• No results found

Slachtofferschap van veel voorkomende criminaliteit

4. Slachtofferschap en ondervonden delicten

4.2 Slachtofferschap van veel voorkomende criminaliteit

4.2.1 Slachtofferschap van afzonderlijke soorten delicten

In deze paragraaf wordt een totaalbeeld geschetst van de criminaliteit in Nederland voor zover de inwoners in de voorgaande twaalf maanden slachtoffer zijn geweest van een of meer met name genoemde delicten. Het gaat daarbij om geweldsdelicten (seksuele delicten, mishandeling en bedreiging), vermogensdelicten (inbraak of poging daartoe, fietsdiefstal, diefstal van of uit de auto, zakkenrollerij met of zonder geweld en overige diefstal), vandalisme (beschadiging/diefstal vanaf de auto en overige vernielingen), doorrijden na een aanrijding en overige, niet nader gespecificeerde delicten.

Van alle afzonderlijke delicten komt beschadiging van of diefstal vanaf de auto het meest voor.

Volgens de VMR 2007 werd bijna acht procent van de inwoners van 18 jaar en ouder eenmaal of vaker binnen 12 maanden slachtoffer van beschadiging van of diefstal vanaf de auto.

Uitgedrukt in het aantal autogebruikers was dit zelfs bijna twaalf procent. Fietsdiefstallen en overige vernielingen komen eveneens vaak voor. In 2007 werd bijna een op de twintig inwoners eenmaal of vaker slachtoffer van fietsdiefstal. Een even groot aandeel werd slachtoffer van overige vernielingen. Ruim drie procent had te maken met bedreigingen. Van overige diefstal (d.w.z. andere dan de afzonderlijk gevraagde vormen van diefstal) werd eveneens ruim drie procent slachtoffer. Van inbraak of een poging daartoe werd een op de veertig inwoners slachtoffer. Van de inwoners van 18 jaar en ouder had minder dan twee procent te maken met

en ouder te maken met zaken als mishandeling, zakkenrollerij, doorrijden na een aanrijding, seksuele delicten en overige delicten. Van alle onderzochte delicten kwam slachtofferschap van autodiefstal en van zakkerollerij met geweld (niet in grafiek opgenomen) het minst voor.

Grafiek 4.1

Slachtofferschap van veel voorkomende criminaliteit (% slachtoffer)

1) Huishoudens.

2) Fietsbezitters.

3) Autogebruikers.

0 5 10 15 20

Bedreiging Mishandeling Seksuele delicten

Fietsdiefstal 2) Overige diefstal Diefstal uit auto 3) (Poging tot) inbraak 1) Zakkenrollerij Autodiefstal 3)

Beschadiging/diefstal vanaf auto 3) Overige vernielingen

Doorrijden na aanrijding Overige delicten

% slachtoffer

2005 2006 2007

Voor de meeste afzonderlijke delictsoorten is het percentage slachtoffers in het afgelopen jaar niet wezenlijk veranderd. Alleen het percentage fietsdiefstal onder fietsbezitters ligt in 2007 lager dan in 2006. Van enkele afzonderlijke delictsoorten – bedreiging, poging tot inbraak (huishoudens), fietsdiefstal, overige diefstal, beschadiging/diefstal vanaf auto (onder autogebruikers) – is het slachtofferpercentage in de VMR 2007 wel lager dan in 2005. Sinds dat jaar is geen enkele vorm van slachtofferschap significant toegenomen.

4.2.2 Slachtofferschap totaal

Van alle inwoners van Nederland van 15 jaar en ouder werd volgens de VMR 2007 ruim een kwart (26 procent) eenmaal of vaker binnen 12 maanden slachtoffer van één of meer van de genoemde delicten. In het jaar daarvoor was dit ruim 27 procent, en in 2005 nog bijna 29 procent. Het totale slachtofferpercentage is landelijk dus duidelijk afgenomen.

Grafiek 4.2

Slachtofferschap van veel voorkomende criminaliteit (% slachtoffer)

0,0 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 1,2

% slachtoffers

POLS VMR

% slachtoffer

0 10 20 30 40 50

2005 2006 2007

Per politieregio varieert dit totale slachtofferpercentage in 2007 van 19 procent (Zeeland) tot 31 procent (Gelderland-Zuid, Amsterdam-Amstelland). Behalve in de politieregio Zeeland lag dit percentage in 2007 ook in Fryslân, Drenthe en Noord- en Oost-Gelderland lager dan het landelijke gemiddelde. Een hoger dan gemiddeld slachtofferpercentage hadden de regio’s Gelderland-Zuid, Utrecht, Amsterdam-Amstelland en Haaglanden.

In geen enkele regio is het totale slachtofferpercentage in 2007 significant hoger of lager dan in het jaar daarvoor.

4.2.3 Slachtofferschap van geweldsdelicten

Volgens de VMR werd in 2007 ruim vijf procent van alle inwoners slachtoffer van een of meer geweldsdelicten. Dit is vrijwel hetzelfde als in 2006. In 2005 was dit nog bijna zes procent. De verschillen zijn statistisch niet significant.

Grafiek 4.4

Slachtofferschap van geweldsdelicten (% slachtoffer)

0,0 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 1,2

% slachtoffers

POLS VMR

% slachtoffer

0 2 4 6 8 10

2005 2006 2007

Per politieregio varieert dit slachtofferpercentage voor geweldsdelicten van drie in Noord- en Gelderland tot zeven in de regio’s Groningen en Haaglanden. Alleen in Noord- en Oost-Gelderland is dit aandeel lager dan gemiddeld; in geen enkele regio ligt het percentage slachtoffers van geweldsdelicten significant hoger dan het landelijke gemiddelde. Ook is in 2007 in geen enkele regio een significante stijging of daling ten opzichte van 2006 waarneembaar.

4.2.4 Slachtofferschap van vermogensdelicten

Volgens de VMR werd in 2007 ruim twaalf procent van de bevolking binnen een jaar slachtoffer van één of meer vermogensdelicten. Hiermee ligt dit aandeel bijna 2 procentpunten lager dan twee jaar geleden. Toen werd nog bijna veertien procent slachtoffer van één of meer vermogensdelicten. Het verschil met 2006 is kleiner.

Grafiek 4.6

Slachtofferschap van vermogensdelicten (% slachtoffer)

0,0 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 1,2

% slachtoffers

POLS VMR

% slachtoffer

0 5 10 15 20

2005 2006 2007

Het percentage slachtoffers van vermogensdelicten varieerde in 2007 per politieregio van zeven in Zeeland tot meer dan zeventien in Gelderland-Zuid. In Noord- en Oost-Gelderland, Zuid-Holland Zuid en Zeeland is dit percentage lager dan het landelijke gemiddelde, in Gelderland-Zuid en Amsterdam-Amstelland hoger dan gemiddeld. De landelijke daling in 2007 van het percentage slachtoffers van vermogensdelicten doet zich niet voor in de afzonderlijke regio’s.

Evenmin zijn er regio’s waar dit slachtofferpercentage ten opzichte van 2006 is gestegen.

4.2.5 Slachtofferschap van vandalismedelicten

Volgens de VMR 2007 werd bijna twaalf procent van de inwoners in de voorgaande 12 maanden slachtoffer van vandalismedelicten. In het jaar daarvoor was dit eveneens twaalf procent en in 2005 dertien procent, maar de verschillen zijn niet significant.

Grafiek 4.8

Slachtofferschap van vandalismedelicten (% slachtoffer)

0,0 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 1,2

% slachtoffers

POLS VMR

% slachtoffer

0 5 10 15 20

2005 2006 2007

Per regio varieert dit percentage in 2007 van minder dan acht in Fryslân tot veertien in Utrecht en Haaglanden. Behalve in Fryslân is het percentage slachtoffers van vandalisme ook in Drenthe lager dan gemiddeld. In geen enkele regio ligt dit percentage significant hoger dan voor Nederland als geheel. Ook vertoont geen enkele regio hierin een significante toe- of afname ten opzichte van 2006.