s'avonds en s'nachts juist niet zo prettig met de fiets. Er zijn weinig mensen op straat. Mocht er iets gebeuren zijn er niet snel mensen die te hulp kunnen schieten; er zijn weinig 'eyes on the street (Jacobs, 1961). Een aantal fietst dan ook niet meer (alleen) s'avonds terug naar de wijk, andere doen het ondanks dat ze het niet helemaal prettig vinden toch wel.

Afstand en reistijd

41

vervoer redelijk goed is. Dit komt volgens hen door de aanwezigheid van tram 26. Deze tramlijn verbindt IJburg met het Centraal Station. Jochem die aan het begin van de wijk woont (op Haveneiland) laat weten dat de tram er ongeveer een kwartier over doet naar het Centraal Station. Ook de frequentie waarmee de tram rijdt is erg hoog. Om de vier minuten vertrekt er een tram aan het eind van de IJburglaan. Volgens Mark is de tram door de hoge snelheid meer een metro dan een reguliere tram. Een aantal respondenten vergelijkt de reistijd van IJburg naar het stadscentrum met de reistijd van andere buitenwijken naar het stadscentrum. De wijk is volgens hen dus misschien qua afstand redelijk ver van de stad gelegen maar de reistijd valt in werkelijkheid mee. De respondenten zijn van mening dat het openbaar vervoer naar het centrum redelijk goed is.

Ondanks dat een aantal respondenten laat weten dat de reistijd in werkelijkheid meevalt, geeft het grootste gedeelte van de bewoners aan dat dit soms toch een belemmering is. De mogelijkheid om als bewoner van IJburg spontaan naar het café, theater of restaurant te gaan is minder groot dan als je dichterbij de stad woont. Hetzelfde geldt voor het langsgaan bij een vriend of vriendin die niet in de wijk woont. Sanne geeft aan dat zij het jammer vindt dat zij nooit spontaan een bezoek kan brengen aan een van haar vriendinnen die niet in IJburg wonen. Romy laat weten dat zij soms avonden naar de discotheek in Amsterdam laat schieten omdat ze te erg opziet tegen de terugreis. De nachtbus is een optie, maar die rijdt erg weinig. De verbinding met het openbaar vervoer s'nachts wordt in de interviews meerdere malen als verbeterpunt voor de wijk aangehaald.

De tijd die de bewoners kwijt zijn met reizen is voor de respondenten echter geen reden om niet naar andere delen van Amsterdam te gaan. Het bezoeken van de film, café en theater en het kopen van kleding wordt namelijk voor het grootste gedeelte niet op IJburg maar in de stad gedaan. Alle respondenten vertellen dan ook dat zij regelmatig in de stad te vinden zijn. De volgende uitspraken gaan over de belemmering van het reizen naar de stad. Dit neemt voor hen echter niet de overhand, zij blijven de stad bezoeken:

“Nee, ik doe nog veel in de stad hoor. Ik doe zelfs het merendeel van mijn boodschappen nog in de stad. Ik heb echt een kaasboertje waar ik naartoe ga. Ik ga naar de slager, naar een hele goede slager in de stad. Ik ga naar de visboer in de stad, naar de kapper ook in de stad.”

“Als ik naar huis ga en dan om half 9 naar een toneelstuk moet. Denk ik van ik moet snel omkleden want ik moet snel weer weg om naar de Stadsschouwburg te fietsen Wat ik nu dan vaker doe is dat ik mijn spullen meeneem en een hapje eet in de stad”. (Margriet)

42

'De drempel' om even naar de stad te gaan is dus hoger geworden. Toch blijven de respondenten de stad bezoeken. Dit vereist dan wel meer planning dan voorheen toen mensen nog centraler woonden. De bewoners willen namelijk graag de verbinding houden met de stad. Niet alleen de fysieke afstand en reistijd lijken hierin belangrijk, maar vooral de emotionele binding met de stad. De bewoners van IJburg willen zich graag onderdeel voelen van Amsterdam, of in ieder geval het gevoel van de stad op kunnen zoeken.

Woon bij Amsterdam, niet in Almere en niet in Hubbenschuttenveen

De bewoners zijn dus redelijk content over de afstand en reistijd naar de rest van de stad. Het blijkt ook dat de bewoners zich graag verbonden met de stad willen voelen, vooral op emotioneel vlak. De bewoners laten duidelijk de hang naar grootstedelijkheid merken (Lupi, 2008). De respondenten zijn erg ambivalent of IJburg nou bij Amsterdam hoort of juist niet. Dit hangt voor hun erg van de context af. Duidelijk is wel dat de bewoner zich meer thuis voelt in IJburg doordat de wijk aan de rand van Amsterdam ligt, en daardoor de binnenstad bereikbaar is.

In het vorige hoofdstuk bleek dat de bewoners stedelijke voorzieningen (3) vooral opzoeken in de binnenstad. Naar de kroeg, uit eten en de bioscoop kan allemaal op IJburg maar de bewoners gaan als ze de tijd hebben liever naar de binnenstad. Vooral degene die door hun werk niet verbonden zijn aan het centrum van de stad geven aan soms een drang te hebben om naar de stad te gaan. Marga en Ilse zijn allebei erg positief over IJburg maar laten tegelijkertijd hun voorliefde voor Amsterdam blijken. Ze hebben als ze te lang op IJburg zijn de behoefte om de stad op te zoeken:

“Als jij zegt van je mag nooit meer die brug over. Ja dan denk ik wil ik wil meer variatie, want dat is in de stad wel heel leuk. Ja Amsterdam is natuurlijk de mooiste stad van de wereld dus dan ben je dat helemaal kwijt, nee dat moet ik er wel bij hebben.” (Marga)

“Laatst ging ik uit eten en toen zei een van mijn vriendinnen laten we de volgende keer op IJburg eten. Hebben we uiteindelijk niet gedaan omdat ik dat niet wilde. “Ik wil hier weg! (roept ze lachend)”. Ik zit hier de hele dag al. Mijn man heeft het veel minder maar die gaat in de stad werken. (Ilse)

Veel bewoners lijken een soort nostalgisch gevoel te hebben ten opzichte van de stad. Dit heeft er ook mee te maken dat de respondenten een deel van hun leven centraler in Amsterdam hebben gewoond aldus Marga. Ze heeft 18 jaar in de Pijp gewoond voordat ze in de wijk kwam wonen. Ze fietste het eerste jaar zelfs vaak langs haar voormalige woonplek om het oude gevoel weer even te

43

hebben. Er ligt daar toch een stukje geschiedenis van haar leven, vertelt ze.

De bewoners hebben duidelijk nog wel behoefte om regelmatig Amsterdam in gaan. Maar IJburg is officieel natuurlijk ook onderdeel van Amsterdam. Dit wordt echter niet altijd zo ervaren door de bewoners. Zij zijn ambivalent of de wijk gevoelsmatig een onderdeel is van Amsterdam. Dit is maar net met welke andere woonbuurt er wordt vergeleken. De meeste bewoners voelen zich wel echt Amsterdammer, maar vinden IJburg net niet Amsterdam:

“Ik voel me wel Amsterdammer maar ik woon niet echt echt echt in Amsterdam, (lacht) raar he”. (Ilse)

“Maar ik heb zo lang in Amsterdam gewoond en in Amsterdam gestudeerd, ik ben echt wel een Amsterdammer geworden en als ik alleen op IJburg woon voel ik mee geen Amsterdammer […] Dan vergeet je dat het Concertgebouw er is en dat de Pijp er is.” (Hetty)

“Ik ben een Amsterdammer dus voor mij voelt dit, ja ik zeg ook altijd een beetje verontschuldigend van “ik woon op IJburg”. Ja terwijl ik ook denk dat slaat natuurlijk ook nergens op. […] Het is net niet Amsterdam. Maar Amsterdam geeft dus wel een speciaal gevoel dat ik niet ergens anders vind ofzo.” (Marlène)

Ondanks dat bewoners hun verbondenheid met Amsterdam duidelijk laten blijken geven zij tegelijkertijd aan dat de wijk net geen Amsterdam is. Alleen op IJburg wonen en leven volstaat voor hen dan ook niet, de respondenten zoeken regelmatig de binnenstad op om het 'Amsterdamse gevoel' te hebben. De emotionele verbondenheid en voorliefde voor Amsterdam (Lupi, 2008) is nog groot. De bewoners zijn niets in/bij Amsterdam gaan wonen. Zij willen de praktische voordelen en het gevoel wat zij krijgen van Amsterdam binnen handbereik hebben.