• No results found

7. Thema Bescherming van de Democratie / Weerbare democratie

7.8. Staatscourant

De overheid heeft het Staatsblad cq. de Staatscourant opdat de maatschappij kennis kan nemen van de officiële besluiten. Sinds 2009 is dit gedigitaliseerd. 189

De Staatscourant had in het verleden ook enige ambitie om meer te zijn dan slechts een verzameling mededelingen.

Op 19 maart 1998 liet de Staatscourant een “recensie” 190 verschijnen, geschreven door econoom prof. dr. Joan Muysken (gepromoveerd te Groningen en daarna hoogleraar te Maastricht) over het boekje van Hans Hulst en Auke Hulst m.m.v. Thomas Cool (1998): “Werkloosheid en armoede. De oplossing die werkt”, Thesis Publishers (W&A). 191192

185

https://www.digibron.nl/search/detail/012e93180543d5a892ef1273/een-ambitieuze- politicus-altijd-uit-op-publiciteit

186

VVD Partijleider Gerrit Zalm en fractieleider Jozias van Aartsen verboden Geert Wilders in 2004 een niet geheel onredelijke visie t.a.v. Turkije, waardoor hij uit de fractie stapte. Zulks is politiek, en mij gaat het om respect voor wetenschap op het CPB.

187 http://www.thomascool.eu/Papers/Drgtpe/Crisis-2007plus/2015-04-14-Een-leugen-niet-op- leugens-nl.html 188 https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2198568-wel-vertrouwen-in-politiek-niet-in-politici.html 189 https://www.officielebekendmakingen.nl/staatscourant 190 http://thomascool.eu/SvHG/Hulst/Staatscourant.html 191 http://thomascool.eu/SvHG/SvHG.html 192 http://thomascool.eu/SvHG/Hulst/WerkloosheidEnArmoede.pdf

W&A is nog steeds relevant, ook al gebruikt het guldens, omdat het een historische

beschrijving van werkloosheid en het beleid daaromtrent bevat, met ook cruciale informatie over de verkeerde informatie en mogelijke misleiding door Gerrit Zalm als directeur Algemene Economische Politiek (AEP / EZ) aan minister Rudolf de Korte, in de periode kort voor de benoeming door De Korte van ambtenaar Zalm tot onderdirecteur op het CPB dat een wetenschappelijk instituut claimt te zijn, zodat een beroepsambtenaar daarvoor ongeschikt is. Men dient hierbij onderscheid te maken tussen een publieksboek (W&A) en de onderliggende economische vakliteratuur (in 1998: mijn DRGTPE bundel van achtergrond-artikelen

gepubliceerd door Magnana Mu in 1992 en andere artikelen op RePEc 193). De “recensie” door Muysken maakt dat onderscheid niet.

 Als het een echte recensie was geweest dan had het een beoordeling gegeven op het criterium van een publieksboek, dat de lezer een helder overzicht krijgt van het

betreffende onderwerp. De recensent had kunnen opmerken dat er sprake was van een nieuwe economische analyse die nog door de economen besproken moest worden. Vervolgens kan een conclusie luiden dat zo’n discussie ook wenselijk is.

 Dit doet Muysken echter niet. Hij behandelt het boek alsof het reeds zelfstandig de wetenschappelijke onderbouwing geeft, en kraakt het dan af.

 Dit afkraken is dodelijk voor de belangstelling van lezers, hoewel hij aan de eindconclusie wel een aardige aanbeveling meegeeft: “En in veel van de zijpaden die bij de presentatie van het voorstel in dit boek worden bewandeld benadrukken de auteurs terecht de verwevenheid [dus geen zijdpaden] van de problematiek van inactiviteit met problemen rond sociale zekerheid, werkethos, veiligheid en gezondheidszorg. Dit alles maakt dat het een boek is dat toch de moeite waard is om gelezen te worden.”

Aanvankelijk meende ik dat dit onbestudeerd afkraken een misverstand kon zijn. In 1990- 1991 was Muysken zo aardig en ruimdenkend geweest om mij in Maastricht uit te nodigen om een presentatie over mijn analyse te verzorgen, en ik heb toen geen kritiek van hem gehoord. Mogelijk heeft hij gemeend dat hij voldoende wist om de nadere uitwerking verder te negeren die ik in 1990-1998 had gegeven. Als het een misverstand was, dan bleek dit echter niet op te lossen. Ik sluit niet uit dat een complicatie in dit geheel was dat Muysken mij in Groningen als student kende (ook al heb ik geen college bij hem gelopen) en dat hij mij meer als student dan als medewerker van het CPB 1982-1991 zag.

Ook de redactie van de Staatscourant zag geen aanleiding tot correctie, mogelijk op grond van de gedachte dat een “recensie” onder de vrijheid van mening valt, en buiten de kwaliteitsnormen die aan journalistiek en wetenschap gesteld worden. Zulke journalistiek moet men maar toepassen op doktersromannetjes, maar deugt niet voor de wetenschap. Ik heb alhier deze “recensie” gedeconstrueerd. 194

De gang van zaken lijkt me nog steeds schandalig. Hier wordt een samenwerkingsresultaat van een wetenschapper met journalisten kapot gemaakt, alleen omdat de “recensent” niet scherp oplet, en daarna niet bereid is tot corrigeren.

Niet onbelangrijk is dat Muysken zo de juiste informatie misloopt, en vervolgens verkeerde informatie doorgeeft aan Bill Mitchell, en indirect weer aan de EU. 195

Advies: Laat uw Staatscommissie aan Muysken, inmiddels emeritus, vragen om in te gaan

op mijn deconstructie van diens recensie, 196 en hem verzoeken de informatie uit DRGTPE en de economische crisis van 2007+ met CSBH 197 en Brexit 198 mee te nemen. Reden voor u dit 193 https://econpapers.repec.org/RAS/pco170.htm 194 http://thomascool.eu/SvHG/Hulst/Staatscourant.html 195 https://boycottholland.wordpress.com/2013/01/09/how-coffee-becomes-latte/ 196 http://thomascool.eu/SvHG/Hulst/Staatscourant.html 197 http://thomascool.eu/Papers/CSBH/Index.html

te doen is dat dit u wellicht een perspectief geeft zolang de Tweede Kamer nog geen enquête naar de censuur heeft gehouden. Het lijkt me wel wenselijk dat Muysken nu wel de collegiale hoffelijkheid betracht door eerst een concept-tekst aan me voor te leggen, zodat ik suggesties kan doen tot vermijding van misverstanden, en dat ik vervolgens diens eindtekst kan voorzien van mijn commentaar.