• No results found

Sint-Laurense Weihoek Kerngebied voor weidevogels

In document Natuurrapportage Zeeland 2019 (pagina 119-124)

Resultaat van de maatregelen • meer territoria

120 NATUURRAPPORTAGE 2019NATUURONTWIKKELING 20002358

10. Natuurontwikkeling

10.1 Beleidsopgave

In het Natuurpact hebben het Rijk, provincies en partners in het landelijk gebied afgesproken dat in 2027 het Natuurnetwerk Nederland (NNN) voltooid moet zijn. Het NNN, voorheen Ecologische Hoofdstructuur (EHS), is een landelijk netwerk van natuurgebieden, natuurontwikkelingsgebieden, beheergebieden en verbindingszones, dat rust en ruimte moet bieden voor de instandhouding van de natuur in Nederland. In 2013 is overeengekomen dat de omvang van de NNN in Zeeland 5.713 ha zal bedragen.

10.2 Beleidsprestaties

Sinds begin jaren negentig wordt hieraan gewerkt en sindsdien is in Zeeland ruim 4.700 ha nieuw natuurgebied aangelegd. Dit betekent dat er, per 1-1-2019, nog 888 ha nieuwe natuur vanaf 1-1-2019 en 802 ha vanaf 1-1-2020 ontwikkeld moet worden. Het betreft vooral afronding van bestaande natuurgebieden en verbindingszones. Landbouwgronden, in het Natuurbeheerplan aangeduid als Nieuwe natuur, kunnen met subsidie van de Provincie (max. 85% taxatiewaarde) definitief worden omgezet in natuur. Ook kan subsidie worden verkregen voor de inrichting ten behoeve van natuur (max. 95% inrichtingskosten). De oppervlakte en locatie van de te ontwikkelen nieuwe natuur liggen vast op perceelniveau. In Zeeland is echter bij de herijking van de EHS afgesproken om hier flexibel mee om te gaan, zodat kansen benut worden om de natuurgebieden robuuster te maken. Hierbij moet wel in gelijke mate bijgedragen worden aan de internationale natuurdoelen (Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn) en het op orde brengen van de milieucondities, veelal waterhuishouding, van bestaande natuurgebieden. Hierdoor zijn kleine wijzigingen in de begrenzing van het Natuurbeheerplan mogelijk, waarbij elders een even groot areaal minder of even kansrijke begrensde nieuwe natuur wordt geschrapt.

De Vierde Voortgangsrapportage Natuur geeft een overzicht van de verwerving en inrichting van nieuwe natuur in Zeeland in de periode 1-1-2011 t/m 31-12-2016 en in 2017. In de eerste periode werd 270 ha verworven en in 2017 30 ha, terwijl er resp. 959 ha en 7 ha is ingericht.

De Rekenkamer Zeeland heeft in 2018 haar zorgen uitgesproken over de ontwikkelopgave van 1.100 ha nieuwe natuur tussen 2014-2027, waarbij in de periode 2014-2017 241 ha is gerealiseerd. Gedeputeerde Staten zijn verantwoordelijk voor deze opgave en men ligt achter op schema. Deels komt dit doordat gemakkelijk realiseerbare projecten al zijn afgerond, deels omdat de grond voor nieuwe natuur volgens het principe van zelfrealisatie beschikbaar komt en door het ontbreken

van financiële middelen. Er moet jaarlijks 90 ha nieuwe natuur bijkomen. De Rekenkamer vreest dat de ontwikkelopgave niet in 2027 is gerealiseerd en beveelt aan om of de doelen neerwaarts bij te stellen of meer financiële middelen beschikbaar te stellen. Gedeputeerde Staten zien echter mogelijkheden voor versnelling van de ontwikkelopgave en geven aan dat bijstelling alleen mogelijk is in overleg met de partners van het natuurpact. De beschikbare middelen binnen de Provincie zijn weer wat ruimer en vanaf 2019 zijn twee nieuwe werkwijzen geïntroduceerd om het hele traject van het verwezenlijken van de resterende 888 ha te versnellen. Nieuwe percelen kunnen worden toegevoegd zonder eerst elders percelen te schrappen. Daarnaast wil de Provincie zelf percelen aankopen en op de markt zetten, zodat zij een actieve rol heeft en niet afhankelijk is van de activiteit van derden. Alle eigenaren van begrensde percelen worden eenmalig actief benaderd. Tevens worden de eigenaren van percelen die grenzen aan het huidige natuurnetwerk en een gelijke ecologische potentie hebben actief benaderd om verwerving op vrijwillige basis te verkennen. Op deze wijze verwachten GS de geconstateerde achterstand te kunnen inlopen.

De Vijfde Voortgangsrapportage Natuur, die in september 2019 is verschenen, laat zien dat in 2018 de verwerving gestegen is naar 306 ha en de inrichting naar 998 ha. Volgens het Natuurbeheerplan 2019 dat eind september werd vastgesteld, komt er dit jaar nog 82 ha natuur bij. De restantopgave per 1-1- 2020 bedraagt dan nog 802 ha.

De nieuwe werkwijzen hebben in 2019 al tot de eerste resultaten geleid:

• de eerste grote bijeenkomst met alle extern betrokken partij- en is geweest en heeft al geleid tot een aantal gesprekken; • openstelling voor subsidie gebeurt ook dit jaar en volgend

jaar weer voor alle percelen nieuwe natuur;

• de Provincie heeft haar actieve rol opgepakt en o.a. 30 ha bij Axel gekocht;

• in Midden-Zeeland is met het kavelruilbureau een gebied- sproces gestart en verder is de Provincie met particulieren over meer dan 80 ha in gesprek.

De Provincie gaat ervan uit dat er in 2020 62 ha wordt toegevoegd als ingerichte natuur en circa 60 ha in voorbereiding wordt genomen. Hieronder valt het inrichten van 25 ha aan de Oude Veerseweg en Van ’t Ho weg bij Middelburg, de aanleg van 30 ha bos bij Axel en de uitbreiding van de Braakman (8 ha).

122 NATUURRAPPORTAGE 2019NATUURONTWIKKELING

NNN

bestaande natuur nieuwe natuur

10.3 Voorbeeldprojecten

Hieronder worden twee Zeeuwse natuurontwikkelingsprojecten nader toegelicht.

10.3.1 Plan Tureluur

Achtergrond Plan Tureluur

Met het gereedkomen van de stormvloedkering in de

Oosterscheldemonding en door de compartimenteringsdammen nam de oppervlakte slikken, platen en schorren in de

Oosterschelde af. Dit was aanleiding voor de Zeeuwse

Milieufederatie om een plan voor herstel van brakwatermilieus, zoutvegetaties en kustbroedvogels in binnendijks polderland op te stellen: Plan Tureluur. De zuidkust van Schouwen bleek hiervoor zeer geschikt: hier ligt zeeklei op een zandige ondergrond waardoor er een sterke zoutinvloed was, die plaatselijk tot op het maaiveld kwam. Dit beperkte het landbouwkundig gebruik en ook de landbouworganisaties waren van mening dat de zuidkust voor Schouwen een geschikte plek voor natuurontwikkeling was, mits de boeren gecompenseerd werden.

Overzicht van gerealiseerde en nog te realiseren natuur in de provincie Zeeland (situatie 2018)

Plan Tureluur

Beheertype

Botanisch waardevol grasland Brak water

Duin- en kwelderlandschap Kruiden- en faunarijkgrasland Moeras

Poel en klein historisch water Rivier- moeraslandschap Vochtig bos met productie Vochtig schraalgrasland Zilt- en overstromingsgrasland Zoete plas

Beheertypen van natuurgebieden langs de zuidkust van Schouwen. Bron: Provincie Zeeland.

De aanleg begon in 1999 en is in 2015 afgerond. De inrichting richt zich op het realiseren van een permanente pionierssituatie van een brak milieu. In de winter staat meer dan de helft van het gebied onder water en zomers zakt het waterpeil langzaam uit. Om de kwel te versterken, zijn dichtbij de Oosterschelde kwelbuizen geplaatst, om toestromend zout water naar het maaiveld te brengen. Het gebied is hydrologisch geïsoleerd van de omgeving. In totaal is 1.280 ha heringericht, inclusief de zuidkust van Tholen. Op Schouwen wordt het westelijke deel (450 ha) beheerd door Staatsbosbeheer en het oostelijke deel (550 ha)

door Natuurmonumenten. Het terrein van Staatsbosbeheer is van groot belang voor steltlopers en kustbroedvogels, het terrein van Natuurmonumenten is door de diversiteit aan landschappen ook van belang voor de noordse woelmuis, ganzenopvang en weidevogels. Het beheer concentreert zich op het handhaven van pioniersvegetaties van brakke omstandigheden, waarbij het waterpeil ’s winters 20 cm hoger staat dan

’s zomers. Plaatselijk worden eilandjes gemaaid en vindt begrazingsbeheer plaats.

124 NATUURRAPPORTAGE 2019NATUURONTWIKKELING

Wat heeft Plan Tureluur opgeleverd?

De vegetatiekartering in 2017 laat zien dat pioniervegetaties met o.a. kortarige zeekraal in alle gebieden langs de zuidkust aanwezig zijn. Sinds de inrichting is het aandeel zilte vegetatie in de Prunjepolder gestegen van 8 naar 80%. De zilte kwel en inlaat van zout water met kwelbuizen zorgen voor unieke, zilte vegetaties en zeldzame zilte soorten, waarbij de waterstandswisselingen – hoog in de winter, droogval zomer – cruciaal zijn. In de hoger gelegen delen is de invloed van brakwater minder sterk. Daar bestaat het beheer uit begrazing of aanvullend maaien (akkerdistel). Rode Lijstsoorten als selderij (kwetsbaar) en zeegerst (bedreigd) komen in de nieuw ingerichte gebieden voor. Direct ten westen van Zierikzee, in de hier aanwezige karrevelden en inlagen, is sprake van een duurzame netwerkpopulatie van de noordse woelmuis.

Plan Tureluur afgerond:

In document Natuurrapportage Zeeland 2019 (pagina 119-124)