• No results found

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Sport - Manege aangewezen gronden zijn bestemd voor:

Plan: Buitengebied Epe Status: vastgesteld Plantype: bestemmingsplan

IMRO-idn: NL.IMRO.0232.BG028Buitengebied-VBP1

a. een manege;

b. een paardenhouderij;

c. bedrijfswoning, met dien verstande dat het aantal bedrijfswoningen per bestemmingsvlak niet meer mag bedragen dan 1;

d. praktijk- of studioruimte in de bedrijfswoning en de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep;

met daarbij behorende:

e. terreinen en erven;

f. ontstluitingswegen en -paden;

g. groenvoorzieningen;

h. sport- en speelvoorzieningen;

i. parkeervoorzieningen;

j. ondergeschikte horeca-activiteiten en detailhandel;

k. voorzieningen voor landschappelijke inpassing teneinde een visuele afscherming te bereiken.

21.2 Bouwregels

Op de voor Sport - Manege bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat voor:

a. het bouwen van gebouwen geldt dat:

1. de gezamenlijke oppervlakte, met uitzondering van de oppervlakte van de bedrijfswoning en de bij de bedrijfswoning behorende bijgebouwen, per bestemmingsvlak niet meer bedraagt dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m2)';

2. de goothoogte niet meer dan 4 m mag bedragen;

3. de bouwhoogt niet meer dan 10 m mag bedragen;

4. de dakhelling niet minder dan 30° mag bedragen;

b. voor het bouwen van bedrijfswoningen geldt dat:

1. de inhoud niet meer dan 850 m3 mag bedragen, dan wel de bestaande inhoud zoals die bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan indien deze meer bedraagt;

2. de goothoogte niet meer dan 3,5 m mag bedragen;

3. de bouwhoogte niet meer dan 10 m mag bedragen;

4. de dakhelling niet minder dan 30° en niet meer dan 60° mag bedragen;

c. voor het bouwen van bijgebouwen bij bedrijfswoningen geldt dat:

1. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen niet meer dan 75 m2 mag bedragen, dan wel de bestaande oppervlakte zoals die bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan indien deze meer bedraagt;

2. de goot- en bouwhoogte niet meer dan respectievelijk 3,5 m en 5 m mogen bedragen;

3. de afstand van bijgebouwen tot de voorgevelrooilijn van de woning en het verlengde daarvan niet minder dan 4 m mag bedragen en de afstand tot de woning niet meer dan 30 m mag bedragen.

d. voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt dat:

1. de bouwhoogte van erfafscheidingen niet meer dan 2,5 m mag bedragen;

2. de bouwhoogte en de oppervlakte van overkappingen behorende bij de bedrijfswoning niet meer dan respectievelijk 3 m en 20 m2 mag bedragen;

3. de bouwhoogte van lichtmasten niet meer dan 8 m mag bedragen;

4. de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer dan 5 m mag bedragen.

21.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

a. het straat- en bebouwingsbeeld;

b. de milieusituatie;

c. de verkeersveiligheid;

d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

e. de sociale veiligheid;

f. de externe veiligheid;

g. de brandveiligheid.

21.4 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

a. lid 21.2 sub a.2 ten behoeve van het verhogen van de goothoogte tot ten hoogste 6 m;

b. lid 21.2 sub a.4 ten behoeve van het verlagen van de dakhelling tot ten minste 0°.

21.5 Specifieke gebruiksregels

21.5.1 Beroep aan huis

Plan: Buitengebied Epe Status: vastgesteld Plantype: bestemmingsplan

IMRO-idn: NL.IMRO.0232.BG028Buitengebied-VBP1

Een aan huis verbonden beroep is toegestaan, met dien verstande dat:

a. ten hoogste 40% van de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfswoning met de daarbij behorende bijgebouwen mag worden gebruikt ten behoeve van het aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat deze gezamenlijke oppervlakte nimmer meer bedraagt dan 50 m2;

b. de uitstraling als bedrijfswoning in tact blijft;

c. het gebruik geen nadelige gevolgen heeft voor het woon- en leefmilieu;

d. het gebruik geen nadelige gevolgen heeft op de normale ontwikkeling van het verkeer;

e. parkeren op eigen terrein plaatsvindt;

f. geen detailhandel is toegestaan.

21.5.2 Strijdig gebruik stikstof

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:

a. het gebruik van gronden en bebouwing voor het houden van vee, indien dit leidt tot een toename van de ammoniakemissie ten opzichte van de bestaande situatie op de maatgevende voor stikstof gevoelige habitats in Natura 2000-gebieden;

b. het bepaalde in sub a geldt niet voor het gebruik, waarbij het aantal stuks vee op gronden en in bebouwing binnen het agrarisch bouwvlak toeneemt en deze toename van de veestapel, afzonderlijk of in combinatie met andere projecten of

handelingen, niet leidt tot een zodanige toename van de stikstofdepositie op voor stikstof gevoelige habitats in de maatgevende Natura 2000-gebieden dat deze, vergunningplichtig is volgens het Programma Aanpak Stikstof als bedoeld in artikel 2.1 van het Besluit natuurbescherming of de rechtsopvolger daarvan.

Artikel 22 Tuin

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. tuinen behorende bij woonhuizen;

b. erkers van aangrenzende woonhuizen;

met daarbij behorende:

c. erven en parkeervoorzieningen.

22.2 Bouwregels

Op de voor Tuin bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat voor:

a. voor het bouwen van gebouwen geldt dat uitsluitend uitbouwen in de vorm van erkers bij de hoofdgebouwen van de op de aangrenzende gronden gelegen woningen mogen worden gebouwd, mits:

1. de horizontale diepte maximaal 1,5 m bedraagt;

2. de diepte van de overblijvende, niet met gebouwen bebouwde gronden minimaal 2,5 m bedraagt;

3. voor zover de erker wordt gebouwd tegen een gevel van het hoofdgebouw de breedte maximaal 2/3 van de breedte van die gevel bedraagt;

4. de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt dan wel niet meer dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m;

b. het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt dat:

1. de bouwhoogte van hekwerken niet meer dan 1,5 m mag bedragen;

2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer dan 1 m mag bedragen.

Artikel 23 Verkeer

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeers- en verblijfsfunctie;

b. voet- en rijwielpaden;

c. parkeervoorzieningen;

d. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;

e. straatmeubilair;

f. voorzieningen van algemeen nut;

g. geluidswerende voorzieningen;

h. faunavoorzieningen;

i. kunstwerken;

j. waterlopen en waterpartijen;

Plan: Buitengebied Epe Status: vastgesteld Plantype: bestemmingsplan

IMRO-idn: NL.IMRO.0232.BG028Buitengebied-VBP1

k. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.

Het aantal rijstroken mag niet meer bedragen dan het bestaande aantal.

23.2 Bouwregels

Op de voor Verkeer bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 10 m mag bedragen.