• No results found

Op basis van de vergelijking van de roep van het geweten met de geaccepteerde uitleg ontwikkelden we de stelling dat de roep van het geweten amoreel is. De hiermee overeenstemmende kritiek is dat het geweten niet oproept tot een keuze die betrekking heeft op het goede handelen. Zoals besproken wijst ook Levinas op het ontbreken van een normatieve component in de ontologie van Heidegger. In dit hoofdstuk zullen we bespreken hoe Heideggers uitleg van het geweten verdedigd zou kunnen worden tegen deze kritiek. We zullen Schalows poging om de roep van het geweten sociale wortels te geven kort bespreken. Deze verdediging slaagt er echter niet in om onze stelling te weerleggen.

Taal en de sociale wortels van het geweten

Het doel van het artikel van F. Schalow (1998) is om te laten zien dat Heidegger een antwoord kan geven op het conflict tussen het zelf en de maatschappij door taal te begrijpen als een dialoog tussen wereldlijke deelnemers. Met andere woorden Schalow probeert in zijn artikel de weg voor de roep van het geweten vrij te maken zodat het een rol van betekenis kan spelen binnen een sociale en politieke context. Dit doet hij door de sociale wortels van de roep bloot te leggen. We zullen ons hier beperken tot een korte bespreking van de mogelijkheid die Schalow ziet om de roep van het geweten een sociale basis te geven en niet verder ingaan op de mogelijke rol van de roep op politiek gebied.

Zoals we hebben besproken roept de roep op tot zwijgen. Pas wanneer we zwijgen kunnen we echt goed luisteren. Volgens Heidegger is luisteren belangrijk, omdat het de primaire en authentieke manier is waarop het erzijn zich opent voor zijn eigen kunnen-zijn. Luisteren leidt tot ontslotenheid en daarmee tot de mogelijkheid van authentieke spraak. Authentieke spraak opent nieuwe horizonten van betekenis. De roep van het geweten roept op uit het men. Met het men meepraten is geen authentieke vorm van spraak.

Authentieke spraak is een open dialoog die wordt gekenmerkt door interactie en gerichtheid op de ander. Hier doen zich mogelijkheden voor empathie voor.

Empathie kan vervolgens de basis zijn voor de ontwikkeling van een sociaal geweten. De roep van het geweten kan op deze manier leiden tot een gerichtheid op anderen en ervoor zorgen dat het erzijn buiten het eigen zelf treedt. Eigenlijk zijn van het erzijn, waartoe de roep oproept, sluit geen sociale

interactie uit, maar staat, volgens Schalow, door zijn ontslotenheid juist open voor anderen.

Schalow probeert de roep van het geweten via de taal een sociale basis te geven. Dit is een verdediging tegen de kritiek dat de roep van het geweten leidt tot individualisme omdat het aantoont dat de roep oproept tot het openstaan voor anderen en daarmee de basis vormt voor sociale interactie. De relatie met de andere is echter met Levinas veel begrijpelijker. Het is niet het geweten dat via de taal een relatie met de andere tot stand brengt, het is het gelaat van de ander dat direct een beroep op je doet. Deze relatie komt plots en op een directe manier tot stand. Levinas laat zien dat de ethiek en het geweten de relatie met de ander als grond hebben. Kortom, Levinas geeft een veel fundamenteler pleidooi voor de relatie met de ander dan via de roep van het geweten mogelijk is.

7. CONCLUSIE

Het doel van deze scriptie is de verheldering van het geweten zoals Heidegger dat in ‘Zijn en Tijd’ uitlegt. De roep van het geweten roept het verenkelde zelf op tot een eigenlijk kunnen-zijn door steeds opnieuw te kiezen. Deze uitleg mist een aantal belangrijke aspecten van de geaccepteerde uitleg van het geweten.

De roep heeft geen betrekking op het goed of slecht zijn van handelingen en de geldigheid van de normen en waarden die aan morele keuzen ten grondslag liggen. In deze scriptie betogen we dat de roep van het geweten amoreel is, omdat het buiten zedelijke overwegingen om handelt.

Heidegger verdedigt zich tegen de kritiek dat de roep geen betrekking heeft op de juistheid van handelen door te stellen dat de roep van het geweten vooraf gaat aan het vulgaire geweten en er daarom ook wezenlijk van verschilt.

Levinas laat in zijn metafysica zien dat de relatie met de ander, die wijst op de verantwoordelijkheid die we hebben ten opzichte van ieder ander, het meest fundamentele aspect van het menszijn is. Het geweten is volgens Levinas de oproep deze verantwoordelijkheid op ons te nemen. De uitleg van Levinas verdient de voorkeur boven die van Heidegger omdat deze beter aansluit bij het geweten zoals we dat uit ervaring kennen en omdat deze uitleg geen amoreel maar een ethisch principe ten grondslag legt aan het geweten.

De poging van Schalow de roep van het geweten te verdedigen door het via de taal een sociale basis te geven is niet overtuigend. De sociale basis van het geweten is immers veel begrijpelijker wanneer we de relatie met de ander ten grondslag leggen aan het geweten.

LITERATUUR

Duyndam J. en Poorthuis M. (2003), Levinas, Lemniscaat, Rotterdam.

Erp van, H. (2000), Moraal, geluk en verantwoordelijkheid; Een filosofisch onderzoek naar de betekenis en het object van morele verplichting, Van Gorcum, Assen, pp. 49-54, pp. 190-194, pp. 207-210.

Heidegger, M. (1927), Sein und Zeit. Max Niemeyer Verlag, Tübingen, p. 268-301, afkorting: SuT.

Heidegger, M. (1953), Einführung in die Metaphysik, Max Niemeyer Verlag, Tübingen, p. 1-77, afkorting: EM.

Heidegger, M. (1997), Inleiding in de Metafysica, Uitgeverij Sun, Nijmegen, p.

27-77, afkorting: IM.

Heidegger, M. (1998), Zijn en Tijd, Uitgeverij Sun, Nijmegen, 339-79, afkorting:

ZeT.

Inwood, M. (1997), Heidegger, Lemniscaat, Rotterdam.

Leijen, A. (1992), Profielen van ethiek, van Aristoteles tot Levinas, Coutinho, Bussum, pp. 93-128.

Levinas, E. (2000), ‘The ethical relationship as a departure from ontology’ in W Hamacher and DE Wellbery (eds), God, Death, and Time, Stanford University Press, Stanford California.

Peperzak, A. Th. (1987), ‘Emmanuel Levinas’, in PL Assoun (red.), Hedendaagse Franse filosofen, Van Gorcum, Assen/Maastricht.

Peperzak, A. (1991), ‘Levinas en de ethiek’, in H Bleijendaal, J Goud en E van Hove (red.), Emmanuel Levinas over psyche, kunst en moraal, Ambo, Baarn.

Schalow, F. (1998), ‘Language and the social roots of conscience: Heidegger’s less travelled path’, Human studies, vol. 21, pp. 141-156.

Sluis van der, J. (1998), Leeswijzer bij Zijn en Tijd van Martin Heidegger, DAMON, Best.