• No results found

Specifieke gebruiksregels

Onderzoek Externe Veiligheid en verantwoording groepsrisico

Artikel 2 Wijze van meten

3.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

a. het gebruik van gronden buiten het bouwvlak ten behoeve van de realisering van mestbassins of andere werken of bouwwerken voor de opslag van mest, waaronder mestzakken;

b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van intensieve veehouderij; c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;

d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bewoning anders dan als een bedrijfswoning;

e. het gebruik van de gronden voor recreatief nachtverblijf; f. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning.

Onder strijdig gebruik wordt niet verstaan het gebruik van een deel van de bedrijfsgebouwen voor ambachtelijk bedrijf, agrarisch dienstverlenend bedrijf, de verkoop van agrarische producten en/of berging van caravans en boten c.q. opslagdoeleinden, mits de agrarische functie de hoofdfunctie van de gezamenlijk bedrijfsgebouwen op het betreffende perceel blijft.

3.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Agrarisch' wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen', mits:

a. de agrarische bedrijfsfunctie ter plaatse is beëindigd;

b. de wijziging alleen wordt toegepast voor bestaande, als zodanig bestemde, agrarische opstallen en bedrijfswoningen en het omliggende erf;

c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: 1. het straat en bebouwingsbeeld;

2. de woonsituatie;

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. bestaande bedrijven en bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen;

b. productiegebonden detailhandel;

c. een terrein voor opslag, ter plaatse van de aanduiding 'opslag'; d. één bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'; met daaraan ondergeschikt:

e. wegen, fiets- en voetpaden; f. groenvoorzieningen;

g. nutsvoorzieningen; h. parkeervoorzieningen;

i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen; met de daarbijbehorende:

j. additionele voorzieningen, waaronder speelvoorzieningen en bruggen.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Algemene bouwregels

a. Er zijn uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.

b. Een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.

c. Als binnen een bestemmingsvlak een bouwvlak is aangegeven mogen gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.

d. De afstand tussen een bedrijfswoning en de weg is minimaal de bestaande afstand.

e. Voor gebouwen en overkappingen gelden de in het schema vermelde maten en percentages, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'opslag' geen gebouwen mogen worden

gebouwd. Gebouws oort Maximum oppervlakte (m2) Maximale goothoogte (m) Maximale bouwhoogte (m) Minimale dakhelling (graden) Afstan d tot voorge vel hoofdg ebouw en verlen gde daarva n (m) Afstan d tot zijdelin gse percee lgrens (m) Aangebou wde bedrijfswon ing 200 5,75 14 35

Vrijstaand e bedrijfsw oning 300 3,75 9 35 Aan- en uitbouwen en aangebouw de bijgebouwe n 50, of indien de nog resterende bebouwingsruimt e voor de bedrijfswoning groter is dan 50, de resterende bebouwingsruimt e 3 6 3 Overkappi ngen 100 5 Overige gebouwen 950 5,5 14 15 5

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

a. De bouwhoogte van palen en masten is maximaal 8 meter.

b. Voor perceel- en erfafscheidingen geldt dat uitsluitend vergunningvrije bouwwerken zijn toegestaan.

c. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal 5 meter.

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

a. de woonsituatie;

b. het straat- en bebouwingsbeeld; c. de verkeersveiligheid;

d. de sociale veiligheid; e. de milieusituatie;

f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

4.4 Afwijken van de bouwregels

4.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder d voor het vergroten van de maximum goothoogte van een hoofdgebouw tot maximaal 6 meter.

4.4.2 Voorwaarden voor afwijking

Afwijken van de regels met toepassing van lid 4.4.1 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de woonsituatie;

c. de verkeersveiligheid; d. de sociale veiligheid; e. de milieusituatie;

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 4.1 onder a. zijn toegestaan;

b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan productiegebonden detailhandel;

c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bewoning anders dan als een bedrijfswoning;

d. het gebruik van de gronden voor recreatief nachtverblijf; e. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning.

4.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Bedrijf' wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen', mits de bedrijfsfunctie ter plaatse is beëindigd en geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

a. het straat en bebouwingsbeeld; b. de woonsituatie;

Artikel 5 Bedrijf - Delfstoffenexploitatiegebied

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Delfstoffenexploitatiegebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. de opsporing, winning, behandeling en transport van delfstoffen;

b. met de daarbij behorende additionele voorzieningen.

5.2 Bouwregels

5.2.1 Algemene bouwregels

a. Er zijn uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 5.1 genoemde doeleinden.

b. De bouwhoogte van gebouwen is maximaal 15 meter.

c. De bouwhoogte van een brandvlampijp is maximaal 65 meter.

d. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal 30 meter. e. In afwijking van het bepaalde in de voorgaande leden, mogen, voorzover het de gronden betreft

die worden omringd door gronden met de bestemming 'Woongebied - Uit te werken', alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht tot een maximale bouwhoogte van 10 meter.

5.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

de opslag van aan hun gebruik onttrokken voer- of vaartuigen, werktuigen of machines of onderdelen daarvan, verpakkingsmaterialen, bouwmaterialen, bagger en grondspecie, afval, puin, grind of brandstoffen, anders dan in verband met normaal onderhoud of ter verwezenlijking van de bestemming.