• No results found

Sociale samenhang en leefbaarheid, veiligheid en voorkoming huiselijk geweld Waar gaat het over?

In document 3.Thema‟s in het socia (pagina 49-52)

6. Nieuwe Wmo

6.2.1 Sociale samenhang en leefbaarheid, veiligheid en voorkoming huiselijk geweld Waar gaat het over?

Eén van de onderdelen van de opdracht van gemeenten in het wetsvoorstel is het

bevorderen van de sociale samenhang en leefbaarheid. Deze verplichting tot het bevorderen van sociale samenhang is breed geformuleerd. De gemeente heeft de nodige beleidsruimte om lokaal invulling aan te geven aan deze opdracht en om prioriteiten te stellen. De

verschillen in behoeften en mogelijkheden variëren immers tussen gemeenten, bijvoorbeeld vanwege de bevolkingssamenstelling en lokale tradities.

Aan het begrip maatschappelijke ondersteuning is ten opzichte van de Wmo toegevoegd het element van „veiligheid‟ in de gemeente. De regering meent dat dit van belang is, omdat het gevoel van veiligheid voor ingezetenen een wezenlijk onderdeel uitmaakt van de

mogelijkheid tot participatie. Het gaat hierbij om veiligheid in de zin van „vrij zijn‟ van het risico op geweld uit huiselijke kring. Het voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld neemt een belangrijke plek in dit wetsvoorstel.

Wat is eerder besloten?

In de Kadernota Sociaal Domein is hier nog niet specifiek aandacht aan besteed, maar in het beleidsplan Wmo voor 2014 is het wel degelijk een aandachtspunt. Hierin is gesteld dat leefbaarheid en sociale cohesie basisvoorwaarden zijn om te kunnen participeren in de samenleving. Het doel is een wijk of kern waar plaats is voor iedereen en waar elke inwoner zolang mogelijk zelfstandig kan blijven wonen. De bevordering hiervan moet echter niet van boven af, maar van onderop plaatsvinden. Daarom stimuleert de gemeente een beleid van buurtsportcoaches en dorpscontactpersonen en ondersteunt zij de kernen bij het aanvragen van subsidie daarvoor bij provincie en gemeente. Deze vrijwilligers werken aan de sociale cohesie in een kern en hebben daarmee een preventieve functie.

Bij de omschreven aanpak van geweld in huiselijke kring past de vorming van één Advies- en Meldpunt voor Huiselijk geweld en Kindermishandeling; dat is voor alle slachtoffers effectiever en efficiënter. (zie hiervoor de Regionale Uitvoeringsnota voor Jeugdhulp 2015-2016). In het beleidsplan Wmo voor 2014 is aangegeven om nog een

professionaliseringsslag te maken rondom (h)erkenning van huiselijk geweld in probleemsituaties. De lokale coördinatie van huiselijk geweld blijft bestaan, maar de preventietaak is een aandachtspunt en moet verder ontwikkeld worden.

Wat is er sindsdien gebeurd?

Sinds de start van dit beleid ruim een jaar geleden zijn er intussen vier

dorpscontactpersonen en vier buurtsportcoaches actief binnen de gemeente. Dit aantal groeit nog steeds.

Uitvoeringsagenda

57. Wij stimuleren het beleid van buurtsportcoaches en dorpscontactpersonen.

58. Wij organiseren periodiek overleg om onderlinge contacten en kennisuitwisseling te stimuleren, evalueren het gevoerde beleid en sturen waar nodig bij.

59. Signalering van huiselijk geweld blijft een belangrijk aandachtspunt.

60. Wij blijven gebruik maken van een coördinator Huiselijk Geweld in Voorst (zie de uitvoeringsagenda bij 5.2 toegang tot individuele voorzieningen jeugdhulp).

50 6.2.2 Mantelzorgers en vrijwilligers

Waar gaat het over?

In de nieuwe Wmo is de ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers een belangrijk punt. Vrijwilligers en mantelzorgers dragen in belangrijke mate bij aan de zelfredzaamheid en participatie van anderen. Zij vormen het cement van de huidige maatschappij en dragen bij aan het vergroten van de onderlinge betrokkenheid en sociale samenhang in onze

maatschappij.

Couleur locale

Het Steunpunt Mantelzorg had in 2013 ca. 165 mantelzorgers ingeschreven staan. We hebben 53 huisbezoeken afgelegd en enkele themabijeenkomsten georganiseerd waaronder de mantelzorgdag voor ruim 60 mensen. De St. Mens en Welzijn heeft diverse algemene hulpdiensten die met vrijwilligers werken: een vervoersdienst, een boodschappendienst, een opvangservice en vrijwillige terminale zorg. Het VrijwilligersPunt probeert vraag en aanbod van vrijwilligers te matchen (vacaturebank), zoekt actief naar nieuwe vrijwilligers en

informeert organisaties over vrijwilligerswerk en mogelijkheden van deskundigheidsbevordering.

Wat is eerder besloten?

In het wetsvoorstel wordt de positie van de mantelzorger versterkt. Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers was op grond van de Wmo sinds 2007 een gemeentelijke verantwoordelijkheid. In de nieuwe wet wordt die verantwoordelijkheid in aangepaste vorm gehandhaafd (namelijk voor zover het mantelzorg in verband van de maatschappelijke ondersteuning betreft). Het college krijgt de opdracht in ieder geval algemene maatregelen te treffen die mantelzorgers en vrijwilligers ondersteunen en het verlenen van mantelzorg te bevorderen.

In de wet is nadrukkelijk vastgelegd dat een maatwerkvoorziening voor een cliënt ook de toewijzing omvat van een voorziening voor kortdurend verblijf in een instelling ter ontlasting van de mantelzorger. Dit is ook in de kadernota opgenomen. Hetzelfde geldt voor het (op zijn behoefte afgestemde) vervoer dat iemand nodig heeft om aan het maatschappelijke verkeer te kunnen deelnemen of gebruik te kunnen maken van algemene voorzieningen en van een maatwerkvoorziening.

De regering vindt goede ondersteuning van mantelzorgers belangrijk en hecht daarnaast aan een daadwerkelijke blijk van waardering voor de inzet. Gemeenten worden daarom verplicht in een verordening op te nemen op welke wijze het college jaarlijks zorg draagt voor een blijk van waardering voor mantelzorgers. Dit komt in plaats van het mantelzorgcompliment. De gemeente waar de cliënt woont, is verantwoordelijk voor de waardering van mantelzorgers, ook als deze in een andere gemeente wonen. Deze blijk van waardering kan bestaan uit een geldbedrag, zoals dat bij het mantelzorgcompliment het geval was, maar kan ook bestaan uit een waardering in natura. De gemeente Voorst zal dit, samen met zorgorganisaties en cliëntenraad uitwerken. Eerste gedachten hierbij zijn een combinatie van een bijdrage aan het mantelzorgbeleid en een waardering in natura.

In het beleidsplan Wmo 2014 schreven we dat de staatssecretaris aangekondigd heeft de basisfuncties van vrijwilligerswerk en mantelzorg in de komende jaren te zullen aanpassen aan de hervorming van de langdurige zorg en ondersteuning. Daarnaast staan een

volwaardig servicepunt vrijwilligers en een steunpunt mantelzorg ten dienste van vrijwilligers en mantelzorgers centraal in ons beleid. Netwerkvorming in de informele zorg moet bijdragen aan de uitwisseling van ideeën en realisering van projecten waarbij de gemeente vooral faciliteert. Monitoring van behoeftes van vrijwilligers en mantelzorgers kan bijdragen aan de beleidsvorming. In afspraken met onze contractpartners worden deze zaken meegenomen.

51 6.3 Maatwerkvoorzieningen

Waar gaat het over?

Naast algemene voorzieningen wordt in de wet ook gesproken over maatwerkvoorzieningen.

Een maatwerkvoorziening is een op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon afgestemd geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen:

 voor zelfredzaamheid, hieronder wordt verstaan kortdurend verblijf in een instelling ter ontlasting van de mantelzorger, het daarvoor noodzakelijke vervoer,

en hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen:

 voor participatie, zoals het daarvoor noodzakelijke vervoer en de hulpmiddelen en andere maatregelen;

 voor beschermd wonen en opvang.

Een belangrijk deel van de transitie betreft de functie begeleiding.

De functie begeleiding in de AWBZ is bedoeld voor mensen met somatische,

psychogeriatrische of psychiatrische problematiek, of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking. De begeleiding draagt bij aan het dagelijks leven op alle leefgebieden zoals zorg, wonen, werken, financiën, vrije tijd, sociaal netwerk en contacten met instanties.

Veel begeleiding is gericht op het aanbrengen van dagritme en structuur in het leven. Naast de activiteiten die de begeleider met of voor de cliënt uitvoert, is vooral de persoon van en de relatie met de begeleider van belang: iemand die er is en die op het juiste niveau contact maakt. Daarmee is de begeleiding een belangrijke factor in de kwaliteit van leven.

Onderscheid wordt gemaakt in individuele en groepsbegeleiding.

Wat is eerder besloten?

In de kadernota sociaal domein is afgesproken dat maatwerkvoorzieningen in samenwerking met de regiogemeenten worden ingekocht. Hierbij is onderscheid gemaakt in

Wmo-voorzieningen enerzijds en maatschappelijke opvang en beschermd wonen anderzijds.

Wat betreft de functie begeleiding gaven we in de kadernota aan combinaties na te streven met huishoudelijke verzorging 2. Tevens willen we meer inzetten op groepsbegeleiding daar waar dat mogelijk is. Hiervoor dienen nieuwe arrangementen te worden ontwikkeld. Lokaal werken staat hierbij voorop. Gericht op samenwerking door lokale aanbieders in de

gemeente. De inkoop zelf kan regionaal plaatsvinden. Zonodig wordt meer complexe, specialistische zorg bovenlokaal ingekocht. In de inkoopdocumenten worden aan grote zorgaanbieders andere eisen gesteld dan aan ZZP-ers.

Wat is sindsdien gebeurd?

De ontwikkelingen op dit punt zijnt:

 Huishoudelijke hulp 2 gecombineerd met vormen van begeleiding in het inkoopproces zijn vertaald in een bouwsteen „hulpverlening‟.

 Afwegingen over de inzet van begeleiding en het ontwikkelen van nieuwe algemene voorzieningen worden meegegeven aan het sociaal team om te ontwikkelen.

Uitvoeringsagenda

61. Wij gaan voor 2015 voort op de ingeslagen weg zoals beschreven in het beleidsplan Wmo 2014.

62. Wij nemen in gemeentelijke regelgeving de waardering voor mantelzorgers op. Dit doen we in overleg met zorgorganisaties en CMO.

63. Wij geven het beleid ten aanzien van vrijwilligers en mantelzorgers, na de transitie, opnieuw vorm. Wij doen dat op basis van het landelijk beleid. In het voorjaar van 2015 bieden we de beleidsnotitie aan de gemeenteraad aan.

52

 Samenwerkingsprojecten (Trimenzo, St. Mens en Welzijn, Passerel en Riwis) op het terrein van beschut werken, groepsbegeleiding en dagbesteding zijn in de opstartfase door het college ondersteund (zie ook paragraaf 4.6.6).

6.3.1 Beschermd wonen

In document 3.Thema‟s in het socia (pagina 49-52)