• No results found

Een in het oog springend kruis van 33 meter hoog op een heuvel in Mostar (bron: Transitions Online, 2012 Overgenomen van:

4.4 Mostar: een nieuwe fase?

Twintig jaar na de oorlog hebben de spanningen in Mostar een stil, maar gevaarlijk karakter aangenomen. De verdeeldheid van de stad is nu veel meer subtiel dan eerst en zit geworteld in de mensen hun geest. Terwijl optimisten in de jongste generatie van Mostar een uitweg naar een vreedzaam Mostar hopen te zien, staat ook deze generatie niet los van de gruwelen van de oorlog. Een voorbeeld van de moeilijkheden waarmee jongeren te maken hebben blijkt uit de ervaring van Lidewij Rouhoff:

“In de eerste weken kreeg ik een vriendje en van hem kreeg ik best wel wat nare verhalen te horen. Zijn huis was gebombardeerd en hij had allemaal littekens over zijn lichaam. Ondertussen gaan al die groepen wel gewoon met elkaar om. De mensen voelen nog wel een wrok, zeker de jonge mensen, maar oudere mensen, zegt mijn ervaring, zeggen vooral laten we vooruit kijken en er niet meer mee bezig zijn. Jongeren hebben vaak een vader, broer of oom verloren en die zitten wel met iets.”

Ook de naoorlogse generatie krijgt de vooroordelen soms, hoewel zij de oorlog niet hebben meegemaakt, van huis uit mee. Het opgroeien zonder vader, of de verhalen over hun verloren oom maakt dat ook grote groepen jongeren hun eigen waarheid kennen. Nog groter is de invloed van het onderwijssysteem waarbij de kinderen geschiedenis en taal onderwezen krijgen naar etniciteit. Waar in Mostar voor de oorlog dezelfde taal werd onderwezen, is het nu een Bosnisch Kroatisch dialect die de Bosnisch Kroatische kinderen op school wordt aangeleerd. Het spreken van dit dialect blijkt uit het interview met Denijal Behram die dat ziet als weer een andere vorm van provocatie en intimidatie

Afbeelding 8. Een in het oog springend kruis van 33 meter hoog op een heuvel in Mostar (bron: Transitions Online, 2012. Overgenomen van:

van Kroatische kant. Met de fragmentatie van het onderwijs blijkt eens te meer hoe er sprake is van naast territoriale, ook geïnstitutionaliseerde verdeeldheid die zijn invloed uitoefent op de jongeren. Dit heeft tegelijkertijd als gevolg dat een grote groep jongeren de stad verlaat om elders een bestaan op te bouwen. Gordana Anicic geeft aan dat er tot de dag van vandaag nog kinderen opgroeien die geen weet hebben van het dagelijks leven aan de andere kant van de rivier. Anicic is werkzaam bij het Nansen Dialogue Centre Mostar en faciliteert praatgroepen waarbij kinderen van verschillende etnische achtergronden tussen de 14 en 18 jaar met elkaar in gesprek gaan. Het doel hiervan is niet om tot een oplossing te komen, maar om te leren zich te uiten. Bij zowel de jonge als oudere generaties heeft men moeite zich te uiten, merkt Anicic op. Los van de beladen gesprekken denkt zij dat de angst voor de nationale en lokale politiek, de politieke elite, en de gebrekkige bekwaamheid van mensen om zich over hun gevoelens te praten, een van de negatieve erfenissen is van het communistisch regime. Via emotionele gesprekken gericht op erkenning van ieders verhaal probeert het Nansen Dialogue Centre Mostar toch de jonge generatie van bagage te voorzien die kan helpen bij de wederopbouw van Mostar in de toekomst (Gordana Anicic, interview, 15 april 2014).

Naast de negatieve aspecten die ik hiervoor heb gekoppeld aan de naoorlogse generatie in Mostar, kan juist deze generatie in Mostar een belangrijke invloed uitoefenen op de ontwikkelingen in de toekomst. Deze invloed kan specifiek in Mostar worden uitgeoefend omdat de stad als een microkosmos kan worden gezien voor de gehele Bosnische staat. De reden hiervoor is dat Mostar de laatste grote multi-etnische stad is in Bosnië, en de stad de unieke gelegenheid biedt om vraagstukken over bijvoorbeeld het nationaal chauvinisme of sociale kwesties op gemeentelijk niveau af te zetten tegen het nationale niveau (Sherman, 2011). Vanuit deze positie kan Mostar, in tegenstelling tot elders in Bosnië-Herzegovina, als pionier functioneren in verandering van het politieke en maatschappelijke klimaat in Bosnië. Uit een interview met een jonge activist uit Mostar blijkt dat sinds oktober 2013 de eerste protesten vanuit de samenleving worden ingezet en dat Mostar anders is omdat de problematiek in Mostar twee keer zo hard zijn weerklank vindt:

“You have to understand that Mostar is so much different. Any problem Bosnia is facing you’ll find here twice as loud. This city is so divided and the ethnic tension between the groups is so present, and politicians are fanning it for their needs. Not everybody agrees. I’m a Muslim and I have lots of Croat friends in the city.”

Ook in de interviews met mijn respondenten kwam naar voren dat voor het gymnasium in Mostar in het afgelopen jaar veel wordt gedemonstreerd. De demonstraties worden echter met geldboetes tegengegaan omdat de regering volgens hen geen antwoord heeft op protesten die te maken hebben met sociale kwesties. Toch kan het feit dat deze demonstraties plaatsvinden worden gezien

als een signaal van mentaliteitsverandering onder de lokale gemeenschap. De jongeren die niet zijn opgevoed met een doctrine vanuit hun nationale achtergrond zijn tot veel in staat, en in de toekomst zullen zij steeds meer de ruimte kunnen krijgen als zij de afstand tot de politieke elite weten te verkleinen (G. Anicic, interview, 15 april 2014).

5. Conclusie

5.1 Conclusie

In mijn scriptie heb ik geprobeerd uiteen te zetten in hoeverre de samenleving op lokaal niveau in de gemeente Mostar wordt beïnvloed door de politieke en maatschappelijke context in Bosnië. Daarnaast heb ik het proces van de desintegratie van het voormalige Joegoslavië in kaart gebracht omdat de erfenis daarvan ook van invloed kan zijn op een lokale samenleving. Hieronder nog eenmaal de gehanteerde probleemstelling:

Op welke wijze wordt er na de oorlog in Bosnië in Mostar weer een samenleving opgebouwd om op vreedzame wijze met elkaar te kunnen leven, en in hoeverre is de maatschappelijke en politieke context op nationaal en lokaal niveau van invloed op de ontwikkelingen in Mostar?

Het eerste deel van mijn scriptie betrof een overzicht van de complexe etnische compositie in het voormalige Joegoslavië, de toenemende spanning na het overlijden van de communistische dictator Tito en het verloop van de Joegoslavische oorlogen. Deze historische achtergrond fungeerde als springplank naar het naoorlogse Bosnië waar grootschalige interventies vanuit de internationale gemeenschap hebben geleid tot in de praktijk een meer gefragmenteerde samenleving dan voor de oorlog. Na de mislukte toepassing van een uitgebreid pakket aan maatregelen die Bosnië tot een democratische staat moest transformeren, hebben de nationalistische politieke partijen die voor de oorlog aan de macht waren, na ongeveer tien jaar van politieke hervormingen de macht overgenomen en vond er een ommekeer plaats in de algehele ontwikkeling van het land. Er kan dus terug refererend naar het eerste deel van de onderzoeksvraag worden geconcludeerd dat, wanneer het concept van de natiestaat wordt gehanteerd, ten tijde van het voormalige Joegoslavië de socialistische ideologie na de Tweede Wereldoorlog is mislukt. Vervolgens blijkt in het tweede deel van mijn scriptie dat de wederopbouw van de natiestaat Bosnië-Herzegovina via democratisering ook is mislukt. De theoretische analyse van Storey (2002) die zegt dat het territorium een integraal component binnen de natiestaat is, blijkt in mijn analyse over de verhoudingen tussen etnische groepen en de onenigheden wat betreft de etnische verspreiding na de oorlog zeer relevant. Dit komt op nationaal niveau terug in de negatieve waarde die wordt gehecht onder de Moslims aan de erkenning van de entiteit van de Bosnische Serviërs, maar ook wat betreft de meer geïsoleerde gebieden waar grote delen van de Moslims na de oorlog zijn komen te wonen.

Het derde deel van mijn scriptie betrof dan ook de casestudy over Mostar waarin ik onderzoek deed naar de invloed van de politieke en maatschappelijke context op nationaal en lokaal

niveau op lokale samenleving. Gebleken is dat na de oorlog niet alleen de politiek de lokale samenleving onderdrukt en zo belemmert voor verdere ontwikkelingen, maar ook binnen de samenleving een zeer gepolariseerd sociaal klimaat is ontstaan. Wanneer terug gegrepen wordt naar de theorie van Story (2002) blijk dat het territorium ook op gemeentelijk niveau een zeer belangrijke rol speelt, omdat de behandelde provocaties vaak als doel hadden om bepaalde delen van Mostar toe te eigenen. Met gegevens uit de interviews werd duidelijk dat de spanning binnen de gemeenschap in het dagelijks leven, vooral vanuit de kant van de Bosnische Kroaten, voornamelijk wordt vertolkt via religieuze en nationalistische symboliek. Maar wanneer er bijvoorbeeld verkiezingen zijn of er een voetbalwedstrijd wordt gespeeld tussen etnische opponenten, dan worden de spanningen binnen de lokale samenleving plotseling tastbaar en gevaarlijker van karakter. Met de gespannen sfeer onder deze omstandigheden wil ik in mijn conclusie dan ook werken naar het alomvattende verband tussen de drie kerndelen via het volgende citaat uit het interview met Lidewij Rouhof:

“Tijdens die wedstrijd mag je de residentie niet uit, dan laait het allemaal weer op. Dat gebeurt vanuit de overheid, gemeente of een voetbalteam, maar ik geloof niet zozeer dat het bij de mensen zelf is maar dat ze meer conformeren en meegaan. De retoriek is best een belangrijk ding.”

Het bovenstaande citaat omvat in mijn analyse de kern van de problematiek in Bosnië. Ik concludeer dan ook dat bij de benadering van de invloed van de nationale en lokale politiek op de lokale bevolking twee dingen vast staan. De lokale bevolking in Bosnië leidt het leven zoals mensen elders in de wereld dat ook doen. Echter, ergens in het bewustzijn van het normale bestaan bevindt zich een scherpe ijzeren lijn die bepaalt dat wanneer het over gevoeligere onderwerpen gaat, men toch kiest voor de eigen geschiedenis en de verbondenheid met het verhaal dat hoort bij hun etnische identiteit. Dat impliceert naar mijn mening dat de realiteit in Bosnië, ondanks het moeizame verwerken van de oorlog, niet volledig los te zien is van de gebeurtenissen tijdens de oorlogen in het voormalig Joegoslavië en de Bosnische oorlogen zoals beschreven in de hoofdstukken twee en drie. De hoop op een lange termijn oplossing waarbij religie en etniciteit er, net als voor de oorlog in Mostar, niet meer toe doen ligt in een nieuwe generatie van Bosniërs die op eigen kracht fundamentele veranderingen in het sociale klimaat kunnen teweeg brengen. De eerste stappen in het proces van fundamentele veranderingen zijn middels de demonstraties in Mostar na bijna twintig jaar nu gezet.

De algemene conclusie waarmee ik mijn scriptie wil beëindigen slaat terug op de vraag hoe in de geschiedenis geprobeerd is om een samenleving op te bouwen na een periode van oorlog. In het hoofdstuk over de desintegratie van de Socialistische Republiek Joegoslavië is gebleken dat de

opbouw van een vreedzame samenleving met behulp van een socialistische ideologie is mislukt. Uit het derde hoofdstuk over de situatie in Bosnië-Herzegovina na de oorlog is gebleken dat het door de internationale gemeenschap ontwikkelde beleid van democratisering weliswaar in de politieke structuur is gerealiseerd, maar dat ook dit op lange termijn niet een oplossing was voor de wederopbouw van de samenleving in Bosnië als geheel. In mijn casestudy over Mostar is vervolgens in hoofdstuk vier gebleken dat de invloed van deze mislukte pogingen van wederopbouw erg groot is geweest op de samenleving in Mostar. Waar men voor de oorlog geen waarde hechtte aan etniciteit of religie, kan nu gesproken worden van een uit elkaar gereten stad doordrenkt met nationalistische symboliek.

5.2 Aanbevelingen

Met mijn scriptie heb ik in kaart gebracht hoe de verhoudingen tussen verschillende lagen van bestuur en de lokale bevolking in de naoorlogse situatie in Bosnië zeer problematisch is. Verschillende dimensies zoals relaties tussen politiek en maatschappij, maar ook relaties binnen de maatschappij liggen zeer complex. Na grondig literatuuronderzoek en de empirische data die verkregen is uit de interviews heb ik gemerkt dat in de literatuur minder te lezen is over hoe relaties tussen etnische groepen binnen de (lokale) Bosnische samenleving liggen. Voor vervolgonderzoek vind ik het daarom van belang dat er op zoek wordt gegaan naar welke factoren precies bepalen wat de spanning binnen de samenleving vergroot of juist kan verkleinen. Vooral vanuit die hoek binnen de samenleving zal men in de toekomst in staat zijn om weerstand te bieden tegen het etnisch verzuilde politieke systeem zoals die nu bestaat.

6. Literatuur

Armaly, M., Blasi, C., & Hannah, L. (2004). Stari Most: rebuilding more than a historic bridge in Mostar. Museum International, 56(4), 6-17.

Blom, J.C.H. en Romijn, P. ed., Srebrenica. ‘Een veilig gebied’, reconstructie, achtergronden, gevolgen

en analyses van de val van een safe area. Delen I en II (Amsterdam 2002).

Central Intelligence Agency, "Ethnic Groups in Yugoslavia," Making the History of 1989, Item #170, http://chnm.gmu.edu/1989/items/show/170 (accessed June 16 2014, 5:27 am).

Chandler, D. (2000). Bosnia: faking democracy after Dayton. Pluto Press.

Chivvis, C. S., & Đogo, H. (2010). Getting back on track in Bosnia-Herzegovina. The Washington

Quarterly, 33(4), 103-118.

Commision for Reforming the City of Mostar. (2003). Recommendations of the Commission; Report of

the Chairman. Mostar. December 15.

Finsveen, R. (2006). Power-Sharing after Civil War: an Analysis of Institutional Structures and Inter-

ethnic Elite Cooperation in Mostar and Brcko (master thesis). Oslo: University of Oslo.

Glenny, M. (1996). The fall of Yugoslavia: The third Balkan war.

Hayden, R. M. (1996). imagined communities and real victims: self-determination and ethnic cleansing in Yugoslavia. American Ethnologist, 23(4), 783-801.

International Crisis Group, 2009, Bosnia's Dual Crisis, Europe Briefing No 57, Sarajevo/Brussels, 12 November 2009.

Manning, C. (2004). Elections and political change in post-war Bosnia and Herzegovina.

Democratization, 11(2), 60-86.

McMahon, P. C., & Western, J. (2009). The death of Dayton: how to stop Bosnia from falling apart.

Foreign affairs, 69-83.

Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie. (2002). Srebrenica: een ‘veilig’ gebied.

Achtergronden van de Joegoslavische criss. Amsterdam: N. Tromp.

Pignotti, A. (2013). Stealing Mostar The Role of Criminal Networks in the Ethnic Cleansing of Property (Doctoral dissertation, ARIZONA STATE UNIVERSITY).

Reichel, S. (2000). Transitional administrations in former Yugoslavia: a repetition of failures or a

necessary learning process towards a universal peace-building tool after ethno-political war?

(No. P 00-305). Discussion papers//Wissenschaftszentrum Berlin für Sozialforschung (WZB), Beim Präsidenten: Arbeitsgruppe Internationale Politik.

Revolution News (2014) Mostar Rising: The Most Divided City in Bosnia is Standing Up to Nationalism

and Government Corruption. http://revolution-news.com/mostar-rising-the-most-divided-

city-in-bosnia-is-standing-up-to-nationalism-and-government-corruption/ (Geraadpleegd 12 juni 2014).

Seebacher, A., Strufe, N., & Wolfram, H. (1999). Rebuilding Mostar: urban reconstruction in a war

zone (Vol. 3). J. R. Yarwood (Ed.). Liverpool University Press.

Sebastian, S. (2009). The Role of the EU in the Reform of Dayton in Bosnia-Herzegovina.

Ethnopolitics, 8(3-4), 341-354.

Storey, D. (2002). Territory and national identity: examples from the former Yugoslavia. Geography,

87(2), 108-115.

Swaan, A. d., & Wallinga, G. (2014). Compartimenten van vernietiging: over genocidale regimes en

hun daders. Amsterdam: Prometheus Bert Bakker.

Vetters, L. (2007). The Power of Administrative Categories: Emerging Notions of Citizenship in the Divided City of Mostar 1. Ethnopolitics, 6(2), 187-209.

Wood, W. B. (2001). Geographic aspects of genocide: a comparison of Bosnia and Rwanda.

7. Lijst van geïnterviewde personen

Gordana Anicic

Op 15 april 2014 bezochten we het Nansen Dialogue Centre (NDC) Mostar waar het interview met Gordana Anicic plaatsvond. Zij werkt bij het NDC als projectcoördinator, is Kroatische en heeft de oorlog als twintiger meegemaakt. Dit interview is semigestructureerd en richt zich specifiek op de hedendaagse situatie in Mostar.

Denijal Behram

Denijal Behram is een Bosnische moslim en oud-inwoner van Mostar die vanwege de oorlog gevlucht is naar Nederland. Tegenwoordig woont Behram in Rotterdam en is initiatiefnemer van verschillende evenementen voor Bosniërs in Nederland. Het interview vond plaats op de Oppenheimstraat 105 in Rotterdam.

Jurriaan Kraak

Het tweede interview is gehouden met de sinds augustus 2012 zittende Nederlandse ambassadeur Jurriaan Kraak, op 14 april 2014 bij de Nederlandse ambassade in Sarajevo. Dit interview stond met name in het teken van het aandeel van Nederland in de wederopbouw in Bosnië. De door hem verstrekte informatie vindt vooral zijn weerslag in het vierde hoofdstuk dat gaat over de nationale en lokale politieke en maatschappelijke context in Bosnië.

Lidewij Rouhof

Lidewij Rouhof is een Nederlandse studente die tussen 2010-2011 in Mostar op het University World College heeft gezeten, dat in samenwerking met het NDC tot stand is gekomen. Het interview dat ik met haar heb afgenomen vond plaats op 19 april 2014 in een café op de Drift Utrecht. Zij is nu werkzaam in Diemen voor het University World College Experience. De ervaringen die zij heeft opgedaan in de twee jaar dat zij in Mostar heeft gewoond spitsen zich voornamelijk toe op mijn casestudy over Mostar. Omdat zij Nederlandse is en de oorlog niet heeft meegemaakt kan zij een onpartijdig beeld geven van de hedendaagse leefsituaties in Mostar via het semigestructureerde interview.